Af en toe voel ik me een sukkel (maar wel een gelukkige)

Vandaag onder het wandelen dwaalden mijn gedachten niet voor het eerst af naar het boek dat mijn leven nu al zo’n twee jaar bezighoudt. Op een mooie en dankbare manier. De afgelopen week heb ik nog twee kleinigheden aangepast/verbeterd en ik heb het gevoel dat het nu af is. Ja, er kan nog commentaar binnenkomen maar over een week of vijf wil ik echt richting de volgende stap gaan: een uitgeverij.

Want ik besef door alle mooie en soms verrassende opmerkingen van proeflezers en andere geïnteresseerden – want ik heb het natuurlijk met niemand over mijn boek gehad – dat het boek misschien wel groter is dan ik op voorhand vermoedde. En daarom ben ik ook zo dankbaar dat het schreef. Dat ik mocht schrijven van mezelf, want het was soms persoonlijk. Zo persoonlijk dat ik het eerst niet durfde. Ik ben dankbaar dat ik liefdevol over die drempel heen geholpen ben en dat het nieuwe boek er uiteindelijk beter van is geworden. Dat het boek dát boek is geworden dat in mij zat en dat eruit moest om niet alleen mijzelf te helpen.

Ik voel me namelijk soms zo’n sukkel, maar wel een gelukkige sukkel. Dat ik dit achttien jaar lang níét heb gezien. Wat dan? Nu ik het me realiseer is het zo logisch dat ik me wel voor de kop kan slaan: idioot, dit had je wel eens eerder kunnen zien. Maar ja, ik heb al die jaren begeleiding gehad. En al die mensen zagen het ook niet. En in allerlei boeken over het onderwerp kan ik het niet vinden. Dus ik hoef niet zo hard voor mezelf te zijn. Vandaar dus: gelukkige sukkel. Want ik weet dit nu en kan er via mijn boek straks andere mensen mee helpen. En misschien misschien bedenk ik nog wel andere manieren ook.

Of bedenken we samen iets, want ik leer ook van proeflezers. Dat is een van de dingen die schrijven zo mooi maakt. Je bent nooit alleen als je schrijft. Je vertelt je verhaal aan een aantal personen, en je laat hen iets terugzeggen. Of ze zeggen het als proeflezers. Schitterend. Je vormt zo echt een team. Tijdens de behandeling, tijdens het schrijven, na afloop: steeds meer komt bij mij het dankbare besef op dat ik het niet alleen doe, niet alleen hoef te doen. En ik ben heel benieuwd waar het team mij gaat brengen.

~~~

Afbeelding van Pfüderi via Pixabay

Zonnestralen #WOT

De zonnestralen waar ik het over wil gaan hebben, zijn geen letterlijke zonnestralen, maar figuurlijke. Zonnestralen die in april 2020 doorbraken en die letterlijk – en dat mag je letterlijk nemen – mijn leven compleet veranderden. Dat voelde en wist ik al op het moment dat die zonnestralen doorbraken, maar in de ruim twee jaar die sindsdien voorbij zijn gegaan, is volgens mij gebleken dat ik gelijk had.

En dat maakt mij gelukkig. Het geeft mij soms het idee dat zonnestralen mij de hele dag verwarmen, ook op bewolkte dagen. En dat is zo geníéten, dat kan ik wel van de daken schreeuwen. Als je dit blog volgt, weet je dat ik het heb over de rol van ergernissen bij mijn bipolaire stoornis. Eindelijk heb ik het idee dat ik die onder controle heb, na jaren letterlijk in het duister te hebben getast.

Natuurlijk: ik weet dat ik alert moet blijven, dat ik medicijnen moet blijven slikken en dat toch nog mis kan gaan. Daar ben ik me maar al te zeer van bewust, maar ik weet nu tenminste waar ik op moet letten. Dat geeft zo veel rust. En het het geeft ook vertrouwen. Want ik ben er dagelijks kort mee bezig. En het gekke is dat ik nu als het ware een radar heb voor ergernissen. Ik signaleer ze zó snel, bekijk ze op het moment dat ze nog heel klein zijn, en kan ze daardoor of laten waaien of aanpakken. Op die manier krijgt een ergernis geen kans meer om uit te groeien tot een manie.

En om het nog mooier te maken: doordat ik af kan rekenen met ergernissen, ben ik veel minder chagrijnig of humeurig. Ik ben nog niet het zonnestraaltje in huis, maar het voelt wel enorm goed. En dan op een gezonde manier.

Ik gun het iedereen, die zonnestralen in je leven. En ik denk graag na over hoe ik anderen daarmee kan helpen. Want ik heb de betekenis van ergernissen niet ontdekt dankzij de ggz. Een helpende hand kan dus nuttig zijn. Alleen al omdat ik merk hoeveel zonniger mijn eigen leven is geworden, steek ik die helpende hand graag uit.

#WOT: Write On Thursday

