#WOT 16-19 Opluchting

De grootste opluchting is natuurlijk dat het me eindelijk weer eens lukte om én in te loggen bij mijn blog én op ‘Nieuw bericht’ te klikken. Nu maar afwachten of het me dadelijk ook lukt om op ‘Publiceren’ te klikken.

Laat ik eerst een blogpost schrijven, wel zo handig. Over opluchting dus. Dat doet mij vandaag denken aan mijn hobby. Aan de boeken die ik vertaal. Iedere keer als een boek af is, ben ik opgelucht. Tegelijkertijd wil ik ook altijd weer meteen beginnen aan het volgende. Het lukt altijd om netjes te wachten tot het boek verschenen is voor ik met het volgende begin.

Ik vertaal gelukkig niet alleen. Ik vertaal altijd met een collega – die het ook voor z’n hobby doet. En we hebben een heel bestuur dat meeleest. Dat wil zeggen dat er toch redelijk wat mensen bij het vertaalproces betrokken zijn. We hebben in de loop der jaren wat afspraken gemaakt om een en ander te stroomlijnen. Dat loopt eigenlijk altijd soepel. Vooruit, op die ene keer na dan dat ik tot een uur of vijf in de nacht door heb moeten werken terwijl ik vier uur later al weer bezig was om de uitgestelde deadline te halen.

Gedurende het hele proces zijn er momenten dat je je werk met anderen deelt. We verdelen meestal de hoofdstukken en als je de jouwe af hebt, mail je ze naar je collega en het bestuur. Enerzijds voel ik dan altijd opluchting, het is weer even volbracht, maar natuurlijk ben ik anderzijds ook altijd gespannen. Is het wel goed genoeg? Net als veel mensen heb ik toch wel last van het bedriegerssyndroom. Ik doe maar wat, ik kan er eigenlijk niks van.

Gelukkig blijkt tot nu altijd dat ik er wel wat van kan. Het valt altijd mee met het commentaar. Natuurlijk gaan we hier en daar in discussie, maar altijd om de vertaling nog beter te krijgen. En altijd opbouwend. Ik ben zelfs tegenwoordig eindverantwoordelijk voor het hele proces, terwijl mijn collega nota bene een afgestudeerd classicus is die ooit errata et addenda samenstelde voor heel wat jeugdseries.

Tijdens het het hele proces ken ik toch heel wat momenten van spanning maar gelukkig is er altijd achteraf opluchting. Zoals eind maart toen Biggles en de nieuwe rekruut verscheen.

Biggles en de nieuwe rekruut

~ ~ ~ ~

#WOT Write On Thursday. Iedere donderdag geeft Martha/DrsPee een woord op waar je als blogger dan mee aan de slag mag.

#SG16-14 – Broek

Het heeft even geduurd en de voorzitter moest me regelmatig achter de broek zitten. Gelukkig konden we een ruime planning aanhouden en had het achter de broek zitten meer te maken met het feit dat we de deadline ruim wilden halen, dan met het feit dat we het echt in onze broek deden uit angst het niet op tijd te halen.

Wie er in het hele proces nu precies de broek aan had, is mij niet geheel duidelijk geworden. Wat mij betreft hebben we met een heel team goed ons best gedaan op ons huiswerk en daar ben ik trots op.

Persoonlijk stel ik mij – al zeg ik het zelf – bescheiden op. Ik heb liever het boek uit dan de broek aan. Iedere keer als ik aan een project begin vraag ik me weleens af of ik me geen te grote broek ga aantrekken. In gedachten trek ik me dan nog maar een keer om, zoals ze dat in deze contreien plegen te zeggen.

Een goede remedie tegen een te grote broek is natuurlijk samenwerken, vandaar dat hele team waar ik het net over had. Dan past de broek meteen een stuk beter. Vele handen maken licht werk want ik vertaal nooit alleen en bovendien leest het hele bestuur mee.

