Hoe ik van een alfa in een halve bèta veranderde (en ik toch weer selectiever wil worden)

Op de middelbare school was ik een echte alfa. Ja, ik had nog economie I nodig omdat mijn handschrift te onhandig was voor Grieks maar verder was het een en al taal wat de klok sloeg: Nederlands, Engels, Frans, Duits, Latijn en vooruit Geschiedenis. Maar Geschiedenis draaide om verhalen en verhalen maak je met taal. Het verhaal over die school lees je trouwens in In een goed blaadje en een certificaat.

Dus ik ging na het behalen van mijn diploma ook fijn Letteren studeren in het mooie Tilburg. De propedeuse was in een vloek en een zucht binnen. Vooral Communicatiewetenschap van Jan Renkema was grappig, maar dat verhaal zal even moeten wachten want het echte probleem was dat ik veel vakken misschien wel te makkelijk vond.

Daardoor had ik het idee dat ik mezelf niet genoeg uitdaagde. Dus koos ik voor de studierichting Taal & Kunstmatige Intelligentie. De vakken van die richting waren nog een uitdaging geweest en ik had bovendien wel enige interesse in programmeren. Al was het maar omdat ik automatisering als een oplossing zag voor veel problemen die ik dankzij mijn handicap tegenkwam.

Helaas bleek TKI te moeilijk voor mij.

Ik begreep in dat ene semester dat ik TKI deed amper iets van datgene wat de docenten uitlegden. En van de boeken die we moesten lezen, begreep ik nog minder. Dus rap overgeschakeld naar Cultuur & Letteren. Dat paste beter bij me. Helaas had ik nog wel vertraging door zoiets vervelends als mijn bipolaire stoornis en duurde het even voor ik mijn bul haalde. Maar ik zat gelukkig weer in de alfa-richting. Mijn eerste serieuze baan na mijn afstuderen was bij een communicatiebureau.

Een communicatiebureau van en voor mensen met een beperking, dus dat was voor mij helemaal kaasje. Het ging tot ieders tevredenheid goed tot ik toch weer last kreeg van die vervloekte bipolaire stoornis en mijn contract helaas niet verlengd werd.

Ondertussen was er een economische crisis uitgebroken.

We schrijven inmiddels herfst 2012 en mijn manie lijkt onder controle maar was dat achteraf gezien absoluut niet. De naweeën waren heftig. Daar vertel ik binnenkort meer over in mijn boek. Ik was niet helemaal in bloedvorm en er was een economische crisis. Dat had tot gevolg dat ik lang geen baan kon vinden. En de baan die ik uiteindelijk vond, was een baan als content manager. Al een klein beetje bèta dus want we waren bezig een webwinkel op te zetten.

Een beetje bèta dus, maar genoeg om er weer in verder te willen. Dus schoolde ik mezelf om. De webwinkel was namelijk mislukt. Het omscholen lukte nog prima, maar helaas leverde de stage als web developer mij geen baan op. Het was toch te veel bèta voor deze alfa. Gelukkig kon ik al snel ergens als webmaster beginnen. En daar zit ik nog steeds. Op zich helemaal geen verkeerd werk, maar behoorlijk bèta. En ik mis alfa-bezigheden. Daarom ben ik blij dat er binnen het bedrijf nu mogelijkheden zijn om taal, tekst en verhaal te verkennen.

Want als ik iets heb geleerd de afgelopen jaren over wat ik kan en wil, dan is het dat selectiever moet zijn: dat ik moet kiezen voor tekst, taal en verhaal. Zie mijn leeshobby, zie mijn vertalingen, zie mijn boek, zie dit blog. Ik heb het idee dat ik door selectiever te zijn mezelf en anderen beter kan helpen.

#WOT Word on Thursday: selectief

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Nieuwe ronde, nieuwe kansen

Zo dacht ik dus alles onder controle te hebben maar verrast een oude bekende me weer. Een oude bekende waar ik nou juist geen last meer van dacht te gaan krijgen. Omdat ik met hem/haar/het afgerekend dacht te hebben. Want juist dat was het onderwerp van mijn boek: hoe ik afrekende met mijn bipolaire stoornis.

Dat afrekenen bleek toch iets minder definitief dan ik dacht. Gelukkig lijkt het er nu op dat ik weer controle heb en kan ik hopelijk eind van de week uit de voorzichtig-aan-modus. Heel voorzichtig, dat natuurlijk wel. En carnaval is nooit echt aan mij besteed geweest, dus ik gebruik die week denk ik als een extra rustweek.

