De heldenreis – word de held in je eigen verhaal (en waarom dat belangrijk is)

De heldenreis komt uit het boek The hero with a thousand faces (1949) van Joseph Campbell (1904-1987). Het boek is ook vertaald in het Nederlands: De held met de duizend gezichten.

Volgens Wikipedia bestaat het de heldenreis uit 17 fases onderverdeeld in 3 thema’s. Die mag je van mij vergeten, maar kunnen leuk zijn om een verhaal mee te toetsen.

Voor mijn eindscriptie heb ik gebruik gemaakt van een iets eenvoudiger model van Margery Hourihan uit haar boek Deconstructing the hero (1997). Gelukkig staat het stuk dat we nodig hebben als bladervoorbeeld op Amazon. Hieronder een korte vertaling.

  • Er is een held, vaak mannelijk Brits enz. Vaak vergezeld door 1 metgezel, of hij is de leider van een groep avonturiers.
  • Hij verlaat beschaving thuis en zoekt de wildernis op.
  • De wildernis hoeft niet per se de jungle te zijn.
  • De held krijgt tegenslagen te verwerken maar overwint deze en krijgt te maken met lastige opponenten.
  • De held overwint zijn opponenten omdat hij slimmer, dapperder, doortastender enzovoort is. De held krijgt ook weleens hulp omdat anderen het belang van de queeste inzien, of de leider erkennen.
  • De held bereikt zijn doel.
  • De held keert terug naar huis
  • De held krijgt een beloning.

Dit is in het kort de heldenreis die volgens Hourihan het onveranderlijke patroon van het heldenverhaal, of het nou de Odyssee, James Bond of Treasure Island is. En volgens mij is het ook een makkelijke manier van vertellen, die haast onbewust gaat omdat je groot geworden bent met dit soort verhalen.

Er kleven nadelen aan dit patroon. Maar of dat aan het patroon ligt of aan de invulling van het patroon vind ik eigenlijk een interessantere vraag. Zo is de held vaak een witte Britse man en komen vrouwen minder vaak voor in de verhalen. Tenzij als verleidster van de dappere held, als degene die gered moet worden. Of als beloning – als trophy wife voor de held.

Maar volgens mij staat het iedereen vrij om zichzelf een held of heldin te voelen en te spelen met dit patroon. Het is ouder dan Methusalem maar als de verhalen waarin het toegepast wordt één ding duidelijk hebben gemaakt, dan is het wel dat het veel variabelen bevat.

Speel daarmee en je opent ongekende mogelijkheden. De held kan zomaar ineens een gehandicapte slechthorende met een bipolaire stoornis zijn. Of een heldin kan goed voetballen en ijveren voor gelijke behandeling van mannen en vrouwen.

De wildernis? Ook volledig naar eigen wens in te vullen. Het hoeft niet outback in Australië of de Sahara te zijn. Het kan ook de bureaucratie van een verzekeringsmaatschappij of ziekenhuis zijn. Een ziekte/handicap die veel ellende met zich meebrengt.

Zo kun je haast eindeloos doorgaan met variabelen uit de opsomming hierboven. Opponenten die helemaal geen tegenstanders zijn. Hulp uit onverwachte hoek. En wat ook mooi is: de verhalen zijn net echt. De heldenreis is zoals ik al zei een heel vertrouwde manier van lezen omdat we ermee opgegroeid zijn en we vaak ook op deze manier vertellen. Niet alleen in op zichzelf staande verhalen, maar juist ook in series. Soms in op zichzelf staande deeltjes, soms – zoals in veel Fantasy – met een overkoepelende verhaallijn die vaak gaat over de strijd tussen goed en kwaad.

De elementen uit de heldenreis bieden de kans om je eigen verhaal te maken. En dat kan weer steun bieden in moeilijke tijden. Probeer het maar maar eens:

ik ben als held(in) en … (en vergeet niet dat kleine overwinningen ook tellen). Kijk naar bovenstaande lijstje en gebruik je fantasie. Benut de Kipling-methode. Kweek zelfvertrouwen en logenstraf die traditionele patronen waarmee de heldenreis in verhalen ook is ingevuld. Helaas ook in de realiteit. Denk aan ene Donald die handig gebruik heeft gemaakt van de heldenreis.

Ik ga de komende tijd eens kijken of ik mezelf én anderen op deze manier (nog wat verder) kan opbeuren.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

#WOT transparant

Gisteren tijdens de cursus Wijzer Werken Met Ervaring kwam de heldenreis van Joseph Campebell ter sprake. We zitten nog steeds in de verhalen en een paar bijeenkomsten terug vertelde een van de facilitatoren een empowermentverhaal dat mij sterk deed denken aan die heldenreis. Die maakte een belangrijk onderdeel uit van mijn masterscriptie, vandaar. Dat mailde ik haar achteraf. Zij bleek die term ook te kennen en gisteren kwam ze er in de groep op terug.

