#WOT 3: taboe

Er is één onderwerp waar ik lang niet over heb durven schrijven. Tenminste, niet hier. Een onderwerp waar ik ook pas met moeite over heb leren praten. Laat, in sommige opzichten misschien zelfs te laat. Omdat het onderwerp een taboe is. Maar ook omdat ik me er zelf onvoldoende van bewust was. Ja, ik wist dat ik het had, maar zolang ik mijn medicijnen maar slikte, was er niets aan de hand en hoefde ik het er niet over te hebben.

Dat was een vergissing. Ik slikte braaf mijn medicijnen maar toch ging het mis. Weer mis. Een depressie op mijn achttiende en nog voor ik 32 was, stond de teller daarna op 3 manieën.

Die depressie was een hel, manie nummer één en twee waren geweldig. Niemand om me heen begreep me, maar wat boeide dat. Toch escaleerde de situatie steeds en werd mijn medicatie tijdelijk verhoogd. Dat slikte ik letterlijk en figuurlijk.

Maar dat er met mij echt wat aan de hand was. Nee, dat wilde er bij mij niet in. Ja, ik wist het, maar voor mijn gevoel lag het toch vooral aan anderen. Dat was de situatie nu iets meer dan drie en een half jaar geleden.

Ik had een prachtige baan waar ik echt thuis voelde. Ik leerde veel en verdiepte in dingen die ik nuttig vond. Maar waar mijn werkgever niet echt het belang van inzag. Langzaam begon mijn gedrag te veranderen. Ik werd geobsedeerd door wat ik las. Ik had gelijk en als anderen dat niet zagen, werd ik boos en bozer. Ik ging mijn gelijk elders halen. Had alleen niet door dat er met mij niet te praten viel.

Tot het op een futiliteit echt escaleerde en ik naar huis mocht. Maar niet voor bij de GGZ langs te zijn geweest: manisch. Medicatie stevig verhogen. Gelukkig stemde ik daarmee in en binnen een paar dagen drong nu echt de ernst van de situatie tot me door.

Helaas bleek alleen dat ik weer opnieuw mocht beginnen want door dit alles werd mijn contract niet verlengd. Ik wist nu dus dat ik manisch depressief was en dat dat echt was en kwaad kon. Ik wilde ten koste van veel herhaling voorkomen, wilde ervan leren en wilde misschien anderen ervoor behoeden dat hun hetzelfde overkwam als mij, of mensen duidelijk maken dat een depressie of manie bespreekbaar moest zijn. Want ik had het wel gezegd tijdens mijn sollicitatiegesprek. Maar verder was ik er niet op in gegaan. Terwijl er thuis wel een prachtig signaleringsplan stof lag te happen.

Afijn, ik zocht iets om erover te schrijven. Maar het was wel een taboe dus liever niet hier. Gelukkig kende ik Onzichtbaar Ziek en ben ik daar columnist geworden, bijvoorbeeld over mijn depressie. Dat helpt en ik leer er veel van.

Het gaat nu al drie en een half jaar goed. Meer medicatie, een bijgewerkt signaleringsplan waar ik nu wel acht op sla en erover praten. Toch hoorde ik vanmorgen nog van iemand die me goed kent dat ik misschien nog steeds te voorzichtig ben uit angst dat er iets misgaat.

~ ~ ~ ~

Taboe is het derde woord in #WOT (Write On Thursday), dit jaar georganiseerd door DrsPee (Martha Pelkman).

Aanloop naar Ovidius’ Metamorphosen

Eigenlijk kan ik me weinig meer herinneren van mijn lessen Grieks en Latijn. Docenten zijn blijven hangen en een paar citaten. Dat is het wel. De eerste Lectio uit Redde Rationem begon met een verhaaltje dat Serpens in horto heette. Dat grap was dat die slang al in de tuin was, als hij nog op weg was geweest naar de tuin had er serpens in hortum gestaan. Dat was de eerste kennismaking met de werking van naamvallen.

Verder zijn me de nodige woorden en vervoegingen bijgebleven zoals ik zie video, vides, videt, videmus, videtis en vident plus nog een paar citaten. O tempora, o mores! (o tijden, o zeden!) waarmee Cicero’s aanval op Catilina begon. Gutta cavat lapidem, non vi sed saepe cadendo. Een waterdruppel holt een steen niet uit door geweld maar door vaak te vallen. Ceterum censeo Carthaginem esse delendam van Cato de Oude. Overigens ben ik van mening dat Carthago vernietigd moet worden.

