Waarin web development en bloggen op elkaar lijken

programmer

Dit jaar alweer vijf jaar geleden begon ik aan mijn omscholing tot webdeveloper. Ik had altijd al interesse in programmeren maar in de tijd dat ik op de middelbare school zat, was Wiskunde B nog verplicht als je die richting in wilde en mijn kennis van exacte vakken schoot daar schromelijk voor tekort.

Geen informatica of iets wat daarop leek voor mij dus. Het werd de KUB waar ze binnen de Letterenfaculteit een opleiding Taal & Kunstmatige Intelligentie hadden. Die begon na een algemene propedeuse. Interessant maar wel erg veel grammatica naar mijn zin en ik maakte na het eerste semester de overstap naar Cultuur & Letteren. Heerlijke opleiding, nooit spijt van gehad.

Toch bleef het programmeren kriebelen en toen er in de crisis na 2008 nauwelijks werk te vinden was in de cultuursector, kwam ik eerst terecht op een communicatiebureau. Later bleek het ook in de communicatie moeilijk een baan te vinden en werd het na een tijd werk te hebben gedaan dat aan ict raakte toch een omscholing in de richting van programmeur: webdevelopment.

Dat begon allemaal net na medio 2015 te spelen toen ik van wandelen een dagelijkse gewoonte maakte. Het was dan ook logisch dat ik van programmeren ook een dagelijkse gewoonte maakte. En mede daardoor werd het ook leuk en slaagde ik ook voor de opleiding, als echte alfa.

Iets maken met taal

Het leuke aan programmeren vond en vind ik dat je met een taal iets maakt waar een ander wat aan heeft. En zelf heb ik ook een hoop lol tijdens het maken. Met duurde lang maar sinds kort realiseer ik me dat ik de lol die ik tijdens de opleiding beleefde voor een belangrijk deel te maken had met het feit dat ik er dagelijks mee bezig was.

En dat was het grote verschil met schrijven en bloggen. Dat deed ik toen maar af en toe en ik realiseerde me niet echt hoeveel plezier ik eraan beleefde. Dat doe ik eigenlijk pas sinds ik van 1 november dagelijks schrijf of blog.

Zo blijken programmeren en bloggen twee dingen die iets met taal te maken hebben en waar ik van genoot door er een dagelijkse gewoonte van te maken. Misschien dat ik dus de hiaten uit mijn opleiding alsnog ga aanvullen.

~~~

Afbeelding van 200 Degrees via Pixabay

De weegschaal en ik in 2021

Toen ik, alweer bijna 11 jaar geleden afstudeerde, vond ik dat ik te dik was. En naar de maatstaf van de Body Mass Index klopte dat ook. Ik woog 93 kilo en dat leverde een BMI van bijna 28 op, boven de 25 dus die de grens is voor een normaal gewicht (bewoording Wikipedia in voorgaande link). Het Voedingscentrum en de Hartstichting spreken tot 25 van een gezond gewicht. Nu hadden we gelukkig een boekje in huis van een zekere Sonja dus we gingen ijverig aan de slag en in 9 weken ging er bijna 8 kilo af. Maar mijn BMI zat nog net boven de 25.

Het viel ons op dat we niet zo zeer ongezond aten, maar vooral te veel. Warm eten vaak twee keer opscheppen, dat tikt uiteindelijk door op de weegschaal. En dat kon ik mooi zien want sinds ik aan het dieet begon heb ik de gewoonte iedere week op de weegschaal te gaan staan, eerst op vrijdagochtend en nu al jaren op zaterdagochtend.

Doordat ons eetpatroon dus niet ongezond was, maar we simpelweg te veel aten, lukte het ons na afloop van het dieet gemakkelijk nog wat extra kilo’s af te vallen. Uiteindelijk tikte ik halverwege 2012 zelfs twintig kilo minder aan dan mijn startgewicht in april 2010.

Nu moet ik wel zeggen de laatste drie à vier kilo er wel afgingen door ziekte en dat die kilo’s ook weer de afleiding waren voor de kentering. Er zat namelijk door mijn ziek zijn in 2012 niets anders op dan flink meer medicatie. Ik ging van een snufje (woorden van een behandelaar) naar een serieuze dosis medicatie (mijn typering).

En die medicijnen werken goed maar hebben voor je gewicht twee belangrijke bijwerkingen: 1) ze stimuleren de eetlust en 2) ze vertragen de stofwisseling. De medicijnen hebben volgens de bijsluiters dan ook bij meer dan 1 op de 3 mensen gewichtstoename tot gevolg.

Helaas behoor ik ook tot die groep

Het ging sluipenderwijs maar het kwam er – realiseerde ik me begin 2018 – op neer dat ik twee kilo per jaar aankwam. Op dat moment zat ik op 83 kilo met een nog net gezond BMI. Helaas kreeg ik in 2018 en 2019 toch weer te maken met episodes waardoor de medicatie uiteindelijk iets hoger uitkwam. Eind 2019 vertelde de weegschaal me dan ook dat ik 87 kilo woog en dat ik dus een te hoog BMI had. Mijn streven was dan ook aan om in 2020 zes kilo af te vallen zodat ik én een BMI onder de 25 had én een medicijnbuffer.

Het hele jaar door viel ik langzaam maar zeker af tot begin december 82,5 kilo. Het jaar duurde alleen een maand te lang, want vanmorgen stond de teller op 84,5. Net boven de BMI van 25, maar er wel weer een mooi stuk minder dan vorige week. Dat geeft vertrouwen en dus wil ik dit jaar dan ook opnieuw 6 kilo afvallen.

Hopelijk gaat de kolom Dieet, die ik aantrof in Elja’s projectenlijstje daarbij helpen. Die wil ik gebruiken voor dagen die ik niet snoep en geen caloriehoudende dranken nuttig. En het is de bedoeling dat de kolom Wandelen het bewegen blijft stimuleren. Vanmiddag in ieder geval weer tien kilometer gewandeld op de hei.

