Iets mislukt? Dan mislukt er iets. Niet jij of ik

De laatste tijd moet ik regelmatig denken aan iets wat ik meen ik bij Linda Kwakernaat heb gelezen. Als ik het me helemaal goed herinner, stond het in het boek Waanzinnige Plannen! – En hoe ze te realiseren van Marcel van Driel en schreef Linda daarover, maar ik heb nu geen zin om het op te zoeken. Ik geef de credits graag aan Marcel en Linda omdat ik veel heb aan het citaat.

Het gaat erom dat hoe goed je je ook je best doet, hoeveel energie en passie je ergens ook instopt, dat dat plan of iets waarmee je bezig bent, toch wel eens mislukt. Iets kan namelijk altijd mislukken. Zojuist moest ik er opnieuw aan denken bij het lezen van Elja’s post over iemand die zei niet in falen te geloven – wat zij terecht onzin vindt.

Falen hoort immers bij het leven, je kunt er maar het beste lering uit proberen te trekken. Natuurlijk, falen is balen, om eens heel flauw te rijmen, maar falen biedt ook kansen. Gelukkig maar. Wat mij bij falen altijd enorm helpt, is dat citaat van Marcel van Driel dat ik in de titel van mijn blogpost min of meer al voor je je heb samengevat. Marcel schrijft erover dat waanzinnige plannen ook kunnen mislukken. En dat het belangrijk is om je te realiseren dat dan het plan mislukt is. En dat dat niet betekent dat jij of ik dan ook mislukt zijn.

Dat lijkt me een gezonde insteek. Ik probeer ernaar te leven. Mislukt er iets? Jammer dan, maar ik luk nog steeds. Natuurlijk wil dat niet zeggen dat nooit de pest in heb als iets mislukt, ik trek het me alleen niet persoonlijk aan. Ik kijk wat ik fout heb gedaan, waar het plan bij hergebruik voor verbetering vatbaar is en ga dan zonder al te veel ongenoegen verder met mijn leven.

Op die manier kan ik lering trekken uit de mislukking en behoud ik tegelijkertijd mijn goede humeur en optimistische inborst. Op naar nieuwe plannen (waarover uiteraard hier verslag volgt).

A mind for numbers: een korte evaluatie

Vorige week vrijdag las ik het laatste hoofdstuk van A mind for numbers van Barbara Oakley en daarmee was met enige vertraging mijn eerste themamaand voltooid. Het concept bevalt me wel, al denk ik dat ik februari even voorbij laat gaan en dan in maart weer met een volledige maand begin.

Maar het laatste hoofdstuk van A mind for numbers stelde me voor een probleem. Ik had voor ik daaraan begon een afsluitende blogpost in gedachten met tips uit het boek waarmee ik aan de slag wilde gaan in het vervolg van mijn leerproces. Dat staat alleen precies beschreven in het afsluitende hoofdstuk en puur herkauwen lijkt me ook niet zinvol. Ik kan het boek namelijk aan iedereen aanbevelen, zeker als je iets nieuws wilt (gaan) leren.

En daarbij maakt het volgens mij weinig uit of je wiskunde of exacte vakken wilt verbeteren, of dat je het wilt gebruiken om je talenkennis te verhogen, wat voor mij geldt. In tegenstelling tot wat de titel en vooral ondertitel How to excel in math and science (even if you flunked Algebra) doet vermoeden gaat het niet alleen over bètavakken of onderwerpen en kun je er als alfa ook zeker je voordeel mee doen.

Wat dat betreft was de titel van de MOOC Learning how to learn beter gekozen. Die MOOC is ook van Barbara Oakley (en Terry Sejnovski) en is gebaseerd op het boek. Eigenlijk bevat de MOOC alles wat in het boek staat, het laatste biedt alleen meer achtergrond en diepgang. De MOOC is gratis, duurt 4 weken (2 à 3 uur wekelijkse studielast) maar als lezer vond ik het boek wel een aanvulling.

