Mijn Frans ophalen met CHANSONS!

Deze week heb ik CHANSONS! van Matthijs van Nieuwkerk en Rob Kemps uitgelezen. Bijzonder hoe Kemps belangstelling heeft gekregen voor de Franse taal: omdat hij Jacques Brel hoorde zingen en verkocht was. Nou ken ik wel meer mensen die helemaal gek zijn van Franse chansons en daardoor belangstelling hebben gekregen voor de Franse taal. En ook hier kwam de zanger niet uit Frankrijk: Adamo. Maar dat, zo leerde ik van tv-serie en het boek, is een kenmerk van het chanson: de vertolkers komen lang niet altijd uit Frankrijk.

Mijn eigen belangstelling voor de Franse taal komt niet uit het chanson. Door mijn slechte gehoor ben ik misschien wel te vergelijken met Rob Kemps voor hij Frans ging studeren in Frankrijk. Ik vind veel chansons prachtig klinken maar ik versta er geen biet van. Nee, ik moet het correct formuleren: ik kan er geen woorden van maken. Dat heeft deels te maken met het wegzakken van mijn kennis van de Franse taal in die ruim twintig jaar dat ik nu van school ben. En ik ben al bijna net zo lang niet maar in Frankrijk geweest. Ook dan zakt er weleens wat weg. Zeggen de Engelsen niet: use it or lose it?

Maar een minstens net zo’n groot probleem is dat mijn gehoor verder achteruit is gegaan. Kijk ik op tv naar een Nederlandse serie, dan moet er ondertiteling bij. Engels op tv? Ik lees mee met de ondertiteling. En ook in gesprekken waar ik naar luister of die ik zelf met anderen voer, mis ik regelmatig iets. En dat maakt een nieuwe taal leren natuurlijk lastiger. Het gaat immers om lezen en schrijven én om spreken en luisteren. En die laatste twee zijn misschien nog wel het belangrijkste. Dat maakt het ophalen van mijn Frans niet eenvoudig en maakt het ophalen van Latijn aantrekkelijk. Immers: dat hoef ik alleen maar te kunnen lezen.

Toch wil ik naar Frans kijken. Ik ben een tijdje bezig geweest met de Fluent Forever app naar het gelijknamige boek van Gabriel Wyner. Het zal best werken, maar ik vond het vooral erg saai. Swipen, swipen, swipen en af en toe uit verveling een woordje nazeggen. Ik heb de app al zeker een maand niet meer geopend, terwijl er toch echt wel leuke dingen bij zitten, zoals het zelf maken van zinnen. Maar ook dan is het vooral klikken en weinig actief iets doen.

Het idee te leren met chansons spreekt me echter wel aan. Desnoods in combinatie met een saaie app. Misschien lukt het me dan wel om mijn Frans op te halen.

Wordt vervolgd.

Parlez-vous français?

Afgelopen zomer las ik eindelijk De Taalhacker van Gabriel Wyner over hoe hij als operazanger snel allerlei talen goed leerde. Dat lukte hem niet met de methodes waarmee je op de middelbare school talen leert. Daar had hij geen taal mee geleerd, schreef hij. Hoe dan ook, ik was al jaren nieuwsgierig naar het boek. Ik leerde het volgens mij kennen door de MOOC Learning how to learn, een absolute aanrader. In vier weken drie uur per week je studietechnieken helemaal bijgespijkerd. Voor meer diepgang is ook het boek A mind for numbers van Barbara Oakley waarop de MOOC gebaseerd is, aan te raden.

De Taalhacker is natuurlijk oorspronkelijk Engelstalig, Fluent forever. Bij het boek hoort ook een app voor de smartphone. Na lezing van het boek besloot ik een maandabonnement te nemen en Spaans te gaan leren. Dat viel tegen. Het idee is op zich aardig, maar ik vond het iets te veel swipen en te weinig actief met taal bezig zijn. Nu zal het wel de bedoeling zijn dat je zelf actief met je taal naar keuze bezig bent, maar mij lukte dat niet. En dus vond ik het niet echt leuk en aangezien het niet voor werk of school is, wil ik natuurlijk wel plezier hebben terwijl ik bezig ben.