~~~

Afbeelding van Vidmir Raic via Pixabay

Vooruitblik op mijn leesjaar 2021

In 2020 heb ik dertig boeken gelezen. Ik had me tot doel gesteld om er 25 te lezen dus dat doel heb ik gehaald. Het andere doel dat ik had gesteld, heb ik niet helemaal gehaald. Het was mijn bedoeling om regelmatiger te lezen, liefst dagelijks. Dat is helaas niet gelukt. Soms gingen er weer weken voorbij zonder ik een boek of mijn e-reader aanraakte. Dat vind ik jammer want zodra ik het lezen dan weer oppak, ben ik meestal weer meteen verkocht.

Soms zie ik alleen tegen beginnen aan een bepaald boek op. Zo heb ik weken gewacht voor ik uiteindelijk begon aan Japan van Cees Nooteboom. Niet iets wat ik normaal zou lezen maar ik had het cadeau gekregen en was toch benieuwd. Alleen heb ik nodeloos op gewacht en in in de tussentijd niets anders gelezen. Jammer. En uiteindelijk heb ik genoten van het boek.

Er waren geen boeken die echt tegenvielen of er juist enorm positief uitsprongen. Ik herlas Oeroeg en daarna Transit van Hella S. Haasse. Die hadden van mij allebei dikker mogen zijn, maar gelukkig staat Heren van de thee voor dit jaar op het programma. De stille kracht van Louis Couperus was prachtig om te lezen maar haalde het net niet bij Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan. Dat las ik tijdens mijn studie.

Zoals ik van plan was heb ik ook behoorlijk wat non-fictie gelezen. Daar heb ik deels ook deels verslag over gedaan: The power of habit van Charles Duhigg, Good habits, bad habits van Wendy Wood en Zen habits – mastering the art of change van Leo Babauta. Met die serie ben ik nog niet helemaal klaar omdat er nog een boek wacht.

Uitdagingen voor 2021

Mijn leesuitdagingen zijn drieledig: ten eerste wil ik iedere dag lezen omdat ik wat ik leuk vind graag regelmatig doe omdat het daar nog leuker van wordt. Vandaag heb ik in ieder geval alvast gelezen. Ten tweede: om dat eerste doel te halen wil ik dit jaar elke week een boek lezen zodat ik uiteindelijk op 52 uitkom. En ten derde wil ik weer actief aan de slag met de non-fictie die ik lees, vooral als het tot de categorie zelfhulpboek behoort.

