Verhaal van een gastblog

Twee weken geleden verscheen er een gastblog van mijn hand op PsychoseNet: Ik kreeg meer controle over mijn bipolaire stoornis – signaleringsplan. Dat had ik hier nog niet verteld. Bij deze dus. Misschien is het interessant om wat van de achtergrond van de blogpost te vertellen. Het heeft te maken met de centrale boodschap uit mijn boek in wording: met een bipolaire stoornis heb je naast dagelijkse medicijnen nog een dagelijks vangnet nodig, zodat je gewaarschuwd wordt als er iets in de status quo van je leven verandert. Zo’n verandering, heb ik geleerd, kan niet altijd ondervangen worden met medicijnen alleen.

Bij mij ontbrak jarenlang dat vangnet. Ik had weliswaar een signaleringsplan, maar er mankeerde het nodige aan. Een life chart, waarin je elke dag je stemming kunt bijhouden, gebruikte ik niet, misschien omdat de boekjes onhandig in te vullen zijn door mijn handicap. En omdat er nog geen apps waren toen het voor mij aan de orde had kunnen komen. In dit voorbeeld, een PDF, staat een ingevulde life chart.

Voegde ik wat toe aan een methodiek?

Pas in 2019 besefte ik welke consequenties het ontbreken van dat dagelijkse vangnet jarenlang voor mij had gehad. Helaas heeft ook geen van mijn behandelaars zich dat ooit gerealiseerd. Toen ik in 2020 een ontdekking deed die een kantelpunt was over hoe ik met mijn bipolaire stoornis omging, besloot ik dagelijks te gaan signaleren. Eerst in mijn hoofd, vanaf begin vorig jaar digitaal. En ik ging aan een boek werken om wat leed te verwerken en omdat ik graag bewustzijn wilde creëren over dat dagelijks signaleren. Dat geen van mijn behandelaars het feit dat ik dat niet deed, niet als een probleem zag, vond ik achteraf toch wat vreemd. En ik kan ook niet voorstellen dat ik de enige ben die geen life chart gebruikt.

Nadat ik het boek had geschreven, las ik ook andere boeken. In al die boeken, Nederlands en Engels, staat nergens beschreven dat je een signaleringsplan dagelijks moest inzetten. Om nog maar te zwijgen over hoe je dat dan moest doen. Naast medicijnen was alleen de life chart voor dagelijks gebruik bedoeld. Het verbaasde me flink. Zou ik nou werkelijk een noviteit hebben binnen de ggz? Mijn eigen behandelaars waren in een eerdere fase al enthousiast over mijn boek. Ik wilde er nog een deskundige naar laten kijken en moest denken aan het eSpreekuur van PsychoseNet. Ik koos voor Jim van Os omdat hij wat had geschreven over het signaleringsplan. Hem legde ik in het kort uit wat ik dagelijks deed via mijn signaleringsplan, dat het voor mij zo mooi werkte, met de vraag of hij dacht dat het voor anderen ook nuttig kon zijn.