Daarna hoop ik weer iets meer te kunnen doen richting toekomst. Want, ik heb nu al bijna vier weken het gevoel dat ik stilsta. Nou kan dat op zijn tijd helemaal geen kwaad én op de keper beschouwd klopt dat gevoel ook niet helemaal. Zo had ik vandaag alweer de tweede WRAP-bijeenkomst. Dat ging onder andere over een koffer voor een goed gevoel. Typte ik bijna ‘een koffie voor een goed gevoel’ dus die komt er sowieso in. En zo weet ik nog wel een dingen die erin kunnen. Maar de WRAP is persoonlijk bedoeld dus ik ga dat hier niet allemaal delen.

Wat ik wel een interessante ontwikkeling vind – en waar ik het misschien vaker over wil hebben – is dat ik steeds meer graag mensen om me heen wil hebben. Ik memoreerde bijvoorbeeld vanmiddag tijdens de cursus dat ik vroeger op de middelbare school best een Einzelgänger was. Dat kwam door mijn slechtere gehoor. De docenten kon ik verstaan. In de aula of op andere plekken tijdens de pauzes lukte het mij niet.

Combineer dat met het feit dat ik vanwege mijn lichamelijke handicap met de auto naar school werd gebracht ik dus niet alleen door mijn slechtere gehoor van sociaal contact werd beroofd maar ik door mijn handicap. Maar het mooie is dat ik er toen geen last van had. Het was gewoon een feit waar ik niet bij stilstond. Daardoor heeft het me nooit gehinderd. Ik heb nooit echt het gevoel gehad: waarom overkomt mij al deze ellende? Integendeel, van ellende was geen sprake.

Daar prijs ik me gelukkig mee. En ik prijs me gelukkig met de ontwikkeling van de techniek. Er kwamen digitale hoorapparaten waardoor ik in de bovenbouw iets meer mogelijkheden had, al was het soms wennen en duurde het een paar jaar tot ik loskwam. Wederom zonder dat ik er last van had dat het langzaam ging. Hooguit misschien in mijn eerste eindexamenjaar, toen ik depressief werd. Maar dat, bleek een aantal jaren later, was de ene kant van een bipolaire stoornis. Die was er toch wel gekomen. En ik kwam los in mijn prachtige tweede eindexamenjaar.

Inmiddels zijn we ruim twintig jaar verder en hebben internet, mail, sociale media en blogs mijn contacten zo veel breder gemaakt dan ik ooit had durven dromen. Ik pak uiteindelijk kansen die nieuwe mensen mij via nieuwe dingen bieden. En daar ben ik dankbaar voor.

~~~

Afbeelding van Peggy und Marco Lachmann-Anke via Pixabay

#wot Ramp

Alles is op dit moment toch relatief. Natuurlijk, het is niet fijn dat ik nu al een tijdje ziek thuiszit omdat ik toch weer manisch werd. Gelukkig heb ik er weer van geleerd en ik hoop dat ik daarmee de kans op herhaling kleiner heb gemaakt. Ik ben nog bezig met iets wat in mijn boek staat maar waarvan ik had gehoopt dat ik het nooit meer nodig zou hebben. Maar het is geen ramp dat dat nu wel nodig blijkt. Ik kom er misschien in een later blog op terug. En anders zeker in de bijgewerkte versie van mijn boek. Laat ik het maar een geluk bij een ongeluk noemen dat het nog niet is verschenen.

Maar mijn kleinmenselijke leed – hoe vervelend ook voor mij en mijn directe omgeving – valt natuurlijk absoluut in het niet bij de aardbeving in Turkije en de vele doden en gewonden die daardoor vielen in dat land en ook in het toch al zo geteisterde Syrië. Dat zijn echte rampen. Rampen die mijn eigen rampen toch echt tot geen ramp reduceren. Gelukkig ben ik bovendien optimistisch en zie ik vaak al snel positieve kanten bij persoonlijke rampen.

Is een ramp pas een ramp als het een persoonlijke ramp is?

Optimistisch zijn valt echter voor rampen van het kaliber als deze aardbeving niet mee. Toch valt me op hoe snel ik toch weer overga tot de orde van de dag. Want ik ben niet persoonlijk geraakt en ik ken voor zover ik weet ook niemand die wel persoonlijk is geraakt. En – misschien is het hypocriet maar het kan ook een oeroud overlevingsmechanisme zijn – dat betekent dat mijn betrokkenheid waarschijnlijk niet veel verder reikt dan Giro555.

En dat stemt dan ook weer tot nadenken: is daarmee mijn ‘schuld’ afgekocht? Ben ik überhaupt mensen die ik totaal niet ken iets verschuldigd? Ja, ik vind het erg. Ja, het is een ramp, maar ik vind het geen ramp. En ja, dat vind ik wél een pijnlijke conclusie.

Natuurlijk hoop ik dat alle gewonden herstellen, dat er geen extra doden meer te betreuren zijn. Natuurlijk wil ik inderdaad financieel een steentje bijdragen. Natuurlijk vind het geweldig hoe mensen die het wel persoonlijk raakt, zich persoonlijk inzetten. Ik hoop dat ik de moed heb dat ook te doen, mocht er ooit een ramp komen die mij of mijn omgeving wél raakt. Maar ik hoop dat dát nooit gebeurt en dat ik nooit hoef te slagen voor die test op moed.

#WOT = Word on Thursday

