Laat iedereen af en toe Harrie zijn

Op mijn werk @Reelle ben ik regelmatig Harrie. Wie? Harrie. Aangenaam kennis te maken. Maar jij bent ook Harrie. In ieder geval, ik gun het je van harte dat je af en toe Harrie bent, op je je werk, op school of privé.

Praat ik in raadselen?

Dit Engelse filmpje maakt veel duidelijk. Het is een even zitten en Engelstalig, maar lees ook de (Engelstalige) toelichting in de link onder het filmpje.

 

Toelichting, vertaling volgt misschien dit weekend.

https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=sRll8ncW6nE

Bron: Accenture, YouTube

Wie is dan Harrie?

Dit is Harrie

Ik gun het jou dat je ook af en toe Harrie mag zijn. Je wordt er echt WIJzer van!

 

En dan is er muziek, of niet

Vandaag was ik om de een of andere reden bezig met muziek. Nou ben ik al slechthorende nooit een heel groot liefhebber van muziek geweest. In de brugklas werd schijnbaar geconstateerd dat ik bij alle lessen goed oplette – gezien die constatering valt in retrospectief wellicht vast te stellen dat anderen minder scherp observeerden – behalve bij muziek.

Hoe kwam dat, wilde men op school weten. Mijn ouders legden uit dat ik met mijn hoorapparaten muziek hoorde alsof het uit een transistorradio kwam. Dat stelde de muzieklerares gerust. Het maakte mij echter nieuwsgierig. Ik verstond teksten bij muziek zelden tot nooit en instrumentale begeleiding klonk ook nooit echt fideel. Misschien klonk het voor mij altijd hetzelfde als voor goedhorenden die naar een transistorradio luisterden.

Geen idee, eigenlijk. Mijn gehoorbeschadiging heb ik op zo’n jonge leeftijd opgelopen dat ik geen  herinneringen heb aan een normaal gehoor. Het antwoord op de vraag zal dan ook altijd in nevelen gehuld blijven.

Toch muziek

Gelukkig heeft het antwoord op die vraag me nooit echt beziggehouden en werden mijn hoorapparaten door de digitale revolutie steeds beter. Ik begon langzaam van muziek te genieten. Dire Staits, Queen en ook Nederlandse muziek uit America. En ik begon weer later uit te gaan, waarbij ik mij – zoals eerder beschreven – opperbest vermaakte met bierviltjes. Vooruit, ook met bier.

Praten lukte door de muziek niet echt, maar de oplossing lag dus onder de bierglazen. Daardoor hield ik tijd over om naar klassiekers als Weiss der Geier of Looking for freedom – een liedje dat vooral doordie Wende bekend is geworden. En dan bedoel ik niet die Wende van wie ik nog weer later de Franse chansons ben gaan waarderen. Volgen jullie het nog? Verklarende links volgen mogelijk dit weekend.

Kroegmuziek werd Zomerfeesten

Mijn toenmalige stamkroeg organiseerde (en organiseert) jaarlijks Zomerfeesten, ouder dan Pinkpop. Helaas pas na vijf jaar jaarlijkse traditie geworden, waardoor Pinkpop ouder lijkt. Er werd regen voorspeld, dus ik regelde een backstagepasje. Ik kan zelf prima tegen water/regen, maar mijn hoorapparaten een stuk minder. Helaas zat er indertijd een schuifschakelaar bovenop de toestellen om de hoorapparaten mee aan- en uit te schakelen. Verduiveld handig bedacht door de slimme ingenieurs, natuurlijk. Alleen; jammer dat er een gapend gat aan de bovenkant van de toestellen zat. Je raadt het al. Daar viel altijd regen in. Kon ik de toestellen te drogen leggen.

Gelukkig zijn de ingenieurs nu wel slim en hebben ze de schuifschakelaar verwijderd. Ze ontdekten namelijk iets wat hoortoesteldragers allang wisten. Als je het batterijcompartiment opent doet een toestel het ook niet. Eureka! Dat zit aan de onderkant waardoor waterschade bijna helemaal tot het verleden behoort.

Backstage

De oplossing op de Zomerfeesten was backstage gaan. Geen artiesten gezien, wel droog gestaan. En per ongeluk nog op Omroep Brabant te zien geweest ook nog, als figurant. Het was toen wel droog. Misschien kon de camera ook niet tegen water.

