#WOT Stemming

Gisteren was het woord ‘stemming’ de #WOT. Daar heb ik natuurlijk het nodige over te zeggen, maar ik kwam er niet eerder aan toe omdat ik nog bezig was met een vertaling. Stemming dus. Het is een belangrijk onderdeel in mijn leven omdat mijn bipolaire stoornis natuurlijk een stemmingsstoornis is. Als mijn stemming door ziekte schommelt, dan betekent dat heel wat meer dan een dipje of juist een opgewekt gevoel. Nee, als mijn stemming schommelt door mijn ziekte/stoornis, dan betekent dat dat ik niet meer gezond kan functioneren. Sterker nog, het betekent al snel dat ik niet meer kán functioneren.

En dat is ook precies de reden dat ik een stemmingsstabilisator slik. En nog een aanverwant medicijn ter ondersteuning. Gelukkig houden ze me stabiel. Op dit blog gaat het vaak over mijn bipolaire stoornis. Omdat die zo’n grote invloed op mijn leven heeft gehad. Ik schrijf ‘gehad’ met enige twijfel maar toch ook met overtuiging. Ik denk namelijk dat ik het beginpunt van mijn manieën gevonden heb. Dat is bij mij de emotie ergernis die alles in gang zet. Sinds ik dat weet, ben ik er ook meer over gaan schrijven. Op dit blog en in een boek waar proeflezers erg enthousiast over zijn. Ik hoop het snel te kunnen publiceren omdat ik echt hoop er anderen mee te kunnen helpen.

Ik wil wijzen op het risico van ergernissen. Ze kunnen namelijk met je aan de haal gaan en je hoeft nog niet eens een bipolaire stoornis te hebben om daar de kwalijke gevolgen van te ondervinden. Nu ik me bewust ben van die kwalijke rol van ergernissen, weet ik dat ze me simpelweg de ellende die ze me in het verleden hebben bezorgd, niet waard zijn. Dat besef helpt mij enorm.

Lotgenoten helpen

Met bovengenoemde inzichten zou ik graag lotgenoten willen helpen. En lotgenoten mag je breed opvatten. Het was een reden dat ik mijn boek schreef. En het was de reden dat ik begon met de cursus Wijzer Werken Met Ervaring bij GGZ Oost Brabant waar ik eergisteren over blogde. Omdat ik nogal een lezer ben, graag blog en zeker door de ervaring met het schrijven van mijn boek, ben ik me heel erg bewust van de kracht van verhalen. Een sterk punt van een verhaal is dat je er sneller dagelijks mee bezig bent. En ik heb geleerd dat dat belangrijk is. Als ik eerder dagelijks met het verhaal van mijn stoornis bezig was geweest, was me misschien een hoop ellende bespaard gebleven.

Tijdens de cursus wil ik graag de kracht van het verhaal inbrengen. Een uitdaging die ik eergisteren formuleerde was dan ook andere mensen helpen met het achterhalen en vertellen van hun verhaal. Want ik kan prima mijn eigen verhaal vertellen, maar lukt dat ook bij dat van een ander vertellen? Dat lijkt me een mooie uitdaging.

