Was ik gestopt of hield ik pauze?

Afgelopen maandag ging het bij #blogpraat over (weer) beginnen met bloggen. Zelf had ik net twee dagen eerder voor het eerst sinds lange tijd (4 maanden) weer eens serieus geblogd dus het thema kwam voor mij op het goede moment. Maar laat ik maar meteen met de deur in huis vallen en de vraag uit de titel van dit stuk beantwoorden. Ik hield pauze. Eerlijk gezegd: ik kan me op dit moment niet voorstellen dat ik ooit stop met bloggen. Daar vind ik het veel te leuk voor.

Maar waar ik moeite mee heb is het ritme vast te houden

Nee, ik blog met horten en stoten, dan weer eens periodes dagelijks, gevolgd door maanden stilte. Soms ook maanden waarin het bloggen ook niet echt knaagt, dat geef ik toe. Maar ook in die periodes weet ik dat het bloggen weer op ga pakken, dat het toch weer een keer begint te kriebelen. En dat die ‘een keer’ waarschijnlijk niet lang op zich laat wachten. Ik blijf blogs lezen en ik weet dat ik zelf vroeg of laat mijn WordPress open en op Publish ga drukken.

Ook dit is na vorige week weer een nieuw begin

Een begin met allerlei voornemens, maar die hou ik even voor me. Want juist te rigide eisen aan mijzelf en het feit dat ik daar soms niet aan kon voldoen, zorgde ervoor dat regelmatig pauzeerde. Niet voldoen aan die voelde aan als falen, dus hield ik op.

Ik blogde niet waarover ik wilde bloggen

Toen ik dit blog twee jaar geleden startte, wilde ik er iets heel anders mee dan ik ermee ben gaan doen. Ik wilde schrijven over hoe ik met mijn handicaps en/of beperkingen omging. Het liep die zomer allemaal iets anders dan gepland en toen ik een half jaar later het blog weer oppakte werd het weer een boekenblog. Ook mooi maar dus niet helemaal wat ik wilde. Daarnaast opende ik nog een blog, over jeugdboeken, maar ook dat was het eigenlijk niet. Vandaar dat ik met periodes bleef bloggen.

Aangesloten bij Onzichtbaar Ziek

In de zomer van 2012 had ik me echter ook aangesloten bij Onzichtbaar Ziek en in september vorig jaar schreef ik er voor het eerst. Daarna bleef het van mijn kant stil, tot vorige maand. Eindelijk voelde ik me goed genoeg om iets te gaan doen voor het team. En vorige week zaterdag was er dus mijn 2e column Ineens wist ik het: “Ik kan niks.”

En dat gaf rust

Rust om te weten dat ik datgene wat ik echt belangrijk vind bij Onzichtbaar Ziek kan schrijven zodat ik hier en bij Literaire jeugdhelden kan bloggen over wat ik leuk vind. En zonder schuldgevoel dat ik eigenlijk iets heel anders zou moeten schrijven.

Een schrijven met minder blogpauzes, hoop ik.

Dat ik ineens weer zin krijg om te bloggen

Een tijdje terug begon ik enthousiast dagelijks te bloggen. Het was mijn zoveelste poging en het ging lekker, maar na een week of twee kreeg ik ineens de griep na een voor mijn daarvoor zo prettig verlopen dag. Maar daarover in een volgend blog meer.

Maar die avond had ik dus de griep en geen energie om te bloggen. Dat griepje was gelukkig snel over en de gedeeltelijk prettig verlopen dag kreeg een vervolg, maar het bloggen oppakken dat kwam er maar niet van. Terwijl ik best wel wat te vertellen hebben, maar daar wil ik nog even mee wachten tot het allemaal rond rond is.

Natuurlijk bleef ik trouw blogs lezen. Helemaal afkicken hoeft gelukkig ook weer niet. Sterker nog, afkicken hoeft helemaal niet, want bloggen of blogs lezen lijkt me alleshalve schadelijk.

En regelmatig wilde ik zelf ook weer bloggen en wat vaker twitteren want dat komt er ook nauwelijks van. Ik zit weer goed in mijn vel maar blijkbaar vond ik het gevoel prettig genoeg om het alleen maar te delen met mijn directe (fysieke) omgeving. En dus bleef mijn blogteller droogstaan.

