Meer te luisteren

De radio is nooit echt aan mij besteed geweest. Alleen toen ik net hoorapparaten kreeg luisterde ik veel. Het was allemaal nieuw en ik verslond cassettebandjes met sprookjes. Ik was toen zeven, dus dat zal mijn smaak verklaren. Maar ook daar raakte na een tijd het nieuwe vanaf en de radio bleef daarna gewoontegetrouw weer voornamelijk uit. Televisie kon ik nu goed verstaan, behalve dan bij Nederlandse series. Daar moet eigenlijk altijd de ondertiteling bij aan. De spannende achtergrondmuziek maakt de voorgrond moeilijk te verstaan.

Bij buitenlandse series lees ik – ook al vanwege de spannende achtergrondmuziek – mee met de ondertiteling. Een nieuw fenomeen als de podcast heb ik om die redenen langs me heen laten gaan. Nederlandstalig zou ik waarschijnlijk wel kunnen verstaan, net als de gewone radio. Maar die maakt dus echt geen overuren bij ons. Allemaal overkomelijke bezwaren natuurlijk maar sinds ik sterkere hoorapparaten heb, begint er toch iets te kriebelen. Ik liet het bij kriebelen, tot ik deze week de The Tim Ferriss Show met Leo Babauta luisterde. Gewoon om te horen of dat zou lukken. En het ging boven verwachting goed. Het Engels was geen probleem en de auditieve verstaanbaarheid ook niet. Dat was een aangename verrassing.

De aflevering zelf was dat niet echt, maar dat verbaasde me niet omdat ik regelmatig in Babauta’s blog duik en ik laatst nog The One Skill las en zijn Zen Habits – Mastering the art of change zo veel mogelijk probeer toe te passen. Dus het kwam bekend voor wat ik hoorde, maar daar ging het me ook helemaal niet om. Ik wilde gewoon weten of ik het verstond en of de vorm wat voor me is. Dat verstaan is nu duidelijk, het tweede punt zal nog moeten blijken. Daar moet ik toch wat vaker voor luisteren, podcasts en webradio. Ze hebben die dingen erg goed verstopt maar ik kwam laatst in een een leuk lijstje tegen waar ik helaas niet naar linken, dus daar ga ik eens naar luisteren.

Een ander punt waar ik dan ook nog benieuwd naar ben, is of ik podcasts of webradio ook als achtergrondmuziek kan luisteren. Of dat ik met mijn gehoor toch bewust moet luisteren. Wat in ieder geval nog niet kan is een koptelefoon of oortjes. Als ik mijn hoortoestellen uitdoe, hoor ik zo’n 65 procent en dat is – heb ik ooit geprobeerd – te weinig voor een koptelefoon. En dan is mijn gehoor sindsdien nog achteruit gegaan. Nu zijn er wel mogelijkheden om een ringleiding op mijn hoorapparaten te zetten die ik dan weer koppelen aan mijn computers of telefoon. Maar dat zien we later wel. Eerst maar eens kijken of het echt wat voor me is, en of ik het na al die jaren zonder in mijn systeem raakt.

~~~

Afbeelding van OpenClipart-Vectors via Pixabay

Nieuwe hoorappaten: podcasts

Een paar maanden terug kreeg ik nieuwe gehoorapparaten. Bij het onderzoek vooraf bij het audiologisch centrum was gebleken dat mijn gehoor in de voorbije vijf jaar flink achteruit was gegaan en dat categorie 4 niet meer voldoende geluidwinst zou opleveren om goed verstaan bij normaal spraakvolume mogelijk te maken. Ik was niet echt verbaasd omdat ik al een paar jaar met de oude toestellen worstelde. Ik moest ze eigenlijk bijna voortdurend harder zetten.

Dus dat er nu categorie 5 toestellen moesten komen, lag voor de hand. Het was nog een hele toer om de goede toestellen te vinden en de juiste afstemming maar dat is nu gelukt. En wat ben ik daar blij mee. Ik hoor beter met de nieuwe, sterkere toestellen. En dat zette me aan het denken. Het fenomeen podcast had ik bijvoorbeeld altijd overgeslagen. Wel eens geprobeerd, maar het lukte niet. Ik kon het eigenlijk niet verstaan, had ondertiteling nodig. Datzelfde gold voor YouTube filmpjes. Zeker als het Engelstalig was, had ik ondertiteling nodig. Nu is die er wel steeds vaker omdat ik toch vaak naar cursussen en dergelijke kijk. En daar is ondertiteling meestal goed geregeld.

Deze week ging het in een Facebookgroep waar ik lid van ben over podcasts. Iemand vroeg naar suggesties en die kwamen er. Ik heb er net een aantal geprobeerd en ik kon ze prima verstaan terwijl de luidsprekers nog niet eens helemaal open stonden en er bovendien wat achtergrond geluid was. Engels of Nederlands maakte daarbij geen verschil. Daarna nog een YouTube filmpje bekeken uit een nieuwsbrief van Learning how to learn en ook dit Engelstalige filmpje kon ik goed verstaan zonder dat ik de (Engelstalige) ondertiteling nodig had.

Hier ben ik dus echt wel blij mee want ik merk het ook bij het offline verstaan. Ook dat gaat stukken beter. Volgens het audiologisch centrum had ik mij normaal spraakverstaan een honderd procent score, maar ik weet ook wel dat de praktijk weerbarstiger is. Maar dit opent online nog meer deuren en daarover vertel ik morgen meer.