Als ik zo’n boek goed vind, dan ga ik erover bloggen. Ik probeer me dande belangrijkste punten eigen te maken door erover te schrijven en misschien Anki in te zetten. Toepassen wat er in boeken of blogs staat die lees, heeft me al zo veel gebracht dat ik geen enkele reden zie om daarmee in 2021 te stoppen. Misschien is dat voor mij nog wel het spannendste aan lezen, zeker van non-fictie: wat gaat dit boek mij brengen?

Een boek waar ik wat dat betreft enorm naar uitkijk is Fluent forever van Gabriel Wyner. En zo gaan zich ongetwijfeld nog andere boeken aandienen. Ik sinds een tijdje met OneNote in ieder geval een systeem om te lezen boeken in te noteren en misschien ga ik Goodreads nog wel gebruiken.

Al met al kijk ik uit naar weer een boeiend leesjaar.

~~~

Afbeelding van Free-Photos via Pixabay

Plannen voor 2021

Zo, ik heb net Elja’s projectenlijstje voor 2021 gedownload en ingevuld. Vorig jaar ook gedaan, maar na een aantal maanden kwam de klad erin omdat ik het lijstje te veel als dagelijkse gewoontelijst zag en het dan behoorlijk demotiveerde als iets niet lukte. Bovendien had ik het veel te specifiek ingevuld. Voor het komende jaar probeer ik gewoon als een extra motivatie te zien en met de algemene categorieën die ik nu heb gebruikt, moet dat hopelijk ook wel lukken.

Wat zijn dan mijn plannen voor 2021?

  • De vertaling van Mossyface eindelijk afronden.
  • Mijn NaNoWriMo boek herzien en kijken wat ik er verder mee wil.
  • Blijven lezen en leren. En uiteraard daarvan hier verslag doen omdat dat op zichzelf al leerzaam is.
  • Kijken hoe serieus ik werk wil maken van schrijven en dit blog.
  • Veel blijven wandelen.

Uiteraard heb ik nog meer noten op mijn zang maar ik denk dat dit al met al een mooie lijst is want ik wil het jaar natuurlijk niet dicht gaan timmeren met allerlei dingen die ik graag wil gaan doen. Dat is allemaal leuk en aardig maar ik realiseer me ook dat het leven is wat er gebeurt terwijl je andere plannen maakt, zoals onder andere John Lennon en Reader’s Digest al wisten.

Kortom, je kunt plannen maken dat het een lieve lust is en ideeën zo veel hebben, het pakt toch vaak anders uit. Dat was nog een reden dat ik het ook redelijk algemeen heb geformuleerd. Leren is dan beter dan Spaans leren of Responsive Web Design leren. Daar wil ik graag nog wat keuzevrijheid hebben. Dit geeft me de ruimte om ergens mee te stoppen als het niet bevalt. Die had ik dit jaar natuurlijk ook al maar dan liet ik mijn te specifieke kolom staan en bleef die aanstaren. Nu zijn de kolommen mooi herbruikbaar.

Benieuwd hoe ik er 31 december 2021 op terugkijk. Dan een year in review afspraak.

~~~

Afbeelding van Steve Buissinne via Pixabay

To blog on or not to blog on?

Toen ik 29 november besloot om iedere dag te gaan bloggen, beloofde ik mezelf dat ik na ongeveer een maand een zou evalueren. Dat heb vanavond gedaan en de uitkomst is duidelijk: ik blog door. Omdat ik in november al elke dag was gaan schrijven voor mijn boek, had ik natuurlijk gemerkt dat ik dat leuk vond. Het verschil met een boek is je dan meer vanuit een inhoudsopgave werkt. Mijn blogonderwerpen komen iets spontaner tot stand, al sluit ik niet uit dat ik ook hier met een onderwerpenlijst ga werken. Niks mis mee, ik ben er alleen nog niet mee aan de slag gegaan.

Voorlopig heb ik ook nog wel ideeën genoeg en bloggen over boeken is me dit jaar weer prima bevallen dus daar ga ik mee door. En misschien nog wat bloggen over mijn boek of vertaling in wording. Er dient zich altijd wel wat aan. En mijn beperkingen waar dit blog ooit mee begon, zullen ook nog wel stof opleveren.