Een andere reden voor mijn uitstelgedrag was dat ik me een bepaalde blogplanning had opgelegd en als ik die niet kon halen de hele planning maar weer een week opschoof. Ja, zo gaat-ie lekker.

Maar dan bekijk ik voor de tweede keer dag die een blog – de post heb ik eerder die dag al gelezen en dan zie je dat er geknutseld wordt…

Spontaan krijg ik de kriebels, gewoon planningen overboord gooien, ik kan alleen maar naar mijn WordPress dashboard en bij Posts op Add New klikken.

Gelukkig maar, I,m back in town and here to stay.

Bedankt, Elja!

 

#50books – vraag 33 – Wat zegt een naam?

Wat vinden jullie van auteurs die ook onder pseudoniem publiceren?

Peter Pellenaars 33e #50books vraag roept bij mij nog meer vragen op. Waarom zou een auteur onder een pseudoniem publiceren? Maar ook een vraag over mezelf: wat zegt mijn oordeel over het gebruik van een pseudoniem door een auteur over mij als lezer? Heb ik niet gewoon de keuze van de auteur te respecteren, zonder een oordeel te vellen?

Genoeg vragen. Tijd voor de antwoorden

Een auteur kan natuurlijk allerlei redenen (denken te) hebben om een pseudoniem te gebruiken. Misschien heeft hij eerder in een ander genre geschreven en wil hij voor het nieuwe genre niet meeliften op het succes in zijn eerdere genre. Of misschien is zij een bekende naam in een ander genre en wil ze in dat nieuwe genre lekker anoniem publiceren, wat dan helaas niet lang lukt omdat ‘zijn’ echte naam toch uitlekte. Of ben je als wetenschapper voorzitter van de Vereniging voor Letterkundigen en wil je wel eens weten of je zelf boek kunt schrijven en wil je in de praktijk ervaren wat er allemaal komt kijken bij het uitbrengen van een boek. En dan denk je niet als Paul Stather dat anonimiteit handig is om dat allemaal aan de weet te komen.

Mag ik daar zelf iets van vinden?

Ja, dat mag ik, om Mart Smeets aan te halen. Maar als ik eerlijk ben interesseert het me werkelijk geen lor of een auteursnaam een pseudoniem is of niet. Als ik denk dat een bepaald goed is, wil ik het lezen, ongeacht hij de schrijver heet. Of de auteur zich dan Jantje of Pietje noemt – ook al heet hij Klaasje – boeit me dan niet. Soms vind ik het wel leuk of zo’n pseudoniem verhaal te kennen, maar ook wanneer ik het niet wist, heb ik me bij de ontdekking van de andere naam nooit bedrogen gevoeld. Maar Paul Stather heb ik toevallig gekend en dat is bij het gebruik van een pseudoniem extra leuk.

Een pseudoniem blijft de keus van de schrijver

En daar heeft de lezer wat mij betreft niets mee te maken. Maar natuurlijk heeft de lezer hier ook zelf de keuze. Ik vind een pseudoniem geen enkel bezwaar, maar ik kan me ook goed voorstellen dat er lezers zijn die er wel moeite mee hebben, die zich dus wel bedrogen voelen door de auteur. Voor hen hoop ik alleen maar dat ze zich het leesplezier niet laten vergallen door zoiets eenvoudigs als de naam van de auteur.

#50books – vraag 28 Stukjes overslaan?

Sla je wel eens stukken tekst over omdat ze niet boeiend (lijken te) zijn?

Peter Pellenaars 28e #50books vraag kan ik heel kort beantwoorden: nee.

25 woorden voor een blogpost vind ik toch wat weinig dus laat ik toch maar een wat uitgebreider antwoord geven. Waarom ik nooit wat oversla kan ik wel vertellen. Ik zou natuurlijk op kunnen scheppen dat ik nooit een boek kies dat mij niet bevalt, bijvoorbeeld omdat ik mijn boeken serieus uitzoek.

