Het voelt vrijer

Gisteren schreef ik een post die nog steeds een concept is. Ik heb het net opnieuw gelezen en het was een prima tekst maar ergens klopte het niet. Ik hoefde het niet te publiceren. Wat ik in dat concept schreef mag ik namelijk ook ergens anders vertellen. En daar voelt het wel goed om te schrijven wat hier niet hoeft.

Hier schrijf ik over andere dingen maar dat ene onderwerp past hier voor mijn gevoel minder. Dus ga ik mezelf niet forceren maar schrijf ik mijn columns over dingen die me ook aan het hart gaan liever op Onzichtbaar Ziek.

Daar voelt het goed en het me iedere keer weer aan het denken. Een denken dat inzicht biedt, ruimte schept en dat helpt een lastig stemmetje te duiden of gerust te stellen. Ik hoop zover door te groeien dat dat stemmetje zo veel vertrouwen in mijn doen en laten heeft dat het me laat begaan en zich pas meldt als er iets aan de hand is. Want ik heb er vertrouwen in dat er dan nog tijd genoeg is.

Nu meldt het stemmetje zich nog op voorhand, ik luister nog wel maar zet mijn plannen wel door omdat ik voel dat ik mijn plannen op een realistische manier uit wil voeren.

Als het schrijven van en nadenken over columns voor Onzichtbaar Ziek mij dat allemaal brengt en me ook een gevoel van vrijheid geeft, waarom zou ik er dan hier nog over schrijven?

De komende week ga ik toch maar huiswerk maken

En nee, ik ga geen nieuwe opleiding en ja, ik ga mezelf misschien PHP leren maar nee, dat bedoel ik dan weer niet. Vandaag was ik voor de verandering zoals ieder jaar op de eerste zondag van augustus in Deventer. En daar heb ik een boek ingeleverd. Aan dat boek gaan we, misschien, voorlopig, nog niet verder. Wat er nu ligt, voldoet lang niet aan de eisen. Aan die eisen gaat het uiteraard wel voldoen. Het is nu echter afwachten op de kopieën. Gelukkig heb ik al andere kopieën liggen en kregen die voorrang van de voorzitter. Daarvoor gaan we dus huiswerk maken. Ik in ieder geval, want mijn collega is nog op vakantie.En wie weet heeft een andere collega ook nog wel zin in een portie huiswerk.

Huiswerk dus in de vakantie voor mij vrijdag begint. Lezen kan gelukkig alvast.

Verder meer dan geslaagd in Deventer, de helft van de twee boeken die we zochten gevonden en thuis gekomen zonder al te veel collateral damage aan onze boekenkasten maar wel met weer een aantal niet gezochte mooie boeken die vast ook het nodige leesplezier op gaan leveren.

Note te self: plaats binnenkort een mooi vraagtekentje  in de zijbalk aan de rechterkant.

#50books vraag 40 Herinnering aan een begin

Hoe belangrijk is de eerste zin van een boek en welke goede voorbeelden ken je?

Dit is Peters 40e vraag uit zijn #50books reeks. Over het eerste gedeelte van die vraag kan ik kort zijn. Ik heb er nu een aantal dagen over na kunnen denken omdat het er steeds maar niet van kwam dit blog te schrijven maar ik de vraag al had uitgekozen. Maar eerlijk gezegd is me slechts één zin te binnen geschoten en dat waren er twee. Dat leg ik dadelijk wel uit.

Van veel boeken die ik heb gelezen, kan ik me nog maar weinig letterlijk herinneren. Ik ben niet iemand die hele passages uit zijn favoriete boeken kan opdreunen. Ik onthoud veel meer de sfeer van het boek en wat voor gevoel ik had tijdens het lezen. En de grote lijnen van het verhaal. Details zoals citaten of (begin)zinnen die zijn voor mij een stuk lastiger.