Ze bombardeerde mij tot verhalenspecialist en kwam dus nog terug op de heldenreis. Hoe dat ging en wat dat opleverde blijft voor de cursus. Maar het gevolg was wel dat ik nog een keer na ben gaan denken over die heldenreis. Die zit, concludeerde ik, op heel veel plekken. En juist spelen met heldenreis, desnoods met de Kipling-methode, vind ik leuk. Daar maak ik enigszins, zeg maar behoorlijk, gebruik en misbruik van. Eigenlijk gaat vertellen via de structuur van de heldenreis automatisch. Daar kom ik morgen nog op terug, als ik durf. Want het het heeft ook een beetje weg van maatschappijkritiek. Durf ik zo transparant zijn?

Met het heldenreis-model zelf, en er zijn diverse varianten en versimpelingen, is op zich niet zo heel veel mis. Maar over de invulling valt na te denken. Durf ik dat wel? Ben ik daar wel transparant genoeg voor? Ik denk het inmiddels wel, maar dat zien we morgen dan wel weer.

Ik kan al wel vertellen dat ik zelf in mijn boek, dat zich hopelijk in een afrondende fase bevindt, uiteraard (on)bewust dankbaar gebruik en misbruik heb gemaakt van de heldenreis. Al is het maar omdat een gehandicapte met een bipolaire stoornis niet al te gauw de held is in een avonturen-, of heldenverhaal. En dat ben ik in dit geval, merk ik ook aan de reacties van proeflezers, toch wel. En daarmee heb ik een klein beetje de heldenreis op de hak genomen. En dat is dan misschien wel weer empowerment.

Ik hoop dat ik bij de volgende #WOT kan zeggen dat ik mijn boek naar een uitgeverij heb gestuurd.

Morgen meer over wat ik hier vandaag had willen schrijven. Transparant in twee etappes dus.