~~~

Afbeelding van Brigitte Werner via Pixabay

In een goed blaadje en een certificaat

Post Willibrord 38
Klik op de afbeelding voor een leesbare vergroting.

Gisteren schreef ik al dat de maand januari voor mij enigszins turbulent verliep, om het eufemistisch te zeggen. Toch gebeurden er ook mooie dingen. Zo stond ik bijvoorbeeld in de eerste week van januari in een goed blaadje: het contactblad van Vrienden van Willibrord , de middelbare school in Deurne waar ze me met wisselend succes het verschil hebben proberen uit te leggen tussen de spiritus asper en de spiritus lenis. Dat was met mijn handschrift nog knap lastig. Van de Accusativus cum infinitivo (ACI) begreep ik gelukkig iets meer, want ik sloot mijn carrière op die school wel mooi af met het felbegeerde diploma.

Een tijdje terug benaderde een redacteur van Post Willibrord me of ik iets voor het blad wilde doen. We werden al pratende allebei enthousiast en het begin is gemaakt met een interview in het januarinummer. Ik kan er niet naar linken want het staat niet online. Zie hierboven. Klik op de afbeelding voor een leesbare vergroting. Geloof me maar op mijn woord dat ik het gesprek op basis waarvan het interview werd geschreven, heel prettig vond. Het was een leerzaam gesprek, ook voor mij. Misschien kom ik daar in een later blog nog op terug. Ik heb inmiddels het interview aan verschillende mensen laten lezen en heel fijne en positieve reacties gekregen. En toevallig stond een klasgenoot in mijn lijst met suggesties voor een connectie op LinkedIn. Ik raakte met haar aan de praat en zij bleek het interview ook gelezen te hebben en erdoor geraakt te zijn. Mooi.

Certificaat

In de tweede week van januari kreeg ik mijn certificaat voor het afronden van de cursus Wijzer Werken met Ervaring bij GGZ Oost Brabant. Het was een boeiende cursus die zeker naar meer smaakt. Veel interessante verhalen gehoord van andere deelnemers en het vak leren kennen. Ik heb ook regelmatig geblogd over wat de cursus met mij deed en ben van plan dat te blijven doen omdat mijn zoektocht nog lang niet voltooid is. Zo ben ik begonnen aan online groepsgesprekken op maandagavond en start volgende week de Wellness Recovery Action Plan (WRAP-training). Mijn avonturen op maandagavond lenen zich niet zo goed voor een blogvorm, hoewel ik ze daardoor niet minder interessant of waardevol vind. Integendeel, het overtreft wat dat betreft zelfs mijn verwachtingen.

Van de WRAP-training wil ik hier wél verslag doen, net als van de WWME dus. Ik heb op basis van wat ik las bij het Copeland Center (de bedenkers van de WRAP) en het Trimbos Instituut, het vermoeden dat een aantal dingen die in de WRAP naar voren komen, ook al in mijn boek staan. Dat maakt mij heel nieuwsgierig, dat zullen jullie begrijpen.

~~~

Afbeelding: Uit Post Willibrord 38 januari 2023 (Vrienden van Willibrord).