Om die reden kan ik het tweede deel van deze vraag dan ook niet uitgebreid beantwoorden. Toch is me al vrij snel nadat ik vorige week deze vraag weer las een voorbeeld te binnen geschoten. Ik foetel wel een klein beetje want het niet de eerste zin van het boek want de hoofdstukken worden vooraf gegaan door een voorwoord van de auteur. En die eerste zin die ik mij herinner, is de eerste zin van het eerste hoofdstuk, niet van het voorwoord.

En die eerste zin luidde: The year was 1912. Een weinig spectaculair begin, dat geef ik grif toe. En het is ook niet om die reden dat deze zin mij bij is gebleven. Ik herinnerde mij die zin ook in eerste instantie in het Nederlands als Het was in het jaar 1912De Engelse zin komt uit het boek The boy Biggles, de Nederlandse zin komt uit de vertaling van dat boek, Biggles en zijn basis. Die zin – die ik naar ik me meen te kunnen herinneren in eerste instantie als Het jaar was 1912. vertaalde – is dan misschien niet zo’n heel bijzondere, hij is me wel altijd bijgebleven. En is daarmee een symbolische herinnering geworden aan een het begin van een mooi project dat nog steeds loopt en dat van mij nog jaren door mag gaan.

Moet ik waarde toevoegen?

Dat was eigenlijk de mantra van een succesvol blogger die besloot op te schrijven hoe iedereen succesvol kon gaan bloggen. Als je zijn recept maar volgde en volhield én goede stukken schreef maar vooral waarde toevoegde dan kwam je er wel. En een niche was zeer aanbevelenswaardig.

Ik las het boekje voor ik mijn blog opzette. Gelukkig is het bij lezen gebleven. Het kan best waar zijn wat er in dat boekje staat en het idee achter het boekje is sympathiek, maar het boeit me niet. Toen ik begon had ik tijdelijk hemelbestormende plannen, maar daar was ik snel van genezen. Van het bloggen zelf leek ik misschien ook wel genezen, al was ik er zelf van overtuigd dat het slechts een pauze was.

Want ik vond het bloggen en het contact met andere bloggers leuk en besloot er uiteraard mee door te gaan. Maar dan wel omdat ik het leuk vond en niet omdat ik zo nodig expert moest worden in een bepaald vakgebied. Nee, puur voor de lol blog ik. Als ik geld zou willen verdienen via mijn blog zou ik het waarschijnlijk anders aanpakken maar die behoefte voel ik totaal niet. Nu niet, althans. Je weet immers niet wat er nog ooit gaat komen.

Consequentie van dat alles is dat ik hier en op mijn andere blogs voor mezelf blog, over wat ik leuk en zo vaak als ik wil. Natuurlijk mogen jullie me lezen, graag zelfs en ik vind het geweldig dat jullie af en toe wat van jullie laten horen. Dat zijn de bonuspunten die de lol nog groter maken.

Want lol heb ik sinds een aantal maanden weer, werk doet toch veel. Nu die lol er weer is, begint ook weer de zoektocht naar een zinvolle invulling van mijn vrije tijd. In mijn ’tijd tussen twee banen’ had ik veel te weinig zin om leuke dingen te doen. Ja, ik hielp nog mee een boek te vertalen, maar dat was het enige waar ik echt plezier aan beleefde. De rest was zoeken naar werk en afwijzingen. Plus wat ‘routinematig leuk’.. Bijvoorbeeld het volgen van bloggers. Leuk om lezen, maar ze kregen mijn stemming niet echt omhoog gekrikt.

Maar zoals Bob Dylan al zong, the times they are a changin’ .Ik voel me opgewekt, energiek, heb weer leuke projecten lopen waaronder een nieuwe vertaling die nog enigszins onder embargo zit. Lol heb ik weer.

En als lol ik heb in het schrijven van een blog dan is dat de waarde die ik toevoeg aan dat blog.