Maar dat zou huichelen zijn

Nee, uiteraard begin ik aan een boek omdat ik denk dat het me gaat bevallen. Dat ik het mooi, spannend, ontroerend of wat dan ook ga vinden. Dat het me gaat raken. En natuurlijk slaagt het ene boek daar beter in dat het andere. Sterker nog, soms valt een boek gruwelijk tegen. Maar stukken overslaan, dat doe ik eigenlijk nooit. Ik leg weleens een boek weg omdat ik er gewoon niet doorheen kom, maar als ik een boek uitlees, sla ik ook geen woord over.

Waarom eigenlijk niet?

Dat weet ik eigenlijk niet. Misschien vind ik stukken overslaan vals spelen. Dat klinkt zwaarder dan ik het bedoel en komt eigenlijk voort uit een jeugdherinnering. Toen kwam mijn beste vriend regelmatig logeren tijdens zomervakanties. Hij was niet bepaald een lezer. We kenden elkaar van het voetballen en eigenlijk waren de voetbalavonturen van Ad van Gils over Snelle Jelle de enige boeken die hij las. Al te dik waren die boeken niet, maar toch vond ik dat mijn vriend ze verdacht snel uit had. Ik was dan nog maar halverwege mijn iets dikkere Biggles-boek en hij had Snelle Jelle alweer uit. Ik was verbaasd tot ik op een gegeven moment zag dat hij hele bladzijdes over sloeg. Misschien dat ik het als een wedstrijdje snellezen zag en dat ik het daarom als vals spelen beschouwde.

Maar er moeten meer antwoorden zijn

Ik denk er nooit over na dat ik stukken over kan slaan als ik ze minder boeiend vind. De schrijver heeft immers de moeite genomen ze te bedenken, heeft er zijn best op gedaan, dus dan mag ik ook wel moeite doen ze te waarderen. Nee, dat is geforceerd, maar toch. Wat ook meespeelt is dat ik niet door stukken over te slaan uit het verhaal gehaald wil worden. Over dat overslaan heb ik nog een aardig verhaal. Vertalers zijn misschien soms ook niet altijd even geboeid door het boek dat ze vertalen en slaan dan hele stukken tekst over. Ik kwam daar achter toen ik voor mijn eindscriptie de vertaling Biggles in de Zuidzee las en meteen daarna het origineel Biggles in the South Seas. Van verschillende fragmenten kon ik mij niet herinneren ze eerder tegengekomen te zijn. En dat bleek te kloppen. Het boek telde 185 pagina’s, maar dat hadden er volgens mij 10 tot 20 meer mogen zijn. Maar dat ga ik nog een keer uitzoeken in Biggles News Magazine.

#50books – vraag 27

Van welk boek heb je ooit gezegd dat je het gelezen had, terwijl dat niet zo was?

Dat is Peter Pellenaars 27e vraag uit #50books. Voor het antwoord ga ik terug naar mijn middelbare schooltijd. Ja, je voelt hem al komen en erg origineel is het niet, maar het is inderdaad een boek voor mijn leeslijst. Het begint eigenlijk al daarvoor tijdens een studiereis naar Griekenland met klas 5 en 6. Ik zat toen dus in de 5e en we hadden het met aantal zesdeklassers soms over boeken, leeslijsten en de boekenbeurten in het bijzonder.

Dat is misschien een merkwaardig onderwerp

Maar toch minder merkwaardig dan het lijkt. Drie van die die zesdeklassers hadden een landelijke literatuurquiz onder 23 jaar gewonnen van de NRC. Of ja, van 1e, 2e en 3e geworden. Echte liefhebbers dus. Een van hen werd later tijdens zijn studie de eerste Dichterkenner des Vaderlands.

Vandaar dat we het weleens over boeken hadden

En over boekenbeurten. Ze hadden allerlei tips. Ze moest je bij de leraar Duits 20 punten lezen, bestaande uit boeken die meen twee tot vijf punten waard waren. Maar hij ging slechts op drie boeken uitgebreid in. Ze stelden dat je bij hem het beste één boek niet kon niet kon lezen en als de docent er dan vragen over ging stellen dan moest je eerlijk zeggen dat je dat boek niet had gelezen. De inhoud verdeeld over drie boeken telde namelijk voor de helft mee in je punt, de uitspraak en taalbeheersing waren de andere helft. Dus door toe te geven dat je één boek niet had gelezen, verspeelde je effectief maar 1/6e van het punt.