#WOT Word on Thursday

~~~

Afbeelding van Joshua Woroniecki via Pixabay

Manieën: van het opsporen en elimineren van de bron naar een betere stemming

Deze blogpost is deel 9 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

Toen ik na mijn manie van 2019 dankzij de flink opgehoogde medicatie eindelijk weer eens een tijd fatsoenlijk sliep en ik langzaam bij mijn positieven kwam, waren er naast de teleurstelling dat het me toch weer opnieuw overkomen was (ik had al drie keer eerder een manie gehad) twee gevoelens die voor mij erg belangrijk waren en die houvast boden. Het eerste was het gevoel dat ik nog precies wist wat er in de aanloop naar deze manie was gebeurd. Het tweede gevoel was dat de sleutel ergens in deze manische episode verborgen moest zijn.

En dat waren gevoelens die hoop boden en waar ik me aan vastklampte want ik was het gebeuren met die manieën en die ellende daarna helemaal zat. En ik had dus een idee waar ik het moest zoeken. Maar hoe moest ik dat aanpakken? Als ik het idee dat ik nog zo goed wist, wat er alleen aan de manie vooraf was gegaan, moest ik dat ik ook maar bewijzen. Ik besloot dus de aanloop naar de manie zo volledig mogelijk in kaart te brengen. Mezelf het verhaal vertellen van de manie. Wat had ik allemaal gedaan? Wie waren erbij betrokken? Wat deden die? Hoe voelde ik me (daaronder)? Ik paste min of meer de Kipling-methode toe. Zo veel mogelijk vragen bedenken met Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom en Hoe? En die vragen vervolgens zo uitgebreid mogelijk beantwoorden.

Wat ook belangrijk was, was dat ik tijdens deze speurtocht speciaal aandacht had voor emoties die ik gevoeld. Dat had uit het verleden geleerd. Tijdens mijn manie van 2006 kocht ik allerlei buitenlandse tijdschriften. Het kwam in mijn signaleringsplan, dus wat deed ik tijdens mijn manie van 2012? Ik leende allerlei vertaalde buitenlandse dichtbundels en romans bij de bibliotheek. En ik maakte mezelf wijs dat dat totaal iets anders was. Gelukkig heb ik daarvan geleerd dat ze werden aangestuurd vanuit dezelfde emotie en dat het dus veel beter om de emotie in kaart te brengen die het handelen stuurt. Want een emotie regelt echt wel dat ik B doe als A niet mag.

Zo bracht ik dus de manie die net voorbij was in kaart. Daar heb ik wel de tijd voor genomen want het lukte me niet om het verhaal in één keer duidelijk te krijgen. Dat wilde ik ook niet want het was me duidelijk dat ik naar alle waarschijnlijk veel te snel klaar zou zijn en het risico zou lopen dat ik veel zou missen. In plaats daarvan heb ik de tijd voor genomen, dook ik zeg maar wekenlang regelmatig mijn eigen geschiedenisboeken in. Dat was niet makkelijk maar het leek me de manier om uiteindelijk de code te kraken. En daar had ik veel voor over.

Uiteindelijk leverde het een beeld op van de manie waarmee ik tevreden was. Maar omdat manieën volgens mij ontstaan bij de gratie van patronen heb ik daarna ook nog op dezelfde manier gekeken naar de manieën van 2012, 2006 en 2002. Daar bleek ik ook veel vanaf te weten en het in kaart brengen ging sneller. Toch had ik nog steeds niet beet.

Toch had het in kaart brengen van de manieën wel degelijk nut had, want toen ik een jaar later een bepaalde emotie, namelijk ergernis, in het wild waarnam, herkende ik die van de manie van 2019. En ik kon meteen doorschakelen: ook van 2012, 2006 en 2002. Iedere keer had ik een ergernis, steeds helemaal aan het begin van de episode. Zou ik dan echt?

Ja, wist ik meteen. Dit is het. Weliswaar had ik me tijdens iedere episode aan iets anders geërgerd, de ergernis was er wel degelijk geweest. En er werd me nog iets duidelijk: ik had me steeds geërgerd aan iets wat langere tijd voortduurde – bijvoorbeeld taalfouten in een reader van een vak met verplichte colleges – en de ergernis was steeds groter geworden. En omdat de ergernis steeds groter werd, ging ik er steeds harder tegenin. Denk daarbij aan bij alles en iedereen afgeven op de mevrouw die al die taalfouten maakte. En dat veroorzaakte dus uiteindelijk steeds een manie. Maar pas in april 2020, zo veel later, was me de oorzaak duidelijk geworden.

Daar had ik het dus: ergernissen. Maar wat moest ik nu met die kennis?

Gelukkig wist ik op die vraag meteen het antwoord. Ik was altijd meer dan bewust geweest van die ergernissen. Alleen bracht ik ze nooit in verband met mijn manieën. Nu ik dat wel deed, betekende dat dus dat ik alert moest zijn op ergernissen. En dat ik ze in het verleden zo duidelijk had gevoeld, was nu een steuntje in de rug. Ik had er alle vertrouwen in dat ik ergernissen kon herkennen als ze zich voordeden. Ik heb het echt wel door als ik me erger. De echte vraag was dan ook niet of ik ergernissen zou herkennen als ik ze tegenkwam, maar wat ik in zo’n geval moest doen.

En ook dat was duidelijk: ik moest anders reageren. Wat ik in het verleden had gedaan, ertegenin gaan, was een soort automatische reactie geweest. Misschien net zoiets als ’s avonds de televisie aanzetten als je gaat eten. Dat doe je ook zonder erbij na te denken, gewoon omdat je het gisteren, vorige week en vorige maand ook al deed. Het was dus zaak om deze automatische reactie eruit te halen. Het hielp daarbij enorm dat ik al bewust nadacht over die ergernissen. Voelde ik er eentje, dan was ik alert. Wat ik besloot te doen, en wat nu al 2,5 jaar goed werkt, was de ergernis goed te bekijken: wat was hier aan de hand? En vooral de vervolgvraag bleek erg goed te werken: is deze ergernis mij een manie en alle gevolgen daarna waard? Het antwoord is tot nu toe altijd nee geweest.

En zo heb ik steeds mijn ergernissen ontmanteld, want ik zag steeds dat de ergernis niet de moeite waard was om tegenin te gaan. De automatische ‘vecht’ reactie uit het verleden was weg en ik ging verder met datgene waar ik mee bezig was. Zonder me te ergeren. Soms moet ik dan nog iets dan waaraan ik me ergerde, maar door de emotie eruit te halen, de ergernis, vallen dat soort dingen ook best mee. Soms zijn ze zelfs onverwachts leuk.

Deze methode gebruik ik nu al 2,5 jaar tegen mijn bipolaire stoornis. Naast medicijnen en gesprekken. Deze drieslag werkt voor mij uitstekend. En het valt me de laatste tijd op dat er nog een leuke bijkomstigheid is bij het vroegtijdig signaleren van ergernissen. Ik had er nooit zo bij stilgestaan, maar het lijkt erop dat er veel emoties binnenkomen als kleine ergernissen. En dat hoe ik dan reageer, bepaalt wat ze worden. Ik krijg steeds meer het vermoeden dat ik zelf in hand de hand heb of ik ergens boos over word, of om moet mokken. Omdat ik ze klein binnen zie komen als ergernissen en er dan goed naar kijk, blaas ik ze veel minder snel op tot iets vervelends.

En dat leidt er weer toe dat ik merk dat mijn stemming beter wordt. Daar moet toch nog wat beter op letten want ik vind het wel een mooie bijkomstigheid. En natuurlijk, ik durf niet te zeggen of dit werkt voor iets zwaars als rouw, verdriet of trauma. Daar heb ik geen recente ervaring mee. En trauma heb ik gelukkig helemaal nooit meegemaakt. Dus daar kan ik niks over zeggen. Maar ik ben allang blij met de mooie resultaten die ik met deze methodiek voor mezelf bereik.