Van Grieks herinner ik me vooral dat als ik iets in het Grieks moet schrijven, ik het naderhand amper kon lezen. En dat we in de 4e klas altijd een aangekondigde onverwachte schriftelijke overhoring kregen de les nadat het proefwerk besproken was. En dat we om het geschonden vertrouwen op te vijzelen met enige regelmaat in de Septuagint lazen. Dat was Kerkgrieks, dus wat eenvoudiger.

Al met al waren Latijn en Grieks toch vooral talen en die lagen mij op de middelbare school. Grieks liet ik na de 4e vallen, maar dan hield ik toch nog Nederlands, Engels, Frans, Duits en Latijn over. Nu vrees ik dat die talen enigszins weggezakt zijn, vooral Duits en Latijn omdat ik die het minste ben blijven gebruiken na mijn diploma. Laatst heb ik weer iets met Frans gedaan en dat ging redelijk moeizaam.

Daarom denk ik na over hoe ik mijn kennis van deze talen weer op kan vijzelen. Ik heb de laatste maanden van alles over leren geleerd en dat kan misschien wel toegepast worden op talen.

Maar dat is voor later zorg. De teksten die we bij Grieks en Latijn lazen, spraken me aan en vandaar dat ik in navolging van Hendrik-Jans Divina Commedia project zelf ook iets wilde beginnen. Eigenlijk had ik dus vandaag namelijk willen starten met mijn bespreking van Metamorphosen van Ovidius. Gezien bovenstaande wil ik wel gebruik maken van Nederlandse vertalingen. Dit weekend eerst een planning maken en wat inleidingen lezen.

#sg16-3 maag

Om nu te zeggen dat deze opgave van Carel zwaar op mijn maag ligt, is rijkelijk overdreven. Ik heb namelijk net gegeten maar dat andere spreekwoord met maag erin ging niet op (het eten wel).

Nee, ik heb er gelukkig zelden last van dat mijn ogen groter zijn dan mijn maag. En de keren dat het eten zwaar op de maag ligt zijn nog zeldzamer. Toch ligt me regelmatig iets zwaar op de maag.

Dan heeft het alleen weinig met eten te maken maar met dingen waar ik mee bezig ben of aan werk. Iedere vertaling kent wel zo’n situaties. Vertaalproblematiek, mezelf overschatten en dan in de problemen komen met een deadline. Ik zou hele blogreeks vol kunnen schrijven over wat er allemaal mis is gegaan bij het vertalen.

Je zou kunnen zeggen dat een vertaler een sterke maag moet hebben. Niet letterlijk, al komen er soms gerechten voorbij die naar ik vermoed zwaar op de maag liggen.

Gelukkig kunnen we veel van die missers tijdig corrigeren en vallen andere niet op (hoop ik). Maar soms splitst zo’n schrijver je iets in de maag waarvan je echt geen idee hebt wat je ermee aan moet. Alle hoeken van internet en (papieren) woordenboeken worden naarstig doorzocht en ik kan me een geval herinneren waarin een receptenblog uitkomst bood. Ja, voor dat gerecht waar ik het net over had.

En als zo’n vertaling dan af is dan hopen we maar dat het eindresultaat de lezers niet te zwaar op de maag ligt.

#50books 3-16: boeken uit de aanbieding

Spring je ook uit de band bij de boekenopruiming?

Dat is Hendrik-Jans derde vraag in #50books jaargang 2016. Eerlijk gezegd was het hele fenomeen boekopruiming nieuw voor me. Tenminste, in die zin dat boeken op bepaalde momenten in het jaar net als kleding in de aanbieding zijn. Daar was ik me niet van bewust. Mijn antwoord op deze vraag kan dan ook kort zijn: nee.