Wat ik deed met het advies

Ik zocht mijn twintig punten bijeen en na wat algemene vragen antwoordde ik op de vraag met welk boek ik wilde beginnen dat dat Narziß und Goldmund Iedereen wist dat dat het favoriete boek van de docent was en dat hij als je het boek gelezen had, je het daar niet al te moeilijk mee zou maken. Het ging mij ook goed af en ik koppelde het boek aan de Tweede Wereldoorlog.

Nog twee boeken over wist ik

En ik wist ook dat ik Effi Briest van Theodor Fontane niet had gelezen. Dat de docent het erover wilde hebben, leek me aannemelijk. Het andere boek waar hij het waarschijnlijk over zou willen hebben, was Aus dem Leben des Gallileis. Dat vond ik een prachtig toneelstuk dat bovendien ook duidelijk te koppelen was aan de Tweede Wereldoorlog. Over dat boek wilde ik het wel over hebben.

Tactiek

Het praten over Narziß und Goldmund, dat ik net als Martha een schitterend boek vond, ging me eenvoudig af dus ik besloot daar maar mee door te gaan. Daarmee plaatste ik de leraar voor een probleem want uiteindelijk stelde hij dat er nog te weinig tijd was om twee boeken te bespreken. Hij vroeg me toen over welk boek ik het wilde hebben. De keuze was natuurlijk simpel.

Het resultaat mocht er zijn

Ik haalde een royaal hoger punt dan ik maximaal had kunnen halen als ik de tip was opgevolgd. En de klapper kwam na afloop van de boekenbeurt. De docent was ook klaar dus we liepen samen naar de auto. Wat bleek: ik had precies dezelfde interpretatiefout gemaakt bij Aus dem Leben des Gallileis als hij bij zijn doctoraalscriptie Duits.

#50books – vraag 26

Ja ja, ik weet het. Ik ben nog bezig met de #50books vragen van @petepel. Oh nee, correctie, van Peter Pellenaars want hij heeft zijn Twitter-account verwijderd. Zou ik niet durven en ook niet willen. Maar goed, dat allemaal terzijde. Ik wil nu beginnen met een blogsprint om eindelijk de #50books vragen van Peter af te ronden zodat ik aan kan sluiten bij Martha’s vragen van #50books 2014. Laat ik dan maar gauw met vraag 26 beginnen.

Hoe houden jullie bij welke boeken je al gelezen hebt?

Tegenwoordig hou ik amper bij wat ik wel en nog niet heb gelezen. Dat was wel ooit anders. Ik kan me herinneren dat ik op de basisschool hele lijsten maakte van Suske en Wiske. En dan gek genoeg niet eens van de nummers die ik in mijn bezit had, tenminste niet dat ik het mij kan herinneren. Nee, ik maakte in een kleine multomap waarin ik nummer nummer 67 De poenschepper (als ik het mij goed herinner) omnummerde naar 1, en 68 naar 2. Gewoon voor het geval Standaard Uitgeverij zou besluiten om de serie weer bij 1 te laten beginnen. Dan zou ik tenminste weten welke strip welk nummer zou krijgen.  Een paar jaar later ontdekte ik dat de uitgeverij de eerste 66 nummers in willekeurige volgorde in de vierkleurenreeks had opgenomen.

Ik hield in die jaren meer bij.

Zo streepte ik een tijdlang in de titellijst van Arendsoog deel 61 Jacht op een ‘schaduw’ aan welke boeken ik zelf had. Later maakte ik in Tasword op onze MSX 2 een uitgebreidere lijst. Ik schreef precies welke boeken ik zelf had en welke boeken ik via de schoolbibliotheek of die van Deurne had gelezen.