Ik hoop dat het ook anderen helpt

Zijn antwoord was dat hij dacht van wel want hij vroeg me er een gastblog over te schrijven voor PsychoseNet. Dat deed ik natuurlijk graag. Want al help ik maar één lotgenoot door mijn aanpak te delen, dan zou dat al geweldig zijn. Wat mij betreft is het laatste woord er nog nog over gesproken want ik blijf het vreemd vinden dat zeker de tweede techniek die ik in het artikel op PsyhoseNet beschreef, niet al jaren gemeengoed is. Maar ik heb er dus nergens over kunnen lezen.

~~~

Afbeelding van Tumisu via Pixabay

#WoW afvinken

De #WoT is #WoW (Word on Wednesday) geworden en ik doe weer een keer mee. De #WoW is dit keer namelijk afvinken en heb wat af te vinken. Tenminste, ik hoop en heb er vertrouwen in dat ik dat nu eindelijk kan doen. Het voelt vandaag weer even als Nieuwjaarsdag, al weet ik heus wel dat het vandaag 17 januari is. Toch voelt het voor mij 2,5 week later op nieuw als Nieuwjaarsdag.

Dat zit zo. Vorig jaar kreeg ik totaal onverwacht toch nog een manie. Ik zeg totaal onverwacht omdat ik allerlei technieken had bedacht om terugval in een manie te voorkomen. Ik was zelfs bezig om er een boek over te schrijven. Toch ging het mis en op 17 januari stelde mijn behandelaar de diagnose manie. Precies een jaar geleden dus. We zijn vandaag dus exact een jaar later, vandaar dat Nieuwjaarsgevoel. Misschien moet ik dat er maar in houden, want ik heb het idee dat ik veel heb om dankbaar voor te zijn.

Bijvoorbeeld de technieken die ik ontdekt had. Onder andere door slimme bloggers te volgen en af en toe te kijken of ik dingen waar zij enthousiast over zijn ook op andere gebieden kan gebruiken. Dat dat lukte is misschien wel iets wat grote invloed heeft gehad op mijn leven.

Want er waren tijden dat het me een half jaar tot anderhalf jaar kostte om te herstellen van een manie. Niet dat ik heel tijd die tijd manisch was, maar ik had dan behoorlijk last van de andere kant, de depressie. En ik was er vreemd genoeg steeds achteraf van bewust, als ik iets had gedaan waardoor ik me beter voelde.

Het mooie is dat het me vorig jaar maar drie weken kostte om te herstellen van de manie, zonder nog last te hebben van de depressieve kant. En dat ik nog meer bijleerde om herhaling te voorkomen. Dus misschien kan ik die bipolaire stoornis wel afvinken, daar heb ik best vertrouwen in. Helemaal sluiten wil ik het boek nog niet. Ik zou het prachtig vinden als ik lotgenoten kan helpen met de technieken die ik nu gebruik. Immers, als het mij helpt, kan het ook andere helpen.

Wordt vervolgd want ik heb een paar dingetjes lopen.

~~~

Afbeelding van Memed_Nurrohmad via Pixabay

Goed gescoord op mijn Gezondheid tracker 2023

In februari 2023 ben ik eindelijk het Exceldocument gaan gebruiken voor het bijhouden van mijn gezondheid. Dat is een tracker van gewoontes die ik al jaren van plan was in te zetten. Dat wil zeggen: om inzicht te krijgen over mijn gezondheid en meer specifiek mijn bipolariteit, die zich eerst uit in een manie en dan om kan slaan in een depressie. Gelukkig gebeurt het niet al te vaak en leer ik steeds meer bij. Ik schreef er een boek over dat hopelijk dit jaar verschijnt. Maar terug naar de tracker.

In januari vorig jaar kreeg ik onverwacht toch nog een manie. Het grote verschil met andere jaren was dat ik nu wel snel duidelijkheid had over wat er was misgegaan. Ik had weliswaar gelet op alle signalen en die ook waargenomen maar ik kwam niet snel genoeg in actie.

Een manier om dat voortaan te voorkomen leek mij dus het eindelijk in gebruik nemen van dat Exceldocument. Ik besloot er mijn 4 signalen in te zetten voorafgegaan door een aantal gewoontes die ik dagelijks wilde uitvoeren, of waarvan ik in ieder geval wilde weten hoe vaak ik ze deed. Al doende merkte ik dat het wel of niet uitvoeren van gewoontes ook iets zei over hoe ik in mijn vel zat. Zonder dat ze direct iets zeiden over over mijn bipolariteit.

De aanleiding voor het schrijven van deze post was dat ik vanmiddag het document volgens dagelijkse gewoonte opende en zag wat de jaarscores waren van de directe indicatoren van mogelijke problemen. Die signalen houd ik vanaf februari vorig jaar, toen ik voldoende hersteld was van manie uit januari. Waarschuwingssignalen zijn cellen die rood gekleurd zijn met voorwaardelijke opmaak en die ik netjes op heb laten tellen. Twee signalen kwamen allebei net een handvol keer voor, nergens dreigend, en eentje zelfs helemaal niet. Daar ben ik blij mee en ik ga in het nieuwe jaar fijn door met dit document. Ik heb de eerste notities alweer gemaakt in de versie van 2024.