Toch een paar dingen die ik leerde

  • Een aantal dingen wist ik natuurlijk wel uit de studieles van de brugklas. Bijvoorbeeld gespreid herhalen, maar ik maakte, ontdekte ik nu, regelmatig de fout om gespreid te herlezen – het boek of aantekeningen – terwijl gespreid ophalen uit je geheugen een veel beter resultaat biedt.
  • Voor het slapengaan ophalen wat je die dag hebt geleerd. Op die manier gaan je hersenen tijdens je slaap met de stof aan de slag en beheers je deze beter.
  • Met de hand opschrijven of hardop uitspreken creëert diepere geheugensporen.

En zo zijn er meer dingen die ik opgestoken heb, over het belang van pauzes, afwisseling, diepe concentratie, ontspanning enzovoorts. Ik herhaal mezelf, maar dikke aanrader: zowel boek als cursus. Nu voortaan toepassen. Gelukkig heb ik dankzij Peters reeks over Zen habits – Mastering the art of change daarvoor al een belangrijke basis voor gelegd.

#SG 16-5 Wind

Of de wind nu uit een andere hoekt waait, ik heb geen idee, maar ik weet wel dat ik regelmatig de wind van voren krijg. Gelukkig dient er zich dan vrij snel een bocht aan zodat het leed te overzien is.

Dat geluk had niet iedereen de afgelopen dagen. Het ging veel carnavalsverenigingen bepaald niet voor de wind. Maar gelukkig sloeg men het advies van de meteorologen niet in de wind en kunnen we nu op verschillende plaatsen in Nederland naarstig uit gaan zoeken wanneer het halfpasen is.

Hoor, de wind waait door de bomen doet voor mij vaak stemmen verwaaien. De wind heeft er namelijk flink de wind onder bij mijn hoorapparaten. Ik ben hartstikke blij met die wonderen der techniek, begrijp me niet verkeerd, maar wind en hoorapparaten, het zijn geen vrienden. Als ik buiten met iemand aan het praten ben en het wil een beetje behoorlijk waaien, dan suizen mijn hoorapparaten zo dat een gesprek moeilijk te voeren is.

Je zou kunnen zeggen dat hoorapparaten met alle winden meewaaien maar dat zou niet helemaal fair zijn. Naar wat ik mij heb laten vertellen komt dat suizen van de wind vooral door het type oorstukjes dat ik heb. Het mijne vult bijna heel mijn oorschelp. Er zijn er ook die alleen de gehoorgang vullen. Die zouden minder windgevoelig zijn. Alleen zijn die oorstukjes door de zwaarte van mijn gehoorverlies voor mij niet geschikt.