Te voet kom je nog eens ergens

Vorige week beschreef ik al dat ik (bijna) geen TomTom gebruik en dat dat mij veel plezier oplevert. Je moet wel wat eerder weg misschien, alhoewel, je staat minder vaak in de file. En in de trein kun je lezen en op stations hebben ze koffie, soms zelfs in verschillende smaken.

Maar dan; je moet in een woonwijk zijn nabij een bushalte of station. En je bent ook nog eens alleen wat dan?

Zoals al eerder beschreven ben ik bewapend met de nodige paperassen. Maar nou is mijn oriëntatievermogen nul en een beetje meer. Dus ik kom er dan snel achter dat ik weinig wijs word uit Google Maps voor voetgangers. Of ik dat de voetgangersroutebeschrijving onder het kaartje dat de gastheer maakte die voor auto’s blijkt te zijn en het kaartje ook nog eens op z’n kop moet worden gelezen vanwege het kaartkompas.

Wat dan?

Een (verhaspeling van een?) spreekwoord dient zich dan aan:

Je hebt toch een Hollandse mond. Dan kun je het toch vragen.

Omdat Maastricht niet in het zuiden van Holland ligt, zoals ik op vakantie weleens uitleg, heb ik die dus niet. Gelukkig heb ik wel een andere mond, al gebruik ik vanwege de alliteratie vandaag een andere benaming voor dat woord.

Wat heb ik dan?

Een Brabantse bakkes en hopelijk de brutaal bescheiden variant daarvan. Werkt perfect, die brutaal bescheiden Brabantse bakkes van mij.

Hoe werkt dat dan?

  1. Ik loop het station uit, of stap uit de (NS-)bus naar het station. Laatst werd ik zelfs ergens welkom geheten door een omroeper omdat er een oldtimer-festival voor het station aan de gang was en de omroeper gevat was toen toen de deuren van NS-bus opengingen.
  2. Stap 2 is dat ik wat rond gaap op zoek naar straatnaambordjes die ik meestal niet vind. Over naar stap 3 dus.
  3. Ik kijk driftig op mijn routebeschrijving en spreek iemand aan. “Bent u hier bekend?” “Ja.” ‘Waar ligt straat X?” “Da’s een heel eind lopen, die en die kant op.’ “Men had mij verteld dat het tien minuten zou zijn, maar bedankt, ik vind het wel.”
  4. Wat twee straten verderop natuurlijk niet gelukt blijkt te zijn dankzij dat fabuleuze oriëntatievermogen van mij.
  5. Maar geen geen nood, ik ben immers nog in de buurt van een station en dus van mensen. Ik kijk weer driftig op mijn kaart en hoor al snel: “Wat zoekt u? Kan ik u helpen?” “Ja, graag” en ik laat mij verder helpen.
  6. Herhaling van stap 4.
  7. Gelukkig wel bij een parkeerplaats bij een winkel o.i.d.. Met auto’s en dus mensen. Die spreek ik dan aan. Zie vooral ook de tip ter afsluiting van dit artikel.
  8. “Oh, meneer. Straat X is over honderd meter rechtsaf. Dat is de tweede afslag naar rechts. Die loopt over in straat Y en daar moet u zijn.”
  9. Stap 8 blijkt te kloppen, maar ik kom aan in een hofje. 1 t/ 25 die kant op, 27 t/m 43 de andere kant op en nog hoger weer elders.
  10. Gelukkig hoor op dat ik achter mij een auto met twee vrienden het hofje inrijden. Die kwamen ook naar de afspraak en waren en er al eerder geweest zodat de laatste vijftig meter geen onoverkomelijke problemen meer opleveren.

Tip bij stap 7 (en eerder/later).

Niet nodig, maar kan het indien mogelijk en gewenst leuker maken. Je hoeft natuurlijk niet de eerste beste de weg te vragen. Meestal zijn er meerdere gegadigden. Zoek dan als je daar zin in hebt vooral een knappe representant van geprefereerde sekse uit. Voor slechtzienden werkt de tip mogelijk ook omdat mensen vaak praten en je dus op sexy of zwoele stemmen kunt afgaan. Zoals gezegd, een facultatief onderdeel van dit geheel facultatieve stappenplan. Maar je kunt er je voordeel mee doen.