~~~

Afbeelding van Florante Valdez via Pixabay.

Wat een gefluit

“Deze gaan het dus niet worden.” Dat zei ik aan het begin van de middag en met ‘deze’ verwees ik naar de nieuwe hoorapparaten die ik sinds vorige week op proef heb. Vorige week was ik nog zo enthousiast dat ik er Wat een geluid over schreef. Wat was er dan veranderd?

Het geluid is nog steeds prima, sommige mensen met een harde stem hoor ik zelfs zo luid en duidelijk dat ik mijn toestellen zachter moet zetten om te zorgen dat het aangenaam blijft klinken. Gelukkig gaat dat erg gemakkelijk en onopvallend met een app op mijn telefoon. Toch werd me vorige week al snel een probleem duidelijk. Als ik aan het aanrecht koffie zette, als ik sowieso aan het aanrecht stond, als ik op de badkamer voor de wastafel stond, op het toilet. In al die gevallen – en ik ben nu niet eens volledig – floten mijn nieuwe toestellen. Rondzingen is de officiële term.

Ontzettend vervelend want het fluiten ging hard en hield in zo’n situatie bijna continu aan. Wat ik ook probeerde, het hielp allemaal niet. Ik draag al meer dan dertig jaar gehoorapparaten dus ik ben bekend met fluitende toestellen, maar dit was mij te machtig dus er zat niets anders op dan een afspraak te maken met mijn audicien.

“Helemaal weg gaat waarschijnlijk niet lukken.”

Daar kon ik vanmorgen terecht. Bij het instellen van de toestellen vorige week hoorde ook een onderdeel voor het bestrijden van gefluit. Vanmorgen werd dat verder opgerekt. Maar eerst werd naar mijn oren gekeken – niet verstopt – en mijn oorstukjes – in orde. Dus werden de toestellen gekoppeld aan de computer en werd er verschillende keren een ruis afgespeeld om de toestellen zo scherp mogelijk anti-rondzingen af te stellen. De audicien zei er al vrij snel bij dat helemaal tegengaan waarschijnlijk niet zou lukken vanwege mijn gehoorgang.

Uiteindelijk leek het verbeterd te zijn en besloten we dat ik het maar moest gaan proberen, hoewel het – dat had ik al uitgeprobeerd – niet helemaal over was.

Thuisgekomen liep ik natuurlijk meteen naar de wastafel in de badkamer. En helaas. Piep, fluit. Nog een keer proberen. Zitten de oorstukjes goed? Nog een keer aandrukken. Het hielp niets.

Vandaar mijn conclusie: deze worden het niet.

En toch zijn deze toestellen nog steeds in de running. Hoe dat kan?