Laatste poging

Ergens tijdens een vakantie in de bovenbouw heb ik nog een keer een boekenlijst ingelegd van alles wat er in mijn collectie zat, de strips overigens niet meegerekend. Ik meen dat ik ergens tussen de 5 en 600 boeken uitkwam. Als ik nu zo’n lijst zou moeten maken zou die veel groter zijn omdat alleen mijn Biggles en W.E. Johns collectie tegen de 300 boeken beslaat.

Niet helemaal laatste poging

Dat realiseer ik me nu al typend. Ik heb een lijst bijgehouden van Engelse boeken van Capt Johns die ik in mijn bezit heb. Een tijdlang heb ik zelfs bijgehouden op exemplaren pockets, hardbacks met of zonder stofomslag of omnibussen. Later ben ik overgestapt op een lijstje met boeken van Johns die ik nog niet heb. Op dat lijstje staan nu nog 6 titels.

Maar dat is niet het antwoord op de vraag.

Klopt, daar kan ik kort over zijn. Ik hou niet bij wat ik wel of niet heb gelezen. Ik onthoud het min of meer aan de plaats in de boekenkast, of juist doordat een boek er nog niet in staat. Verder hoop ik het gewoon te onthouden. Maar misschien krijg ik door de andere antwoorden op deze vraag wel zin om op de een of andere manier “gelezen” lijsten aan te leggen.

#50books – vraag 25 – Paul en zijn basis

Er kwam een beetje de klad in, in mijn deelname aan het mooie #50books initiatief van Peter Pellenaars. Sterker nog, inmiddels heeft hij al zijn 50 vragen gesteld en ik er nog 19 te gaan. De komende weken staan op dit blog dan ook helemaal in het teken van #50books, te beginnen met vraag 25. En wat een mooie vraag is dat om juist rond de feestdagen te mogen beantwoorden:

Welk boek heeft voor jou een bijzondere betekenis gekregen?

Als ik eerlijk ben, kan maar er voor mij maar één antwoord mogelijk zijn. Of misschien toch twee,  maar dat zal ik uitleggen in de deze post. Als je al eerder op deze site bent geweest dan kun je aan de hand van de titel van dit blog misschien wel raden welk boek ik bedoel. Het boek staat vermeld in de zijbalk en ik heb het dan over het eerste Biggles-boek dat ik samen met Marvel Wagenaar heb mogen vertalen: Biggles en zijn basis uit 2001.

Waarom Biggles en zijn basis?

Er zijn voor mij genoeg boeken die wat voor mij betekenen, maar Biggles en zijn basis springt er echt uit. Voor een schrijver blijft vermoedelijk zijn eerste boek speciaal, voor deze vertaler geldt dat in ieder geval. Toen ik met het vertalen van The boy Biggles begon, sloot ik daarmee een vervelende periode in mijn leven af. Ik werd in mijn eerste eindexamenjaar depressief, zakte daardoor als een baksteen, maar in de loop van de zomer begonnen de medicijnen en gesprekken hun werk te doen en kreeg ik weer vertrouwen. Ik was er al bij voorbaat van overtuigd dat ik het komende jaar wel zou slagen en maakte ook weer werk van mijn hobby, Biggles. De serie moest nu compleet worden, dus werd ik lid van de International Biggles Association. En gelukkig hadden ze ook The boy Biggles en Biggles – Air detective te koop. Dat zou mijn leven letterlijk veranderen.

Biggles en zijn basis is voor mij om een nog veel belangrijkere reden erg speciaal. Enkele mensen van wie ik zielsveel hou, hebben dit boek nog mee mogen maken. Behalve Marvel Wagenaar noem ik hier geen namen. Met Marvel heb ik uiteindelijk drie boeken vertaald. Daarna zou zij met een ander I.B.A.-lid de twee resterende Biggles-boeken vertalen. Helaas heeft het voor haar niet zo mogen omdat zij eind 2005 aan een hersentumor overleed, slechts 52 jaar oud.

Daarom is Biggles en zijn basis dus heel speciaal voor mij. Een goede tweede is Biggles in Frankrijk dat ik samen met 2 andere I.B.A. leden voltooide als eerbetoon aan haar.