Mooi wat alert zijn en medicatie samen kunnen doen.

~~~

Afbeelding van by Ilo via Pixabay

Van boek naar eerst een gastblog en dan een boek?

Al zo’n drie jaar ben ik bezig met mijn boek over hoe ik leerde omgaan met mijn bipolaire stoornis. Het is nog steeds mijn bedoeling het uit te laten geven. Maar het is deels ook een erg persoonlijk boek geworden. Daarom vind ik het wel belangrijk dat ik bepaalde mensen aan boord heb. Dat is nu nog niet helemaal het geval en dus verschijnt het boek nog niet.

Het boek bestaat eigenlijk uit twee delen: mijn persoonlijke verhaal dat de aanleiding vormde voor een zoektocht aan de ene ene kant en het resultaat van die zoektocht aan de andere kant. In beide delen heb ik geprobeerd zo duidelijk mogelijk het waarom, wat en hoe te beschrijven. Want ik hoop dat lotgenoten zich enigszins in het persoonlijke deel herkennen en daardoor aangemoedigd worden na te gaan denken over hoe zij voor zichzelf op onderzoek kunnen gaan aan de hand van wat ik in het tweede deel van mijn beschrijf. Misschien komen ze tot dezelfde conclusies als ik, misschien levert het ook andere triggers op, maar ook in dat geval hoop ik duidelijk en inspirerend te hebben beschreven hoe ik mijn triggers vond en ermee omga. Dat lotgenoten er ook wat aan hebben, dat werd steeds meer het doel van het boek.

Mijn ervaring: maar hoe is dit voor anderen? Geldt dit ook voor hen?

Gezien mijn hoop om anderen te helpen werden bovenstaande vragen zeker na het schrijven van mijn boek steeds belangrijker. Ik weet van mezelf dat ik een hang naar bevestiging heb. Zeker als ik ergens niet voor geleerd heb en wel min of meer advies geef. Ik vroeg me dus sterk af: hebben anderen hier ook wat aan? Ik las nog net niet alles wat los en vast zat over bipolaire stoornissen, maar tien boeken waren het wel. En ik vond nergens wat ik doe. Wel kwamen bepaalde aspecten uit mijn persoonlijke aanpak terug als belangrijk. Maar wat ik ook las: wat ik precies deed en doe, was er niet in te vinden.

Gezien hoe goed het voor mij werkt, begon ik toch wel in te zien dat dit belangrijk kon zijn. Groter ook dan mijn persoontje, al was het maar omdat uit de boeken die ik las bleek dat ongeveer 1 op de 50 mensen wereldwijd een bipolaire stoornis heeft. En omdat de technieken waaraan ik voor mezelf verbeteringen heb aangebracht, tot de standaardtechnieken behoren. En het werd me ook nog eens duidelijk dat die technieken bepaald niet alle problemen oplossen.

Van een van die technieken hoorde ik zelfs dat uit onderzoek dat het document dat de basis vormt voor die techniek vaak nog wel wordt opgesteld, maar dat er vervolgens niets mee gebeurt. Erg herkenbaar.

Dat alles maakte dat ik mijn boek, of wat er in staat, steeds belangrijker begon te vinden. Natuurlijk weet ik dat mijn boek ook voor iedereen alle problemen gaat oplossen, maar als het anderen kan helpen, al is het maar één persoon, zou dat natuurlijk prachtig zijn. Over anderen gesproken: ik heb vroeger Cultuurwetenschappen gestudeerd met een flinke portie Marketing & Sociologie van het Boek. En ik volg al jaren een aantal schrijvers via sociale media. Dus ik weet dat wanneer ik mijn boek uitbreng het publiek dat ik bereik waarschijnlijk slechts een druppel op een gloeiende plaat zal zijn. Ik ga het wel uitbrengen, maar de boodschap is hopelijk voor veel meer mensen relevant dan alleen maar diegenen die het boek lezen.

Hoe kom ik erachter of ik méér mensen kan helpen? En hoe kan ik die helpen?

Daarom besloot ik eind november de vlucht naar voren te nemen. Hoe kom ik er nou achter of wat mij helpt ook anderen kan helpen? En hoe bereik ik die mensen? Een paar van mijn eigen behandelaars zijn weliswaar enthousiast over mijn boek maar ze mogen geen reclame maken en zijn voor hun behandeling gebonden aan protocollen.

Ik dacht terug hoe ik indertijd met mijn Biggles-vertalingen begon. Ik hoefde alleen maar de voorzitter van de International Biggles Association te mailen met de vraag en het idee. De rest regelde zij waardoor we het samen op konden pakken. Zou ik dat nog een keer kunnen doen?

Dus besloot ik een bekende psychiater/onderzoeker aan te schrijven met mijn verhaal en de vraag of hij dacht dat anderen er ook wat aan konden hebben. Het antwoord was mooier dan ik had durven hopen. En ik kreeg de vraag of ik er een blog over wilde schrijven. Het woord ‘fascinerend’ viel.

Zo heb ik dus mijn bevestiging gekregen. Alleen jammer dat ik er vooraf voor koos mijn vraag en het antwoord niet op de betreffende site te laten zetten. Maar wat mij betreft: wordt vervolgd.