Maar toen ging ik Chansons! kijken en begon Frans weer te kriebelen. Ik was er vroeger op school tamelijk goed in en besloot de app weer een kans te geven. Gewoon om te proberen mijn Frans weer op te halen. Dat gaat voorspoedig, zeker ook omdat ik al veel woorden ken. Het is ook wel nuttig om woorden in zinsverband te leren en te horen. Hoe meer Frans ik hoor, hoe beter. Het moet een beetje speels, denk ik, dan blijft het beter hangen.

Fluent forever is ook erg op uitspraak gericht, niet gek natuurlijk met een voormalige operazanger als schrijver van het boek en bedenker van de app. Nou had ik op zich weinig moeite met de Franse uitspraak maar ik ben hier en daar gaan twijfelen aan een paar regels die ik in mijn hoofd had. Ik vind het daarbij lastig dat de app van het Engels uit gaat bij het uitleggen van de uitspraak. En van de Engelse uitspraak heb ik nou nooit een snars begrepen. Daar ga ik dus nog een keer een Nederlandstalige Franse grammatica op naslaan.

Om een lang verhaal kort te maken en het vervolg tot morgen te bewaren. Ik had bedacht om dit jaar mijn Frans op te halen met een combinatie van Fluent Forever, Anki en het spelelement. Dat kan met nieuws lezen in Frans, boeken in het Frans, TV5 kijken. En als ik een methode mee vind die werkt en waar ik plezier in heb, dan kan het best zijn dat ik volgend jaar alsnog Spaans ga leren.

~~~

Afbeelding van Gilles DETOT via Pixabay

Waarom ik vertalen zo leuk vind

En waarom ik wat minder gemakkelijk blog

Deze post is eigenlijk een vorm van uitstelgedrag. Maar ik merk dat ik ondanks mijn goede voornemens en ontdekking van laatst nog niet zo heel heel lang geleden, nog niet heel veel verder ben met mijn bloggen. Niet getreurd, komt goed. Maar ik ben op dit moment weer druk bezig met vertalen. Ja, er is altijd wat te vertalen omdat slechts rond de 100 van de ruim 160 boeken van Captain Johns in het Nederlands zijn verschenen.

Iedere keer vind ik het weer geweldig leuk en slokt het me qua vrije tijd volledig op. Het past helemaal bij me. Met taal bezig zijn. Je dienstbaar opstellen (hoop ik), aan toekomstige lezers en aan de auteur. En met dat laatste stip ik een cruciaal verschil aan met bloggen. Mijn blogs mag ik helemaal zelf schrijven, al heb ik regelmatig, zoals vandaag, wat hulp wat hulp bij het onderwerp, maar toch.

Bij vertalen echter ligt er al veel meer vast. Een boek of in ieder geval een tekst van de auteur of van je medevertaler(s). Ik hoef ‘alleen maar’ te vertalen of na te lezen en te corrigeren. En dat vind ik wel zo prettig. Het vanuit het Engels zoeken naar een zo goed mogelijke weergave in het Nederlands: heerlijk. Blijven slijpen, nadenken, herlezen, overleggen, opzoeken, corrigeren, tot aan drukproefcorrecties, die door het werken vanaf papier vaak meer correcties opleveren dan voorzien. Ja, als ik met al die dingen bezig ben dan voel ik mij soms bijna de koning te rijk dat er nog zo’n mooie stapel boeken van Captain Johns te vertalen valt.

En natuurlijk blijf ik bloggen, ook dat vind ik veel te leuk.

~ ~ ~ ~

#SG16 Iedere dinsdag geeft een Carel een woord op uit spreekwoorden en gezegden waar je dan over kunt bloggen.

#WOT 30 Concept

Het eerste Biggles-boek dat ik vertaalde, The Boy Biggles, verhaalde onder andere Victoria_Cross_Medal_Ribbon_&_Barover iemand die het Victoria Cross had ontvangen. In mijn vertaling kende ik deze persoon prompt het Ijzeren Kruis toe. De onderscheiding van de (latere) vijand. Gelukkig zag ik het tijdig en staat het alleen in een concept. Jeugdig enthousiasme zullen we maar zeggen. Toch blijkt ieder boek weer dat er toch nog bepaalde dingen verder komen dan de diverse concepten, hoe vaak mijn medevertaler(s), bestuursleden  of ik het ook herlezen. Ik kan meestal wel een verklaring voor de foutjes vinden zodat ik er lering uit kan trekken, maar toch.