 

Je moet er (bij) zijn geweest: als slechthorende (2)

Vanmorgen schreef ik door tijdgebrek deel 1 van deze post. Ik beloofde een strategie voor hoe je als slechthorende kunt zorgen dat als je ergens (bij) bent geweest, je toch wat mee krijgt. Dat zal ik hieronder doen in twee delen. Allereerst de strategie, vervolgens het resultaat van die strategie in een concreet voorbeeld.

Strategie in 10 stappen

  1. Meld je aan voor een bijeenkomst en bekijk of je ergens een deelnemerslijst of sprekerslijst kunt vinden. Websites of LinkedIn doen het goed.
  2. Selecteer een (beperkt) aantal interessante mensen die je zou willen spreken. Dat zou bijvoorbeeld een spreker tijdens de bijeenkomst kunnen zijn.
  3. Kijk of die betreffende persoon een blog, Twitter- of LinkedIn-account heeft en bekijk deze.
  4. Maak aan deze persoon kenbaar dat je naar “bijeenkomst X gaat en dat je benieuwd bent naar zijn of haar bijdrage”. Als je dit kenbaar maakt via Twitter is het voor de zichtbaarheid en de mogelijkheid tot retweeten handig als je dat doet met een @mention in een lopende zin in plaats van een @reply aan het begin.
  5. Ga met het openbaar vervoer naar de bijeenkomst. Waarom leg ik dadelijk uit.
  6. Tijdens de bijeenkomst heb je hierdoor een mogelijkheid die persoon aan te spreken. Hij of zij kent je (gezicht) immers mogelijk al van de tweet.
  7. Is het rumoerig tijdens de bijeenkomst, of tijdens de borrel na afloop van de bijeenkomst, blijf dan in de buurt van de persoon hangen die je wil spreken, neem een hapje plus een drankje en knik af en toe wijs. Of stel een vraag. Als je het antwoord niet verstaat kun je best kenbaar maken dat je slechthorend is of dat het gebouw architectonisch bewonderenswaardig is vervaardigd maar dat de akoestiek helaas een ondergeschoven kindje was.
  8. Langzaam wordt het rustiger. Iedereen gaat naar huis. Jij blijft bij de persoon die je wilt spreken en doet wat hij of zij doet.
  9. Uiteindelijk krijg je de persoon dan te spreken. Met een beetje geluk spreek je hem of haar één op één. Hier is punt 5 van belang. De parkeerplaats is meestal dichterbij dan het station. Als je het geluk hebt dat de persoon die je wilt spreken ook met de trein is heb je dus de kans op een langer gesprek. Misschien heb ik dubbel geluk dat mijn gehoor goed genoeg is om al lopend een één op één gespek te kunnen volgen.
  10. Verloopt het gesprek geanimeerd, laat het dan tot beider genoegen zo lang mogelijk duren en vergeet tot slot vooral niet af te spreken het gesprek digitaal voort te zetten. Verloopt het gesprek niet geanimeerd, dan zorg je er beleefd voor dat het gesprek kort blijft en laat je het digitale uiteraard achterwege.

Voilà. In tien stappen een effectieve netwerkcommunicatiestrategie voor slechthorenden. Ik hoop dat het voor goedhorenden ook werkt.

Je gelooft niet dat het werkt?

Het voorbeeld uit de praktijk

Op 20 april was ik bij een lezing van schrijfster Claire Polders. Ik las haar blog en maakte mijn aanwezigheid via Twitter bij haar bekend. De lezing was interessant en na afloop luisterde ik (en verstond ik veel want de akoestiek was goed). Ik sprak nog wat oude vrienden en na afloop liepen Claire en ik samen pratend naar het station. We hadden wat gemeenschappelijke interesses en ik sprak tegen haar voor eerst in het openbaar mijn ambitie uit om zelf naast mijn vertaalwerk ook te gaan schrijven. Te beginnen met een blog omdat ik twee weken daarvoor veel positieve reacties kreeg op een blog voor Reëlle (daar werk ik, voor nieuwe lezers). Weliswaar diende het onderwerp voor het blog zich pas een paar weken later aan, maar Claire was de eerste die van mijn plannen hoorde.