En of het zo moest zijn, had ik gisteren ook een telefoontje staan met iemand van het bestuur van de Vrienden van het Willibrord Gymnasium. Dat zou gaan over het blad Post Willibrord. Dat bleek te kloppen want ze zochten mensen om mee te helpen het blad te vullen. Oud-leerlingen interviewen en misschien nog wel meer. Of ik daar interesse in had? Gezien wat ik net schreef, was ik daar natuurlijk volledig voor in de stemming. Wordt vervolgd.

~~~

Afbeelding van -Rita-👩‍🍳 und 📷 mit ❤ via Pixabay

Begonnen aan cursus ‘Wijzer Werken met Ervaring’ – Wat ik hoop te bereiken

Deze blogpost is deel 1 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

Vanmiddag is dan eindelijk mijn cursus ‘Wijzer Werken met Ervaring’ bij GGZ Oost Brabant begonnen. Ik keek er al maanden naar uit en na de eerste van vijftien bijeenkomsten ben ik nog enthousiaster geworden. Ik zie mezelf er wel Wijzer van worden. En misschien wil ik er wel in doorgaan. Vandaag was het puur kennismaken, verwachtingen duidelijk maken en doelen stellen. Ik heb vanmiddag in de cursus al aangegeven dat ik blog maar dat het voor mij uiteraard vanzelfsprekend is dat ik niets persoonlijks schrijf wat ik van anderen heb gehoord tijdens de cursus.

We hadden een klein maar divers gezelschap en ik hoop de komende weken juist van die diversiteit te leren. Ik ga de komende tijd nog wel meer vertellen over hoe ik de cursus ervaar maar ik wil vandaag aangeven waarom ik de cursus ben gaan doen. Dat ligt in het verlengde van mijn boek over mijn bipolaire stoornis. Dat boek beschouwde ik als een afsluiting van een lange tijd waarin ik zoekende ben geweest naar waarom ik iedere keer weer manisch werd. Van die manieën had ik immers vaker last dan van die ene depressie waarmee alles begon.

Zoals ik er nu naar kijk, is wat er allemaal is gebeurd tussen pak hem beet 6 juni 2015 en april 2020 erg belangrijk geweest voor mijn herstel. Dat moet ik overigens afkloppen, want je weet het maar nooit met herstel van een bipolaire stoornis. Ik blijf alert, niet zonder reden. Daar ga ik het later misschien nog over hebben. Nu niet.

Op 6 juni 2015 las ik een blog waardoor ik mij uit liet dagen om elke dag 5 minuten te gaan wandelen. Het werden al snel meer minuten en ik wandel nog steeds bijna iedere dag. En hoe vaker ik erover nadenk: dat ik toen iedere dag ging wandelen, heeft mijn leven veranderd. Nog niet meteen, maar wel in april 2019. Ik was totaal onverwacht na 7 jaar toch weer manisch geworden. Toen ik weer bij mijn positieven was, was het me door al dat dagelijkse wandelen snel duidelijk: als ik wilde weten waarom ik steeds manisch was geworden, dan dacht ik dat ik daar alleen maar achter zou komen door er dagelijks over na te denken.

En dat deed ik. Het leverde geen antwoord op, maar in april 2020 herkende ik daardoor wél een situatie van het jaar daarvoor. Een ergernis die ik vaker had gevoeld. Het was was mijn eureka moment. Ik sla wat stappen over, die ik later misschien nog invul, maar het werd een boek om lotgenoten te helpen. Door te wijzen op de rol van ergernissen. Ik ben vast niet de enige die er ziek van kan worden. Door te wijzen op de kracht van verhalen bij het nadenken over een ziekte of stoornis. Je eigen verhaal in lagen steeds verder afpellen en bij de kern komen. En door te wijzen op de rol van gewoontes. Vanaf vandaag dus ook in de cursus ‘Wijzer Werken met Ervaring.’

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Nieuw oorstukje net op tijd klaar voor de cursus

Vandaag kon ik dan eindelijk mijn nieuwe rechter oorstukje op gaan halen bij de audicien. Hoewel ik in die kleine drie weken dat ik noodgedwongen maar één hoorapparaat in had, best goed hoorde, merkte ik dat ik in sommige situaties toch extra gehandicapt was. Maar twee hoortoestellen in doen, was gewoon geen optie. Ik hoorde het zelf niet, maar ik heb me laten vertellen dat het klonk als het fijnknijpen van een blikje frisdrank. En dat continu.

Dus ik was vanmiddag toch wel een beetje gespannen of het nieuwe oorstukje wél goed zou passen. Ik heb in het verleden gehoord dat ik rechts een nauwe gehoorgang heb waardoor oorstukjes lastig blijven passen. Je oren blijven namelijk je hele leven groeien, of beter gezegd: de vorm van je oorschelp blijft veranderen. Vandaar dat ik dit probleem nu had en dat ik de afgelopen drie weken vier keer bij de audicien ben geweest.

Ik was me ervan bewust dat het ook een ander probleem kon zijn en dat er misschien aan de instellingen voor het gehoor zelf gesleuteld moest worden. Ik hoopte dat dat niet nodig zou blijken. De spanning werd nog even verder opgebouwd want ik was te vroeg. Maar toen ik aan de beurt was en het nieuwe oorstukje aan het hoorapparaat zat, heb ik allerlei bewegingen gemaakt met mijn mond en de audicien heeft flink met haar handen bij mijn oren lopen zwaaien, maar we hoorden allebei geen gefluit.

Dat was een hele opluchting en het gaf me ook de moed om te zeggen dat er links ook een probleem was. De afgelopen maanden was tot twee keer toe bij kriebelen in mijn oor het slangetje losgeschoten dat het oorstuk verbindt met het hoorapparaat. Het toestel hing los in het oor. We zagen al snel wat er aan de hand was: het verbindingsstukje tussen oorstuk en slangetje zat los. We kregen het tot twee keer toe thuis gerepareerd maar het leek me vandaag – nu ik niet meer het risico liep zonder toestellen te komen te zitten – handig om er wat van te zeggen. Gelukkig bleek het eenvoudig te verhelpen met een nieuw verbindingsstukje dat vastgelijmd werd.

Als klap op de vuurpijl liet ik de instellingen van mijn linkertoestel bijwerken op basis van het gehoorverlies dat in juli was geconstateerd maar waar ik toen niets aan had laten doen omdat het schoonmaken van de microfoontjes ook al veel hielp. Maar ik moet inmiddels toegegeven dat ik met deze nieuwe instellingen nog beter hoor, al vertekent het natuurlijk wel dat ik een hele tijd maar één hulpoor heb gehad in plaats van twee. En mijn huisgenoot heeft ook nog geen gefluit gehoord

Al met al heb ik hiermee en met mijn onderzoekingen naar uitstelgedrag het gevoel dat ik klaar ben voor de cursus ervaringsdeskundigheid van de ggz die morgen begint.