~~~

Afbeelding van Dan Fador via Pixabay

#WOT Prikkels

Deze blogpost is deel 8 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

Ik doe het uit vrije wil, ik was gewaarschuwd en ik was er dus op voorbereid. Dat dacht ik althans. Maar toch komen er door de cursus ‘Wijzer Werken Met Ervaring’ soms/regelmatig/vaak veel prikkels op me af. Zo stond het huilen me zondag bij het maken van een huiswerkopdracht nader dan het lachen toen ik ontdekte dat ik mij lang geleden tijdens het opstellen van een signaleringsplan totaal niet gehoord voelde. Dat had grote gevolgen. En ik kon dus wel janken.

Maar de cursus biedt zo veel herkenning, erkenning, emoties en leermomenten dat ik het tot nu toe voor geen goud had willen missen. Ik leer zo veel van de andere deelnemers dat ik de vele prikkels graag voor lief neem. Zoals iemand zei: je komt niet weg met flauwekul. Juist door de ‘been there, done that’ herkenning die er is. Je weet het van elkaar, soms al zonder woorden. En ik wist dus op voorhand al dat ik er doorheen moest. En daar heb ik niet lang over getwijfeld, want voor mijn boek gold dat ook. Daarvoor moest ik ook een hoop drek door. Maar voor het goede doel heb ik dat zonder meer over. En ik zit eerlijk gezegd alweer verder te dromen. Maar daar droom ik nog even over verder voor ik er hier verder iets over loslaat.

Maar toch: ervaringsdeskundigheid draait voor een groot deel om omgaan met prikkels. En dat lukt me heel aardig, voor zover je daar na vier bijeenkomsten iets over kunt zeggen. Maar als ik er mijn signaleringsplan langs leg – dat korte van nu dat ik van buiten ken, niet dat lange van lang geleden waar ik geen touw aan vast kon knopen – dan staan alle signalen nog op groen, en hebben dat steeds gestaan. En dat is sinds tweeënhalf jaar mijn maatstaf.

En dat is allemaal zo gekomen omdat ik ontdekte dat ik voor mijn bipolaire stoornis last had van de prikkel ergernis. Met die prikkel ga ik nu heel anders om. Vroeger ging ik frontaal de aanval in, zeker als de ergernis langer aanhield. Tegenwoordig bekijk ik de ergernis en vraag me af of die een manie en de daaropvolgende anderhalf jaar ellende waard zijn. Dat is nooit het geval en daarmee is de angel uit de ergernis en kan ik als ik dat nodig vind nog inhoudelijk reageren op die voormalige ergernis. Bijvoorbeeld als het mij ergert dat ik iets moet doen. Als ik mij daar niet meer aan erger, kan datgene wat ik moest doen, veel makkelijker uitvoeren.