Je moet er (bij) zijn geweest: als slechthorende (1)

Dit stukje is mijn antwoord op een vraag die mij op een ander blog werd gesteld. Het ging over dat er (bij) moet zijn geweest. Die blog is hier te lezen, net als mijn reactie daarop.

Ik zal de vraag kort proberen te beantwoorden aan de hand van een voorbeeld dat ik twee maanden geleden meemaakte. Ik heb enige jaren rondgelopen op de Universiteit van Tilburg – al had die toen ik begon nog een andere naam en toen ik mijn (voorlopig?) laatste papiertje alweer een andere – en ben lid geworden van de alumnivereniging  van de faculteit Geesteswetenschappen. En die organiseerde 20 april jl. een Dante Café. Daar kwam een oud-studente Letteren en Filosofie die nu in Frankrijk woont en schrijfster is. Dat leek mij wel interessant, zeker nadat ik op haar site de vooraankondiging had gelezen.

Gesprek

Interessant altijd, een lezing. Maar ik heb ooit van de latere Dichterkenner des Vaderlands 200/4/2008 geleerd dat de wandelgangen interessanter zijn dan het congres. Wie ben ik om deze literaire autoriteit tegen te spreken. Nou ja, daar waren wel redenen toe: hij was weliswaar al een literaire autoriteit, maar was pas 16 of 17 toen hij dat tegen mij zei terwijl ik nota bene bijna een heel jaar ouder was maar vertelde nogal enthousiasmerend over wandelgangen en Weimar zodat ik het allemaal voor zoete koek slikte.

Afijn,ik liet mij overtuigen door Bas en sindsdien heb ik meermaals meegemaakt dat zijn stelling op waarheid berust. Maar als slechthorende heb ik natuurlijk een probleem want wandelgangen galmen nogal. Hoe krijg ik dan toch de mensen te spreken die ik wil spreken?.

Een mogelijkheid is natuurlijk zwaaien met bierviltjes zoals ik al eerder heb beschreven in dit blog. Bierviltjes zijn helaas echter op steeds minder plekken voorhanden maar gelukkig heb ik ook nog andere strategieën.

Helaas noopt tijdgebrek mij er nu toe een eind te breien aan deze post, zodat ik jullie vanavond in deel 2 de strategie uit de doeken zal doen.

Let op je oren, laat wat van je horen!

Een aantal tips rond gehoorbeschadigingen (1)*

Vandaag geen vrolijke blog van mijn toetsenbord, alhoewel; je weet bij die vingers van mij maar nooit. Ik zag vandaag door de aankondiging van @nvvs een reportage bij Een Vandaag over de gevolgen van gehoorschade bij jongeren als gevolg van disco- en clubbezoek. Het is een onderschat, maar helaas al jarenlang bekend probleem. Ik kom al een jaar of 25 bij het Audiologisch Centrum Eindhoven en al jaar of 15 hoor ik de verhalen dat ze het druk hebben doordat jongeren (vaak) totaal niet met hun gehoor bezig zijn.

Mijn gehoorschade heb ik overigens vermoedelijk op mijn tweede opgelopen als gevolg van een dubbele oorontsteking of bij mijn geboorte, dat is nooit duidelijk geworden. Voor degenen die het item gemist hebben, je kunt het hier alsnog kijken. Lees ook de reacties.

Hieronder nog wat links als aanvulling:

PIEPinOOR.NL De site van Thomas van de Berg, die ook in de Uitzending van EenVandaag aan het woord komt.

Oorveilig Een site met tips tips over hoe je veiliger voor je oren kunt uitgaan, alsmede informatie voor clubs over het oorveilig-keurmerk. Ook uit de Uitzending van Een Vandaag.

Earopeners Site in aanbouw van mijn blogvriend, Jacob Jan. Overigens kennen we elkaar ook IRL van een bijeenkomst van de NVVS..

NVVS De site van de Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden, boordevol informatie. Organiseert ook regelmatig nuttige bijeenkomsten weet ik uit ervaring (zie vorige link).

Een filmpje zegt meer dan duizend woorden. Dus; dit wil je toch niet je hele leven horen omdat je zo nodig iedere week naar de disco moet.