Toch zie ik in boekhandel wel regelmatig een bak met afgeprijsde boeken liggen. Daar snuffel ik dan doorheen, maar ik vind zelden iets van mijn gading. Om redenen die ik vorige week aangaf, probeer ik al enige jaren het aanschaffen van papieren boeken tot een minimum te beperken wat tot gevolg heeft dat ik vaker e-books aanschaf. Maar ook hier laat ik me niet leiden door aanbiedingen of door de maandelijkse overzichtspost van Raymond Snijders van waar de papieren top 5 uit de Bestseller 60 het goedkoopst te krijgen is als e-book.

Nee, ik ben geen boekenkoopjesjager. Wat niet wil zeggen dat ik altijd de prijs betaal voor een boek die door de uitgever vastgesteld is, maar dat heeft er meer mee te maken dat ik mijn boeken voor een groot gedeelte tweedehands heb gekocht. Wat overigens niet wil zeggen dat ik dan altijd goedkoop uit ben.

Zo maakte AbeBooks een aantal jaren geleden bekend dat een eerste druk van het allereerste Biggles-boek, The Camels are coming uit 1932 maar liefst 17.500 Amerikaanse dollar had opgebracht. Ik was niet de koper en ook niet de verkoper.

Ik wil maar zeggen, soms ben je tweedehands goedkoper soms een beetje duurder. Zo had ik er het afgelopen zaterdag tijdens de Arendsoog nieuwjaarsborrel over dat ik erover dacht om binnenkort iets van Captain W.E. Johns aan te schaffen. “Dat boek kost maar 80 euro, dus dat is te doen.” De reactie van mijn gesprekspartner: “Als je dat tegen mijn vriendin zegt dan verklaart ze je voor gek, maar ik begrijp je.”

Heb ik nou afkickverschijnselen?

Vandaag een mooie dag gehad. Ik was eigenlijk van plan daar een impressie van te schrijven maar besloot dat het niet nodig was. En dat ik niet hoefde te bloggen, want een nieuw blogonderwerp hoefde niet zo nodig.

Maar daar zat ik dan voor de tv. Het kon me niet meer boeien, ik wilde zelf iets actiefs doen, merkte ik. Blijven zitten en tv-kijken is de laatste weken steeds lastiger. Sinds ik mijn blogfrequentie serieus omhoog heb gebracht, wil ik actiever zijn. Ik wil zelf iets schrijven, scheppen. Zelfs met lezen heb ik enigszins moeite, al weet ik dat te ondervangen door te mezelf als doel te stellen te bloggen over wat ik lees. En Goodreads helpt ook.

Wat ik eerder met het wandelen al merkte, valt me nu dus ook op met bloggen. Ik wil er mee bezig blijven en als net als ik denk: vandaag sla ik een dag over, begint het toch wel ontzettend te kriebelen.

De behoefte steekt de kop op en gelukkig is het geen gewoonte die de gezondheid schaadt, dus schuif ik graag kranten en bijbehorende magazines nog even aan de kant om toch wat te bloggen.

Maar nu vraag ik me dus wel af of ik ontwenningsverschijnselen heb. Mooie vraag voor de #blogpraat tweetup.

Over meetups gesproken; waarom ik vandaag zo’n mooie dag had: ik was met een klein gezelschap in Apeldoorn voor de Arendsoog nieuwjaarsborrel. Ja,echt waar, ik lees meer dan alleen Biggles. Een of twee keer per jaar zien we elkaar in iemands saloon en het blijft ontzettend leuk, onder elkaar met een gemeenschappelijke hobby.

A mind for numbers: eerste indrukken

Deze week ben ik dan begonnen met A mind for numbers van Barbara Oakley, het boek dat aan de basis stond van de MOOC Learning how to learn die ik in november volgde.

Ik heb pas drie van de achttien hoofdstukken gelezen maar tot nu toe bevalt het prima. Oakley heeft een prettige, humoristische en persoonlijke schrijfstijl die ervoor zorgt dat ik behoorlijk in het boek gezogen wordt. Het is dat ik vandaag een behoorlijk stijve nek had en dat jammer genoeg ook bij het lezen wat voel – en bij het typen – anders had ik vandaag flink meters gemaakt.

Wat me aan het boek aanspreekt, is dat het actiever is dan de MOOC. De MOOC was toch vooral korte filmpjes met uitleg kijken – boeiende en interessante filmpjes en op een aanstekelijke manier verteld, dat wel. Daarnaast werd je kennis regelmatig getest met multiple choice vragen. Al met al een prima combinatie, zo bleek toen ik laatst de eindtoets opnieuw maakte.