~~~

Afbeelding van jplenio via Pixabay

#WOT stekken, ideeënstekken

De #WOT van vandaag is stekken. Nou heb ik geen groene vingers dus zijn jullie snel me af. Maar niet heus want ik doe wel degelijk aan stekken, aan ideeënstekken. En daar wil ik graag over vertellen.

Het heeft namelijk te maken met mijn boek. Het is zo goed als af en verschijnt in het najaar. Eindcontroles nemen altijd meer tijd in beslag dan je denkt, er moet nog een uitgever bij gevonden worden en ik wil ook nog wat zomervakantie kunnen houden.

Mocht er nog iemand zijn die gemist heeft waar mijn boek over gaat: ik heb een bipolaire stoornis en die stak regelmatig de kop op in de vorm van manieën zonder dat mij duidelijk was waarom. Twee jaar geleden viel me ineens op dat ze allemaal begonnen waren met een ergernis. Nu hoef ik er ‘alleen’ nog maar voor te zorgen dat een ergernis overgaat zonder dat ik ervan van slag raak. Hoe ik dat doe, staat in mijn boek.

Er is nog een onderdeel dat hierbij belangrijk is en dat is het onderdeel gewoontes. Juist doordat ik dagelijks bezig was met mijn stoornis, erover nagedacht en er met anderen over sprak, kon ik deze ontdekking doen en kan ik nu ook signaleren en corrigeren op ergernissen. En dat begon allemaal zeven jaar geleden dankzij de post Love moved me to write this for you van Peter Pellenaars.

Wat heeft dat met stekken of ideeënstekken te maken?

Veel. Want ik heb mijn boek nu wel geschreven maar je ziet al: ik heb lang gedaan over het leren werken met gewoontes en het duurde ook jaren voor ik inzag hoe ik ze kon gebruiken. Voor anderen is het boek dan wel leuk, maar is misschien ook training nuttig. En die zou ik kunnen geven: zie daar een ideeënstek.

En nog een ideeënstek: in mijn boek staat dat een rapportage van het UWV bij mij nogal verkeerd viel en dat dat gevolgen had voor mij. Ik zou best een lezing willen geven aan mensen van het UWV om ze op de mogelijke gevolgen van hun rapportages te wijzen.