Het klinkt misschien als een filosofische kijk op ergernissen of prikkels maar voor mij werkt het. Het kostte een beetje oefening, maar ik heb ik zo veel baat bij dat ik er dus een boek over schreef en nu een cursus volg. En misschien ga ik dan nog wel ooit cursussen omgaan met ergernissen geven.

~~~

Afbeelding van OJart via Pixabay

Niet acuut? Wacht dan even met behandelen: luister eerst

Deze blogpost is deel 7 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

Vandaag had ik weer een bijeenkomst van Wijzer Werken Met Ervaring bij GGZ Oost Brabant. Zondag merkte ik al tijdens de voorbereidingen dat het weleens een moeilijke bijeenkomst kon worden. Twee brokken verwerkt leed in één bijeenkomst was toch wat veel. Maar opnieuw verwerken heeft absoluut nut, ook daar ben ik van overtuigd, waarom zou ik anders een week twitteren op @NL_Buitenbeentjes of een boek schrijven over mijn ervaringen. Daar had ik al aan gemerkt dat het aangaan van de confrontatie positief uit kon pakken.

Eigen overleefde ellende kan namelijk heel goed een drijfveer zijn om te proberen anderen te behoeden voor dingen die jij meegemaakt hebt. En de afgelopen dagen zat daar een voorbeeld van in mijn hoofd waardoor ik dertien jaar eerder bepaalde kennis had kunnen hebben. En het is niet onwaarschijnlijk dat mijn leven er dan totaal anders uit had gezien.

We gaan terug naar eind januari 2007. Ik ben net weer hersteld van een manie. Tenminste, ik ben niet meer manisch omdat ik goed en snel reageerde op de opnieuw voorgeschreven medicijnen. En mijn behandelaar is ook nog eens razend enthousiast omdat hij gelezen heeft over het signaleringsplan. Dat was volgens hem zo ongeveer de heilige graal in de behandeling. En zo’n signaleringsplan gingen we samen opstellen.

Ik had zoiets van: het zal wel, ik slik weer medicijnen, dus het zal goed komen. Maar dat die gedachte bij mij postgevat heeft, lijkt mijn behandelaar totaal te ontgaan. Afijn, we gaan aan een signaleringsplan werken. Vraag na vraag krijg ik een aantal gesprekken lang op me afgevuurd. Ik vind het eigenlijk maar niks, maar het zal wel. Gelukkig resulteert onze noeste arbeid in een signaleringsplan. Maar ik heb nog steeds het gevoel van: het zal allemaal wel, laat mij mijn medicijnen maar slikken, dan komt alles goed.

Vijftien jaar lang heb ik er niet de vinger op kunnen leggen waarom ik zo onverschillig was. Tot we het vorige week tijdens de WWME-bijeenkomst kregen over je gehoord voelen. Dat dat zo belangrijk was. En dat was precies wat ik me niet voelde bij die behandelaar. Ik had wel al zijn vragen beantwoord, maar dat was ook het enige. Hij leek alleen interesse te hebben in zijn vragen en veel minder in mij. Hij liet mij ook totaal niet vertellen wat ik te vertellen had.

De gevolgen waren desastreus

  • Er lag een ellenlang signaleringsplan.
  • Het was abstract en er viel niks in te herkennen van de manie van nauwelijks een paar maanden eerder.
  • De belangrijkste signalen ontbraken. Dát waar ik weken tegen Jan en Alleman over bezig was geweest, stond er niet in.
  • Dus was er niks te signaleren en werd ik nog twee keer manisch, met grote gevolgen als een keer baanverlies en steeds malaise na afloop.

Het enthousiasme en de behandeldrang pakte totaal verkeerd uit. Het enige wat die beste man had hoeven doen, was mij te laten vertellen wat er was gebeurd. Dan had ik het hem in geuren en kleuren verteld. En dan had hij als klap op de vuurpijl zonder er verder iets voor te hoeven doen, een signaleringsplan op kunnen stellen. Of ik een beetje kan vertellen? Lees hier wat rond, zou ik zeggen. Of vraag het aan de taaldocenten van mijn middelbare school. Ik geef je op briefje dat die nog precies weten waar ze waren tijdens mijn boekenbeurt bij hen.

Uiteindelijk heb ik medio/eind 2019 mezelf het verhaal maar verteld, kwam ik er daardoor een paar maanden later achter dat aanhoudende ergernissen en mijn reactie daarop de bron van mijn manieën waren. Zo’n ergernis als waar ik het eind 2006 dus steeds over had.

Toegegeven, ik was er zelf bij maar dat was mogelijk dertien jaar vertraging alleen omdat een behandelaar vergeet te luisteren. Maar: juist daarom wil ik dáárbij helpen. Gelukkig hoorde ik vanmiddag dat dat ook kon.

~~~

Afbeelding van WikimediaImages via Pixabay

#WOT jarig

Deze blogpost is deel 6 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

Sinds begin september ben ik het antwoord op alle vragen, ik ben dus nog lang niet jarig. Maar daar wil het vandaag niet over hebben, ik wil het hebben over kwartjes die langzaam vallen maar die zo mooi en troostend zijn dat het echte cadeautjes zijn die me het gevoel geven dat ik jarig ben. Zo’n kwartje viel bij mij vanmiddag tijdens de lunch. Het kwam door iets wat iemand gisteren tijdens de training tegen me ze zei. Dat drong ineens in volle schoonheid tot me door.

Het ging over empowerment en we mochten in tweetallen een pitch voorbereiden waarin iedereen een moment liet zien waarin hij of zij in zijn of haar kracht was gekomen. Achteraf moest iedereen dan die pitch houden en dat mocht ik dus ook doen. Na die pitch zei M. tegen mij en de groep dat ze het zo mooi vond dat ik veel dingen die ik tijdens een manie bedacht had, maar door die manie, niet tot uitvoering kon brengen, later alsnog deed.