Vorige week zaterdag was het dan eindelijk zover: tijdens de jubileummeeting van de I.B.A. konden we dan eindelijk het jubileumgeschenk presenteren. Gelukkig mochten we al meteen diverse veren in onze broek steken. Waar ik het over heb? Aan het lijstje in de zijbalk aan mijn linkerhand heb ik een toevoeging gedaan: Biggles en de nieuwe rekruut.

~ ~ ~ ~
Iedere dinsdag geeft Carel een woord op uit een spreekwoord of gezegde waar je dan over mag bloggen: #SG16

Loslaten #WOT 16-13

Loslaten: ik heb er ambivalente gevoelens bij. Aan de ene kant kan ik me er gemakkelijk overheen zetten wanneer iets niet gegaan is zoals ik had gehoopt. Ik kijk dan waar het fout is gegaan zodat ik herhaling kan voorkomen, als ik er tenminste invloed op heb en als ik een fout heb gemaakt. Natuurlijk probeer ik die dan te herstellen. Kan dat niet, of lukt dat niet, jammer dan. Ik baal ervan maar laat het los omdat ik er niets meer aan kan doen.

Laatst had ik het er met een vriend over. Ik had een stuk tekst van hem gecorrigeerd dat hij van iemand terug had gekregen met het verzoek het nog een keer door te lezen. Ik kon de nodige correcties aanbrengen. Hij baalde stevig van die fouten en vond het maar vreemd dat ik een week eerder zo rustig bleef na het ontdekken van een paar typfouten die ik ondanks verwoede pogingen niet meer recht kon zetten. Het zal met het bovenstaande te maken hebben.

Maar dat is niet alles

Aan de andere kant is er namelijk iets wat me jaren gekost heeft om los te laten. Ik schrijf er columns over voor Onzichtbaar Ziek. In voorbereiding op een nieuwe column las een paar oude uit 2014. Daar schrok ik van. Ik was wel erg negatief en bang voor herhaling. Nou moet ik toegeven dat mijn laatste manie uit 2012 heftig was en de gevolgen groot (verlies van een prachtige baan omdat mijn contract niet werd verlengd).

Daar heb ik van geleerd. Mijn medicatie is aangepast, ik heb een verbeterd signaleringsplan en mijn directe omgeving is veel nauwer betrokken bij dat signaleren. Al met al zorgt dat ervoor dat ik nu met vertrouwen de toekomst in kijk. Grote kans dat een manie of depressie wegblijft of dat het tijdig gesignaleerd kan worden. De angst voor terugval is nu dan ook weg, maar dat heeft tot zeker begin vorig jaar geduurd. Voor die tijd bleef ik, hoewel het goed met me ging, achterom kijken en zag ik beren op de weg die er niet waren. Sinds een jaar heb ik echter los kunnen laten en dat voelt goed.

~ ~ ~ ~
#WOT Write On Thursday. Iedere donderdag geeft Martha/DrsPee een woord op waar je als blogger dan mee aan de slag mag.

#50books 2016 10 en 11: DWDD en Boekenweek

Dat ik  een paar weken behoorlijk minder frequent heb geblogd, heeft tot gevolg dat ik bij de series waaraan ik meedoe nu behoorlijk achterlig. Ik weet nog niet of ik dat ga inhalen maar het komt goed uit dat ik voor #50books vraag 10 en 11 toevallig kan combineren.

Vraag 10 is of je je bij de keuze voor je boeken liet beïnvloeden door De Wereld Draait Door en vraag 11 of je speciaal voor de Boekenweek naar de boekhandel gaat.

Om met dat laatste te beginnen. Ik kom minstens eens in de maand maar meestal vaker in een boekhandel en zorg er al jaren voor dat ik een boekenbon van mijn verjaardag bewaar voor de Boekenweek zodat ik dan een boek kan uitzoeken en het Boekenweekgeschenk erbij cadeau krijg. Dat is al jaren een traditie, al heb ik geen idee hoelang ik dat al zo doe omdat de Boekenweekgeschenken niet allemaal netjes bij elkaar in de kast zijn verdwenen maar op verschillende plekken staan en liggen.