Ook dit blog ziet er in concept heel anders uit dan in de harde werkelijkheid. Zo had ik een week of vier terug stoute plannen: ik ging weer meedoen aan #WOT, aan #SG16, aan #50books en ik zou wekelijks een blogpost schrijven over mijn nieuwe opleiding tot webontwikkelaar en ook wekelijks nog eentje over hoe ik leer. Het concept was prachtig, ik vergat alleen dat ik de blogposts ook nog daadwerkelijk moest schrijven.

Daarnaast zat ik een beetje met mezelf in de knoop omdat mijn betere ik niet genoeg op mijn werkelijke ik leek, maar hopelijk kan ik daar nu langzaam verandering in gaan brengen. Ideeën genoeg om over te bloggen omdat het prima gaat op mijn opleiding en ik van mezelf weet dat ik beter leer als ik het nog eens opschrijf/uitleg. Webruimte heb ik alvast zodat het dit blog niet in de weg zit.

De weg van concept naar realiteit mag er dan een zijn vol hobbels, maar juist die hobbels maken de reis leerzaam. En bovendien heeft Raymond groot gelijk: kennis delen is fijn.

Deze blogpost maakt deel uit van #WOT: Write on Thursday. Iedere donderdag een woord van Martha/DrsPee om over te bloggen of vloggen.

~ ~ ~ ~

Bron afbeelding: Wikipedia.

#WOT Onwelgevallig

Het waren spannende boeken. De eerste verhalen las ik op aanraden van van mijn fyaiotherpeute die haar zolder had opruimd. Biggles van de speciale luchtpolitie zat niet bij die zes Spectrum-pockets. Ik begon met Met Biggles in vijandelijk gebied en was meteen verkocht. Toen had ik echter nog totaal geen idee van hoe verkocht dat later zou blijken.

Dat er iets was met Captain Johns en Biggles wist ik toen ook nog niet. Pas jaren later hoorde ik dat ook hij van racisme was beschouwd. “Ook” omdat ik ongeveer tegelijkertijd hoorde dat Tien kleine negertjes van Agatha Christie in de ban was gedaan. Dat boek verscheen oorspronkelijk in het VK in 1939 Ten little niggers maar in de VS al gelijk in 1940 als And then there were none.

Biggles was dus enigszins besmet vanwege racisme en ik moet toegeven dat blackies tegenwoordig toch wat vreemd leest hoewel het in mijn Van Dale Groot Engels slechts de kwalificatie informeel meekrijgt. En ja, ik weet dat er een zin verwijderd is uit de heruitgave van Biggles in France uit de jaren negentig. Toch is dat niet het onwelgevallige van Biggles waar ik nu bij stil wil staan. Er is namelijk nog een eigenaardigheid aan de sommige verhalen van Captain Johns.

Van verhalen voor volwassenen naar de jeugd

Biggles verscheen voor het eerst in 1932 in het tijdschrift Popular Flying. Dat blad was bedoeld voor volwassenen. De Biggles-verhalen ook. Maar het was al snel duidelijk dat ook jongens de verhalen gretig lazen.

Biggles werd een jongensboekenheld. Dat had eigenaardige gevolgen. De eerste korte verhalen uit Popular Flying werden als boek gebundeld en aangevuld uitgebracht als The Camels are coming. Toen dat boek uitverkocht raakte, gebeurde er iets merkwaardigs: het boek werd niet meer herdukt, net als Biggles in France*. Pas in de jaren negentig kwam daar verandering in. Wel werden in de jaren vijftig de losse verhalen uit beide boeken verdeeld over twee andere boeken.

En die boeken werden vertaald. Biggles of the Special Air Police las ik bijvoorbeeld als Biggles van de speciale luchtpolitie. Maar ik durf niet te zweren dat ik het merkwaardig vond dat Biggles en zijn vrienden hun leven riskeerden voor limonade. Echt waar, voor limonade!