Toch gebeurde er ook iets wat ik niet had verwacht

De grootste verrassing die een maand iedere dag schrijven en daarna dito bloggen opleverde, was er eentje die ik allang door had moeten hebben, gezien mijn interesse in gewoontevorming. Simpel gezegd komt het hierop neer: als je ergens plezier in hebt, bijvoorbeeld in een hobby, maar je doet het weinig, dan heb je daarin niet vaak plezier. Doe je datgene waarin je plezier hebt vaker, dan heb je vaker plezier. Doe je het elke dag, dan heb je elke dag plezier.

Het is bepaald niet de ontdekking van de eeuw maar toch is dat wat mij met bloggen of schrijven gebeurde. Ik deed het voorheen af en toe als ik inspiratie had of als er iets moest worden geschreven. En dan vond ik het leuk om te doen. Maar nu doe ik het al twee maanden iedere dag en heb ik daardoor veel meer plezier, elke dag. Het bloggen of schrijven zelf en je erop voorhand al op verheugen. En doordat je iets plezierigs vaker doet, herken je dat plezier ook veel beter.

En de extra bonus is natuurlijk dat ik me nu echt ben gaan realiseren wat de kracht van goede gewoontes is: meer plezier. Waarom zou je jezelf dat niet gunnen?

Dus ik blog met dezelfde frequentie door.

~~~

Afbeelding van DarkmoonArt_de via Pixabay


1 gedachte bij “To blog on or not to blog on?”

Ali Molenaar 2 januari 2021

Ik heb bijna zes maanden lang dagelijks geblogd, maar ik had er op een gegeven moment gewoon niet voldoende plezier meer in. Het werd een moetje, dus nu zit ik weer op een lage frequentie, wat dan eigenlijk weer jammer is, maar okee, ik ga het dit jaar wel zien.

Hoe mens, erger je niet

Mens erger je niet!

Ergens niet aan denken is moeilijker dan ergens wel aan denken. Dat is althans mijn ervaring. En in Good habits, bad habits van Wendy Wood las ik dat daarin niet de enige ben. Ze haalde een onderzoek aan waaruit precies dit bleek: het was voor de proefpersonen moeilijker om ergens niet aan te denken dan wel aan iets te denken.

Ik ervaar bij een ergernis precies hetzelfde: ik weet dat ik er niet moet denken maar je begrijpt dat zodra je dat bewust doet, je precies het tegenovergestelde bereikt want daardoor denk je er juist wel aan. Toch denk ik dat het voor mij belangrijk is om me wel bewust te zijn van ergernissen omdat ze dus het prille begin vormen van een opflakkering van mijn bipolaire stoornis en daarom het ideale moment om in te grijpen, ik ben namelijk nog bij mijn positieven.

Hoe te handelen bij een ergernis?

Dan heb ik dus een ergernis en daarmee is me ook duidelijk wat en wie me ergeren. Soms gaat het dan zo voorbij, op dezelfde manier als je een drang naar een slechte gewoonte soms over kunt laten gaan door er niet aan toe te geven.

Houdt zo’n ergernis echter een aantal dagen aan en merk ik ook andere signalen zoals frustratie en extra spanning op mijn spastische arm, dan is het tijd om serieus te gaan kijken wat er aan de hand is. Ik verkeer in de gelukkige omstandigheden dat ik dan een soort time-out aan kan vragen: ‘hé, ik moet oppassen, want ik voel me nu zoals ik me voelde toen ik de vorige keren manisch werd.’

Ik kan dan hulptroepen inschakelen om te kijken waar de ergernis vandaan komt. Gelukkig zie ik dan al snel in dat niemand het op mij gemunt heeft, zoals ik bij vorige manieën wel zo ongeveer dacht. Dan deden persoon x of y niet wat ik wilde of belangrijk vond en dat was minachting naar mij toe. Inmiddels realiseer ik me al jaren dat dat typische manie-gedachten zijn en dat iedereen gewoon zijn best doet en dat er zeker geen sprake is van minachting. Als je het zo allemaal leest, klinkt het misschien vreemd of sterk, maar dat is wat een manie in de basis met mij doet: ondergetekende is geweldig en sommige anderen zijn maar sukkels waaraan ik me dan ga ergeren.

Voorkomen dat ik anderen weer sukkels ga vinden

Want natuurlijk realiseer ik me dat die gedachte onzin is. Reden temeer om de ergernis te nemen voor wat hij is: een ergernis en niets meer dan dat. En ook je realiseren dat je soms ergernis uit moet spreken (in ieder geval voor jezelf) om te kijken te wat je dan precies en kijken of je dat samen op kunt lossen. Lukt dat niet, of niet afdoende, besef dan – zoals ik al eerder aangaf – dat iedereen zijn best doet maar dat het misschien niet altijd tot tevredenheid van jou zal lukken, en dat het nooit persoonlijk is. En dat je het daarmee los moet laten. Gelukkig lukt me dat ook steeds beter, ook omdat omdat ik weet waar het alternatief toe kan leiden.