Verder hoor ik prima met deze toestellen en als ik alleen ben vind ik het gesuis verder niet hinderlijk en het verschil tussen wel of geen hoorapparaten is hemelsbreed dus ik geef mijn toestellen zeker niet de wind van voren.

~~~~

#SG Iedere dinsdag geeft Carel een woord op, waar ieder die dat wil dan aan de hand van spreekwoorden en gezegdes over kan bloggen.

#50books vraag 6: Van mij hoeft het niet sneller…

Zou je sneller willen lezen?

Dat is de 6e vraag van Hendrik-Jan in #50books jaargang 2016. Mijn antwoord is tweeledig: ja, natuurlijk wil ik sneller lezen… als het boek spannend of meeslepend is en ik niet kan wachten hoe het verhaal zich ontvouwt. Als ik met ingehouden adem van pagina naar pagina ga, zoals me de laatste jaren overkomt bij de boeken van R.J. Ellory. Ja, dan wil ik sneller lezen.

Maar over het algemeen ben ik tevreden over mijn leestempo. Ik heb geen idee hoe hoog dat ligt. Toen ik nog op de middelbare school zat heb ik het eens een tijdje bijgehouden en kwam ik op zo’n veertig pagina’s per uur uit. Dat ging overigens over het lezen van fictie en was een tempo waarmee ik van boeken kon genieten en het verhaal goed kon volgen. Maar dat is lang geleden en ik heb geen idee hoe hoog mijn leestempo nu ligt.

Eerlijk gezegd maakt het me ook niet zo heel veel meer uit. Ik geniet van het lezen en zie dan ook weinig aanleiding om mijn leestempo te verhogen. Ik lees soms juist eerder trager om bewuster te kunnen genieten van wat ik lees en om het op me in te laten werken.

Bij informatieve boeken ligt mijn leestempo flink lager. Daar laat ik mij leiden door de vraag: begrijp ik wat hier staat? Dat bepaalt mijn tempo. Maar bij de informatieve boeken die ik de laatste tijd las, zat met Lezen, weten en niet vergeten van de door Hendrik-Jan al genoemde Mark Tigchelaar ook een boek waarin snellezen aan de orde kwam. De tips daaromtrent heb ik dan ook niet opgevolgd – als is het maar omdat het door mijn handicap voor mij onmogelijk is om een boek vast houden en met de andere hand de leesregel aan te wijzen.

Een tip over snellezen die ik wel uitprobeer op informatieve teksten en boeken en die me tot nu toe goed bevalt, is niet meer herlezen. Herlezen schijnt een slechte manier te zijn om iets te onthouden. In plaats daarvan probeer ik nu wat ik gelezen heb op te halen uit mijn geheugen. Te controleren aan de hand van aantekeningen.

Vermoedelijk kom ik woensdag op dit punt terug want minder lezen lijkt mij een effectievere manier om tijdwinst te halen bij het lezen dan snellezen.

~ ~ ~ ~

#50books: iedere zondag een vraag over boeken of lezen, dit jaar verzorgd door Hendrik-Jan.

Waarover gaan wij het hebben?

Nog steeds ben ik er niet helemaal uit hoe ik nu de Metamorphosen van Ovidius ga bespreken. Wel is me inmiddels duidelijk geworden dat het voor mij beter uitkomt de bespreking op zaterdagen te doen. Dat geeft me meer tijd om echt op de tekst in te gaan.

Voor nu kon ik het niet laten om toch even naar het Latijn te kijken. Ik moet constateren dat het op zijn zachtst gezegd roestig is geworden. Maar voor de liefhebber, hier zijn de eerste vier verzen van boek 1,

In nova fert animus mutatas dicere formas
corpora: di, coeptis – nam vos mutastis et illas –
adspirate meis primaque ab origine mundi
ad mea perpetuum deducite tempora carmen.

Een roestige vertaalpoging, met wat spiekwerk:

De geest doet mij spreken over gedaanten veranderd in nieuwe
lichamen: goden – want jullie veranderden ook die – blaas
mijn onderneming adem in en leid mijn lied dat vanaf de oorsprong
van de wereld eindeloos tot mijn eigen tijd doorgaat.

Eigenlijk ben ik al tijden van plan mijn kamer fatsoenlijk op te ruimen. Met een beetje geluk kom ik dan ook nog een Basisvocubularium Latijn tegen. De Basisgrammatica Latijn weet ik nog wel te vinden. Nou heb ik verder genoeg te doen, maar ik vraag me dus af waar dat boek gebleven is.

De gedachte die nu een beetje met me speelt is, dat als je de onderverdeling van Metamorphosen op Wikipedia erop naslaat, dan heb je in plaats van 15 boeken 105 verhalen verdeeld over 15 boeken. Dat is 2 jaar, met elke week een verhaal. In die tijd moet het toch mogelijk zijn om mijn kennis van het Latijn dusdanig op te vijzelen dat ik de tekst ook zonder vertaling kan lezen en een vertaling kan lezen om ook te genieten van de vondsten van de vertaler.