Wat was er aan de hand?

In de verhalen uit The Camels are coming werd gevloekt en in het verhaal The Balloonatics weet kolonel Raymond de hand te leggen op flessen vooroorlogse whisky. Die whisky wordt de prijs die Biggles’ 266e en Wilkinsons 287e squadron kunnen winnen voor het neerhalen van een Duitse observatieballon. Dat alles vergt natuurlijk veel te veel voor die tere kinderzieltjes. Dat moet limonade worden!

15 jaar geleden

Vandaag is het precies 15 jaar geleden dat Marvel M. Wagenaar-Wilm en ik Biggles en zijn basis presenteerden, onze vertaling van The Boy Biggles.

Biggles92

*Verhalen uit The Camels Are Coming  en Biggles in France verschenen overigens in 1941 ook als verhalen met een WO II-setting in Spitfire Parade.

#WOT Word On Thursday: Iedere donderdag geeft Martha/DrsPee een woord waarover je dan kunt bloggen/vloggen of anderszins invulling aan kunt geven onder de noemer #WOT.

 

SG16-24: Grond

penguin-160539_640

Het voelt allemaal enigszins dubbel. Aan de ene kant ben ik blij dat de richting die ik heb gekozen de juiste lijkt te zijn. Communicatie en teksten schrijven past niet echt bij mij. Ik heb vaste grond onder mijn voeten nodig als ik iets schrijf.  Moet het zelf meegemaakt hebben om erover te kunnen schrijven. Heb ik een ander nodig voor die tekst dan vind ik het een stuk moeilijker.

Dat is een van de redenen om toch te kiezen voor iets anders, web development. Heeft me ook altijd aangetrokken. Nou ja, toen ik mijn vakkenpakket moest kiezen, was er nog amper web development en voor wat je in die tijd aan programmeren had, had je Wiskunde B nodig. En bij exacte vakken kreeg ik geen poot aan de groot, deels door mijn hanenpoten.

Maar nu er wel web development is, zijn er wel mogelijkheden voor mij. Wat ik typ, kan ik in ieder geval lezen. Dus nieuwe ronde, nieuwe kansen. En de eerste test over HTML en CSS ging prima. Daarover later meer, want ik wil het nu hebben over waarom ik me dan nu toch een beetje dubbel voel.

Dat heeft te maken met een periode dat ik alle vaste grond onder mij miste en dat zelf niet in de gaten had. De laatste keer dat dat gebeurde, is nu vier jaar geleden. Daarom denk ik daar de afgelopen tijd weer iets vaker aan terug. Gebeurt ieder jaar en dat is op zich helemaal niet erg. Ik wil het namelijk nooit meer meemaken.

Toch heeft een manie een manie ook mooie kanten. Hoewel het in strijd is met elke vorm van realiteitszin, voelde ik me toen geweldig. Ik had fantastische ideeën, wist alles beter en sprak alles en ieder aan van wie ik dacht dat geïnteresseerd zouden zijn in mijn ideeën. Ideeën die ik totaal niet uit kon leggen omdat er niets aan ten grond lag.

Terwijl ik als ik niet manisch ben, juist eerder wat teruggetrokken ben. Dan verlang ik wel eens naar een (vleugje) manie maar niet heus. Maar ik neem me wel voor iets meer de interactie aan te gaan. Dat leidt heus niet tot een manie. Daar ben ik serieus nog bijna bang voor geweest.

~ ~ ~ ~
SG16: iedere dinsdag geeft Carel een woord op dat in spreekwoorden en gezegdes voorkomt. Als je wil, mag je daar dan over bloggen.

@foto VIA PIXABAY met CC0 verklarinG

#SG16 nr. 20 arm

Hier moet ik een slag om de arm houden, maar ik zou bijna mijn eerste bijdrage aan SG16 opnieuw in kunnen sturen. Immers, mijn ‘andere hand’ zit vast aan een arm.

Maar, daar is de slag om de arm, die arm heb ik bij mijn beste weten nooit andere arm genoemd. Niet dat ik met die arm nou veel meer kon dan met die hand. Toegeven, wel iets. Klemmen of iets ophangen gaat er uitstekend mee dus als ik zware boodschappen mee moet zeulen is dat nooit een probleem. Die hang ik gewoon in de elleboog aan mijn rechterarm en dan blijven ze wel hangen.