~~~

Afbeelding van Firmbee via Pixabay

Wat ik kan en ga doen voor een goed gevoel

Hoe ik er ook naar kijk, ik kan alleen zeggen dat ik terugkijk op een raar jaar. Het begon ermee dat ik eind vorig jaar in overleg met mijn behandelaar mijn medicatie afbouwde, maar dat dat er begin dit jaar toe leidde dat ik toch weer manisch werd. Daar had ik eerlijk gezegd al geen rekening meer mee gehouden. Gelukkig was me nu al snel duidelijk wat en mis was gegaan en hoe dat dat ondanks mijn waakzaamheid toch mis kon gaan. Het was leerzaam en ik hoop dat ik er dan ook van heb geleerd.

Ik heb in ieder geval mijn manier van signaleren nog verder aangescherpt zodat het op deze manier niet nog eens mis kan gaan. Niet dat ik de illusie koester dat het nu definitief nooit meer mis kan gaan want de bipolaire stoornis blijft een veelkoppig monster dat altijd weer de kop op kan steken. Daar moet ik gewoon alert op blijven, daar kan ik niks aan veranderen, hoe graag ik dat ook zou willen.

WRAP

Gelukkig knapte ik snel op van mijn manie en door alles wat ik er al over had geleerd, raakte ik dit keer niet in de put door alles wat er was gebeurd. Ik ging zelfs een cursus volgen, de WRAP, of te wel Wellness Recovery Action Plan. Had ik die cursus maar jaren eerder gevolgd, het mag wat mij betreft zelfs tot de standaardbehandeling behoren. Niet in plaats van alles wat ik geleerd heb en opgeschreven in mijn boek, maar juist ernaast. Ik ga er nu niet uitgebreider op in, maar ik vermoed dat ik er de komende tijd nog op terug kom.

Een van de mooie dingen die ik tijdens de WRAP leerde, is wat ik kan doen voor een goed gevoel. Beter gezegd: wat ik kon doen, wist ik wel. Maar dat ik het bewust kon inzetten en dat ik me dan ook daadwerkelijk beter voelde, leerde ik wél van de WRAP.

Bewust doen waar ik me goed bij voel

En laat dat nu precies zijn wat ik de komende tijd ga doen. Ik merk namelijk dat het al een paar weken dat het niet zo lekker met me gaat. Een paar weken terug had ik namelijk een bloedcontrole en die bleek niet helemaal in orde. Alles laten vallen, was het devies en over een week nog eens prikken. Gelukkig bleek toen alles wel in orde en was het dus vals alarm. Maar ik had al alles – of in ieder geval veel – laten vallen en het kostte me de afgelopen weken veel moeite om de draad weer op te pakken.