Ik vertrouwde het niet helemaal want ik vond dat ik op de badkamer wel erg ver van de muur afstond terwijl de toestellen wel floten. Dus besloot ik de proef op de som te nemen. Ik deed mijn rechterstoestel uit en stond met links zeker een meter van de muur. En toch hoorde ik gefluit.

Dat kon dus niet en we gingen er nog eens over nadenken. Het was me vorige week bij het aanmeten al opgevallen dat mijn oorstukjes een iets andere vorm hadden dan die bij mijn oude toestellen. En ze zaten af en op het oog wat vreemd. Je kon er soms met je vinger achter terwijl ze in het oor zaten. Kon het dus aan die nieuwe oorstukjes liggen? Er was een eenvoudige manier om daar achter te komen en ik had niets te verliezen. Ik haalde mijn oude toestellen erbij en liet de oorstukjes die daaraan zaten op de nieuwe toestellen zetten.

En met die combinatie van oude oorstukjes en nieuwe gehoorapparaten ging ik naar de badkamer. Geen gefluit. De hele rest van de dag eigenlijk niet. Nou, ja ik kan het natuurlijk opzoeken door mijn hand binnen vijf centimeter van een toestel te houden. Maar verder? Nauwelijks. Net bij het koffiezetten twee keer kort en zacht. Vanmiddag ging het wel helemaal goed met koffiezetten terwijl het daarvoor een week een drama was.

Vandaar dus. Ik ben er misschien nog niet helemaal maar deze toestellen zijn absoluut nog in de race. Wordt vervolgd.

~~~

Afbeelding van Mabel Amber via Pixabay

Wat een geluid

Aan het begin van de lockdown waren mijn hoorapparaten vijf jaar oud. Dat betekende dat ik weer recht had op nieuwe. Dat leek me ook wel enigszins nodig want ik schakelde het volume van mijn toestellen eigenlijk elke dag een stand hoger. En dat al een jaar of twee, drie. Ik had al eens geprobeerd om de toestellen opnieuw in te laten stellen maar omdat ik toen helaas net tinnitus begon te ontwikkelen, lukte dat niet en liet ik het maar zo en bleef ik de volumeknop gebruiken.

Maar ik wist dat ik zo rond maart dit jaar uit kon gaan kijken naar nieuwe toestellen. Niemand had natuurlijk enig vermoeden van corona. Ik niet tenminste. Dus duurde het wat langer voor ik bij de audicien en later audioloog terecht kon. De audioloog bezorgde me ook nog eens een verrassing, maar echt aangenaam was die niet. Het was een uitgebreide gehoortest, daar lag het zeker niet aan. Wel kon mijn tinnitus dus een rol spelen. Als je op een knop moet drukken bij het horen van een pieptoon dan is het erg handig als je tinnitus ervoor zorgt dat je altijd een pieptoon hoort. Moet ik mezelf toch even corrigeren: in een rustige ruimte hoor ik piepjes. Thuis eigenlijk alleen als ik mijn toestellen uitdoe en naar bed ga. Gelukkig niet zo hinderlijk dat ze me uit mijn slaap houden. Ook bij de audioloog hoorde ik extra piepjes. De test werd namelijk afgenomen in een geluidsdichte cabine. En zie dan maar eens het verschil te maken tussen piepjes uit je eigen oor en piepjes uit de computer van de audioloog.

Toch had het niet alleen daarmee te maken dat de uitslag tegenviel. Ook bij spraakherkenning scoorde ik lager dan verwacht. Bij de nabespreking bleek het verschil met de vorige meting van vijf en een half jaar geleden groot. Zo groot dat ik klip en klaar te horen kreeg dat de toestellen die ik op dat moment droeg, niet meer voldeden bij mijn gehoorbeeld van dat moment. Of ze ik ze nou harder zette of niet, het maakte niet uit. Ik kon er simpelweg het bereik van het normale verstaan niet voldoende mee halen. Conclusie: ga van een categorie 4 toestel naar een categorie 5 toestel. Even voor de goede verstaanbaarheid: een categorie 5 toestel is het zwaarste toestel dat nog (voor 75%) door de verzekering wordt vergoed.

Daar zat ik dan met mijn goede gedrag. Hoorde ik dan echt zo slecht? Ik ging erover nadenken en erop letten. Ja, ik miste regelmatig wat maar zelfs mensen in mijn directe omgeving hadden het niet gemerkt en waren verrast. Ik besloot gewoon af te wachten wat mijn categorie 5 toestellen zouden brengen.

Het werd ongeduldig afwachten, maar vanmorgen was het dan eindelijk zover. Ik kon mijn categorie 5 toestellen ophalen, ze werden ingesteld en ik kreeg ze mee op proef. Om 9:30 was de afspraak en om 10:00 stond ik weer buiten. En? Er ging nou niet direct een wereld voor me open, maar de audioloog had zich zeker niet vergist. Na zo’n halve dag merk ik dat ik meer dingen hoor – meer vogels -, meer volume bij zo ongeveer alles. En: belangrijkste, ik versta beter, zelfs in de auto. Dat is normaal een groot probleem. Natuurlijk versta ik geen 100 procent – wie wel? – maar wel veel meer dan met de toestellen die ik tot vanmorgen droeg.

Het is duidelijk nog te vroeg voor conclusies maar een eerste bescheiden tussenbalans kan ik wel opmaken: wat een geluid!