Wat dat betreft heb ik wel een sterke arm maar gelukkig heb ik met die andere sterke arm weinig te doen gehad.

Zowel voor mijn rechterarm als rechterhand heb ik veel therapie gehad om mij letterlijk en figuurlijk wat meer armslag te geven. Dat heeft helaas niet echt mogen baten, maar gelukkig is er tegenwoordig botox en kan ik met wat kleine oefeningen en voldoende beweging de dag goed doorkomen zonder dat ik al te veel hinder ondervind van mijn rechterarm.

Nu ik erover nadenk: iemand in de arm nemen is voor mij nogal lastig. Dat moet altijd links en als mensen mij in de arm proberen te nemen, doen ze dat negen van de tien keer rechts, wat toch enigszins lastig is. Maar uiteraard ontvang ik iedereen die denkt dat ik hem of haar ergens mee helpen, of andersom, met open armen. Zolang je dat maar niet al te letterlijk neemt.

~ ~ ~ ~

SG16: iedere dinsdag geeft Carel een woord op uit spreekwoorden en gezegden waar je je eigen draai aan mag geven.

#WOT 16-19 Opluchting

De grootste opluchting is natuurlijk dat het me eindelijk weer eens lukte om én in te loggen bij mijn blog én op ‘Nieuw bericht’ te klikken. Nu maar afwachten of het me dadelijk ook lukt om op ‘Publiceren’ te klikken.

Laat ik eerst een blogpost schrijven, wel zo handig. Over opluchting dus. Dat doet mij vandaag denken aan mijn hobby. Aan de boeken die ik vertaal. Iedere keer als een boek af is, ben ik opgelucht. Tegelijkertijd wil ik ook altijd weer meteen beginnen aan het volgende. Het lukt altijd om netjes te wachten tot het boek verschenen is voor ik met het volgende begin.

Ik vertaal gelukkig niet alleen. Ik vertaal altijd met een collega – die het ook voor z’n hobby doet. En we hebben een heel bestuur dat meeleest. Dat wil zeggen dat er toch redelijk wat mensen bij het vertaalproces betrokken zijn. We hebben in de loop der jaren wat afspraken gemaakt om een en ander te stroomlijnen. Dat loopt eigenlijk altijd soepel. Vooruit, op die ene keer na dan dat ik tot een uur of vijf in de nacht door heb moeten werken terwijl ik vier uur later al weer bezig was om de uitgestelde deadline te halen.

Gedurende het hele proces zijn er momenten dat je je werk met anderen deelt. We verdelen meestal de hoofdstukken en als je de jouwe af hebt, mail je ze naar je collega en het bestuur. Enerzijds voel ik dan altijd opluchting, het is weer even volbracht, maar natuurlijk ben ik anderzijds ook altijd gespannen. Is het wel goed genoeg? Net als veel mensen heb ik toch wel last van het bedriegerssyndroom. Ik doe maar wat, ik kan er eigenlijk niks van.

Gelukkig blijkt tot nu altijd dat ik er wel wat van kan. Het valt altijd mee met het commentaar. Natuurlijk gaan we hier en daar in discussie, maar altijd om de vertaling nog beter te krijgen. En altijd opbouwend. Ik ben zelfs tegenwoordig eindverantwoordelijk voor het hele proces, terwijl mijn collega nota bene een afgestudeerd classicus is die ooit errata et addenda samenstelde voor heel wat jeugdseries.

Tijdens het het hele proces ken ik toch heel wat momenten van spanning maar gelukkig is er altijd achteraf opluchting. Zoals eind maart toen Biggles en de nieuwe rekruut verscheen.

Biggles en de nieuwe rekruut

~ ~ ~ ~

#WOT Write On Thursday. Iedere donderdag geeft Martha/DrsPee een woord op waar je als blogger dan mee aan de slag mag.

#SG16-14 – Broek