Hopelijk lukt dat nu wel, want ik had net wat moois bereikt rond mijn boek. Dat kreeg ik dus net niet afgerond voor ik onverwacht alles moest laten vallen. Nu is het vakantie, maar ik hoop dat wat in het vat zit niet verzuurt. Als het lukt, zou ik het werkelijk prachtig vinden omdat ik dan misschien wel veel meer lotgenoten kan helpen dan met mijn boek alleen.

Fijn dat ik dit heb opgeschreven, al is het misschien nog wat in nevelen gehuld, ik knap er in ieder geval van op.

~~~

Afbeelding van Joe via Pixabay

Wie ben ik dat ik een boek schrijf?

Nu mijn boek hopelijk zo goed als af is – er heeft zich nog iemand gemeld voor correcties op spelfouten en interpunctie – begin ik het toch een beetje spannend te vinden. Dat vind ik het eerlijk gezegd al een hele tijd. Vanwege de vraag die ik gisteren stelde, maar ook om de inhoud van het boek zelf. Dat gaat ver terug. Zelfs tot voor ik drie jaar geleden aan het hele project begon. Ik ben namelijk geen psychiater of iets dergelijks. Dus ik vroeg me af of dat wel kon, schrijven over mijn bipolaire stoornis. Met schrijven had ik niet zo’n moeite, maar het idee het te publiceren lag wat gecompliceerder. Immers, ik heb er niet voor gestudeerd. Nou had ik al het idee om vooral mijn ervaringen op te schrijven en hoe ik die (be)leefde. En zo lang ik daar maar bij bleef, kon het volgens mijn behandelaar geen kwaad.

De eerste versie van het boek werd vreemd genoeg nog een opsomming van tips op basis van mijn ervaringen, maar die wilde ik in instantie niet opschrijven. Het resultaat was een onevenwichtig boek omdat de tips uit de lucht gegrepen leken te zijn, hoewel ze dus echt wel gebaseerd waren op mijn ervaring. Maar die had ik dus weggelaten.

In de tweede versie heb ik dat probleem blijkens enthousiaste proeflezers weten te tackelen en ik had er dan ook alle vertrouwen in dat het boek geaccepteerd zou worden door een uitgever. Helaas was dat nog niet het geval. Wel kreeg ik tips mee waar ik mee aan de slag kon. Die tips zetten mij weer aan het denken. Ik had in de versie die ik naar de uitgeverij stuurde vooral oog gehad voor het wat en het waarom in mijn verhaal. Zo vatte ik althans hun opmerkingen op. Het kon nog praktischer. En dat was ergens ook een mooie uitdaging.

Ik had namelijk twijfels over het hoe. Het wat en waarom kwam volgens mij wel uit de verf, het hoe niet echt. En dat kwam doordat het hoe grotendeels gebaseerd is op dagelijkse gewoontes. En ik had het gevoel dat dat eigenlijk een boek op zich was. Maar door de opmerkingen van de uitgever ging ik daar nogmaals over nadenken en realiseerde ik me dat ik het hoe er wel in kon zetten. Ik kon proberen het hoe zo goed mogelijk uit te leggen en dat heb ik ook gedaan. Achterin het boek, om het bestaande verhaal niet nodeloos te onderbreken.

Ik heb het idee dat nu het wat, het waarom en het hoe alle drie goed uit de verf komen. Er was voor mij nog een reden om toch wat extra aandacht aan het hoe te besteden. Het hoe, dagelijks gericht over mijn bipolaire stoornis nadenken, is wel degelijk aan de orde gekomen tijdens mijn behandeling. Maar alleen kort tijdens de bespreking van de de zogeheten life chart. Maar toen mij duidelijk dat dat voor mij inhield dat ik in kleine boekjes moest gaan priegelen, zag ik de life chart niet meer zitten. Dat was voor de smartphones. Helaas bleef het bij die afwijzing. We hebben toen niet stilgestaan bij de functie van de life chart: precies, dagelijks nadenken over je bipolaire stoornis.

En doordat we daar niet bij stilstonden, heb ik nog jaren geen idee gehad van de voordelen van dagelijks gestructureerd nadenken over mijn bipolaire stoornis. Met alle gevolgen van dien. Vandaar dat ik het toch maar zo duidelijk mogelijk heb opgeschreven in mijn boek. Met vermelding dat wat ik allemaal opschreef in boek mijn ervaring is, dat het misschien voor anderen niet hetzelfde resultaat oplevert en dat ik zeker geen behandelaar ben, maar sommige dingen wel graag jaren eerder met een behandelaar had gedaan.