En nog eentje dan: ik kan pochen dat ik sinds twee jaar geleden een ware transformatie heb ondergaan, dat ik mij onherkenbaar beter voel dan voor april 2020. Maar het is geen pochen, het is echt zo en mensen die me kennen bevestigen het. Het geloof/de hoop dat ik mijn stoornis onder de duim heb, doet mij zó goed, dat is haast onbeschrijfelijk. En ja, natuurlijk, ik weet dat ik alert moet blijven en medicijnen zal moeten blijven gebruiken. Waar het om gaat is dat ik me zo veel beter voel. En stel dat er naast het boek ook een training komt. Zou het dan niet prachtig zijn als de deelnemers dezelfde resultaten hebben als ik? En dat er voor, tijdens en na portretten zijn om dat proces vast te leggen?

~~~

Afbeelding van 1195798 via Pixabay

Kaizen, gewoontes en mijn boek

Deze blogpost is deel 26 van 26 in de reeks Gewoontes

Toen ik in april de eer had om een week te twitteren via het account van NL_Buitenbeentjes, vertelde ik uiteraard over mijn dagelijkse gewoontes. Van Fenna kreeg ik toen meteen de tip om eens naar Kaizen te kijken want zij herkende daarin veel van mijn verhaal. Het duurde uiteindelijk nog een hele tijd maar vorige week las ik eindelijk De kunst van Kaizen van Robert Maurer.

En het was inderdaad een feest van herkenning. Veel van wat erin te lazen valt, staat ook in de andere boeken (zie achtergrond) en sommige dingen die niet in die andere boeken stonden heb ik misschien intuïtief aangevoeld door al dat lezen. Daar kom ik nog op. Eerst maar eens kijken wat Kaizen is en waar het vandaan komt, want ik had er eerlijk gezegd nog nooit van gehoord.

Het bleek te gaan om een techniek waarmee je met zo klein mogelijke stapjes grote veranderingen kon bereiken. De eerste toepassing was de Amerikaanse wapenindustrie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er was geen tijd om revolutionaire nieuwe wapensystemen te ontwikkelen. In plaats daarvan moest het maakproces van de bestaande wapens worden geoptimaliseerd. Daartoe werden alle werknemers uitgedaagd om mogelijke verbeteringen in het proces door te geven, hoe klein die verbeteringen ook waren. Uiteindelijk leiden al die kleine verbeteringen tot betere wapens en een snellere productie.

Na de Tweede Wereldoorlog raakte volgens Maurer de techniek in de VS in onbruik. Maar toen Japan onder leiding van de VS weer werd opgebouwd, herleefde de techniek daar. En daar kreeg het ook de naam Kaizen.

Kaizen gaat uit van kleine stappen, kleine beloningen, simpele acties, eenvoudige vragen en gedachten en het oplossen van kleine problemen. Juist in dat kleine en eenvoudige zit de kracht omdat volgens Maurer onze hersenen van oudsher protesteren tegen groot en moeilijk. Dingen die groot en moeilijk zijn, zijn namelijk bedreigend. Houd je het klein en eenvoudig, dan wordt je angstcentrum niet gewekt en kun je de verandering wel doorvoeren. En de dag erop weer een klein beetje meer. Tot je al snel een grote verandering hebt bereikt, omdat de kleine stapjes nergens bedreigend waren.

Dit komt terug in mijn boek

Al lezende herkende ik dus heel veel van wat ook in mijn boek staat. De kern draait om het herkennen van ergernissen, weten wat je dan moet doen (kort gezegd: goed naar de ergernis kijken – en daarmee de automatische vechtreactie eruit halen – en je realiseren dat die ergernis geen grote psychische ellende waard is) én daar een gewoonte van maken; van dat herkennen en bekijken. Dat doe ik door elke dag af te sluiten met de vraag of ik mij heb geërgerd die dag. Volgens Robert Maurer zorgt het elke dag stellen van dezelfde eenvoudige vraag ervoor dat deze zo in je systeem zit dat je er als vanzelf naar handelt. Ik kan dat uit de praktijk alleen maar bevestigen en noem daarom in mijn boek nog een paar eenvoudige vragen.

Achtergrond

In 2015 deed ik mee met een blogreeks van Peter Pellenaars over Zen Habits – Mastering the art of change. En ik schreef eind dat jaar een vervolgreeks over hetzelfde boek. Gewoontes bleken de afgelopen jaren nogal een invloed op mij te hebben gehad. Daarom nu een hernieuwd onderzoek met daarbij ook de boeken The power of habit van Charles Duhigg, Good habits, bad habits van Wendy Wood en Atomic habits van James Clear.