Dé vraag waarop ik het antwoord ga ondervinden

Het is allemaal leuk en aardig en ik ben ook heel blij met de wending die mijn leven de afgelopen tijd heeft genomen. Toch is er een maar en het goed om daar bij stil te blijven staan omdat dat in mijn geval een levensgroot verschil kan maken dat.

Sinds een aantal maanden heb ik weer een baan waar ik plezier in heb en waardoor ik me weer nuttig voel. Ik besloot het voorzichtig aan te pakken en andere dingen, waaronder bloggen, een tijdje op een lager pitje te zetten. Gelukkig gaat alles goed in mijn nieuwe baan en kreeg ik er veel energie van en zin om ook andere dingen te gaan doen, zoals voor Onzichtbaar Ziek. Weer voorzichtig om de balans niet te verstoren.

Ook dat ging weer goed en ik vond het allemaal zo leuk en nuttig om te doen. Laten we ook maar weer gaan bloggen. Kan best. Dat gaat niet fout. En ik ging maar vast plannen maken over wat wil allemaal nog meer wil gaan doen en waar ik al eerder over blogde.

En toen viel er vorige week ineens onverwacht een vertaalvoorstel in mijn mailbox. Naast een al geplande Nederlandse vertaling van een boek van Captain Johns stelde mijn medevertaler Roger voor nóg een boek te gaan vertalen. Razend enthousiast werd ik ervan want ik had dat boek toevallig net geleend van onze voorzitter en kon dus meteen aan slag. Nu weet ik uit ervaring dat al te groot enthousiasme niet meteen tot de beste vertalingen leidt, dus toch maar even ingebonden.

Eergisteren toch maar begonnen en helemaal gegrepen door het verhaal, vertalen en het wezenlijke spelen met taal dat vertalen is. Heerlijk vind ik dat en zou het liefste niets anders doen. In mijn hoofd neemt dat vertalen alles in beslag. Ik weet gezien mijn verleden dat dat een risico is, maar dat moet dan maar. Ik wil wel leuke dingen blijven doen. Juist die beginfase is een risico. Ik ben dan nog op zoek naar een balans tussen ijver, enthousiasme en realiteitszin.

Het ging gisteren dan ook al meteen fout. Nou kan ik me voorstellen dat bovenstaande niet helemaal te volgen is maar ik denk dat als jullie mijn column van gisteren voor Onzichtbaar Ziek lezen dat het wel wat duidelijker wordt.

Dé vraag kan ik dus niet beantwoorden, maar spannende tijden zijn het zonder meer.

Meer dan #50books: vragen

Eigenlijk wilde ik vandaag weer een #50books vraag beantwoorden, maar dat doe ik morgen pas. Niet dat ik geen keuze kan maken of een antwoord kan schrijven op de dan gekozen vraag. En ik kan nog zo’n anderhalve maand vooruit met alle tot nu toe gesteld – vooropgesteld dat het me lukt om elke dag een vraag te beantwoorden.

Maar ik wil niet elke dag over boeken schrijven. En bovendien wil ik na die anderhalve maand ook nog iets hebben om over te schrijven. Mijn idee op dit moment is om iedere twee weken vijf werkdagen lang iets te schrijven over (jeugd)boeken op mijn andere blog en op dit blog nog slechts incidenteel, in ieder de #50books vragen die nog komen.

De vraag die me vandaag bezighield was simpelweg de vraag wat ik ga doen als de #50books voorraad op is. Ga ik weer aansluiten bij mijn oorspronkelijke thema van dit blog, communicatie over handicaps en beperkingen, of bewaar ik wat ik daarover te zeggen heb voor Onzichtbaar Ziek?

Ga ik misschien verslag doen van de voortgang van mijn to-do lijstje van vorige week? Leuk, maar deels lopen we – ik werk het lijstje deels samen met anderen af – voor de muziek uit, dus het is misschien niet handig om daar nu al al te veel over in de openbaarheid te gooien. Nee, we maken geen deel uit van een geheim genootschap, maar we hebben nog wel kleine 25 jaar te maken met rechthebbenden. We mogen best iets doen zonder hun toestemming, maar daar hoort het uitgeven van nieuwe vertalingen niet bij. En we zijn nog niet zover dat we al toestemming voor de volgende vertaling hebben gevraagd.