~~~

Afbeelding van Andi via Pixabay

Of ik nooit meer manisch word?

Best lastig, bloggen tijdens het herschrijven van mijn boek, merk ik. De balans tussen aandacht vragen voor het boek en niks willen weggeven. Nou ja, weggeven, hoe meer ik met het boek bezig ben, hoe minder ik er op mijn blog over meen te mogen schrijven. Stel dat mensen straks moeten betalen voor iets wat ze hier allang hadden kunnen lezen. Nou zal dat op punten toch al wel het geval zijn, dus daar kan ik me beter maar niet meer druk over maken.

En dan is er natuurlijk nog de brandende vraag of het feit dat ik een boek schrijf over hoe ik met mijn bipolaire stoornis omga, en wat ik daarbij in de loop daar jaren allemaal door heb meegemaakt, betekent dat ik denk dat ik nooit meer een manie zal krijgen, al dan niet gevolgd door een depressie. Zoals je in het boek zult kunnen zien had ik hier net zo goed ‘hoe mijn bipolaire stoornis jarenlang met mij omging’ kunnen schrijven, maar dat terzijde.

Om die vraag dan ook maar meteen te beantwoorden: ik weet het echt niet. Ik hoop het wel, maar een sluitend antwoord geven op die vraag is onmogelijk. Het is kijken in een glazen en ik heb geen zin als een waarzegger voorspellingen te doen. Toch is daar niet alles mee gezegd. Ik hoop dat ik zeker de afgelopen vier jaar veel heb bijgeleerd over wat ik kan doen om de stoornis onder controle te krijgen en te houden.

Ik ben de afgelopen jaren misschien als een detective en journalist in één op zoek geweest naar antwoorden die me jarenlang door de vingers waren geglipt. Via de blogs van vrienden vond ik nieuw gereedschap dat me erg nuttig leek en waarmee ik de zoektocht wel wilde voortzette. En het bleek uiteindelijk alle verschil te maken en ik vond mijn antwoorden.

Toch was het in januari weer raak. Maar het was eerlijk gezegd vooral schrikken en leerzaam. Op basis van mijn eerdere zoektocht kon ik het plaatje meteen invullen en wist ik ook waarom het mis was gegaan. In het verleden leidde deze situatie soms tot een halfjaar of zelfs anderhalf jaar misère. Daarnaast heb ik door januari mijn signaleringsplan nog eens veel verder kunnen aanscherpen. Ik signaleer nu niet alleen dagelijks in mij hoofd, maar ga er ook voor zitten en leg het vast. Elke dag.