Ons werd op school altijd verteld dat Latijn en Grieks de exacte vakken van de alfa’s zijn. En exact kunnen denken kan natuurlijk geen kwaad.

Hoe dan ook, ik moet opruimen 😉

Maar het kan natuurlijk ook hybris, of audacitas, de Romeinse variant daarvan, zijn.

~ ~ ~ ~

In navolging van Hendrik-Jan die de klassieker Divina Commedia bespreekt en Peter die mij laat meegenieten van Don Quichot behandel ik Metamorphosen.

Wat ik mij herinner

Aan het eind van ieder hoofdstuk uit A mind for numbers van Barbara Oakley staat steeds een kleine Pause and Recall opdracht. Niet onlogisch omdat Oakley overtuigend beargumenteert dat herlezen geen effectieve leermethode is maar ophalen uit je geheugen wel. Niet dat ik daar na haar MOOC Learning how to learn nog van overtuigd hoefde te worden, want dat was ik al na het lezen van Lezen, weten en niet vergeten van Mark Tigchelaar. De oefening is zeker nuttig maar ik ga hier niet opschrijven wat ik me nog herinner uit het boek.

Misschien had ik deze blogpost de titel Wat mij eraan herinnert moeten geven. Ondanks dat ik overtuigd ben van wat ik toch nog toe heb geleerd, pas ik het nog minder toe dan ik hoopte. Dat is op zich niet erg want het kan volgens Oakley wel een maand of drie duren voor je een voor jou effectieve manier hebt gevonden om met deze methodes om te gaan. En er zit bij mij op dit moment geen tijdsdruk achter. En ik pas al dingen toe bij mijn programmeerpogingen waar ik eerder over schreef.

Maar aangezien ik carnaval aan mij voorbij laat trekken – inclusief de dorpsoptocht want die komt langs ons huis – leek het mij geen verkeerd idee om naast het lezen van de resterende hoofdstukken uit het boek ook te kijken hoe ik dit alles toe kan passen en daarbij zeker niet vergeten stappen te zetten die het mij makkelijker maken om deze technieken ook daadwerkelijk in mijn leerproces te integreren.

De rest van de avond is echter voor ontspanning want dat is ook een kernpunt van Oakley. Ingespannen, gefocust leren afwisselen met ontspanning. Ik heb het al eens gezegd maar dan gaat namelijk ongemerkt je verstrooide brein aan met datgene wat je wilt leren. Dat verklaart waarom je ergens ingespannen aan kunt werken zonder de oplossing te zien en dan een tijd iets doen, waarna de oplossing zich ineens aandient.

#WOT 15-5 Haast

Meestal heb ik geen haast om een bepaalde blogpost te schrijven, al wil ik in verband met het spasme in mijn rechterarm niet later dan om 22:00 beginnen met typen voor de blogpost van die dag. De correctieronde mag nog wel na 22:00 maar ik moet daarvoor begonnen zijn met schrijven. Die regel zorgde ervoor dat ik de #WOT van vorige week oversloeg.

andere handSchrijven van een blogpost – of schrijven van wat dan ook en een boel andere activiteiten – zorgt er namelijk voor dat ik spasme opbouw in mijn rechterarm. Hoewel botox daar goed voor werkt, lost dit het probleem niet helemaal op. Ik zit nu ook met een enigszins gespannen rechterarm. Zie de foto van vorig jaar. Als ik nog laat blog is die spanning nog niet helemaal weg als ik naar bed ga. En die spanning kan doorwerken in mijn hoofd. Gelukkig heb ik wel een oefening die ik kan doen om het ergste eruit te halen, maar daarover waarschijnlijk in een later blog meer.

Haast is ook iets wat voor spanning in mijn arm zorgt. Snel, snel of gauw, gauw iets doen werkt alleen maar tegen mee en meestal krijg ik het door mijn haast zeker niet sneller gedaan. Ik probeer dan ook op tijd te beginnen. Uiteraard lukt dit lang niet altijd en ben ik alsnog gedwongen me te haasten. Dan schiet mijn arm gelijk de hoogte in, nou ja, zeg maar tot op schouderhoogte. Als ik er echt last van heb, neem ik mijn rechterhand met links in de bidgreep en strek ik mijn rechterarm, soms recht naar voren, soms boven mijn hoofd. Dit zijn echter weer extra handelingen waardoor de met de haast beoogde tijdwinst weer verloren gaat.

Haastige spoed is zelden goed gaat voor mij dan ook zeker op. En haastige spoed zorgt niet alleen voor last van mijn arm, het maakt ook vertalingen rommeliger – gelukkig controleren we die uitentreuren. En voor haastige blogposts heb ik een pauze tussen schrijven en controleren ingelast. Dat zorgt er in ieder geval voor dat ik niet te gehaast op Publiceren klik.