~~~

Afbeelding van Clker-Free-Vector-Images via Pixabay

Wanneer uitstellen nuttig kan zijn

De afgelopen dagen beschreef ik dat ik uitstelgedrag wil vermijden om ervoor te zorgen dat ik dingen die ik interessant, nuttig en plezierig vind, juist wel doe. Ik beschreef de strategie van het schrikbeeld om daarmee nutteloos ronddwalen op YouTube of voor de tv te voorkomen. Dat soort gedrag is op korte termijn heel verleidelijk, maar op lange termijn ga ik er altijd stevig van balen. Mijn schrikbeeld is daarvan een beeldende weergave die hopelijk het uitstelgedrag geneest. Tot nu toe gaat het nog niet zo slecht, maar een paar dagen zegt natuurlijk nog niet zo veel. Vandaar dat ik het minstens tot eind oktober in de gaten wil blijven houden.

Er zijn ook situaties waarin uitstelgedrag juist nuttig is. Daar wil het vandaag over hebben. Het bekende ‘Bezint eer gij begint’ is waarschijnlijk het bekendste voorbeeld van nuttig uitstelgedrag. Het kan handig om voor je ergens aan begint rustig na te denken over hoe je het wilt aanpakken. Wat mij betreft valt dit niet echt onder uitstelgedrag maar is het eerder het voorbereiden van het werk dat gedaan moet worden. Er is wel een valkuil: zorg dat je daadwerkelijk nadenkt over, onderzoek doet naar datgene waarmee je bezig bent/moet zijn. Anders is het gewoon uitstelgedrag. Als ik mezelf daarop betrap, weet ik dat zo snel mogelijk echt aan de slag moet; hetzij met nadenkende voorbereiden; hetzij met spijkers met koppen.

Een tweede nuttige vorm van uitstelgedrag is even pauzeren als je ergens niet uitkomt. Dan heb je al flinke tijd over nagedacht, aan gewerkt maar toch kom je er niet uit. Neem dan een pauze, ga heel wat anders doen en het kan zomaar zijn dat de oplossing je dan na een tijdje ineens te binnen schiet. Eerst heb je je zogeheten gefocuste brein aan het werk gezet. Dat is goed in het oplossen van allerlei problemen, maar soms heeft het gefocuste brein hulp nodig van het dwaalbrein. Dan ben je met heel iets anders bezig maar denkt je dwaalbrein na over het probleem van het gefocuste. Het grote verschil is dat het dwaalbrein veel associatiever nadenkt, minder de patronen volgt en vrijer met het probleem omgaat dan het gefocuste. Het geheim van de douche, zeg maar.