Allerlei haken en ogen dus, maar daar krijg je prima een blog mee gevuld. Daar is menig blogger al achtergekomen, ik vertel dus niets nieuws en doe voor mezelf op dit gebied vandaag dan ook geen spectaculaire ontdekking. Een ontdekking (of twee) deed ik echter wel, maar daar laat ik jullie fijn nog even op wachten.

Morgen weer driftig aan de slag met #50books en de toekomst van dit blog. Antwoorden volgen.

#50books – vraag 42 – Lang geleden las ik poëzie

Vraag 42 van Peters #50books reeks 2013 luidt: wie van jullie leest er tegenwoordig nog poëzie?

Mijn antwoord kan eigenlijk slechts “Ik niet.” zijn. Of misschien klopt dat niet helemaal want de vraag veronderstelt immers dat we het (vroeger) wel gedaan hebben. En met ‘we’ bedoel ik dan in ieder geval de lezers van Peters blog. In in mijn geval klopt dat ook wel. Ik las wel poëzie. Dat klinkt dan weer of er een bepaald moment aan te wijzen is dat ik radicaal besloten heb de poëzie voortaan te mijden, maar dat is niet het geval. Wel het geval is dat ik er eigenlijk veel te weinig bij stil sta dat ik een poëziebundel zou kunnen gaan lezen als ik weer eens voor mijn boeken sta.

En ik zou toch beter moeten weten

Tijdens mijn studie Algemene Cultuurwetenschappen las ik uiteraard poëzie, soms naar aanleiding van de actualiteit, ik meen me rond 9/11 een gedicht te herinneren dat refereerde aan de start van de Tweede Wereldoorlog en een gedicht van Wisława Szymborska. En ik schreef ooit een paper over The Love Song of J. Alfred Prufrock van T.S. Eliot en las ook zijn The Waste Land / Het barre land (geannoteerde vertaling van Paul Claes).

Bachelorscriptie

Ik behoorde tot de eerste lichting studenten die met de nieuwe bachelor- en mastersctuctuur te maken hadden. Daardoor heb ik zowel een bachelorscriptie als een masterscriptie geschreven. En laat de bachelorscriptie dankzij mijn begeleider nu over Uitgeverij De Beuk gaan, de uitgeverij van de toen pas overleden Wim Simons die gespecialiseerd was in poëzie. Uiteraard heb ik verschillende poëziebundels die bij deze uitgeverij verschenen waren gelezen. En ik moet toegeven dat ik onder de indruk raakte van de uitgeverij en de poëzie die onder haar hoede het levenslicht zag. Uitgeverij De Beuk bleek in de door mij onderzochte periode verreweg de grootste uitgever van poëzie in Nederland te zijn. Maar niet alleen getallen kwamen aan bod, ook analyseerde ik een aantal gedichten inhoudelijk, al moet ik jullie nu de conclusies daarvan schuldig blijven

Na mijn scriptie

Tijdens het schrijven van mijn scriptie nam ik me voor poëzie te blijven lezen maar zoals zo vaak met goede voornemens strandde dit ook. Ik wilde eigenlijk al op gaan schrijven dat ik naast de poëzie die tijdens mijn studie aan de orde kwam eigenlijk alleen nog maar de gedichten van Julita lees, toen ik mij herinnerde dat ik twee jaar geleden nog een bloemlezing van Franse moderne poëzie en en van Hermann Hesse las.

En het boek dat ik de afgelopen dagen las, bevatte een soldatenlied uit de Eerste Wereldoorlog. Telt dat ook?