Mijn boek versie 2 is naar de proeflezers

Afgelopen donderdag is mijn boek dan eindelijk naar de proeflezers gegaan. Ik ben benieuwd wat ze er van vinden. Maar ik hoop niet dat deze versie door de proeflezers weer zo op de schop moet als versie 1. Van die van versie is alleen 1 korter hoofdstuk blijven staan, nog wel ingekort en deels herschreven ook. De rest van het boek is compleet nieuw.

Bij die eerste versie had ik zelf al de nodige twijfels, maar ja: ik had er al zo veel werk aan gehad en tijd ingestopt. Dus ik hoopte dat het meeviel en stuurde het naar mijn proeflezers. Nou, al na twee reacties bleek dat ik gelijk had gehad met mijn voorgevoelens. Er zaten toch wel ernstige gebreken aan de tekst. De rest van de proeflezers maar afbesteld en vervolgens heb ik een tijd na moeten denken, hoewel ik al van meet af aan wist dat ik het opnieuw zou doen. Maar hoe? Dat was even de grote vraag waar ik een aantal maanden over heb nagedacht.

Uiteindelijk besloot ik maar van voren af aan opnieuw te beginnen. Ik heb nogmaals gekeken wat ik echt wilde zeggen en ben vervolgens in een leeg document opnieuw begonnen. Dat was de beste optie, leek mij. Een van de problemen die de snelle proeflezers hadden aangekaart, was dat de stijl niet lekker liep. Ik sprak de lezer veel te vaak aan. Dat was me in de laatste correctieronde zelf ook opgevallen en past helemaal niet bij mij. Maar het zat door de hele tekst heen, zodanig dat opnieuw schrijven mij uiteindelijk beter leek te werken dan herschrijven.

En ik heb het dus opnieuw geschreven. De stijl lijkt nu meer op die van dit blog en voelt voor mij veel prettiger aan. Het is van mij en wie ik ben is duidelijk, want dat was de vorige ronde ronde door al die aansprekingen ook al niet zo duidelijk. Terwijl dat voor het boek dat ik geschreven heb, juist wel duidelijk moet zijn. Verder zat er van iets te weinig in. Dat hoop ik nu rechtgezet te hebben en ik denk dat het boek daar sterker van is geworden.

Over deze tweede versie ben ik wel tevreden. Natuurlijk: er blijven details over. Zo schoot me gisteren tijdens het wandelen te binnen dat ik vergeten was te controleren of iets nou in april of mei gebeurde. Dat ga ik nog opzoeken maar heeft voor de grote lijn van het verhaal geen consequenties.

Er zijn ook wat grotere vragen, maar die parkeer ik voor in de spreekkamer bij mijn behandelaar. Dat duurt nog een maand, maar ondertussen kan ik genieten van de mijlpaal dat ik mijn boek versie 2.0 toch maar mooi naar proeflezers heb gestuurd. En natuurlijk kijk ik uit naar hun commentaar op het boek. Het eerste deelcommentaar is al binnengekomen tussen het typen en nalezen van deze post 😉

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Een week @NBuitenbeentjes

Vanaf maandag 18 april (Tweede Paasdag) tot en met zondag 24 april mocht ik een week twitteren op het wissel account NL_Buitenbeentjes. Dat is natuurlijk een hele eer maar ik vond het als niet frequent Twitteraar ook spannend omdat mijn voorgangers op het account veel vaker iets postten dan ik op mijn persoonlijke account gewend ben. Maar gelukkig mocht ik het van het van Emma, die het account bedacht als tegenhanger van bijvoorbeeld NL_Leraar, NL_Zorg, of NL_Wetenschap, helemaal zelf inrichten. Weinig twitteren mocht ook, net als tussentijds afhaken.

Eigenlijk had ik in mijn systeem dat ik deze week pas aan de beurt was maar toen vroeg Emma zaterdag de 16e al of ik er klaar voor was. Ja, dus. Ik had een verhaal bedacht dat ik wilde vertellen want ik had het idee dat ik Twitter ook als een soort blog in kon zetten. 280 tekens plus 280 tekens enz is een draadje en het lijkt wel een beetje op bloggen als ik het zo doe, had ik bedacht. Over bloggen gesproken, ik kon natuurlijk een heel aantal blogposts delen die mijn verhaal ondersteunden. Dus dat leek me ook wel wat. Over mijn handschrift bijvoorbeeld. Ik had bierviltjes in de aanbieding en ik had sowieso een heel verhaal in de vorm van het boek waaraan ik de laatste hand leg. Daar kon ik natuurlijk ook uit putten, hoewel nergens letterlijk want de tweets waren allemaal vers. Verder vond ik het belangrijk dat ik snel kon reageren op reacties, als dat nodig was. Vandaar dat ik na werktijd live twitterde. Gelukkig heb ik nergens snel op hoeven te reageren.