#50 books – vraag 48 – Geen schatten ergens opgeborgen

Hebben jullie nog boeken ergens opgeborgen in dozen? Zo ja, waarom?

Dat is alweer Peters 48e vraag uit zijn 50books reeks. Helemaal waar is de titel van deze blogpost niet. Om de vermoedelijk volledige waarheid te zeggen zou ik “geen onbekende schatten opgeborgen opgeborgen”  moeten schrijven. Ergens opgeborgen betekent in mijn geval achter de schuifdeuren in de schuine wanden op onze twee slaapkamers boven. Daar bergen we letterlijk alles op wat we niet meer nodig hebben of tot het moment dat het eens per jaar weer nodig is, zoals onze kerstspullen.

Maar daar liggen geen onbekende boeken

Denk ik althans. Het is me nu te laat om het nu te controleren. Er slaapt al iemand en het openen van de schuifdeuren gaat gepaard met flink wat herrie. Morgen zal ik controleren of gelijk heb dat echter de schuifdeuren niets meer te vinden is dan een stuk of acht boeken uit de Pim Pandoer-reeks die ik ooit van mijn peettante kreeg. Die boeken met halflinnen omslag kwamen geloof ik uit een school en vielen door veelvuldige lezing ongeveer uit elkaar. Een aantal hebben we, meen ik, versterkt met witte tape. Maar de boeken zagen er niet uit hoewel me ik daar niet door liet weer houden en er een paar wel las. Door de slijtage leken de boeken m echter geen sieraad voor mijn boekenkasten, vandaar dat ze in een plastic tas achter de schuifdeuren belandden.

MSX 2

Onze allereerste computer was een MSX 2 NMS 8245 van Phlips. Later werd die vervangen door een tot de NMS 8255 omgebouwde NMS 2850. Dat ombouwen hield in dat er 2  720 Kbdiskdrives in plaats van 1 in werd gezet. Vanwaar nu dit technische verhaal? Die tweede MSX 2 heb ik nog steeds en hij staat achter de schuifdeuren en hij vergezeld door een boeken over MSX DOS, MSX BASIC en Home Office en enkele mappen met gekopieerde handleidingen zoals voor tekstverwerker Tasword. En voor een of andere programmeertaal voor kinderen wiens naam mij nu ontschiet waarmee je met een schildpad kon leren programmeren.

Dat is alles wat mij aan boeken opgeborgen is. Goed, goed, ik heb ook nog wat ringbanden en readers uit mijn studietijd achter de schuifdeuren verbannen, maar de rest staat keurig in het zicht in kasten of op planken. Alhoewel, in de huiskamer staat een kast waarin op de planken boeken staan waarop het zicht is ontnemen door mandjes en cd-boxen.

#50books – vraag 46 – jongenboeken soft?

Welke liefdesgeschiedenis(sen) heb je ooit gelezen die je iedereen zou willen aanraden ook te lezen?

Dat is Peters 46e #50books vraag. Voor deze vraag heb ik bij uitzondering een inzending van iemand anders gelezen voor ik zelf de vraag heb beantwoord. En ik moet toegeven dat ik het erg jammer vind dat ik bij de beantwoording van deze vraag niet zelf aan Narziß und Goldmund van Hermann Hesse heb gedacht. Dat had Martha namelijk al gedaan en ik kan het alleen maar met haar eens zijn. Ik las het boek ook voor mijn lijst – net als de hele klas want het was het favoriete boek van de docent – in één ruk uit. Jaren later kocht ik het in het Nederlands maar ik was bang dat het boek in de vertaling leek het enigszins zijn magie was verloren dus heb ik het nog niet herlezen. Misschien toch maar een kijken waar het ook alweer staat. Ik heb het inmiddels al gevonden.