~~~

Bron afbeeding: Onderwijsgek at nl.wikipedia, CC BY-SA 3.0 nl, Koppeling

Waarom mens, erger je niet

Mens erger je niet!

Als je het zo leest, lijkt de ontdekking dat er een ergernis voorafging aan mijn manieën haast een triviale. Iedereen ergert zich toch wel eens, en daar is toch nog niks mis mee? Klopt als een bus. Alleen heb ik door mijn bipolaire stoornis kennelijk de pech dat ik anders reageer en daar kan ik maar beter rekening mee houden. Toen ik in 2018 aan mijn collega’s vertelde dat ik manisch vroeg een van hen hoe het kon dat zij dezelfde situatie meemaakte maar er niet door van streek raakte, terwijl dat bij mij duidelijk wel het geval was.

Ik waardeerde haar vraag maar kon niet echt een bevredigend antwoord geven. Ik ben gewoon gevoeliger voor dat soort situaties en daar moet ik rekening mee houden, hoe moeilijk dat ook is. Let wel, dit is ruim voordat tot me doordrong dat de component ‘ergernis’ een rol speelde. Gelukkig zag ik de manie van 2018 wel aankomen omdat er zich een situatie aandiende die op zichzelf al risicovol was. Ik kon snel ingrijpen en de toch al geplande zomervakantie versterkte het genezingsproces. Maar een jaar later was ik ziende blind. Er stond van alles in mijn signaleringsplan. Allemaal dingen waarvan ik wist dat ik ze moest vermijden. En dat deed ik ook keurig. Van sommige dingen bedacht ik varianten en omdat het varianten waren, konden ze geen kwaad, meende ik.

Dat bleek een misrekening, maar daar kwam ik rijkelijk laat achter. Te laat want bij mijn terugblik toen alles achter de rug was, bleek dat de manie al snel mijn beoordelingsvermogen beïnvloedde. Ik voel me dan steeds beter en dat verklaart het goedpraten van signalen. Pas op het moment dat het met een klap Boem, ho en tot hier en niet verder is, kom ik tot inzicht. En dan is het te laat.

Oorzaken zijn eigenlijk al gevolgen

Ik speur dus naar oorzaken die omdat ze optreden op het moment dat het proces van het manisch worden al in gang is gezet, moeilijk te detecteren zijn. Van begin tot eindpunt van de manie zit bij mij – zo blijkt iedere keer achteraf – zo’n zes tot acht weken. Weken waarin je dus in theorie in kunt grijpen. Maar doordat die manie steeds sterker wordt in die periode is dat makkelijker gezegd dan gedaan.

Die manier van signaleren vond ik uiteindelijk onbevredigend omdat het gewoon niet goed genoeg werkte. En ik begon me af te vragen waarom ik al die dingen in mijn signaleringsplan, of de varianten daarvan steeds deed. Dat moest toch een oorzaak hebben?

En toen deed er zich een situatie voor dat ik me aan iets en iemand ergerde en dat gevoel herkende ik. Het deed zich namelijk iedere keer voor voorafgaande aan de signalen die uiteindelijk tot een manie leidde, realiseerde ik me. Die manieën heb ik namelijk zelf en met hulp tot vervelens toe geanalyseerd de afgelopen anderhalf jaar.