De laatste jaren heb ik er een gewoonte van gemaakt om nog eens €2,50 extra te investeren met mijn boekenbon zodat ik ook het Boekenweekessay kan lezen.

Afgelopen maandag was ik daarom bij Van Piere in Eindhoven. Ik had me eigenlijk voorgenomen om met de nieuwste Simone van der Vlugt thuis te komen, maar kon Nachtblauw nergens vinden. Ik zal het dan ook voorlopig moeten doen met het dubbel gesigneerde boek dat ik al van haar heb.

Dus moest ik op zoek naar een ander boek. Keuze genoeg en ik zag ook Schuld van Walter van den Berg liggen. Daar had ik positieve berichten over gehoord van Hendrik-Jan en Peter dus dat leek me wel wat. Toevallig was het ook een boek van de maand van De Wereld Draait Door. Door dat laatste heb ik me voor zover ik weet niet door laten beïnvloeden omdat ik niet vaak naar het programma kijk en het boekenpanel dus ook maar af en toe zie. Soms laat ik het ervoor aanstaan, maar dit was de eerste keer dat ik daadwerkelijk een boek van de maand kocht. Niet omdat ik iets tegen De Wereld Draait Door heb maar DWDD zit niet echt prominent in mijn selectiecriteria, zo ik die überhaupt al bewust heb.

Zo kwam ik met Schuld bij de kassa en kreeg ik netjes het Boekenweekgeschenk erbij. Het essay had ik nergens gezien en toen ik ernaar vroeg bleek het al uitverkocht te zijn. Gelukkig bleek het bij de Bruna schuin tegenover nog wel voorradig zodat ik met een mooie oogst thuis kwam.

Oogst Boekenweek 2016

Iets mislukt? Dan mislukt er iets. Niet jij of ik

De laatste tijd moet ik regelmatig denken aan iets wat ik meen ik bij Linda Kwakernaat heb gelezen. Als ik het me helemaal goed herinner, stond het in het boek Waanzinnige Plannen! – En hoe ze te realiseren van Marcel van Driel en schreef Linda daarover, maar ik heb nu geen zin om het op te zoeken. Ik geef de credits graag aan Marcel en Linda omdat ik veel heb aan het citaat.

Het gaat erom dat hoe goed je je ook je best doet, hoeveel energie en passie je ergens ook instopt, dat dat plan of iets waarmee je bezig bent, toch wel eens mislukt. Iets kan namelijk altijd mislukken. Zojuist moest ik er opnieuw aan denken bij het lezen van Elja’s post over iemand die zei niet in falen te geloven – wat zij terecht onzin vindt.

Falen hoort immers bij het leven, je kunt er maar het beste lering uit proberen te trekken. Natuurlijk, falen is balen, om eens heel flauw te rijmen, maar falen biedt ook kansen. Gelukkig maar. Wat mij bij falen altijd enorm helpt, is dat citaat van Marcel van Driel dat ik in de titel van mijn blogpost min of meer al voor je je heb samengevat. Marcel schrijft erover dat waanzinnige plannen ook kunnen mislukken. En dat het belangrijk is om je te realiseren dat dan het plan mislukt is. En dat dat niet betekent dat jij of ik dan ook mislukt zijn.

Dat lijkt me een gezonde insteek. Ik probeer ernaar te leven. Mislukt er iets? Jammer dan, maar ik luk nog steeds. Natuurlijk wil dat niet zeggen dat nooit de pest in heb als iets mislukt, ik trek het me alleen niet persoonlijk aan. Ik kijk wat ik fout heb gedaan, waar het plan bij hergebruik voor verbetering vatbaar is en ga dan zonder al te veel ongenoegen verder met mijn leven.

Op die manier kan ik lering trekken uit de mislukking en behoud ik tegelijkertijd mijn goede humeur en optimistische inborst. Op naar nieuwe plannen (waarover uiteraard hier verslag volgt).