~~~

Afbeelding van Clker-Free-Vector-Images via Pixabay


2 gedachtes over “Wat een geluid”

Peter Pellenaars 29 augustus 2020

Fijn voor je dat (ondanks een hogere categorie) het nieuwe hoortoestel weer een hoop zaken beter te horen zijn. Het lijkt me vooral vervelend als alle geluid om je heen niet meer te herleiden valt tot de individuele ‘zenders’ en een soort van brij wordt. Dat was waar mijn vader altijd over klaagde wanneer zijn hoortoestel weer aan vervanging toe was.

Paul van der Werf 31 augustus 2020 als reactie op Peter Pellenaars

Die brei die herken ik wel een beetje. Het geluid komt nu harder binnen en dat is even wennen. Sommige geluiden moet ik opnieuw leren kennen, zeg maar.Ofwel omdat ik ze eerst niet hoorde of omdat ze nu anders klinken. Of dat iets harder hoor dan ik gewend was waardoor ik er weer aan moet wennen En ik heb behoorlijk last van gefluit, oftewel rondzingen. Maar dan kan hopelijk wat aan gedaan worden.

#blogpraat meetup

Eigenlijk kom ik zelden in een café vanwege mijn slechte gehoor, gecombineerd met nog iets anders – zoals ik beschreef in Waarom ik niet het middelpunt ben op feestjes, mijn nieuwste column voor Onzichtbaar Ziek – maar voor een meetup van #blogpraat maak ik graag een uitzondering.

Daarom kwam ik  eergisteren rond kwart voor vijf ’s middags de hoek om van Tivoli/Vredenburg en daar zag ik hem al staan: Raymond, op Twitter bekend als @rsnijders. Hij stond er nog helemaal alleen, wat voor mij qua verstaanbaarheid wel handig is.

Het gesprek kwam al snel op boeken, taal(fouten) en bloggen en voelde net zo vertrouwd als op maandagavond. Het was alleen wat fris buiten maar we bleven nog wachten op Elja en Karin voor we naar binnen gingen. Langzaam druppelden meer blogpraters binnen. We stonden redelijk in een hoek van Het Gegeven Paard en dat maakte het leuk iedereen zoekend te zien binnenkomen: herken ik avatars? Die vraag stelden wij onszelf ook regelmatig en ik moet zeggen dat het aardig klopte.

En dan is toch ontzettend gezellig om al die blogpraters (weer eens) in het echt te zien. Dan blijkt toch maar weer hoe een blog bij de schrijver ervan past. (En van sommigen ga ik dat nog uitvinden, want dat is ook #blogpraat irl: offline inspiratie opdoen voor offline.)