Het boek is actiever. Er staan in elk hoofdstuk meerdere Now you try! fragmenten waar je met een kleine opdracht kunt proberen de theorie toe te passen. Erg leuk en meteen een aansporing om Now you try! te blijven proberen. Het leuke is dat het weinig moeite kost om ideeën voor toepassingen buiten het boek te vinden.

Daarnaast eindigt elk hoofdstuk met een Pause and recall opdracht. Zelf (aan iemand) vertellen wat je net gelezen/geleerd hebt, is namelijk een erg effectieve manier om dingen te onthouden. Sinds het lezen van Lezen, weten en niet vergeten van Mark Tigchelaar en het volgen van de MOOC pas ik deze theorie en het geeft me echt het idee dat ik wat ik leer beter onthoud en toepas.

Dit gezegd hebbende ben ik benieuwd of het boek ook nog nieuwe technieken brengt ten opzichte van het college, of dat alleen maar zorgt voor verdieping en me nog meer ermee aan de slag laat gaan. Dat laatste lijkt mij op zichzelf trouwens al mooi.

#WOT 2-16: Even F5-en

MSX BASIC

Ja, die functietoets F5, die is toch altijd wel magisch. Al vanaf onze allereerste computer. Dat was een MSX2 – eerst een Philips NMS 8245, later een tot een NMS 8255 omgebouwde NMS 8250, voor de liefhebbers. Het mooie van die computers was dat ze niet standaard met DOS waren uitgerust maar met BASIC. In de meeste gevallen was er wel een menu in de autoexec.bas opgenomen, maar niet altijd.

En in dat geval kwam F5 om de hoek kijken. Toen heette het volgens mij nog niet “even F5-en” of “ff F5-en” maar om een programma op te zoeken of te openen had je het commando files en daarna load "programma.bas" gevolgd door… F5. Dan werd het programma – in verreweg de meeste gevallen een spelletje – opgestart.

Later ontdekte ik dat je in plaats van F5 ook kon volstaan met het commando load "programma.bas",r.

Inmiddels zijn we heel wat computers verder maar F5 blijft een veelgebruikte toets. Eerst omdat ik ook op mijn eerste PC met QBASIC ging stoeien – al bleef dat zeer beperkt toen ik ontdekte dat je QBASIC-code niet buiten dat programma kon draaien.

Later kwam internet en moesten er regelmatig pagina’s ververst worden. Dat was bijvoorbeeld het geval bij pagina’s van de International Biggles Association. Dat zijn (nog) gewoon HTML-pagina’s die ik via FTP en een code editor bewerkte. Om het resultaat in de browser te zien moest ik in de meeste gevallen eerst F5-en.

En ook nu maakt F5 nog vaak deel uit van mijn computerbestaan. Ik ben wat aan het experimenteren met HTML en JavaScript en dan wil ik toch zien of bepaalde wijzigingen het beoogde effect hebben. En dan is daar F5.

Maar pas van de laatste maanden kan ik me herinneren dat ik daarbij wel eens denk: “Even F5-en” Of korter: “Ff F5-en.”

~ ~ ~ ~

#WOT: Write On Thursday: iedere donderdag een woord om over te bloggen.

Tijd en veranderingen

Toch een heel kleine mijlpaal om bij stil te staan: ik ben vandaag precies een maand elke dag aan het bloggen. Vanaf eind november al regelmatiger en na een pauze van drie dagen besloot ik vanaf 14 december elke dag te gaan bloggen. Tot nu toe is dat elke dag gelukt. Het was niet de verandering die ik eind november beoogde maar ik ben er wel blij mee.

Ik wil nog even afwachten voor ik de symbolische vlag uithang want ik heb natuurlijk een tijdje in de Zen habits methode van Leo Babauta een aardig onderwerp gehad. Toch denk ik dat het me wel zal lukken om ermee door te gaan, dat lukt me met wandelen immers ook nog steeds.

Over nieuwe veranderingen wil ik nog even nadenken. Dat wat ik eigenlijk wilde veranderen eind november is nog niet helemaal gelukt. Toch heb ik ook daar het vertrouwen dat het zal lukken.