Ik herkende dus een ergernis en kon opzij stappen in plaats van me door die ergernis te laten leiden. En ik denk dat ik daarmee erger heb voorkomen.

~~~

Bron afbeeding: Onderwijsgek at nl.wikipedia, CC BY-SA 3.0 nl, Koppeling

Mijn leermoment van 2020 is verwoord in een gezelschapsspel

2020 is met alle coronna-ellende natuurlijk een jaar om snel te vergeten. Gelukkig is die ellende aan mij voorbijgegaan. Afkloppen natuurlijk, maar ik ben niet ziek geweest. Daarnaast ben ik nogal introvert en stond mijn baan niet op de tocht. Dus ik heb geen reden tot klagen.

Misschien toch wel want voor deze periode tussen Kerst en Oud & Nieuw had ik een persoonlijke terugblik op 2020 gepland en een voorbereiding van het nieuwe jaar. Een aantal dingen lukte niet, maar dat zijn natuurlijk dingen waar ik van kan leren om ze volgend jaar alsnog te laten lukken. Zo was ik van plan dit jaar zes kilo af te vallen en dat heb ik niet gehaald. Het positieve is dan dat ik wel afgevallen ben. Maar daarover maak ik zaterdag 2 januari de balans op. Dat het wekelijkse zaterdagse weegmoment net na Eerste Kerstdag viel, vertekent de boel misschien. Maar ten opzichte van eind vorig jaar ben ik nog steeds lichter; deze laatste week nog een keer goed opletten en dat blijft zo.

Het is me daarnaast ook gelukt om 25 boeken te lezen, maar daarover meer op 1 januari want ik ben van plan komend jaar aan de Goodreads Reading Challenge mee te gaan doen.

Voor mij stond 2020 echter vooral in het teken van het ruimen van het laatste puin van 2019. Toen kreeg ik voor mij volkomen onverwacht toch weer een manie. Het hele uitzoekcircus begon dus weer van voren af aan. In 2019 leidde dat nog niet naar de duidelijkheid waarnaar ik op zoek was, mede doordat een deelonderzoek doorgeschoven was naar dit jaar.

Dit jaar werd het onderzoek afgerond en hoewel het allemaal behoorlijk confronterend was, heeft het me wel geholpen. Veel praten, reflecteren, nadenken, combineren en live meemaken plus ervaren, voelen hoe het voelt plus herinneren en herkennen. Terugdenken aan hoe het eerder was.

Ja, de vorige keer. Dat leek helemaal aan het begin best op hoe ik me op een bepaald moment dit jaar voelde. En die keer daarvoor eerlijk gezegd ook. Durf ik te geloven dat ik iets op het spoor ben? En wat dan? Durf ik het te benoemen? Is er dan toch een gevoel dat ik tot nu toe over het hoofd heb gezien dat iedere keer dat mijn bipolaire stoornis opflakkerde, aanwezig was?

Bespreken en uitwerken. Wat voel ik nu? Ergernis? Staat dat al in mijn signaleringsplan? Nee, maar het gevoel is er wel. Net als die eerdere keren, realiseer ik me. Ik kan eigenlijk niet geloven dat ik dat steeds gemist heb want ik kan van al mijn manieën aanwijzen aan wat en daarna aan wie ik me helemaal aan het begin van het proces steeds ergerde.

Net zoals ik me op dat moment ergerde. Gelukkig ben ik nu gewaarschuwd en weet ik de ergernis met ingeschakelde hulp in te dammen en weg te nemen. Maar het gevoel dat dit het begin had kunnen zijn van erger blijft. Nog meer nadenken en overleggen. Maar de conclusie neemt vaste vormen aan. Ergernis is steeds het constante (en over het hoofd geziene) beginpunt geweest. Ik heb de pech dat door mijn bipolaire stoornis zoiets kleins (gemakkelijker) de katalysator kan zijn die dingen op gang brengt die wel in het signaleringsplan stonden. Maar ik werd me er nu van bewust dat aan al die dingen dus een gevoel voorafging.

Dat was ergens tegen het einde van de eerste lockdown. Nu is het jaar bijna afgelopen en heb ik deze kennis kunnen testen en geloof ik steeds meer dat ik het goed heb gezien. Mens, erger je niet. Niet te lang achter elkaar in ieder geval zodat de ergernis niet met me aan de haal kan gaan.

~~~

Bron afbeeding: Onderwijsgek at nl.wikipedia, CC BY-SA 3.0 nl, Koppeling

Eindelijk In de ban van de Ring

Vlak nadat ik in 2000 of 2001 hoorde dat het verfilmd ging worden, kwam ik het tegen bij, meen ik, de V&D waar ik eigenlijk vooral belangstelling had voorde boekenafdeling. Ik kocht er ook het merendeel van mijn niet-tweedehandse Arendsoogboeken. Maar toen zag ik dus een dikke pil liggen waarvan ik wist dat het een klassieker was: In de ban van de Ring van J.R.R. Tolkien.