Conclusies: leuke gesprekken gevolgd en gehad en zoals Irene al schreef: voor herhaling vatbaar op een terrasje (zoals tijdens mijn eerste #blogpraat meetup in 2012).

PS: zoals gewoonlijk weer totaal vergeten foto’s te maken.

Een blog met muziek op de achtergrond

Muziek en ik, het blijft een combinatie met gebreken. Dat besefte ik weer eens toen ik net het YouTube clipje van Peter Gabriel beluisterde op het blog van Jacob Jan. Ik ben van kinds af aan slechthorend. Weliswaar hoor ik met ieder nieuw paar hoorapparaten (iets) beter waarbij de grootste overgang kwam van toen ik in plaats van analoge toestellen digitale kreeg, maar voor muziek blijft het behelpen.

Maar nu heb ik YouTube met Rowwen Hèze op staan. Dadelijk toch maar even WinAMP aanzetten, want die stomme reclame iedere keer.  Al slaat ie nu zomaar een blok over tussen twee liedjes. Rowwen Hèze komt uit de buurt. Kan ik verstaan, nou ja verstaan… dat ligt niet aan het dialect.

Transistorradio

Dat ligt ergens anders aan. Ik weet niet niet hoe de muziek hoort te klinken. Toen ik in de brugklas zat, viel het de muziekdocente op dat ik ongeïnteresseerd was. Ze belde mijn ouders want haar was verteld dat ik bij andere vakken wel oplette. Nou, zeiden mijn ouders, muziek door hoorapparaten klinkt als een transistorradio. Je hoort wel iets, je kunt volgen waarover het gaat, maar mooi is anders.

Nu weet ik dus niet hoe een transistorradio klinkt als je geen gehoorproblemen hebt, maar de vergelijking gaat wel ongeveer op, denk ik. De klank is stukken beter geworden door de digitale hoorapparaten, verstaan blijft echter een probleem. Zeker bij Engelstalige muziek. De tekst kan ik bijna nooit volgen. Bijna altijd versta ik grote stukken niet. En dan moet de muziek wel heel goed zijn, wil ik gegrepen worden.

Begrip is voor mij namelijk essentieel

Ik wil weten waarover het gaat, maar ik ben ook nog eens verwend want ik wil alleen maar begrijpen als ik de muziek mooi vind. Daardoor valt helaas veel muziek af. Als familie of vrienden mij ergens op attenderen doe ik wél extra moeite. Daardoor ben ik de muziek van Queen en Rowwen Hèze gaan waarderen. Die laatstgenoemde versta ik doordat de taal zo bekend klinkt – America ligt hier om de hoek – bijna letterlijk als ik oplet en kan ik zo voor je vertalen.

Bij Engelstalige muziek is dat anders. Zelfs als ik oplet, versta ik weinig en ben ik snel afgeleid en de meeste muziek gaat daardoor volledig aan me voorbij. En we hebben thuis sowieso zelden de radio aan staan omdat ik daardoor gesprekken nooit kon/kan volgen.

Liedteksten bieden uitkomst

Tegenwoordig is het gelukkig een stuk makkelijker. Intrigeert een liedje mij, doe zoek ik de YouTube lyrics variant. En wordt het toch nog genieten. Maar niet vaak omdat muziek helaas geen gewoonte is. Maar gelukkig is het een voordeel dat ik niet het gevoel heb iets te missen omdat ik niet beter weet.

Zwaai niet met je handen maar luister naar de zee

Nee, dit bovenstaande is geen mindfulness tip – al kun je het gezien de frustratie die je misschien met deze tip kunt besparen, daar wel van spreken. Het is dus wel een tip, maar dan speciaal eentje voor mensen die een gehoorapparaat dragen.

Ik beschreef in mijn vorige post dat ik bezig ben met het het testen van nieuwe toestellen en dat dat tot nog toe geen onverdeeld genoegen was. Gisteren kon ik gelukkig weer terecht bij mijn audicien nadat ik haar al eerder telefonisch had uitgelegd wat het probleem was.