Hoe klinkt tinnitus? Met dank aan Jacob Jan Voerman

Bekijk hieronder de reacties op het filmpje:

Hoe klinkt tinnitus?

Hetzelfde filmpje hier nogmaals, vanwege de andere reacties:

Hoe klinkt tinnitus?

Lijkt mij een ramp om dit de hele dag te moeten horen. Als het overkomt zoals Jacob Jan is dat erg, maar als je weet dat het te voorkomen is en het overkomt je dan nog…

Nog enkele tips ter bevordering van de conversatie.

  • Gebruik (sociale) media om vooraf en achteraf je aanwezigheid kenbaar te maken bij evenementen waar grote groepen mensen aanwezig zijn. Gedurende het evenement kun je discussies vaak prima volgen via hashtags.
  • Maak je slechtere gehoor bespreekbaar. Vaak waarderen mensen het als je als slechthorende toch moeilijke situaties opzoekt en doen dan extra hun best om zich verstaanbaar te maken.
  • Praat zelf veel, vat samen wat jij hebt gehoord en laat zo weten wat jij hebt meegekregen van het gesprek. Je hoeft daardoor minder te luisteren. Het is wel handig als je wat leuks of interessants te melden hebt. Doe dus vooraf je huiswerk. Dat kost wat tijd maar leverde mij achteraf vaak leuke contacten op.

Meer tips of aanvullende sites? Laat het me vooral weten via een reactie op dit blog of via Twitter.

* Dit is het eerste deel van een doorlopende serie. Het is mij op dit moment onbekend uit hoeveel delen de serie zal gaan bestaan. Dat hangt mede van jullie reacties en tips af.

 

Geen TomTom voor mij

Door mijn ‘beperking’ is het mij niet gelukt mijn rijbewijs te halen. Beperking heb ik hier tussen aanhalingstekens gezet omdat ik de laatste tij steeds meer tot het inzicht kom dat datgene wat als mijn beperking wordt gezien, misschien juist wel mijn verrijking is. Ik begin mijn beperking in ieder geval steeds meer los te laten en of ik probeer juist de kansen die mijn beperking mij biedt te grijpen.

Terug naar het rijbewijs dat ik niet haalde. Dat was natuurlijk een grote teleurstelling. Ik had er nooit bij stilgestaan dat autorijden voor mij niet mogelijk zou zijn en de man van het CBR kennelijk ook niet want hij vertelde tijdens het kennismakingsgesprek enthousiast dat hij pas (we spreken over 1998) iemand had begeleid die zijn rijbewijs haalde en zijn auto met een rietje bestuurde. Voor mij zat het er niet in, hoewel ik mijn auto niet met een rietje hoefde te besturen.

Dus reis ik waar mogelijk met het openbaar vervoer. Ik reis weliswaar ook met regio- en Valystaxi, maar meestal ga ik met de bus en trein. Dat gaat prima.Ik doe dat zo ouderwets mogelijk. Natuurlijk kan ik op mijn mobieltje 9292.nl, ns.nl en Google Maps voetgangers aan. Maar ik gebruik die pagina’s niet. Nee, ik maak altijd een uitdraai op papier. Liefst eentje van het openbaar vervoer, plus Google Maps (voetgangangers dus) of, als ik naar een bedrijf of instelling, ga de routebeschrijving van hun site. Gewapend met deze paperassen ga ik op reis. Vooral het laatste stuk met de bus en/of te voet is interessant; zeker als je een routebeschrijving van de site van een groot bedrijf bij je hebt.

Waarom wordt het dan interessant?

In de bus probeer ik altijd een rij voor iemand te gaan zitten. Dan ga ik uitgebreid met die papieren zwaaien en bushaltes kijken. Gelukkig kan ik de route-informatie in de bus goed lezen. Achter mij klinkt het dan:

Oh, u moet de volgende halte hebben.

Mijn antwoord is dan:

Dank u. U had het bedrijfslogo gezien?

Meestal is dat de verklaring. De volgende stap in het gesprek is dat mijn behulpzame medereiziger verklaart dat hij of zij bij dat bedrijf werkt en met mij uitstapt. Dan hoop ik altijd dat we nog een stukje mogen lopen vanaf de bushalte. Mensen praten graag en hun werk is al helemaal een geliefd gespreksonderwerp waardoor ik het bedrijf of de instelling waar ik moet zijn nog beter leer kennen. Het levert mij soms echt leuke gesprekken op.