Het heeft even geduurd en de voorzitter moest me regelmatig achter de broek zitten. Gelukkig konden we een ruime planning aanhouden en had het achter de broek zitten meer te maken met het feit dat we de deadline ruim wilden halen, dan met het feit dat we het echt in onze broek deden uit angst het niet op tijd te halen.

Wie er in het hele proces nu precies de broek aan had, is mij niet geheel duidelijk geworden. Wat mij betreft hebben we met een heel team goed ons best gedaan op ons huiswerk en daar ben ik trots op.

Persoonlijk stel ik mij – al zeg ik het zelf – bescheiden op. Ik heb liever het boek uit dan de broek aan. Iedere keer als ik aan een project begin vraag ik me weleens af of ik me geen te grote broek ga aantrekken. In gedachten trek ik me dan nog maar een keer om, zoals ze dat in deze contreien plegen te zeggen.

Een goede remedie tegen een te grote broek is natuurlijk samenwerken, vandaar dat hele team waar ik het net over had. Dan past de broek meteen een stuk beter. Vele handen maken licht werk want ik vertaal nooit alleen en bovendien leest het hele bestuur mee.

Vorige week zaterdag was het dan eindelijk zover: tijdens de jubileummeeting van de I.B.A. konden we dan eindelijk het jubileumgeschenk presenteren. Gelukkig mochten we al meteen diverse veren in onze broek steken. Waar ik het over heb? Aan het lijstje in de zijbalk aan mijn linkerhand heb ik een toevoeging gedaan: Biggles en de nieuwe rekruut.

~ ~ ~ ~
Iedere dinsdag geeft Carel een woord op uit een spreekwoord of gezegde waar je dan over mag bloggen: #SG16

Loslaten #WOT 16-13

Loslaten: ik heb er ambivalente gevoelens bij. Aan de ene kant kan ik me er gemakkelijk overheen zetten wanneer iets niet gegaan is zoals ik had gehoopt. Ik kijk dan waar het fout is gegaan zodat ik herhaling kan voorkomen, als ik er tenminste invloed op heb en als ik een fout heb gemaakt. Natuurlijk probeer ik die dan te herstellen. Kan dat niet, of lukt dat niet, jammer dan. Ik baal ervan maar laat het los omdat ik er niets meer aan kan doen.

Laatst had ik het er met een vriend over. Ik had een stuk tekst van hem gecorrigeerd dat hij van iemand terug had gekregen met het verzoek het nog een keer door te lezen. Ik kon de nodige correcties aanbrengen. Hij baalde stevig van die fouten en vond het maar vreemd dat ik een week eerder zo rustig bleef na het ontdekken van een paar typfouten die ik ondanks verwoede pogingen niet meer recht kon zetten. Het zal met het bovenstaande te maken hebben.

Maar dat is niet alles

Aan de andere kant is er namelijk iets wat me jaren gekost heeft om los te laten. Ik schrijf er columns over voor Onzichtbaar Ziek. In voorbereiding op een nieuwe column las een paar oude uit 2014. Daar schrok ik van. Ik was wel erg negatief en bang voor herhaling. Nou moet ik toegeven dat mijn laatste manie uit 2012 heftig was en de gevolgen groot (verlies van een prachtige baan omdat mijn contract niet werd verlengd).

Daar heb ik van geleerd. Mijn medicatie is aangepast, ik heb een verbeterd signaleringsplan en mijn directe omgeving is veel nauwer betrokken bij dat signaleren. Al met al zorgt dat ervoor dat ik nu met vertrouwen de toekomst in kijk. Grote kans dat een manie of depressie wegblijft of dat het tijdig gesignaleerd kan worden. De angst voor terugval is nu dan ook weg, maar dat heeft tot zeker begin vorig jaar geduurd. Voor die tijd bleef ik, hoewel het goed met me ging, achterom kijken en zag ik beren op de weg die er niet waren. Sinds een jaar heb ik echter los kunnen laten en dat voelt goed.

~ ~ ~ ~
#WOT Write On Thursday. Iedere donderdag geeft Martha/DrsPee een woord op waar je als blogger dan mee aan de slag mag.