#50books – vraag 35 – Gesigneerde boeken

Daar ga je dan, neem je je voor dagelijks te gaan bloggen en blijf je hele dag lezen. Dus maar gauw een inktoppertje gekozen uit alle vragen van #50books die hier nog aan bod gaan komen zodat ik snel weer verder kan met mijn boek. Die vraag is nummer 35:

Hebben jullie ook (een) gesigneerd boek(en) met een speciaal verhaal?

Twee jaar was ik bij een alumni-bijeenkomst van de faculteit Geesteswetenschappen van de UvT waar Claire Polders een lezing gaf. Zij had Letteren en Filosofie gestudeerd, was schrijfster en woonde in Parijs. Daar moest ik dus wel naartoe. Geen idee meer waar de lezing over ging, maar ik vond het wel interessant. Ze had ook een aantal boeken om te signeren. Die ben ik toen misgelopen omdat er meer belangstellenden waren. Maar toevallig waren we allebei met de trein en liepen we samen terug naar het station. We raakten aan de praat over bloggen en over haar schrijverschap, hoe ze haar eerste manuscript eerst had laten lezen door Hugo, oftewel de veel te jong overleden Prof Dr. H.J.A. Verdaasdonk, ook een van mijn favoriete docenten. Afijn, we hielden nog een tijdje contact en ze stuurde me later ook een gesigneerd boek met opdracht. Afijn, dadelijk bij het aanmaken van de links kijken of ze inmiddels weer iets nieuws heeft geschreven.

En van Captain W.E Johns dan?

Van hem heb ik geen gesigneerd boek. Jammer. En hij is natuurlijk alweer 46 jaar geleden overleden dus ik kan niet meer bij hem in de rij gaan staan. Toch had ik er bijna eentje gehad. Een jaar of zes geleden was er een grote I.B.A. veiling en daar zat een door Johns gesigneerd Biggles-boek bij. Ik had het netjes genoteerd naast andere items op de kavellijst waarin ik wel geïnteresseerd was. Die dag mocht ik de boeken aan de bieders  laten zien en daardoor lette ik op het moment dat het gesigneerde boek geveild werd niet op en ging het aan mijn neus voorbij.

Natuurlijk is dat niet het hele verhaal want omdat die Biggles-vertalingen waaraan ik heb mogen bijdragen gepresenteerd werden op I.B.A. Biggles-bijeenkomsten, heb ik toch een aantal boeken van Johns die gesigneerd zijn, niet door de auteur, maar door de vertalers, eerst Marvel en ik, later, Roger, Vincent en ik. Vooral de eerste, Biggles en zijn basis, blijft speciaal omdat ik dat gesigneerd heb voor een aantal dierbaren die te jong zijn overleden. Helaas hoort Marvel ook ben hij.

Dadelijk ga ik verder met lezen want het boek heeft te maken met het project dat ik samen met haar opzette.

#50books vraag 29 Vakantielezen

Nee, ik heb geen voorkennis. Dit is niet het antwoord op vraag 29 van #50books die Martha morgen gaat stellen. Ik loop nog achter en vraag 29 was toevallig de oudste vraag van Peter uit zijn #50books reeks van vorig jaar die ik nog niet had beantwoord. En die vraag is ook nog eens helemaal actueel omdat ik hem met bijna een jaar vertraging beantwoord.

De 29e vraag van Peter luidt als volgt:

Wat heeft de vakantieperiode voor effect op je leesgedrag?

Eerlijk gezegd ben ik daar zelf ook erg benieuwd naar. Niet om de flauwe reden dat ik nog drie weken moet werken voor mijn vakantie aanbreekt, maar omdat mijn leesgedrag ieder jaar toch weer anders is dan ik van tevoren verwacht.

Vroeger was het simpel en las ik veel tijdens de vakantie. Arendsoog, Biggles, Thea Beckman, Jan Terlouw, Roald Dahl en veel meer las ik, waarbij ik wel alle vrije weken meereken. Tijdens zomervakanties kwamen daar ook nog eens strips over voetballen bij.