A mind for numbers: een korte evaluatie

Vorige week vrijdag las ik het laatste hoofdstuk van A mind for numbers van Barbara Oakley en daarmee was met enige vertraging mijn eerste themamaand voltooid. Het concept bevalt me wel, al denk ik dat ik februari even voorbij laat gaan en dan in maart weer met een volledige maand begin.

Maar het laatste hoofdstuk van A mind for numbers stelde me voor een probleem. Ik had voor ik daaraan begon een afsluitende blogpost in gedachten met tips uit het boek waarmee ik aan de slag wilde gaan in het vervolg van mijn leerproces. Dat staat alleen precies beschreven in het afsluitende hoofdstuk en puur herkauwen lijkt me ook niet zinvol. Ik kan het boek namelijk aan iedereen aanbevelen, zeker als je iets nieuws wilt (gaan) leren.

En daarbij maakt het volgens mij weinig uit of je wiskunde of exacte vakken wilt verbeteren, of dat je het wilt gebruiken om je talenkennis te verhogen, wat voor mij geldt. In tegenstelling tot wat de titel en vooral ondertitel How to excel in math and science (even if you flunked Algebra) doet vermoeden gaat het niet alleen over bètavakken of onderwerpen en kun je er als alfa ook zeker je voordeel mee doen.

Wat dat betreft was de titel van de MOOC Learning how to learn beter gekozen. Die MOOC is ook van Barbara Oakley (en Terry Sejnovski) en is gebaseerd op het boek. Eigenlijk bevat de MOOC alles wat in het boek staat, het laatste biedt alleen meer achtergrond en diepgang. De MOOC is gratis, duurt 4 weken (2 à 3 uur wekelijkse studielast) maar als lezer vond ik het boek wel een aanvulling.

Toch een paar dingen die ik leerde

  • Een aantal dingen wist ik natuurlijk wel uit de studieles van de brugklas. Bijvoorbeeld gespreid herhalen, maar ik maakte, ontdekte ik nu, regelmatig de fout om gespreid te herlezen – het boek of aantekeningen – terwijl gespreid ophalen uit je geheugen een veel beter resultaat biedt.
  • Voor het slapengaan ophalen wat je die dag hebt geleerd. Op die manier gaan je hersenen tijdens je slaap met de stof aan de slag en beheers je deze beter.
  • Met de hand opschrijven of hardop uitspreken creëert diepere geheugensporen.

En zo zijn er meer dingen die ik opgestoken heb, over het belang van pauzes, afwisseling, diepe concentratie, ontspanning enzovoorts. Ik herhaal mezelf, maar dikke aanrader: zowel boek als cursus. Nu voortaan toepassen. Gelukkig heb ik dankzij Peters reeks over Zen habits – Mastering the art of change daarvoor al een belangrijke basis voor gelegd.

#SG 16-5 Wind

Of de wind nu uit een andere hoekt waait, ik heb geen idee, maar ik weet wel dat ik regelmatig de wind van voren krijg. Gelukkig dient er zich dan vrij snel een bocht aan zodat het leed te overzien is.

Dat geluk had niet iedereen de afgelopen dagen. Het ging veel carnavalsverenigingen bepaald niet voor de wind. Maar gelukkig sloeg men het advies van de meteorologen niet in de wind en kunnen we nu op verschillende plaatsen in Nederland naarstig uit gaan zoeken wanneer het halfpasen is.

Hoor, de wind waait door de bomen doet voor mij vaak stemmen verwaaien. De wind heeft er namelijk flink de wind onder bij mijn hoorapparaten. Ik ben hartstikke blij met die wonderen der techniek, begrijp me niet verkeerd, maar wind en hoorapparaten, het zijn geen vrienden. Als ik buiten met iemand aan het praten ben en het wil een beetje behoorlijk waaien, dan suizen mijn hoorapparaten zo dat een gesprek moeilijk te voeren is.