Wat ze zei kwam gisteren al binnen, maar toen ik straks mijn soep neer binnen lepelde, drong pas echt door hoe waar de opmerking van M. was. En er drong nog iets tot me door, lees vooral verder. Ja, ik bedacht in 2012 een groepsblog, kon dat niet waarmaken, maar startte wel dit blog. En sloot me aan bij een soortgelijk blog als wat ik wilde starten, haalde er bijna een tijdschrift mee. En ik ben nog steeds bevriend met mensen die ik als gevolg van die manische actie leerde kennen.

Vanmiddag realiseerde ik me hoe waar en waardevol die opmerking van M. was. En nóg belangrijker: dat die niets zei over mijn manieën, maar over mijzelf. Want nadat ik hersteld was van een depressie haalde ik een jaar later alsnog mijn diploma en begon ik aan de vertaling van mijn eerste boek, vond iemand om het samen mee te doen. En 5 november is de presentatie van vertaling nr 11. Gimlet opnieuw in actie, zie www.biggles.nl voor meer details. Met inmiddels een heel team dat vertaalt en bijdraagt.

En toen ik hersteld was van mijn manie van 2019 en als klap op de vuurpijl na maanden dagelijks nadenken ook nog ontdekte dat ergernissen de basis van mijn manieën vormden, schreef ik daar met hulp en aanmoedigingen van onder anderen die eerdergenoemde en nieuwe vrienden in twee versies een boek over. Nu nog uitgeven, maar dat komt goed.

In een manische episode voel ik me geweldig en denk ik heel veel te kunnen. Het blijkt dat ik dan vooral verbaal een hoop kan. Maar het cadeautje waar ik me vandaag jarig door voelde, was het besef dat mijn creativiteit niks met mijn manieën te maken heeft, maar gewoon van mijzelf komt. En ik kan dankzij die creativiteit een heleboel. Dat doet me ook denken aan een compliment dat ik ooit kreeg van een vriendin. Zij zei ooit dat ze het zo mooi dat ik als ik dacht dat ik iets kon gebruiken, dat ik het dan gewoonte probeerde. En inderdaad, ook zij had gelijk. Ik kan die methode van harte aanbevelen, want wie zich jarig voelt, trakteert.

~~~

Afbeelding van Pexels via Pixabay

Waardevolle verhalen voor iedereen

Deze blogpost is deel 5 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

Vandaag was het weer ‘Wijzer Werken met Ervaring’ bij GGZ Oost Brabant. Het is interessante leerstof, dat zeker, maar ik merk dat de verhalen van medecursisten en de facilitatoren nóg boeiender en inspirerender zijn. Die maken het echt leerzaam. Ieder heeft zijn eigen achtergrond en een labeltje (uit de DSM 5 bijvoorbeeld) maar wat zijn het stuk voor stuk prachtige en krachtige mensen. Daar kan iedereen wat van leren. En ik behoor ook tot de groep iedereen dus ik leer volop en ik heb er alle vertrouwen in dat ik blijf leren.

Vandaag hadden we het over stigma en empowerment. Je hebt stigma die je vanuit een groep opgelegd worden. Zo heb ik er wel eens last van dat mensen als ze mijn lichamelijke handicap zien, ze automatisch denken dat ik dan verstandelijk ook wel wat achterloop. Nou ja, ik heb er weleens ‘misbruik’ van gemaakt en ik heb toch maar een universitaire bachelor en master behaald.

Zelfstigma zijn ook lastig. Gelukkig heb ik er weinig last van gehad. Als iemand riep: ‘Dat kun jij niet, want dit of dat,’ liet ik me daar niet door in de put praten maar dacht ik vaak: ‘Dat zullen we nog weleens zien.’ En regelmatig lukte het me dan ook. Maar ik moet toegeven dat ik behoorlijk veel last heb gehad van de gedachte: ‘Waarom zou ik in godsnaam mijn studie proberen af te maken, als het dadelijk weer goed gaat, word ik toch weer manisch.’ En dat het misschien niet veel gescheeld of ik had het bijltje er zonder master bij neergegooid. Ik ben blij dat ik niet gedaan heb.

Zo’n verhalen komen tijdens de cursus bovendrijven, vooral ook bij anderen. En dat straalt zo’n kracht uit en dat geeft zo’n energie, maakt zo veel emotie vrij en geeft zo veel verbondenheid, dat ik het iedereen zou gunnen. Niet alleen iedereen die vanmiddag in dat zaaltje van de ggz aanwezig was, kan ervan leren, maar ik denk zelfs iedereen. En dat vind ik een mooie uitdaging. Want niet alleen deelnemen aan deze cursus is volgens mij empowerment – misschien kun je het vertalen met in je kracht komen -, het maakt bij mij veel los. En een deel daarvan zou weleens empowerment kunnen worden genoemd. Maar dat zien we wel in de toekomst.