De derde situatie waarin uitstellen nuttig kan zijn heeft met vervelende (of slechte) gewoontes te maken. Je zit op de bank en je hebt ineens zin in een zak chips. Dan kun je natuurlijk meteen aan die neiging toegeven en daar de voorraadkast toelopen. Maar je kunt je bezoekje aan de voorraadkast ook even uitstellen. Het kan zomaar zijn dat daarmee de trek in chips ook verdwijnt. Dan is wachten dus gezonder. Een zelfde verhaal geldt voor je smartphone. Je kunt op ieder bliepje reageren om te kijken wat er nu weer aan de hand is. Zelf word ik daar soms zenuwachtig van en daarom heb mezelf de reflex richting broekzak afgeleerd. In mijn vrije tijd heb ik mijn telefoon vaak niet op zak. Ik vind het prettig om niet steeds te worden gestoord als ik ergens mee bezig ben. Wegleggen kan maar negeren lukt soms ook prima.

~~~

Afbeelding van Pexels via Pixabay

Nog een keer over het schrikbeeld dat kan helpen tegen uitstelgedrag

Gisteren schreef ik over de gelijkenis die mij opgevallen was tussen mijn vroegere reacties op langdurige ergernissen en aanhoudende slechte gewoontes als uitstelgedrag. Misschien gaat het wel om oerreacties: vechten (dat deed ik tegen mijn ergernissen) of vluchten (dat doe ik bij uitstelgedrag). Allebei op termijn niet de meest gezonde of handige reactie.

Maar hoe werkt dat dan?

Een oerreactie is evolutionair gezien een heel oude reactie. Net als gewoontes. Die worden aangestuurd vanuit de oudste kern van de hersenen, vanuit de amygdala. Een andere oude kern in de hersenen is de insulaire cortex, zo las ik in Leren als een pro van Barbara Oakley en Olav Schewe. De insulaire cortex registreert pijn. En ongelukkig genoeg komt die insulaire cortex in actie als je ergens aan wilt beginnen wat je niet helemaal ziet zitten. Zeker als het nog geen gewoonte is, kan het immers pijn doen. Aan een gewoonte zijn hersenen gewend. Die doen geen pijn meer. Vandaar uitstelgedrag. Je vermijdt pijn. Maar ja, ja weet dat je iets gedaan moet krijgen. Lummelen is even leuk, maar uiteindelijk zet het geen zoden aan de dijk.

En daar kwam mijn schrikbeeld om de hoek kijken

Ik wilde een patroon doorbreken. Volgens Charles Duhigg (Macht der gewoonte) bestaat een gewoonte uit vier onderdelen: een signaal, een routine, een beloning en een geloof. Duhigg stelt dat de crux bij het doorbreken van een slechte gewoonte bestaat uit het vinden van nieuwe routine terwijl het signaal en de beloning hetzelfde blijven. (Geloof speelt op zich niet zo’n rol, alleen maakt een sterk religieus of groepsgebonden (Anonieme Alcoholisten) geloof de kans op volhouden groter.) Ik vind dat een interessante gedachte en vroeg me af hoe dat werkt bij mijn uitstelgedrag.

Ik wil gaan vertalen. Signaal: au (insulaire cortex) Routine: niet beginnen, tv-kijken, doelloos internetten. Beloning (relaxt gevoel)

Maar volgens Oakley & Schewe duurt dat signaal uit de insulaire cortex maar kort, als je tóch begint. Wat gebeurt er dus als ik wel begin met vertalen? Al snel zit ik in mijn vertaalroutine en voel ik me veel prettiger dan wanneer ik toegegeven had aan dat pijngevoel. Mijn beloning is daarmee eigenlijk nog veel groter dan bij uitstelgedrag. En mijn uiteindelijke beloning wordt nog groter, want ik krijg werk gedaan. Dat was wat ik gisteren duidelijk wilde maken.

Het gaat om het doorbreken van het gewoontepatroon