Daarom voor mij geen moderne technieken maar ouderwets papier!

PS: het werkt ook als je op bezoek moet in een woonwijk nabij een station of bushalte op bezoek moet. Daar kom ik nog een keer op terug.

Niet geblogd, wel veel gedaan

Het is alweer twee weken geleden dat ik mijn vorige blogpost schreef. Ik had even radiostilte nodig op mijn blog. Maar zelf heb ik allerminst stilgezeten. Allereerst door de vele reacties die mijn posts losmaakten. Volgens mij heb ik iedereen daar al persoonlijk voor bedankt, maar bij dezen doe ik het nogmaals. Ze waren een steun in de rug en in duwtje in een richting.

Welke richting is me nog niet helemaal duidelijk. Dat groeit nu langzaam. Nou ja, langzaam. Ideeën genoeg, inspiratie te over. Het was wel veel de laatste tijd. Ik heb de voorbije maand, iets meer dan een maand, veel bijeenkomsten bezocht die iets te maken hadden met het thema van dit blog. Het zette me aan het denken want wat ik hoorde en zag was zo herkenbaar. ‘Wat’ is een onzijdig woord en verwijst naar dingen. Het dekt de lading dus niet. Het gaat immers om de mensen die ik tijdens al die bijeenkomsten heb mogen ontmoeten en de inzichten die zij met mij deelden. En de mensen met wie zij mij weer in contact brachten. Mooi was dat, heel mooi. Inspirerend en tot actie manend, echter vooral buiten mijn blog dus. Vermoeiend, maar mijn hoofd is er helderder door geworden. Daar ben ik tevreden over en ik zal proberen mijn gedachten ook weer helder met jullie te delen.

Over de eerste bijeenkomst, waar dit blog voor mij eigenlijk begon, heb ik al voor mijn werk bij Reëlle geschreven. Ik was namelijk deelnemer aan de tweede sessie van Werken met een hooraandoening uit het project Ervaringskennis van de NVVS. Mijn verslag staat hier. 

De verhalen van de andere deelnemers waren herkenbaar. Sommige strategieën gebruikte ik ook. Mijn bierviltjesverhaal lijkt bijvoorbeeld sprekend op de vergaderingen met post-its van een andere deelnemer. Enthousiast kwam ik thuis maar het stemde ook tot nadenken over mijn eigen verleden. Niet dat ik te klagen heb. Allesbehalve, maar toch. De beruchte vraag doemde op: wat als. Ik kan niets meer veranderen aan het verleden maar erover nadenken doe ik wel. Gelukkig heb ik door deze bijeenkomsten, de hartverwarmende contacten die ze me brachten en mijn werk steeds meer het gevoel dat ik eindelijk mezelf ben. Kan zijn wie ik ben en wil zijn. Zonder overigens ontevreden te zijn over wie ik was in het verleden. Wel ben ik heel nieuwsgierig naar alle mooie mensen die ik in de toekomst (weer) ga ontmoeten en de mooie dingen die zij met mij gaan delen. En die ik dan ook weer met jullie ga delen.

Tips voor het fysieke netwerken

Of: een praktische handleiding voor het gebruik van bierviltjes

De afgelopen dagen heb ik het gehad over virtueel netwerken. Nu ga ik het hebben over fysieke fysieke netwerkborrels. Ik ga er regelmatig naartoe en ondanks dat ik weinig/niet alles kan verstaan, vermaak ik me er prima. Deels door sociale media. Maar dat geldt voor iedereen.

Jij vraagt toch ook van tevoren de gastenlijst op, bekijkt de blogs,Twitterfeeds, en LinkedIn-profielen van de gasten? Dus jouw en mijn voorkennis is in orde. Maar dan sta ik nog met de mond vol tanden en klapperende hoorapparaten.Toch vermaak ik me opperbest. Het congres/de bijeenkomst is immers leuk, maar het gaat om de borrel achteraf.