Je zou kunnen zeggen dat hoorapparaten met alle winden meewaaien maar dat zou niet helemaal fair zijn. Naar wat ik mij heb laten vertellen komt dat suizen van de wind vooral door het type oorstukjes dat ik heb. Het mijne vult bijna heel mijn oorschelp. Er zijn er ook die alleen de gehoorgang vullen. Die zouden minder windgevoelig zijn. Alleen zijn die oorstukjes door de zwaarte van mijn gehoorverlies voor mij niet geschikt.

Verder hoor ik prima met deze toestellen en als ik alleen ben vind ik het gesuis verder niet hinderlijk en het verschil tussen wel of geen hoorapparaten is hemelsbreed dus ik geef mijn toestellen zeker niet de wind van voren.

~~~~

#SG Iedere dinsdag geeft Carel een woord op, waar ieder die dat wil dan aan de hand van spreekwoorden en gezegdes over kan bloggen.

#50books vraag 6: Van mij hoeft het niet sneller…

Zou je sneller willen lezen?

Dat is de 6e vraag van Hendrik-Jan in #50books jaargang 2016. Mijn antwoord is tweeledig: ja, natuurlijk wil ik sneller lezen… als het boek spannend of meeslepend is en ik niet kan wachten hoe het verhaal zich ontvouwt. Als ik met ingehouden adem van pagina naar pagina ga, zoals me de laatste jaren overkomt bij de boeken van R.J. Ellory. Ja, dan wil ik sneller lezen.

Maar over het algemeen ben ik tevreden over mijn leestempo. Ik heb geen idee hoe hoog dat ligt. Toen ik nog op de middelbare school zat heb ik het eens een tijdje bijgehouden en kwam ik op zo’n veertig pagina’s per uur uit. Dat ging overigens over het lezen van fictie en was een tempo waarmee ik van boeken kon genieten en het verhaal goed kon volgen. Maar dat is lang geleden en ik heb geen idee hoe hoog mijn leestempo nu ligt.

Eerlijk gezegd maakt het me ook niet zo heel veel meer uit. Ik geniet van het lezen en zie dan ook weinig aanleiding om mijn leestempo te verhogen. Ik lees soms juist eerder trager om bewuster te kunnen genieten van wat ik lees en om het op me in te laten werken.

Bij informatieve boeken ligt mijn leestempo flink lager. Daar laat ik mij leiden door de vraag: begrijp ik wat hier staat? Dat bepaalt mijn tempo. Maar bij de informatieve boeken die ik de laatste tijd las, zat met Lezen, weten en niet vergeten van de door Hendrik-Jan al genoemde Mark Tigchelaar ook een boek waarin snellezen aan de orde kwam. De tips daaromtrent heb ik dan ook niet opgevolgd – als is het maar omdat het door mijn handicap voor mij onmogelijk is om een boek vast houden en met de andere hand de leesregel aan te wijzen.

Een tip over snellezen die ik wel uitprobeer op informatieve teksten en boeken en die me tot nu toe goed bevalt, is niet meer herlezen. Herlezen schijnt een slechte manier te zijn om iets te onthouden. In plaats daarvan probeer ik nu wat ik gelezen heb op te halen uit mijn geheugen. Te controleren aan de hand van aantekeningen.

Vermoedelijk kom ik woensdag op dit punt terug want minder lezen lijkt mij een effectievere manier om tijdwinst te halen bij het lezen dan snellezen.

~ ~ ~ ~

#50books: iedere zondag een vraag over boeken of lezen, dit jaar verzorgd door Hendrik-Jan.

Waarover gaan wij het hebben?

Nog steeds ben ik er niet helemaal uit hoe ik nu de Metamorphosen van Ovidius ga bespreken. Wel is me inmiddels duidelijk geworden dat het voor mij beter uitkomt de bespreking op zaterdagen te doen. Dat geeft me meer tijd om echt op de tekst in te gaan.

Voor nu kon ik het niet laten om toch even naar het Latijn te kijken. Ik moet constateren dat het op zijn zachtst gezegd roestig is geworden. Maar voor de liefhebber, hier zijn de eerste vier verzen van boek 1,