Misschien was het omdat het zo’n lijvig boekwerk was, hoe dan ook, het belandde ongelezen in de kast en ondanks dat ik rond de verschijning van de films wel ooit dacht: ik moet er toch eens aan beginnen, deed ik dat nooit. Bijna ieder jaar komt de gedachte dat ik het boek nu eindelijk eens ga lezen wel bij me op. Maar het bleef jarenlang bij die gedachte en de rug van het boek vervaalde behoorlijk, al is nog steeds te lezen dat het om In de ban van de Ring gaat; de rug heeft alleen een valere kleur en een stuk van de voorkant ook, op plekken waar de zon bij kon doordat andere boeken minder omvangrijk zijn.

Maar bij boeken gaat het mij niet om uiterlijke schijn, het gaat om de inhoud. En dit jaar dacht ik weer: ik ga het nu toch eindelijk lezen. Het leek al bijna dezelfde kant op te gaan als ieder jaar. Ja denken, nee doen. Maar of het nu kwam doordat ik op Facebook nog een verwijzing tegenkwam naar de films, ik besloot gistermorgen de dikke pil uit de kast te pakken en ik ben daadwerkelijk begonnen.

Laat ik het erop houden dat dat de reden was dat ik gisteren op Eerste Kerstdag niet blogde en dat ik me er vandaag met een jantje-van-leiden van afmaak. Want ik baal als een stekker dat ik tussen Kerst en Oud & Nieuw geen vrij heb gevraagd.

~~~

Bron afbeelding: Goodreads

Nachtmis met een knal

Kerstavond. Maar dan zonder vrienden en zonder nachtmis. Dat laatste vind ik eerlijk gezegd minder erg. We gingen al die jaren meer omdat een vriend van me koren op keyboard begeleidt. En na afloop Brabantse worstenbroodjes. Lekker.

De afgelopen twee jaar was er toch al het een en ander veranderd. Ik ging niet meer ter communie. Niet uit principe maar omdat ik in 2017 de kerstnacht bij de weekendpost van de huisarts in het ziekenhuis in Helmond belandde, alwaar mij twee hechtingen werden aangemeten.

Dat zat zo. Gewoontegetrouw gingen we allemaal op voor het lichaam van Christus. Dat kreeg ik uitgereikt door de pastoor of een acoliet, dat heb ik uiteraard niet onthouden. Toen we terugliepen ging het nogal mis. Er waren wat mensen blijven zitten en of we daarom nu een rij achter ons bankje inliepen om vanuit de middenpad in onze rij uit te komen of dat het zelfs al misging op weg naar de hostie. Ik weet het niet precies meer. Het viel niet mee die avond. Hoe het dan ook weer precies is gegaan maakt ook niet uit. Het resultaat loog er niet om. Het waren van die banken waar aan de rug het knielbankje vast vast zat. En bij de pad zit dan zo’n ijzeren strip die bank met knielbankje verbindt.

En terwijl ik het middenpad op wil lopen, til ik kennelijk mijn voet niet goed op. En blijf ik waarschijnlijk hangen onder dat ijzer als ik een stap naar voren doe. Ik lanceer me zelf en kan me niet opvangen omdat ik over rechts val. Het ging hard, ik moet heel even ‘out’ zijn geweest. Er is paniek en bloed. Net boven mijn rechter slaap. Gelukkig is er onder de kerkgangers ook een EHBO’er, die te hulp snelt. Ze stelt wat vragen en ik geef samenhangende antwoorden. De kerkvloer is een beetje rood maar ik heb het idee dat het met mij wel gaat en die indruk heeft de vrouw van de EHBO ook. Maar toch beter even naar de huisartsenpost.

Zo gaat het gezelschap dus na de nachtmis niet richting worstenbroodjes maar richting het ziekenhuis, waar de nachtpost van de huisarts is. Daar blijken twee hechtingen noodzakelijk te zijn. Daarna zijn we door onze vrienden naar huis gebracht, de worstenbroodjes hebben we maar laten zitten.

Dus: fijne feestdagen, maar wees vooral ook voorzichtig!

~~~

Afbeelding van ddzphoto via Pixabay