Zij stelde toen meteen voor het anti-feedbacksysteem te gaan testen en scherper te stellen. Dat leek me wel want als je werkgever al tegen je begint te roepen dat je dat toestel uit moet doen, dan ontstaat al gauw een onwerkbare situatie.

Ik kon me echter geen voorstelling maken van wat die test in zou houden. Ik wist dat de toestellen aan de computer zouden worden gehangen. Dat gaat via een soort klompje dat aan de onderkant van het toestel vastgeklikt wordt waar dunne draden aan zitten die weer in een plat kastje dat wel iets van een scanner wegheeft maar dan met draadingangen. En die is dan weer verbonden met de computer waar alle instelsoftware op staat. (Ik zal de volgende keer eens kijken of ik tot een betere beschrijving komen, of dat ik nog ergens foto’s kan vinden.)

Wat moest ik nu doen? Ik stelde me zo voor dat ik naar allerlei geluiden moest gaan luisteren om daarbij aan te geven of de toestellen ging fluiten. Gelukkig ben ik niet enige die bedacht heeft dat zo’n test juist voor slechthorenden vrij onpraktisch is. Maar hoe het dan wel moest?

Kijk, mijn oude toestellen hadden nog geen anti-feedbacksysteem. Controleren of ze floten hield simpelweg in dat ik met mijn hand langs mijn oren zwaaide en gekke bekken ging trekken. Als ik niks hoorde – en iemand anders ook niet – dan zat mijn rechtertoestel goed (links is nooit een probleem).

Dat was dus ook de strategie die ik bij het aanmeten toepaste: geen gefluit. En verder stond ik niet bij geavanceerdere methoden stil. Mijn audicien gelukkig wel toen ik mij meldde met mijn klachten.

Toen mijn toestellen aangesloten waren en ik ze weer in had, moest ik stil blijven zitten en niets zeggen. De computer zou testgeluiden naar de toestellen sturen waarmee het fluiten gesimuleerd kon worden en het antigeluid in geprogrammeerd. (Anti-feedbacksystemen zijn erop gebaseerd dat zodra het toestel gefluit waarneemt, er precies het tegenovergestelde geluid wordt geproduceerd zodat het fluiten wordt geneutraliseerd. Door de enorme snelheid waarmee dit gebeurt, blijft gefluit onhoorbaar, ook voor mensen met een beter gehoor).

En dat geluid wat ik te horen kreeg, had wel wat weg van het ruisen van de zee. Daar heb ik vijf minuten naar mogen luisteren gisteren. En het mooie is dat het probleem opgelost is en dat het niet ten koste gaat van de instellingen van mijn toestellen. Vroeger was namelijk zachter instellen van de toestellen soms de enige oplossingen.

Nu eindelijk echt testen!

Hoorapparaten: techniek staat voor…

Dit blog ben ik in eerste instantie gestart vanuit het idee om te gaan schrijven over mijn lichamelijke beperkingen, vandaar ook de naam. Nu gebruik ik het vooral om over hele andere dingen te bloggen, maar gelukkig dekt de titel nog steeds de lading. Nu wil ik weer een keer terugkeren naar het oorspronkelijke idee achter dit blog en schrijven over mijn nieuwe hoorapparaten.

Dat laatste valt nog maar te bezien want ik heb mijn toestellen nog maar op proef en al te tevreden ben ik er niet over. Maar laat ik ergens bij het begin beginnen. Mijn huidige toestellen zijn vijf jaar oud en dan worden reparaties niet meer vergoed en heb je ook weer recht op nieuwe. Vorige maand zocht ik dan ook mijn audioloog weer eens op. Een uitgebreide test en gesprek volgde en ik kreeg weer een verwijzing voor de audicien.

Nieuwe technieken

Tijdens ons gesprek kregen we het uiteraard over nieuwe technieken die de laatste jaren ingang hadden gevonden. Vooral  het feit dat de nieuwste generatie toestellen richtingsgevoelig zijn, zou volgens mijn audioloog veel voordelen bieden. Richtingsgevoeligheid komt er in het kort op neer dat je toestellen ‘zien’ naar wie jij kijkt, met wie je in gesprek bent, zodat wat die persoon zegt / personen zeggen, extra wordt versterkt en andere geluiden gedempt.