En dan te bedenken dat Het kralenspel volgens een klasgenoot een nog mooier boek van Hesse is. Ook dat boek staat op een plank. Maar ik dwaal af bij de beantwoording van Peters vraag. Liefdesgeschiedenissen lees ik niet veel. Tenminste zuivere liefdesgeschiedenis, waarin de liefdesgeschiedenis het hoofdthema is. Of het is in ieder geval niet het thema dat ik onthoud bij het lezen van boeken. Maar ik moest bij het lezen van de vraag meteen aan Arendsoog en Witte Veder en niet veel later aan Biggles, Algy, Ginger en Bertie denken. Avonturenboeken waarin vrouwen slechts een zeer beperkte rol in spelen. Ja, Arendsoog heeft een jonger zusje, Ann, en woont nog bij zijn moeder. Toch kwam in de boeken volgens een discussie op het Arendsoog Forum enige romantiek voor, hoewel zeer beperkt. Blijkbaar was een getrouwde Arendsoog voor de schrijvers een brug te ver.

Maar misschien hebben de schrijvers daar geen gelijk in want 2 leden van het Arendsoog Forum schreven fanfictie verhalen waarin zij Arendsoog en Witte Veder lieten trouwen. Marthe en Anne hadden allebei de romantiek in de verhalen gemist en hebben laten zien dat het prima kan, een romantisch Arendsoog-verhaal.

Al schrijvende schiet me nog een verhaal te binnen waarvan de liefdesgeschiedenis mij is bijgebleven, Twee vrouwen, van Harry Mulisch. Een fatale liefdesgeschiedenis. Ik vond het boek sterker dan zijn De Aanslag.

En oh ja, Biggles deelde jarenlang een appartement met zijn drie vrienden, maar had tijdens de Eerste Wereldoorlog een affaire met Marie Janis, die helaas een Duitse spionne. bleek. Jaren verliezen ze elkaar uit het oog maar niet uit het hart want nadat Von Stalhein door Biggles is gered weet hij te melden dat Marie Janis in handen dreigt te vallen van communisten. Na een spannend avontuur weet Biggles haar te redden.

Enne… Ginger laat in Biggles in de Zuidzee een oogje vallen op Volle maan, maar volgens Johns’ biografen kreeg hij daarna veel lezerspost met het verzoek om Biggles alsjeblieft niet te soft te maken…

 

#50books – vraag 47 – Geen lijstjes voor mij..

Of het moet natuurlijk mijn #50books lijstje zijn. Dat is mijn korte antwoord op Peters 47e vraag:

Welke boek(en) uit de NRC lijst heb je nog niet gelezen maar ga je zeker binnenkort alsnog lezen (oftewel: waarom maken we onszelf gek met een almaar groeiende lijst van ‘nog te lezen’ boeken)?

Uit die lijst heb er slechts een paar gelezen  en heb ik er  net iets meer nog op de stapel van te lezen liggen. Nu heb ik op zich niets tegen lijstjes en ik maak er soms ook dankbaar gebruik van. Maar ik lees voor mijn plezier en niet omdat een boek toevallig wel of niet op een lijstje staat. De boekenbijlages van kranten kunnen mij wat dat betreft maar matig meer bekoren de laatste tijd.

De laatste tijd of toch al wat langer?

Dat laatste. Hoewel ik graag lees bemerk ik dat ik al een hele tijd nauwelijks lees. Het laatste boek buiten mijn eigen vertaling en wat non fictie na was van de zomer en dat boek heb ik nog niet eens uit.  Daarnaast werd ik door Elja’s blog van gisteren ook nog eens met de neus op mijn infrequente bloggedrag van wie weet hoe lang eigenlijk al gedrukt. Ik heb het net even nageteld. Verspreid over twee blogs en een column heb ik het afgelopen jaar (vanaf begin januari ergens) 41 + 35 +1 = 77 blogposts geschreven. Best een mooi aantal. Maar er zit geen systeem in en ik wil want ik vind het zo leuk om te doen.

Dat zijn dus twee dingen die ik graag doe

Eerst was er de gedachte dat ik meer wilde bloggen, dat ik elke dag wilde bloggen. Vlak daarna realiseerde ik me dat ik ook dagelijkse een boek of e-book in de hand wil hebben zodat ik eindelijk eens van al die schitterende boeken die hier op mijn leeshonger liggen te wachten.

Zodat ze lijst ook weer wat korter wordt, zowel die van het NRC als de alternatieve lijst die op het blog van Martha verscheen.

Zo, nu het tweede deel van mijn iedere dag voornemen.