Tijd

Daarna ga ik stapsgewijs nieuwe dingen aanleren en oude gewoontes afleren. Wat ik ook ga doen, is nagaan hoe effectief ik mijn tijd besteed. Ik denk dat hier een flinke winst te behalen is die alleen maar ten goede kan komen van nieuwe gewoontes. Een paar dingen die ik eigenlijk wil gaat tijd kosten. Vandaar dat ik er nu over nadenk mij na A mind for numbers van Barbara Oakley te gaan verdiepen in Geen tijd, geen geld, toch doen van Marcel van Driel.

Metamorfose

Over verdiepen gesproken. Waar ik het vorige week woensdag over had. Dit weekend pak ik Ovidius’ Metamorphosen erbij en vanaf volgende week woensdag komt daarover mijn eerste blogpost. Dat staat. Hoe lang ik de beoogde reeks ga volhouden, weet ik nog niet. Ik ga beginnen en zie wel waar het eindigt.

#sg16-2 Hond

Van mijn dagindeling van vandaag lusten de honden nog geen brood. Ik begin hier om 23:23 aan mijn dagelijkse blog, al moet ik toegeven dat ik er al wel even over heb nagedacht. Ik heb er zelfs al over getwitterd met Carel, over een uitstapje naar het Engels. Carel vroeg of hij een paraplu nodig had.

Zo voorspelbaar ben ik hopelijk niet maar daarvoor nog even geduld. Bij alles wat me vandaag tegen zat – waaronder dus door lui op de bank te hangen laat met bloggen beginnen – vond ik gelukkig niet de hond in de pot. Ik vind honden prachtige beesten maar persoonlijk heb ik toch meer met katten. Ja, het regent buiten. We hebben thuis twee katten en behalve dat spreekwoord met de muis lijken ze goed bekend met een ander spreekwoord: vechten als kat en hond. Het zijn allebei lapjes en ze hebben dus allebei een pittig karakter en geven een invulling aan het zojuist genoemde spreekwoord die wij angstvallig proberen te vermijden.

De ene kat zit boven en in de hal, de ander in de serre. Keuken en huiskamer is afwisselend domein van beiden. Af en toe komen ze elkaar tegen en dan is het gekrijs niet van de lucht en vliegen de plukken in het rond. Is gelukkig nog maar één keer echt misgegaan. Minder ernstig is dat soms onder de deur door naar elkaar staan te blazen en grommen. Verder zijn het heel lieve beesten en we zouden ze niet kunnen missen.

Het uitstapje naar het Engels

Vechten als kat en roept bij mij associaties op met de Engelse taal. En dan kom ik bij Biggles die in het in de Eerste Wereldoorlog in zijn Camel regelmatig tegen een Duitse Fokker of Albatros opnam. Zo’n luchtgevecht heet in het Engels een dogfight. Vanwege alle mooie herinneringen dat mijn favoriete spreekwoord of gezegde met een hond erin.

 

Note to self: wat ook nog kan

Inspirerend, vandaag. #blogpraat. Voor mij is tekst primair. Ik probeer al af en toe een afbeelding toe te voegen, maar het lijkt me leuk om ook met andere middelen mijn verhaal te vertellen. Ik schreef ooit een plan uit op de achterkant van bierviltjes. Dat waren nog steeds steekwoorden maar kleine tekeningen tekeningen moeten ook lukken.

Tekenen is nooit mijn sterkste kant geweest, woorden gingen me beter af. Misschien moet ik toch eens vaste dag in de week gaan experimenteren met de vorm. Het klinkt misschien gek, maar als slechthorende vind ik gesproken blogs toch mooi. Dat wil ik zelf ook eens proberen, gewoon om te merken of ik er lol aan beleef.

Gisteren en vandaag las ik Amoras deel 1 Suske. Suske en Wiske voor volwassenen. Kan ik een blog vertellen als strip of comic? Of een blog in beeld? Genoeg om mee te experimenteren. Nog een note to self: vergeet het transcript niet nog een keer na te lopen.

Kort samengevat

  • Blog in SoundCloud
  • Blog als strip
  • Blog in quotes
  • Conclusie in een infographic
  • Vormexperiment; maar: inhoud boven vorm.