En wat ligt er onder dat borrelglas? Precies: een bierviltje. Gelukkig kwam ik er al in mijn toenmalige stamkroeg achter waar die dingen echt voor dienden. Niet tegen kringen in het tafelblad. Dat is een hardnekkig misverstand. En het gaat ook niet om het logo van de bierbrouwer. Nee, de achterkant, daar gaat het om. Die was meestal blanco. Dus loop ik voor ik ga netwerken altijd even langs de bar en verzamel ik een stapeltje bierviltjes. Dat levert meestal al een leuk gesprekje op met de barkeeper – het is dan immers nog redelijk rustig. Als het netwerken dan begint, begin ik met bierviltjes te strooien en ze vol te (laten) kladderen. Ja, natuurlijk heb ik visitekaartjes, maar die zijn vanwege mijn spasme te slap en te klein om notities bij te kunnen schrijven. Bierviltjes zijn hard en groot en daar kan ik mijn verhaal op kwijt. Dat geef ik dan af en ik zorg dat ik er zelf aan het einde van het gesprek eentje heb vol met details over die betreffende persoon.

Dus: mocht je ooit op een netwerkbijeenkomst iemand met bierviltjes bezig zien, dan bestaat de kans dat ik het ben.

Hoe sociale media nu echt (onbeperkt) te gebruiken?

Ja, je hebt het al wel begrepen. Een knipoog naar een (goed) boek van Bart Vermeiren en Jan Verdonck. Maar, een geruststelling: van mij hoef je geen 200 pagina’s te verwachten. Vandaag tenminste niet. Waar het uiteindelijk toe gaat leiden, zien we nog wel.

Wat je ook niet hoeft te verwachten is een claim van mijn kant dat je 24/7 met social media bezig moet zijn. Mag wel natuurlijk, daar laat ik iedereen vrij in.

Wat wil de titel dan wel? Nou ja, wat wil ik? Onbeperkt slaat op de overkoepelende naam van dit blog. Eerder betoogde ik al dat voor mensen met een beperking, of voor mensen van wie de samenleving meent dat ze een beperking hebben, sociale media een zegen kunnen zijn omdat de mogelijkheden tot het leggen van contacten er enorm door worden vergroot. Daarvan later voorbeelden.

Tot zover de preambule. Je had natuurlijk een lijstje van me verwacht. Met de x gouden tips voor het gebruik van sociale media. Nou, eerlijk gezegd heb ik geen idee. Ik schrijf ook maar wat tegen mijn computerscherm. Maar eigenlijk heb het idee dat sociale media niet veel verschillen van het leven zonder sociale media. Alleen geven de sociale media extra mogelijkheden. Bijvoorbeeld omdat slechtzienden of -horenden er communicatie door kunnen herkennen. En dat is de eerste stap natuurlijk. Misschien iets om bij stil te staan: vaak weet je als hoorapparatendrager niet dat er iets tegen je wordt gezegd. Idem dito voor mensen met oogafwijkingen.

Ik had al beloofd geen 200 pagina’s vol te schrijven vandaag. Maar toch wil ik je een kleine basisgedachte meegeven. En vooruit, ik maak er een mooi lijstje van drie punten van.

Hoe sociale media nu echt (onbeperkt) te gebruiken:

  1. Denk aan de ander. Geef een compliment, vraag na, geef antwoord. Dit kan lastig zijn, maar een tussenstap kun je je afvragen of jij datgene wat jij wilt delen, zelf wel zou willen ontvangen. Is het antwoord ‘nee’? Hou het dan voor jezelf.
  2. Voeg waarde toe. Laat zien dat je ergens goed in bent, maar dring je niet op. Deel je expertise, zorg dat je te vinden bent en dat je terugkoppelt op reacties.
  3. Pas punt 1 en 2 (ook) elektronisch toe. Dat geeft de meeste kans dat je boodschap zijn doelgroep bereikt en de meeste meeste kans dat jouw doelgroep jou bereikt. En waarom punt 3 voor mensen met een beperking belangrijk is, mag genoegzaam duidelijk zijn.

Dat is mijn notendop. Uiteraard is daar het nodige op aan te merken. Ik sta dan ook open voor discussie en voor aanvullingen. Het antwoord pretendeer ik immers niet te hebben. Maar ik hoop je wel aan te denken te hebben gezet.