De reacties waren namelijk unaniem positief. En ik heb het verhaal kunnen vertellen dat ik wilde vertellen. Over mijn lichamelijke handicap, mijn slechtere gehoor, mijn bipolaire stoornis en hoe die dingen (samen) mij af en toe tot een buitenbeentje maakten. Gelukkig heb ik er niet al te veel last van gehad en besef ik door deze week dat Twitter kan helpen bij het leggen van contacten waar dat bijvoorbeeld op verjaardagen of bijeenkomsten vanwege mijn slechthorendheid lastig kan zijn. Dat wist ik natuurlijk al, maar Twitter was ooit op “don’t'” lijst terechtgekomen in verband met mijn bipolaire stoornis. Ik ben er daardoor altijd voorzichtig mee geweest maar de laatste tijd krijg ik steeds meer het gevoel dat ik Twitter en andere sociale media onterecht in het verdomhoekje heb geplaatst. Ook dat is winst van deze mooie week.

Het was een prachtige week, ook door jullie vele soms hartverwarmende reacties.

Signaleringsplan: is een signaal oorzaak of gevolg?

Gisteren en 30 maart schreef ik uit enthousiasme bijna twee keer dezelfde blogpost. Het viel me pas op toen ik op ‘Publiceren’ had geklikt. Vergelijk zelf maar. Ik laat beide posts staan want in de post van gisteren zit voor mij een belangrijke aanvulling op die van vorige week. Ik maak iets explicieter. Iets wat ik eerder had moeten weten. Dat ik het niet wist, zorgde namelijk voor een hoop ellende want ik liep daardoor steeds achter de feiten aan. Feiten die bovendien al met me aan de haal waren gegaan waardoor de situatie ombuigen voor mij of voor mensen in mijn omgeving erg moeilijk was.

Het heeft te maken met mijn bipolaire stoornis. Het gaat om een weeffout in mijn signaleringsplan dat ik al jaren gebruik. Althans, ik beschouw het als een weeffout. En uiteraard heb ik die inmiddels hersteld. Ik heb jarenlang een uitgebreid signaleringsplan gehad. Met vier stadia: het gaat goed, het gaat iets minder, het gaat slecht en psychotische crisis. En per onderdeel had ik dan liefst een volle pagina met allerlei signalen waarop ik moest letten. Dat waren vooral dingen die ik deed en veel minder over hoe ik me daarbij voelde. Ik lette dan ook vooral op dingen die ik deed. Maar de denkfout die ik maakte was dat ik dacht dat die dingen die ik deed mijn manie veroorzaakten. Vandaar dat ik bijvoorbeeld weinig twitterde.

Inmiddels hoop ik een stuk wijzer te zijn en is me duidelijk geworden dat die dingen die ik deed en waarvan ik dacht dat die mijn manie veroorzaakten zelf een gevolg waren van de manie. In mijn hoofd had ik oorzaak en gevolg omgedraaid. Niet wat ik deed veroorzaakte de manie maar wat ik voelde. Omdat ik iets voelde wat ik niet prettig vond, stapte ik als het ware in de trein richting manie en deed ik inderdaad dingen die in het signaleringsplan stonden. Maar dat was een gevolg van, nooit de oorzaak waar ik het jaren voor heb versleten. En omdat een gevolg na de oorzaak komt, was ik dus vaak te laat.

En zelfs al herkende ik een signaal dan zag het er in mijn beleving vaak net als anders uit dan eerder en wimpelde ik het af. Nu realiseer ik me dat dat kwam doordat ik in het verleden bij het signaleren dus al verder in de richting van mijn manie was dan ik zelf in de gaten had. En dus stuurde mijn manie mijn denken al veel meer dan ik dacht.

Gelukkig realiseer ik me nu dat ik veel moet letten op de gevoelens die leiden tot het doen van dingen uit mijn signaleringsplan. Dan vang ik zowel oorzaak – het gevoel – als het gevolg – wat ik doe. Dat is bij mij tamelijk onschuldig zoals veel buitenlandse tijdschriften kopen. Maar het had evengoed drankgebruik kunnen zijn. En dan is vroeg signaleren en ook letten op voorafgaande gevoelens erg belangrijk. Ik ben blij dat ik dat nu doe want daardoor ben ik er eerder bij en dat maakt dat al twee jaar goed gaat en daar ben ik ontzettend blij mee.