Daardoor hoop ik nog alerter te zijn. Maar nee, weten of ik nooit meer manisch word, dat doe ik niet.

~~~

Afbeelding van Patricia Hébert via Pixabay

Waarom ik zo vaak over gewoontes blog? (En nu even een tijdje niet heb geblogd.)

De eerste blogger die ik in levenden lijve ontmoette, was Jacob Jan, tegenwoordig kennen we haar als Emma. Ik leerde haar kennen op een bijeenkomst over werken en slechthorendheid. Maar het was vooral zijn enthousiasme over bloggen dat me bijbleef. Ik had er toen nog geen, wel net een blog geschreven op het groepsblog van mijn toenmalige werkgever. Dat maakte me zeker ontvankelijk voor JJ’s enthousiasme. Want of ze nu JJ of Emma heet, haar enthousiasme maakt mij vaak ook enthousiast.

Via haar blog kwam ik al snel bij Elja en Blogpraat uit. En ik stiekem jaloers op Elja en Emma dat ze iedere dag blogden. Er kwam bij mij iets tussendoor dat ook wel bekend staat als bipolaire stoornis en dat ervoor zorgde dat ik ruim een half jaar niet blogde. Het zorgde er hoe dan ook voor dat ik niet iedere dag ging bloggen, maar uiteindelijk heeft dat iedere dag bloggen me wel geholpen om te gaan met mijn bipolaire stoornis.

Het begon op mijn negentiende met een depressie en daarna regelmatig manieën. Het herstel tot op het punt dat ik me weer zo goed voelde als voor ik ziek werd, kostte mij meestal een jaar tot anderhalf jaar.

En het werd ondanks vele gesprekken en onderzoeken bij de ggz maar niet duidelijk hoe het kwam. Gelukkig wilde ik nog altijd iedere dag bloggen en kwam Peter met een uitdaging naar keuze op de proppen. Ik koos 6 juni 2015 voor iedere dag tien minuten wandelen. Ik doe het nog steeds, en in veruit de meeste gevallen meer.

In 2016 moest ik studeren voor een omscholing. Gezien bovenstaande zal het niet verbazen dat ik dat elke dag deed. Met Anki en met succes want ik haalde met veel plezier en gemak mijn certificaat. Het ging al met al best lekker, alleen had ik 2018 en vooral 2019 flink wat te stellen met een manie.

Maar een psychiater in opleiding boog zich over mijn casus. Het mocht alleen niet echt baten. De manie was wel redelijk snel weg, zoals gewoonlijk, maar ik was ook zoals gewoonlijk onderweg naar een jaar tot anderhalf jaar zonder veel vertrouwen. Gelukkig maakte ik toen, eind 2019, van nadenken over mijn manieën een dagelijkse gewoonte.

En dat veranderde mijn leven. Ik vertel er volgende keer meer over want dit is precies waarmee ik lotgenoten wil helpen. Ik ben vast niet de enige met psychische problemen die misschien baat kan hebben bij dagelijkse gewoontes. Vandaar ook mijn boek in wording. Want ik ontdekte zo wat mij triggerde en hoe ik daar dagelijks op moest letten.

~~~

Afbeelding van Dorothe from Pixabay

Alles viel de afgelopen maanden anders maar dat biedt kansen

Daar zit ik dan. Bloggend op 21 juni. Terugkijken op hoe het jaar tot nu toe liep en hoe ik me voel. Terugkijken wil ik niet lang realiseer ik me. Ik heb de Backspace knop net gebruikt. Ik wil vooruitkijken. Ik heb namelijk het idee dat ik de kans heb mezelf de komende tijd opnieuw uit te gaan vinden. En die mogelijkheid die wil ik graag benutten. Ik heb het idee dat lotgenoten helpen nog steeds belangrijk voor me is. Alleen het hoe en wat nog.

Maar er is iets bij gekomen. Ik heb een beetje het gevoel dat ik niet goed genoeg ben om anderen te helpen. Dat is een rottig gevoel, maar ik houd me vast aan de gedachte dat ik me vaker uit een dal heb weten terug te knokken. Ik heb een prachtige gewoonte- en gezondheidsscorekaart en die wil ik deze zomer intensiever gaan inzetten. In mei had ik namelijk ineens twee weken dat ik me erg goed voelde. Het kon er iets mee te maken hebben dat ik alle vakjes moeiteloos groen kleurde.