Verandering

Ergens is daar verandering in gekomen. Ik lees minder. Druk met studie en werk. Vooral buiten de vakanties ging ik minder lezen. Tijdens vakanties deed ik ter ontspanning niets liever dan lezen. En tijdens zomers dat allemaal goed ging, las ik stapels boeken. Er waren echter ook zomers waarin ik heel druk was in mijn hoofd en ik simpelweg de rust niet kon vinden om te gaan lezen, of als ik dan toch een poging deed, legde ik het boek al snel weg. Mijn vakantieleesgedrag is door omstandigheden dus nogal wisselend.

En deze zomer?

Gelukkig gaat nu alles goed en ik ben dan ook van plan veel te gaan lezen de komende. Mijn plannen voor de komende tijd waar ik gisteren over schreef brengen veel leestijd met zich mee, dus het lijken mij uitstekende plannen. Wellicht komen bepaalde boeken die ik ga lezen hier op dit blog nog wel ter sprake. Wat ik in ieder geval ga doen is dit blog nu afronden zodat ik kan gaan lezen: de eerste vertaling wacht.

Zo blijf ik de momenten voor me uitschuiven

En ja, dit is ook weer zo’n voor-me-uitschuifblog. Maar het is tenminste een blogpost en wel eentje die hopelijk het begin wordt van een lange reeks. Toch, ik beloof niks. Maar wat schuif ik dan zoal voor me uit? Werk niet meegerekend uiteraard want daar kun je altijd wel wat voor doen. Maar ik geloof dat het weekend is.

Ga ik toch een to do lijstje maken zodat ik een gedeelte van die lijst op zijn minst tot morgenvroeg uit kan stellen.

Het moment is aangebroken om:

  • Twee boeken te gaan vertalen, eentje viel afgelopen nacht al in de mailbox en afhankelijk van de kwaliteit van die vertaling en nog wat niet onbelangrijke factoren waarover ik jullie in ieder geval voorlopig in het spreekwoordelijke duister laat tasten, word ik medevertaler of heb ik slechts aan de vertaling meegewerkt. Pas als we helemaal zeker zijn dat onze vertaling de juiste vertaling is, gaan we wellicht opheldering geven. Planning om dit onverwachte geschenk in mijn mailbox tot een deel uit de onvolprezen I.B.A. Captain W.E. Johns collectie te verheffen: ergens in 2015.
  • Het tweede boek voorlopig even in de ijskast te parkeren want het is dus sinds vanmiddag niet meer de eerste vertaling. Planning: maart 2016 te verschijnen.
  • Filmpjes te gaan zoeken over onzichtbare ziektes voor de Facebookpagina van Onzichtbaar Ziek..
  • PHP en MySQL te gaan leren. 10 jaar geleden nam ik een dik boek door over HTML en CSS. Erg interessant en voor wat ik op dat moment nodig had voldoende. Ik wist natuurlijk wel dat websites pas echt interactief of dynamisch worden door de combinatie van PHP en MySQL. Kennis van deze talen had ik in de jaren die volgden niet echt nodig, het weinige wat ik van PHP moest weten bij het updaten van de I.B.A. Online Shop kon ik ook prima vinden met Google. De interesse bleef en een paar maanden geleden werd die weer groter omdat mijn werkgever tijdens mijn sollicitatiegesprek vroeg of ik kennis had van PHP/MySQL. Ik had het weliswaar niet direct nodig, maar handig was het wel. Het leek mij verstandig om me daarom eerst op mijn baan te concentreren. Nu dat allemaal prima loopt…
  • De 50 vol te maken in de # 50books reeks van @Petepel en vervolgens aanhaken bij de reeks van @DrsPee.
  • Vakantie te gaan vieren. Oh nee, nog drie weken werken, maar dat is geen straf. Veel te leuk.

En dan is er nog iets waarvan ik nu dus hoop dat ik er nu dagelijks mee ben begonnen. Genoeg te doen dus, zeker met zo’n digitale stok achter de deur.