Een gewoonte is een soort automatisme maar net als zo veel automatische reacties zijn ze toch te doorbreken. En daar gaat het om. Ik heb gemerkt dat het moment dat je in een routine schiet, een zwak punt is. Je moet er dingen voor doen en daardoor is er een moment van reflectie, een punt waarop je toch in een andere richting kunt gaan. En precies daar kan mijn schrikbeeld van gisteren helpen. Als extra waarschuwing, en hoe duidelijker die waarschuwing, des te prominenter die in je hoofd zit. En dat zorgt er hopelijk voor dat dit beeld bij een beslissing meegenomen wordt. Zodat je een patroon kunt doorbreken en een andere routine kunt kiezen. Dat moment van reflectie kun je overigens ook gebruiken om na te denken over waarom je op dat moment uit wilt stellen. Er kan best een goede reden voor zijn. En dan bedoeling niet dat er nog tijd genoeg is, maar iets anders kan belangrijker zijn. Maar daar zie je dan weer tegenop.

Er valt nog meer te zeggen. En daar begin ik morgen mee want er is nog een vorm van uitstelgedrag die wél gezond is.

#WOT weglopen

Een #WOT naar aanleiding van politieke actualiteit: weglopen. Maar ik blog alleen over mijn eigen actualiteit, al is die dan soms ook wat langer geleden. Verwacht van mij dus geen bespiegelingen over recente acties in Den Haag. Daar ben ik al een hele tijd niet meer geweest, namelijk. Al zijn de Koninklijke Bibliotheek en het Letterkundig Museum zeker geen locaties waar ik voor wegloop als ik in de buurt ben. Sterker nog, ik ging er weleens speciaal naar toe.

Mijn weglopen heeft te maken met uitstelgedrag. Weglopen voor het maken van een begin en dan afmaken. Maar vaak moet ik daar meermaals een begin voor maken omdat de taak te groot is om in één keer te kunnen voltooien. Dus begint het uitstellen weer. Misschien is het ook wel de reden dat ik deze #WOT, die toch echt voor donderdag is bedoeld, pas op vrijdag beantwoord. Maar ik zat er gisteren al wat over te filosoferen naar aanleiding van tweets over deze #WOT.

En daarbij viel me ineens een gelijkenis op tussen uitstellen en de ergernissen die bij in het verleden het startpunt konden worden van een manie. Ik wist wel dat ik me ergerde maar zag nooit een verband met mijn manieën. Nu zie ik dat gelukkig wel. Ik zie dat als ik me aan iets of iemand erger, en ik ga mee in die ergernis, dan kan er een probleem ontstaan. Zeker als die ergernis aanhoudt en ik er zinloos tegen blijf vechten. Dan loop ik een groot risico dat het eindigt in een manie.

Was het overigens maar waar dat het eindigde bij een manie. Nee, het eindigt bij het net-nietland en dat is zo’n ellende. Dat heb ik na elke manie opnieuw mee mogen maken. Dat wil ik echt nooit maar dan ook nooit meer maken. En dat motiveert enorm. Wat het net-nietland dan zo gruwelijk maakt, kun je binnenkort in mijn boek lezen.

Schrikbeeld

Voor nu volstaat het om te zien dat het voor mij een schrikbeeld is. Het is een veelkoppig monster en ik zie het al meteen voor me zodra ik me erger. En al die ellende is het me dan meteen niet waard. Dat maakt het omgaan met ergernissen betrekkelijk eenvoudig. Natuurlijk moet ik soms inhoudelijk nog iets doen met een ergernis, maar ik ga niet de strijd aan. Zo krachtig is dat schrikbeeld.

En dat schrikbeeld, zo realiseerde ik me gisteravond, kan ik misschien ook inzetten tegen uitstelgedrag. Immers, wat doet uitstelgedrag? Ik voel me even lekker, want ik kies de makkelijke weg, maar uiteindelijk maak ik het mezelf moeilijker. Ik heb minder tijd voor dingen die ik belangrijk vind, ik moet me altijd haasten, doordat dingen haastwerk zijn, zal ik nooit weten of ik er voldoende aandacht aan heb besteed. Met andere woorden: de vraag of het niet beter had gekund, blijft knagen. Sommige dingen stel ik zelfs helemaal af in plaats van alleen maar uit. Hoe vaak ik aan het einde dag wel niet heb gedacht: wéér niet gelezen, wéér niet geblogd.

Dat voelt helemaal niet goed, sterker nog, het voelt ronduit ellendig aan. Om het nog erger te maken: soms denk ik wel eens: ik stel alles maar uit: wat ben ik dan nog waard? Ben ik het dan wel waard dat ik ergens hulp bij vraag? (Want ik stel meewerken aan de oplossing toch uit?) Ben ik met al mijn uitstellen eigenlijk niet gewoon een bedrieger? (En als bedrieger heb ik toch zeker geen recht op hulp van mensen die wél hard werken.)