~ ~ ~ ~

Iedere donderdag is er een WOT, een Word on Thursday, waar iedereen dan over kan bloggen.

#50books – vraag 5 Over schrijfboeken

Wat vind jij van boeken over schrijven, een gruwel of een mooie aanvulling in je boekenkast?

Dat is Hendrik-Jans 5e vraag in #50books jaargang 2016. Mijn antwoord is dat hoewel ik nieuwsgierig ben naar hoe een auteur schrijft, ik er ook weinig moeite mee heb om dat hoe een mysterie te laten blijven.

Ik ben dus wel nieuwsgierig naar hoe het schrijfproces van mijn favoriete schrijvers eruitziet en ik was dan ook opgetogen toen ik in de biografie van Captain Johns (By Jove, Biggles! van Peter Berresford Ellis en Jennifer Schofield) een klein fragment las over hoe hij schreef. Het staat inmiddels ook op internet beschreven, mocht iemand interesse hebben.

Ik ben wel nieuwsgierig naar hoe het schrijfproces van een boek verschilt van het vertaalproces, of een psychologische roman een andere aanpak vergt dan een historische. Hoe de ene schrijver verschilt van de ander. Hoe schrijfmethodes zijn veranderd sinds de opkomst van pc’s. Maar aan de andere kant wil ik dat allemaal juist ook niet weten. Om die reden heb ik ook geen schrijfboeken in mijn boekenkast staan. Wel heb ik ooit het schrijfboek van Elizabeth George in de hand gehad (en uiteindelijk laten liggen). Dat boek, Wie schrijft…, las ik dus niet.

Wel kan ik me herinneren dat Jacques Vriens naar onze basisschool kwam. Hij vertelde ook iets over zijn creatieve proces. Hij had overal in huis notitieboekjes en schrijfgerei liggen zodat hij ideeën op het moment dat ze hem te binnen schoten op kon schrijven. De ervaring leerde hem dat als hij zijn ideeën niet opschreef, hij ze weer vergat. Als hij na een tijdje voelde dat hij genoeg ideeën had voor een boek, verzamelde hij zijn notitieboekjes en begon het lees- en daar na het schrijfproces. Al zal ik het ongetwijfeld versimpeld hebben weergegeven.

Daartegenover staan dan weer auteurs die geen enkele aantekening maken, zoals vader en zoon Nowee, wat Paul in deel 20 voor het raadsel stelde wat zijn vader met Percy had gedaan.

Nieuwsgierig maar geen schrijfboeken gekocht, dus. Toch overweeg ik een uitzondering te gaan maken voor On Writing van Stephen King. Daar heb ik zo veel enthousiaste verhalen over gehoord dat ik de verleiding misschien wel niet kan weerstaan.

Nog geen nieuwe themamaand

Op 1 januari kondigde ik aan dat 2016 het jaar van de themamaanden zou worden en dat januari in het teken zou staan van A mind for numbers van Barbara Oakley. Het is dan ook niet meer dan logisch om op 1 februari aan te kondigen dat februari in het kader staat van…

Maar die puntjes vul ik voorlopig nog niet in want ik ben pas halverwege A mind for numbers. De start was wat stroef, vandaar. Nu zit ik echter helemaal in het boek en wil ik het ook uitlezen. En ik wil wel graag vasthouden aan het principe maar één ‘verbeter-jezelf’-boek tegelijk te lezen.

Aandachtspunten

Ik merk nu namelijk al dat ik toch al vooral lees en te weinig ophaal. Ik had me voorgenomen om de hoofdstukken te lezen en daarna uit mijn geheugen een korte, puntsgewijze samenvatting te schrijven (en deze vervolgens te controleren aan het boek). Deze stappen lukten tot nu toe wel, maar die belangrijke vervolgstap is nog niet echt gelukt. Volgens mij heb ik daar al eerder over geblogd dus we gaan maar uit van drie keer is scheepsrecht. Dat is namelijk na twee dagen uit mijn geheugen de aantekeningen reproduceren. En dit met steeds grotere tussenpozen blijven herhalen.

Iets anders wat moeizaam gaat staat in het verlengde van bovenstaande: dagelijks voor het slapengaan ophalen wat je die dag geleerd hebt. Tijdens je slaap gaat volgens Oakley namelijk je onderbewuste aan de slag met datgene waarmee je het laatst bezig bent geweest.

Sinds gisteren maak ik weer to-dolijstjes, ook op aanraden van het boek. Een voor de hele week en eentje voor de volgende dag. Om de hierboven genoemde reden ’s avonds te maken.

Dat wil dus zeggen dat ik dadelijk nog een hoofdstuk ga lezen en samenvatten en dat ik straks een to-dolijst ga maken met daarop: een schema maken om de samenvattingen van de gelezen hoofdstukken op te halen.