Erg interessant, maar ik werd pas enthousiast toen de anti-feedbacksystemen ter sprake kwamen. Ik zei namelijk dat ik met mijn oude rechter toestel regelmatig last had van piepen, fluiten of rondzingen: hoe je het ook noemen wilt: de officiële term voor het fenomeen is feedback. Daar had ik volgens mijn audioloog voortaan geen hinder meer van omdat de nieuwste hoorapparaten een ant-feedbacksystemen hebben. Dat stemde mij erg vrolijk want mijn enige klacht over mijn oude toestellen was eigenlijk dat fluiten.

Het had door een verkoudheid die ervoor zorgde dat ik het maken van de benodigde oorstukjes een week uit moest stellen nog wat voeten in de aarde, maar afgelopen week kreeg ik mijn nieuwe toestellen op proef.

Eerste dagen: so far so good

Tijdens het instellen trok ik mijn gebruikelijke gekke bekken waarmee ik mijn oude toestel (rechts) gegarandeerd mee aan het fluiten, rondzingen enzovoorts kreeg. Nu gebeurde er niets en ik hoorde ook goed.  We dachten thuis echt dat we er waren.

Maar na anderhalve dag…

Niet te geloven: piepen en fluiten. Toestel uitzetten, opnieuw indoen, oorstukje aanduwen (dat hielp bij de oude), het mocht niet baten.  Het was weekend, dus ik kon niks behalve balen. De dag erop ineens weer nauwelijks problemen en nieuwe hoop: zelflerende systemen? Vanmorgen ging het ook goed, tot ik een paar keer merkte iets niet goed te hebben en ik de toestellen harder zetten: niks meer mee te beginnen en van ellende het apparaat maar uit gedaan. En ik had mijn oude toestellen thuis gelaten omdat het zo goed ging.

Uiteraard belde ik (dat doe ik altijd links) de audicien. Ze zei dat er waarschijnlijk wat aan te doen viel. Morgenmiddag, dus ik heb weer hoop en hou jullie op de hoogte.

Wat mij bezig houdt

En daar bedoel ik dus niet mee dat ik het ergens zo druk mee heb dat ik niet meer aan bloggen toekom. Ik ben met een aantal dingen bezig en het lukt nog niet om ze allemaal gestroomlijnd uit te voeren. Is niet erg maar het bloggen schiet er als eerste bij in omdat daar geen extern moeten bij hoort. Nou is dat moeten absoluut niet negatief bedoeld, ik doe doe een heleboel dingen die moeten maar die ik toch heel erg leuk vind om te doen. Mijn werk bijvoorbeeld, mijn volgende vertaling. Mijn uitgever annex voorzitter en penningmeester van de International Biggles Association was niet helemaal enthousiast over mijn blogplan dus dan maar niet, maar we zijn inmiddels gevorderd tot de correctierondes.

Bij werk en vertaalhobby is er dus een extern moeten. Die nieuwe site moet dan en dan worden gepresenteerd en daar moet dit en dat nog voor gebeuren. En die vertaling moet ook voor een bepaalde datum af. Gezonde werkdruk, wat mij betreft.

Misschien hebben mijn blogs ook gezonde werkdruk nodig.

Mezelf een reden geven om te bloggen. Om het mezelf niet te moeilijk te maken neem ik me dus voor om gewoon te bloggen over wat mij bezighoudt. En wat ik daar dan weer van vind.

Richtingsensoren en onhoorbaar geluid

Zo was ik vanmorgen bij het audiologisch centrum. Mijn hoorapparaten zijn weer bijna vijf jaar oud, dus ik heb weer recht op nieuwe. Na wat tests het verwachte nieuws dat mijn gehoor in beide oren stabiel was. Als het anders was geweest, had het me verbaasd omdat mijn gehoor gelukkig al jaren hetzelfde is. Daarna werd het natuurlijk spannender: nieuwe toestellen. Welke zouden het gaan worden en wat kunnen die toestellen dat mijn huidige apparaten niet kunnen? De techniek staat niet stil en er kan steeds meer. Volgens de audioloog kwamen twee toestellen in aanmerking.