~~~

Afbeelding van SparrowsHome via Pixabay

Ik durf eindelijk op Twitter

Al jaren heb ik een Twitteraccount maar ik deed er nauwelijks iets mee. Ik beperkte me tot #blogpraat want dat voelde veilig. En ik postte de link naar mijn nieuwste blog. Dat was het eigenlijk wel. Dat kan te maken hebben met het feit dat ik introvert ben maar ik kan er eigenlijk niet omheen dat mijn bipolaire stoornis ook een belangrijke rol speelde. In 2012 had ik namelijk een flinke manie die me helaas mijn baan kostte. Toen ik dankzij het ophogen van mijn medicijnen weer opgeknapt was, ging ik met mijn behandelaar analyseren.

En wat opviel: in de aanloop naar mijn manie had ik mijn blog opgestart en had ik veelvuldig contact met anderen via Twitter. Klopte als een bus, ik kon er niks tegen inbrengen. Ik kreeg het advies een tijdje te stoppen met bloggen en het twitteren te minderen. Beide heb ik gedaan. Bloggen miste ik na een half jaar zo erg dat ik toch weer begon, maar Twitter werd nooit echt wat behalve dat wat ik net al noemde. Ik had een verband gelegd tussen mijn manie en Twitter. En die connectie bleef lang hangen in mijn hoofd, hangt daar nu eigenlijk nog (een beetje).

Maar klopte dat verband eigenlijk wel?

Het was mijn behandelaar opgevallen dat ik meer twitterde en blogde dan eerder. Als ik daar nu over nadenk, zie ik echt wel in dat dat nergens op sloeg. Mijn blog was net nieuw en op mijn Twitteraccount zat ook nog geen stof. Ik ging het namelijk pas net gebruiken. Maar: het is een communicatiemiddel en ik gebruikte het inderdaad om mijn gelijk te halen en ik legde meer contacten. Maar ja, daar is het Twitter voor, ik zie de lol van in mijn eentje Twitteren niet in. Juist het vinden van gelijkgestemden maakt het zo leuk. Maar ik deed het nauwelijks meer na die manie. En zo ging de tijd voorbij zonder dat Twitter en ik echt vrienden werden, hoewel ik goede herinneringen bewaar aan #blogpraat en de #blogpraat meetups. Dat durfde en deed ik dan weer wel.

Er is een probleem met het verband

Twitteren zou een manie kunnen opwekken. Dat was de gedachte. Doordat mijn kijk op mijn manie radicaal veranderde, veranderde langzaam ook mijn kijk op Twitter en mijn manie. Er waren al die jaren best een hoop dingen waarop ik moest letten. En dat waren dan dingen die ik deed. Maar nu was ik tot de ontdekking gekomen dat wat ik deed voorafgegaan was door iets wat ik voelde. En dat gevoel was veel belangrijker, want dat gevoel ging vooraf aan wat ik deed.

Simpel gezegd: voel ik me boos of geërgerd en ga ik dan twitteren, dan kan het gevaarlijk zijn. Dan bestaat immers het risico dat ik ten koste van anderen mijn gelijk wil halen. Maar geldt dat eigenlijk niet voor iedereen dat het in die situatie niet handig is om te twitteren? Helaas heb ik het voor mezelf vaak genoeg mee gemaakt dat het vanuit dat gevoel scaleert. Dus ben ik hier alert op. Niet alleen op twitter, trouwens.

Maar als ik gewoon vrolijk ben en me opgewekt voel en ik wil dan twitteren om mijn gelijkgestemden te buurten? Prima toch?

Het gaat dus om het onderliggende gevoel. Dat maakt mijn signaleringsplan een stuk korter en eenvoudiger. En,veel belangrijker, het heeft even geduurd, maar de deur naar Twitter staat eindelijk open.

~~~

Afbeelding van raphaelsilva via Pixabay

Meer interactie? Ik kan het aan

Mijn tweet afgelopen zondag over mijn blogpost Prachtig leesvoer dankzij Twitterdiscussie ging voor mijn doen viraal omdat hij opgepikt werd door Marcel van Driel. Dat Marcel de tweet met een leuk extra commentaar retweette, was niet zo gek want de post was een verslag van mijn avonturen op Twitter van de donderdag en vrijdag ervoor en daar maakte Marcel deel van uit. Ik heb me die dagen prima vermaakt en ook na de retweet en de reacties die dat teweegbracht had ik veel lol.

Toch is er nog een duiveltje dat schreeuwt dat ik op moet blijven passen dat ik het niet te gek maak, dat het niet met me aan de haal mag gaan. En dat stemmetje is een reden dat ik al die nauwelijks iets doe op social media. Waarschijnlijk speelt ook mee dat ik introvert ben, maar dat stemmetje is denk ik de belangrijkste reden. En dat stemmetje is er niet voor niets. Het heeft te maken met mijn bipolaire stoornis. Na mijn manie van 2012 werd vastgesteld dat ik meer met social media had gedaan dan anders en dat het daardoor een risicofactor was.

Daar heb ik inmiddels flink wat bedenkingen bij omdat er nogal wat aan te merken is op het signaleringsplan dat ik indertijd opstelde. Zo waren social media toen nieuw voor me, dus nogal wiedes dat ik ze meer gebruikte. En het plan ging vooral over gevolgen en veel minder over oorzaken. Nu valt dat niemand te verwijten want had toen nog lang niet mijn grote ontdekking over ergernissen gedaan. Nu ik dat wel weet, kan ik naar oorzaken kijken. Ik heb de indruk dat social media weinig kwaad kunnen als ik ze niet gebruik als vlucht uit een ergernis. En juist daar zit nu net de twijfel want als ik eerlijk ben was er begin vorige week wel een ergernis. Maar ik heb het idee dat ik die allang achter me had gelaten toen ik vorige week donderdag ging twitteren. En dat ik het echt puur voor de lol deed.

Toch is dat duiveltje er. En misschien is dat maar goed ook. Alert blijven is wel belangrijk zodat ik wat actiever kan worden op social media en nog meer lol kan beleven buiten de groepen op Facebook waar ik al actief ben.