~~~

Image by Victoria_rt from Pixabay

De Kipling-methode – 5W1H (hoe ik mijn manieën tackelde)

Deze blogpost is deel 4 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

De vijf W’s en de ene H waar ik vorige week twee keer over schreef (hier en hier), lieten me niet los. Ik ben er dieper ingedoken en dat leverde interessante weetjes op. Ik kende de methode als stramien voor de opbouw van een nieuwsbericht in de krant. Een bericht moet antwoord geven op de vragen:

  • Wie?
  • Wat?
  • Waar?
  • Wanneer?
  • Waarom?
  • Hoe?

Maar wat ik leuk vind, is dat ik ontdekte dat de methode ook wel bekend staat als de Kipling-methode omdat die voor het eerst genoemd wordt in het gedicht The Elephant’s child uit Just So Stories (1902) van Rudyard Kipling (1865-1936).

I Keep six honest serving-men:
       (They taught me all I knew)
     Their names are What and Where and When
       And How and Why and Who.
     I send them over land and sea,
       I send them east and west;
     But after they have worked for me,
       I give them all a rest.

     I let them rest from nine till five.
       For I am busy then,
     As well as breakfast, lunch, and tea,
       For they are hungry men:
     But different folk have different views:
       I know a person small—
     She keeps ten million serving-men,
       Who get no rest at all!
     She sends ‘em abroad on her own affairs,
       From the second she opens her eyes—
     One million Hows, two million Wheres,
       And seven million Whys!

Lees Just So Stories op Project Gutenberg.

De Kipling-methode heb ik bewust en onbewust toegepast op het verhaal van mijn manieën helder te krijgen. En als het mij helpt, kan het misschien ook anderen helpen. Ik stel vragen, maar geef hier vanwege de privacy geen antwoord. Maar hopelijk geeft het wel een beeld hoe je de methode kunt gebruiken:

  • Wat? De manie van 2012
  • Wanneer?
  • Hoe lang duurde die?
  • Van wanneer tot wanneer?
  • Waarom denk je dat?
  • Wie waren er in die periode allemaal bij betrokken?
  • Wat deden die mensen?
  • Hoe voelde je je daaronder?
  • Waarom voelde je je zo?
  • Wat deed je zelf?
  • Hoe verhoudt zich dit tot je andere manieën?
  • Enz enz. Gebruik hier vooral je fantasie.

Dit soort vragen ben ik mij na mijn vierde manie in 2019 zo ongeveer dagelijks gaan stellen. En het hielp. Ik kreeg van alle manieën een verhaal. En dat leidde er weer toe ik in 2020 ergernissen herkende als gemeenschappelijke deler van al mijn manieën. And the rest, as they say, is history.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Verhalen: feiten én emoties

Deze blogpost is deel 3 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

Eergisteren schreef ik naar aanleiding van de cursus ‘Wijzer Werken Met Ervaring’ bij GGZ Oost Brabant over de kracht van verhalen bij het herstel van mijn bipolaire stoornis. Had ik me het belang van verhalen maar eerder gerealiseerd. Niet zo slim van mezelf want ik ben nota bene afgestudeerd met een masterscriptie over avonturenverhalen. Arendsoog en Biggles, voor de liefhebbers. Het duurde even voor het kwartje viel en me eindelijk duidelijk was hoe belangrijk verhalen vertellen is bij herstel. Beter gezegd, ik ging op zoek naar mijn verhaal zonder dat ik daar bewust het label ”verhaal’ op plakte. Ik was op zoek naar waarom ik iedere keer manisch werd.

En dat deed ik door keer op keer mijn manische episodes na te lopen. Ik kon ze op een gegeven moment allemaal van A tot Z dromen. Daar heb ik typische vertel- en verhaaltechnieken voor gebruikt. Een journalistiek stuk geeft antwoord op de vragen Wie, Wat, Wanneer, Waarom, Waar en Hoe. En ik heb gemerkt, zo schreef ik eergisteren, dat die ook prima bruikbaar zijn voor het ontrafelen van een manie.

Emoties

Daarbij zijn nog een paar dingen van belang die ik vandaag wil bespreken. Het belangrijkste is dat goed verhaal bestaat uit feiten én emoties. Dus besteed met de vijf W’s en die ene H niet alleen aandacht aan de feiten, maar let vooral ook op hoe je voelde onder die feiten. De tijd dat we met z’n allen dachten dat we rationele wezens waren, ligt ver achter ons. In ieder geval achter mij. Ik weet dat voor een manie niet zozeer de feiten van belang zijn, maar de beleving van die feiten. De emotie bij de feiten bracht mij steeds in de problemen.