Beide hadden de voor mij nieuwe functie van richtingsensoren. Daar ben ik toch wel heel nieuwsgierig naar omdat ik dan misschien eindelijk een gesprek in een rumoerige ruimte kan volgen. Een andere eigenschap van het toestel dat de voorkeur had van de audioloog was dat deze onhoorbaar geluid hoorbaar kan maken. Ja, ja, dat dacht ik ook. Maar dit toestel kon blijkbaar hoge geluiden lager maken waardoor ze weer hoorbaar zijn.

Ik ben benieuwd. Wordt dus vervolgd.

Op mijn zeventiende hoorde ik de vogeltjes pas fluiten

Door dit ontroerende filmpje van een baby die voor het eerst zijn ouders hoort praten en door deze open brief aan horenden van Jacob Jan ben ik zelf ook weer over mijn gehoor na gaan denken. In JJ’s open brief herken ik veel. Ik draag weliswaar geen CI’s maar tamelijk geavanceerde digitale hoorapparaten en het vermoeidheidsaspect merk ik minder. Wel kost luisteren (=verstaan) me soms zo veel moeite dat ik nauwelijks aan het gesprek deelneem.Verder kan ik de brief zo uitprinten en uitdelen aan mijn familie, vrienden en kennissenkring.

Het zette mij dus aan het denken en het leek me nuttig om dat denkproces min of meer op te schrijven. Chronologisch is niet meer te achterhalen sinds wanneer ik slechthorend ben. Niet vanaf mijn geboorte waarschijnlijk omdat toen niets is vastgesteld. Op school, de Mytylschool, maakte ik wel een afwezige indruk en gaf ik soms merkwaardige antwoorden. Maar omdat mijn woordenschatontwikkeling bovengemiddeld was, werd er niet aan slechthorendheid gedacht. Pas na lang aandringen van mijn ouders – thuis miste ik ook veel – werd er toch onderzoek gedaan. Met beide oren hoorde ik rond de 65 procent, vooral in de hoge tonen ontging mij veel.

In 1986 kreeg ik dus buisjes om te kijken of dat hielp. Het bood geen soelaas en een jaar later volgden toch hoorapparaten. Er ging een wereld voor me open, op school kon ik ineens meer dan goed mee en thuis luisterde ik uren en uren naar cassettebandjes, vooral sprookjes waren favoriet. Wat ik ook erg leuk vond was mezelf opnemen en wat ik gezegd had steeds opnieuw beluisteren.

Met of zonder hoorapparaten bleek dus een levensgroot verschil. Een verschil dat 10 jaar later nog groter werd. Ik kreeg de nieuwe digitale toestellen in plaats van analoge. Ik herinner me nog goed hoe ik weer buiten kwam nadat ik de toestellen aan had laten meten. Het was zomer en ik hoorde me toch een hoop geluid. Geen idee wat het was, nooit eerder gehoord. Het bleken kwetterende vogels te zijn. Tja, ik had weleens een uil, kippen of een koekoek gehoord, maar kwetterende vogels. Nee, die hoorde ik echt voor het eerst op de dag dat ik mijn digitale hoorapparaten kreeg.

Zo werd de wereld steeds groter, maar het spreekwoord “Het is een klein wereldje” blijft helaas toch gelden. Niet dat mijn wereldje te klein is, maar mijn gehoor blijft me parten spelen. Het is een van de oorzaken dat ik in groepen, bijvoorbeeld op school of tijdens mijn studie, toch een buitenbeentje bleef.In die groepen en rumoerige omgevingen heb ik eigenlijk niks te zoeken, maar ik heb natuurlijk ook mijn strategieën om er in voorkomende gevallen – ik kan ik niet aan ontkomen en soms zoek ik ze bewust op – maar daarover later meer. Voor nu: hoe goed hoorapparaten ook zijn, normaal functionerende levende oren blijven altijd beter.