~~~~

Afbeelding van Brian Merrill via Pixabay

Ik ben weer verdergegaan met mijn boek

Gisteren heb ik na iets meer dan twee weer iets gedaan voor mijn boek over mijn bipolaire stoornis gedaan. Van die bipolaire stoornis heb ik al meer dan twintig jaar last maar ik deed twee jaar geleden een ontdekking die alles op z’n kop zette: eindelijk leek ik iets gevonden te hebben waarmee ik mijn stoornis aan het begin kon tackelen en niet pas na een aantal weken, wanneer de stoornis mijn denken al had overgenomen en ingrijpen daardoor onmogelijk was. Zo bleek keer op keer achteraf. Je kunt het misschien vergelijken met een rood verkeerslicht. Als je op tijd remt, is er niks aan de hand. Rem je te laat, dan kan de schade niet meer te overzien zijn. En het mooie: we zijn nu twee jaar verder en mijn ontdekking blijkt te kloppen en dat geeft zoveel rust en vertrouwen.

En wat doet een blogger en hobbyvertaler na zo’n ontdekking? Die gaat schrijven. Om alles een keer helder te krijgen. De eerste versie schreef ik in november 2020 en liet ik aan wat vrienden lezen. Ze waren vriendelijk, maar ze hadden wel gelijk. Het kon beter. Dus ben ik november 2021 vrolijk opnieuw begonnen. En ben ik gaan schrijven wat ik eerst niet durfde te schrijven. Geen tips uit het luchtledige meer, maar mijn persoonlijke verhaal en wat ik daarvan leerde. Dat was best wel heftig want door mijn bipolaire stoornis is er het nodige misgegaan. Zo raakte ik een baan kwijt. En al schrijvende merkte ik steeds meer dat veel dingen voorkomen hadden kunnen worden. Daarmee werd mijn gedrevenheid om het boek te schrijven alleen maar groter. Immers, misschien kunnen lotgenoten gewapend met mijn kennis eigen ellende voorkomen. En behalve om alles voor mezelf helder op te schrijven, ben ik er misschien toch wel aan begonnen om anderen met mijn ervaringen te helpen. Want een bipolaire episode is allesbehalve leuk. Nou ja, een manie betekent even dat ik on top of the world ben maar de nasleep is doffe ellende.

Het boek ligt nu bij een proeflezer. Die tipte dat ik in plaats van namen initialen moest gebruiken. Dat heb ik dus vanavond aangepast. Verder zei ze dat het leek of ik af en toe in een manische bui had geschreven omdat hier en daar woorden ontbraken. Nou ben ik gelukkig niet bang dat dat eerste klopt omdat ik het met mijn blogposts ook wel heb, maar voor het tweede moet ik het gewoon hardop aan mezelf voorlezen. Dat ga ik waarschijnlijk in het weekend doen, want het vergt wat tijd. Ondertussen hoop ik dat het bestelde boek Publiceer jezelf van Nanda Roep morgen binnenkomt. Wie weet heb ik er wat aan voor mijn boek. En anders misschien voor Biggles en co.

~~~

Afbeelding van Pexels via Pixabay