Dat soort gedachten dus. En natuurlijk, rationeel weet ik ook wel dat ze nergens op slaan. De gevolgtrekkingen in ieder geval. Het uitstellen klopt wel. En gisteren besefte ik dat als een schrikbeeld tegen manieën werkt, het ook weleens kon werken tegen uitstelgedrag. Want volgens mij heb ik hier toch een aardig schrikbeeld geschetst van de gevolgen van uitstelgedrag.

Als ik dat nu kon vangen en ervoor kon zorgen dat het iedere keer dat ik iets uit dreig te stellen, boven komt drijven, dan heb volgens mij een krachtig wapen tegen uitstelgedrag zijn.

En natuurlijk moet ik dan evengoed to do’s plannen en moet je agenda moet volgens Rick Pastoor (van Grip) heilig zijn. Maar het begint bij niet uitstellen. Tegen mijn manieën werkt het schrikbeeld als wapen prima, dus het lijkt me interessant om te kijken of het ook tegen uitstelgedrag werkt. Ik kom erop terug.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Kan ik leren via podcasts?

Sinds een tijdje krijg ik elke week een mail met daarin een link naar de nieuwste podcast van Hal Elrod. Ik had zijn boek Miracle Morning gelezen en me op zijn site ingeschreven. Ja, ik had er dus om gevraagd. Ik wilde weleens een idee krijgen wat een schrijver allemaal kan doen om zijn lezers bij zijn boek betrokken te houden.

Ik wilde er van leren wat ik allemaal kan doen ter promotie van mijn eigen boek. Ja, natuurlijk, ik moet een nieuwsbrief beginnen. Maar goed, ik ben het kunstje nog af aan het kijken en het boek is er nog niet. Dus ik heb nog even de tijd. Dat afkijken werd vandaag afluisteren want ik kreeg weer een link naar de podcast van Hal Elrod. Over he thema van die uitzending had ik het hier op dit blog pasgeleden ook nog: imposter syndroom. Daarom leek het me wel aardig om eens te kijken of ik er wijs uit kon worden, uit wat er gezegd werd tijdens die aflevering. Daar twijfelde ik aan.

Vanwege mijn slechtere gehoor heb ik namelijk de podcast als informatiebron links laten liggen. Ik dacht: bij Engels op tv heb ik ook altijd ondertiteling nodig, dus dat wordt niks. En nu heb ik tijdelijk ook nog eens maar één hoorapparaat in omdat er een nieuw oorstukje moet komen. Dus ik had geen hoge verwachtingen toen ik de podcast opstartte. Maar wat bleek: ik kon het keurig verstaan. Ondanks dat het dus in het Engels was. Het transcript, dat er wel keurig bij stond, had ik niet nodig. En het volume stond ook nog niet eens hard.

Dat was een aangename verrassing met perspectief

Daar had ik niet op geteld maar ik ben er wel blij mee want het opent perspectief nu ik weer nadenk over leren. Podcasts zijn dus een bron waar ik uit kan leren. Net als YouTube filmpjes. Eigenlijk een beetje stom, want ik heb een jaar of zeven geleden dus wel de MOOC Learning how to learn gevolgd. Dat ging prima. Maar daar zat Nederlandse ondertiteling bij. En toen hoorde ik nog beter. Coursera is dus (weer) een optie.

Binnenkort maar eens uit gaan zoeken wat ik met deze kennis doe en hoe ik het beste kan leren via deze nieuwe wegen. Ik zie ze voorlopig maar als een soort colleges. Tijdens mijn studententijd maakte ik mijn aantekeningen in een collegeblok en tikte die vervolgens meestal nog dezelfde dag uit. Dat was geen overbodige luxe met mijn handschrift. Nu zou ik mee kunnen typen. En vervolgens misschien het geheel in de vorm van vraag en antwoord in Anki kunnen stoppen. Ik heb nog even tijd om daarover na te denken.

En natuurlijk ook om op zoek te gaan naar interessante podcasts. Jammer alleen dat ik met mijn hoorapparaten niet rechtstreeks de mogelijkheid heb om geluid van mijn pc of smartphone af te spelen. Maar dat zien we later wel.