En daarom is het dus voor mij van groot belang om ook aandacht te besteden aan emoties. Het was de emotie ergernis die mij in de problemen bracht. Vroeger had ik niet in de gaten dat die ergernis mij op den duur ziek kon maken. Dus liet ik een ergernis z’n gang gaan en ging er dan tegenin. Nu weet ik gelukkig beter. Kom ik tegenwoordig een ergernis tegen dan stel ik me netjes voor en vraag ik me of die dan nog kleine ergernis de toekomstige moeite (en ellende) wel waard is. En dat is nooit het geval. Daarmee haal ik de emotie uit mijn ergernis en heb ik alsnog de keuze om nog eens naar de feiten van de ergernis te kijken. Als dat nog nodig is, want vaak blijkt dat iets helemaal niet zo erg is als ik dacht. Of ik heb het zelf niet in hand, maar dat is dan niet erg meer omdat de emotie er al uit is.

Kortom: besteed bij het vertellen van je eigen verhaal aandacht aan feiten, maar vergeet vooral de emoties niet. Met de emoties kom je veel beter tot de kern.

Naasten

Een tweede belangrijke punt is dat een verhaal de aanwezigheid van een ander veronderstelt. Je vertelt je verhaal aan een ander. Dat kan echt vertellen zijn. Aan een naaste, een lotgenoot of een behandelaar. Dat heeft als voordeel dat er nog iemand meer is die de vijf W’s en die ene H in kan zetten. Zelf heb ik daarnaast in mezelf aan vrienden verteld. Ik beeldde me in dat ze meedachten en vragen stelden die ik weer beantwoordde. Dat werkte voor mij prima, ook voor mijn boek. Zeker ook omdat ik naderhand nog echte feedback kreeg van proeflezers (aan wie ik al denkbeeldig had verteld).

~~~

Afbeelding van Gino Crescoli via Pixabay

#WOT Niet-storen

Eerst dacht ik nog: wat moet ik daar nou weer mee: #WOT niet-storen? Maar al snel werd het me duidelijk. Ik heb regelmatig niet-storen-momenten. En het heeft ook nog eens met mijn beperkingen te maken. Alleen al deze week twee voorvallen.

Maandag had ik een verjaardag. Die conona-verjaardagen waren maar balen. Toch waren ze voor mij niet eens zo heel onhandig. Dat bleek maandag. Weer met meer mensen bij elkaar: het was me al eerder opgevallen, dat dat voor mij niet handig is. Sterker nog, ik weet het al jaren. Het is een terugkomend fenomeen en dat het tijdens corona eindelijk eens niet speelde, beviel me eigenlijk wel. En het heeft allemaal met niet storen te maken.

Al die mensen, al die stemmen door elkaar heen. Het is voor mij ondanks mijn gehoorapparaten vaak haast ondoenlijk van die brij verstaanbare chocola te maken. Ik heb al de grootst mogelijke moeite om de buurman of buurvrouw te verstaan. Mijn hoorapparaten hebben tegenwoordig wel richtingsmicrofoontjes maar hoe drukker het is, hoe eerder die dingen dienst lijken te weigeren. En dan probeer ik een interessant gesprek te volgen, maar moet ik helaas regelmatig ‘niet storen!’ roepen. Helaas denk ik het dan alleen maar: iedereen behalve de spreker die ik wil volgen: even koppen dicht! Zodat ik wat kan verstaan. Om beurten praten, niet door elkaar heen! Ik hoor dan namelijk van alles behalve dat wat ik wil horen, namelijk de woorden van mijn gesprekspartner(s).

En gisteren had ik weer zoiets bij de hand tijdens de boeiende en interessante bijeenkomst van de cursus ‘Wijzer Werken Met Ervaring. We hadden een opdracht gemaakt en moesten we nabespreken met degene die naast je zat. Dat werd dus een kakofonie. En ik dacht regelmatig: niet storen! Met vragen om herhaling is het uiteindelijk toch goedgekomen. En ik merkte gelukkig dat anderen er ook last van hadden. Ik was al weer bijna vergeten hoe dat ging, maar ik ben wel blij dat het zich vanzelf oploste.

Toch was het een moment van: oh ja, die handicap heb ik ook. Ik kan me herinneren dat dit ook school ook altijd de nodige moeite kostte. Bij opdrachten in paren. Maar ook in de pauzes was het behelpen. Gelukkig dat het gisteren alleen wat doorzettingsvermogen vergde om het op te lossen. Dat geeft deze burger moed, want dit type doorzettingsvermogen is nou net niet mijn sterkste punt. Dus ik hoop dat ik daar gisteren wat stappen in heb gezet. Deze #WOT helpt ook bij dat proces, merk ik.

~~~

Afbeelding van Amy Z via Pixabay