In nova fert animus mutatas dicere formas
corpora: di, coeptis – nam vos mutastis et illas –
adspirate meis primaque ab origine mundi
ad mea perpetuum deducite tempora carmen.

Een roestige vertaalpoging, met wat spiekwerk:

De geest doet mij spreken over gedaanten veranderd in nieuwe
lichamen: goden – want jullie veranderden ook die – blaas
mijn onderneming adem in en leid mijn lied dat vanaf de oorsprong
van de wereld eindeloos tot mijn eigen tijd doorgaat.

Eigenlijk ben ik al tijden van plan mijn kamer fatsoenlijk op te ruimen. Met een beetje geluk kom ik dan ook nog een Basisvocubularium Latijn tegen. De Basisgrammatica Latijn weet ik nog wel te vinden. Nou heb ik verder genoeg te doen, maar ik vraag me dus af waar dat boek gebleven is.

De gedachte die nu een beetje met me speelt is, dat als je de onderverdeling van Metamorphosen op Wikipedia erop naslaat, dan heb je in plaats van 15 boeken 105 verhalen verdeeld over 15 boeken. Dat is 2 jaar, met elke week een verhaal. In die tijd moet het toch mogelijk zijn om mijn kennis van het Latijn dusdanig op te vijzelen dat ik de tekst ook zonder vertaling kan lezen en een vertaling kan lezen om ook te genieten van de vondsten van de vertaler.

Ons werd op school altijd verteld dat Latijn en Grieks de exacte vakken van de alfa’s zijn. En exact kunnen denken kan natuurlijk geen kwaad.

Hoe dan ook, ik moet opruimen 😉

Maar het kan natuurlijk ook hybris, of audacitas, de Romeinse variant daarvan, zijn.

~ ~ ~ ~

In navolging van Hendrik-Jan die de klassieker Divina Commedia bespreekt en Peter die mij laat meegenieten van Don Quichot behandel ik Metamorphosen.

Wat ik mij herinner

Aan het eind van ieder hoofdstuk uit A mind for numbers van Barbara Oakley staat steeds een kleine Pause and Recall opdracht. Niet onlogisch omdat Oakley overtuigend beargumenteert dat herlezen geen effectieve leermethode is maar ophalen uit je geheugen wel. Niet dat ik daar na haar MOOC Learning how to learn nog van overtuigd hoefde te worden, want dat was ik al na het lezen van Lezen, weten en niet vergeten van Mark Tigchelaar. De oefening is zeker nuttig maar ik ga hier niet opschrijven wat ik me nog herinner uit het boek.

Misschien had ik deze blogpost de titel Wat mij eraan herinnert moeten geven. Ondanks dat ik overtuigd ben van wat ik toch nog toe heb geleerd, pas ik het nog minder toe dan ik hoopte. Dat is op zich niet erg want het kan volgens Oakley wel een maand of drie duren voor je een voor jou effectieve manier hebt gevonden om met deze methodes om te gaan. En er zit bij mij op dit moment geen tijdsdruk achter. En ik pas al dingen toe bij mijn programmeerpogingen waar ik eerder over schreef.

Maar aangezien ik carnaval aan mij voorbij laat trekken – inclusief de dorpsoptocht want die komt langs ons huis – leek het mij geen verkeerd idee om naast het lezen van de resterende hoofdstukken uit het boek ook te kijken hoe ik dit alles toe kan passen en daarbij zeker niet vergeten stappen te zetten die het mij makkelijker maken om deze technieken ook daadwerkelijk in mijn leerproces te integreren.

De rest van de avond is echter voor ontspanning want dat is ook een kernpunt van Oakley. Ingespannen, gefocust leren afwisselen met ontspanning. Ik heb het al eens gezegd maar dan gaat namelijk ongemerkt je verstrooide brein aan met datgene wat je wilt leren. Dat verklaart waarom je ergens ingespannen aan kunt werken zonder de oplossing te zien en dan een tijd iets doen, waarna de oplossing zich ineens aandient.