~~~

Afbeelding van Daniel Friesenecker via Pixabay

Hoe leer ik voor de lange termijn?

Over iets meer dan een week begint mijn cursus ‘Ervaringsdeskundige’ bij de ggz. In de voorbereiding op die cursus las ‘Leren als een pro‘ van Barbara Oakley en Olav Schewe. Ze hebben allebei al eerder een boek geschreven over leren, een Ted talk (zie hun sites) gehouden. En Oakley is op mijn radar gekomen via de MOOC Learning how to learn. En die ontdekte ik weer via een blogpost van Elja. Zo ontdek je nog eens wat door te lezen en te klikken.

Van MOOC en boek heb ik geprofiteerd tijdens mijn omscholing naar webdeveloper. Al ben ik dan uiteindelijk webmaster geworden. De interesse in leren was er altijd al en is nu door de nieuwe cursus weer actueel geworden. Het valt me namelijk op dat ik misschien wel te weinig onthoud van wat ik lees en dat vind ik zonde. Even een snel testje: wat weet ik nog van A mind for numbers / Learning how to learn?

  • Je geheugen heeft een focusmodus en een dwaalmodus. Beroemdheden als Thomas Edison en Salvador Dali maakten gebruik van beide modi.
  • Je kunt de Pomodoro-techniek gebruiken om uitstelgedrag te gebruiken.
  • Goede gewoontes kunnen voor studeren nuttig zijn.
  • Je kunt maar 4 of 5 dingen onthouden in je werkgeheugen.
  • Om iets te verplaatsen naar je langetermijngeheugen moet je het vaak actief ophalen uit je geheugen, maar wel met steeds een iets langere interval. Hierdoor moet je je steeds een beetje inspannen om het uit je geheugen op te diepen en daardoor wordt je geheugenspoor sterker.
  • Een manier om dingen via intervalherhalingen te leren, is door gebruik te maken van het programma Anki. Je kunt jezelf daarmee quizzen om te zien of je iets onthouden hebt. Anki laat steeds langere intervallen tussen een vraag. Eerst herhaling op dezelfde dag, dan na 1 dag, na 3 dagen, enzovoorts. De bedoeling van het algoritme is om de vraag precies op dat moment te laten dat je het antwoord dreigt te vergeten. Daardoor moet je dieper graven en wordt het geheugenspoor dus sterker.
  • Leren werkt beter als je het leuk vindt (onderwerp maar zeker ook het leren zelf).
  • Leg het eens uit aan en ander.
  • Gebruik eigen bewoordingen bij het ophalen uit je geheugen.
  • Kijk eerst een hoofdstuk globaal door.
  • Lees eerst de eventuele samenvatting.
  • Kijk even weg uit je studieboek en herhaal wat je net hebt gelezen.

Dat valt me nog niet tegen. Komt waarschijnlijk ook omdat een deel van de punten in ‘Leren als een pro’ opnieuw voorbijkomt. Dat boek bevat netjes samenvattingen. Ik was van plan die vanaf morgen in Anki te zetten en dan op bovenstaande wijze te gaan leren. Want volgens mij bestaat leren grofweg uit vier onderdelen:

lezen/kijken/luisteren –> begrijpen –> onthouden –> toepassen

Die eerste twee stappen gaan volgens mij bij mij meestal goed, het onthouden en toepassen kan beter. Daar wil ik de komende tijd regelmatig op terugkomen aan de hand van mijn cursus en van andere dingen die ik graag wil onthouden. Het kan er op neerkomen dat ik binnenkort weer naar bed ga met Anki.

~~~

Afbeelding van Foundry Co via Pixabay

Gaat ervaringsdeskundige bij me passen?

Ik kan maar met moeite nog anderhalve week wachten tot mijn cursus ervaringsdeskundige begint bij ggz Oost Brabant. Het is weliswaar maar een inleidende cursus en als ik echt het aan de slag wil als ervaringsdeskundige zal ik nog heel wat meer moeten doen dan deze cursus. Ik wil nu vooral het vak leren kennen om te kijken of het bij me past. Dat is een beetje een dingetje omdat volgens allerlei analyses en tests datgene waar ik goed in ben minder bij mijn karakter past. Om het nog handiger te maken ben ik ook nog eens juist niet goed in dingen die wél bij mijn karakter passen. Maar dan kom ik in een volgend blog nog wel op terug.

Vandaar dat ik deze cursus van vijftien weken belangrijk vind. Past het bij mijn karakter en bij wat ik kan, bij mijn competenties, zeg maar? Dat is de grote vraag die ik graag wil kunnen beantwoorden aan het einde van de cursus. Want ik kan lotgenoten wel willen helpen – en dat wil ik – maar de vraag is of ervaringsdeskundige daarbij de juiste vorm is want als ik daarbij mezelf constant in de weg ga zitten, schiet niemand er wat mee. Juist binnen een vakgebied waarin je werkt voor en met wat soms kwetsbare mensen worden genoemd, moet ik er zelf voor de volle 100% van overtuigd zijn dat het bij me past.

Mijn eigen ‘specialiteiten’ toevoegen

Ik schrijf het hierboven even tussen aanhalingstekens, maar ik wil graag onderzoeken of het gaat lukken in de training mijn eigen specialiteiten toe te voegen: gewoontes en verhalen. Ik heb de laatste bijna tien jaar gemerkt hoe belangrijk die twee voor mij zijn geworden. Zonder gewoontes en verhalen had ik mijn bipolaire nu niet zo goed onder controle als ik dat nu heb. Verhalen hebben me van jongs af aan gefascineerd en sinds ik blogger ben, is belang ervan allemaal maar groter geworden. En de waarde van gewoontes heb ik ook via blogs leren kennen.

En als gewoontes en verhalen mij kunnen helpen, dan het misschien ook anderen helpen. Ik kon in april 2020 mijn ontdekking doen doordat ik toen mijn manie van 2019 te boven was gekomen, elke dag de verhalen in hoofd na liep. Niet alleen van de manie van 2019, maar ook die van eerdere manieën. Daardoor herkende in 2020 het beginpunt van een manie. Ik herkende een emotie die ik aan het van de manie van het jaar ervoor ook had gehad. En bij alle andere manieën. Ik hoop dat ik niet de enige ben die zo tot inzicht kan komen.

Dáár wil ik mee helpen.

~~~

Afbeelding van Tumisu via Pixabay

De voldoening van voor en door: elke dag

En zo was ik al een week zwaar chagrijnig… tot ik vanmorgen ontdekte dat ik deze week de stappen had gezet die Leo Babauta in zijn Mastering the art of change noemt als voorbereiding op een verandering die je wilt doorvoeren. (Als je zin hebt, kun je zelf ook aan de slag via de reeks van Peter waar ik het ook allemaal van leerde.) En toen had ik ineens een goed humeur 😉

En wat dat wil gaan doen? Daarvoor moeten we een kleine elf jaar terug in de tijd. In november 2011 ging ik werken voor een communicatiebureau in het zuiden des lands. Het was een bureau voor en door mensen met een beperking. Dat paste wel bij mij want ik liep moeilijker, ik had een spastische arm, was slechthorend en had een bipolaire stoornis. En dat heb ik overigens allemaal nog steeds.

Hoe dan ook, ik voelde me er heel welkom en gewaardeerd. Ik schreef, deed correctiewerk en was webmaster. DigiTaal brein noemde ik dat. Heerlijke tijd. Wat ik vooral mooi vond is dat ik voor lotgenoten mocht werken. En dat je ook kon zien dat je doelgroep echt hielp. We gaven bijvoorbeeld een magazine uit waarin medewerkers van zorginstellingen cliënten interviewden. Zo ongeveer op mijn eerste werkdag werd het eerste magazine gepresenteerd. Met al die zorgmedewerkers en hun cliënten. En je zag iedereen glunderen: (h)erkenning.

Ik had er jaren willen blijven, maar helaas gooide mijn bipolaire stoornis al snel roet in het eten. Dat voor en door lotgenoten is me altijd dankbaar bijgebleven. Het werd min of meer een rode draad in mijn leven, al is het de laatste jaren vooral over mijn bipolaire stoornis gegaan.

Maar eerder vandaag werd het me duidelijk: ik wil elke dag proberen lotgenoten en hun naasten te helpen. Dat kan met mijn boek, dat kan met boekideeën die ik nog heb, dat kan hier op mijn blog. Maar dat kan ook door uit te zoeken of en hoe ik kan helpen.

Het hoeven maar kleine stapjes te zijn maar het is dit waar ik het meeste voldoening uit haal. Dus waarom zou ik daar niet elke dag proberen wat energie in te steken?

~~~

Afbeelding van Hatice EROL via Pixabay