Alle seinen op groen? Niet helemaal

Tot er iets gebeurde dat te maken kon hebben met mijn bipolaire stoornis. Ik schrok en liet al snel alle goede intenties vallen. Weg waren de groene vakjes. Nu ben ik van de schrik bekomen ben en realiseer me inmiddels dat wat er gebeurde niet per se met een hypomanie te maken hoeft te hebben. Het kon iedereen overkomen, denk ik.

Daarnaast heb ik me de afgelopen tijd verdiept in Zelfcompassie, het boek van Kristin Neff. Dat helpt me ook omdat het de mogelijkheid biedt om naar dingen te kijken voor je reageert. Daar dacht ik al tamelijk goed in te zijn, maar beter kan altijd. Het boek gaat ook over vergeven en er bleek toch wat oud zeer opgehoopt te hebben gezeten in mijn ziel, zie de vorige alinea. Hopelijk ben ik er nu klaar mee.

Wat ik in in ieder geval weet is dat ik vanaf morgen weer alle vakjes groen ga proberen te kleuren. Kijken wat dat met me doet. In eerste instantie als experiment tot en met volgende week zondag. En ik ben benieuwd of er een antwoord komt op de vraag die me nu al een maand achtervolgt: voelde ik me zo goed omdat ik alle vakjes groen kleurde? Of kleurde ik alle vakjes groen omdat ik me zo goed voelde?

Tot snel.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Avondmens of toch ochtendmens?

Als klein kind ging ik al laat naar bed. Ik was altijd een avondmens maar de laatste jaren is het me gelukt om wel in de avonden op tijd naar bed te gaan. Ik realiseer me maar al te goed hoe belangrijk voldoende slapen voor mij is. Daar ga ik graag vroeger voor naar bed. Om 23:00 uur ben ik nog maar zelden op. Vroeger haalde ik de 00:00 met regelmaat. Maar dat had wel gevolgen.

Bij al mijn of in ieder geval praktisch al mijn manieën speelde slaapgebrek een rol. Lang dacht ik dat er niks aan de hand was als ik maar fit wakker werd ’s morgens. Maar juist in die gedachte, schuilt een gevaar, heb ik recent ontdekt. Hoe sterker de greep van een manie raak, hoe minder uren ik slaap. Terwijl ik wél fit wakker word. Daar heb ik van geleerd dat ik toch echt minstens zeven tot acht uur slaap per nacht nodig heb. Dat is goed slapen tegenwoordig voor mij.

En gelukkig kan ik zeggen dat dat zeven tot acht uur slapen ook lukt en ik denk dat nu het moment is om te kijken of ik op een veilige manier nog wat meer een ochtendmens kan worden. Omdat ik nooit echt wist wat ik met slapen aan moest, qua manieën dan, koos ik vaak voor een langzame start van de dag met flink wat snoozen van de wekker. Dat beviel me eigenlijk wel, en het voelde ook wel veilig. Rustig op gang komen leek mij heel verstandig.

De eerste helft van de vorige maand was ik echter zo enthousiast door de Fearless Living Academy van Leo Babauta, waar ik me bij aangesloten had, dat ik een paar keer voor de wekker wakker werd. Dat is voor mij een zeldzaamheid. En ik stond ook nog energiek op ook. Geweldig, alleen jammer dat het eindigde met een hypomanie. En dat terwijl ik nou niet uren eerder wakker werd, hooguit een half uur voor de wekker. En ik had ook nog steeds zeven tot acht uur geslapen. Hoe dan ook: ik werd energieker wakker, er gebeurde iets waarvan mijn behandelaar dacht dat het een hypomanie was. Maar ik schreef gisteren al dat die hypomanie geen hypomanie was, zoals ik deze week ontdekte. Maar toen had ik allang alles laten vallen en dat betekent dat alle seinen al een maand op groen staan.

Daarom lijkt het me een goed idee om deze zomer eens te kijken wat er met me gebeurt als ik daadwerkelijk meteen met de wekker opsta. Ik weet hoe belangrijk zeven tot acht uur slapen per nacht voor mij is. En ik weet op welke signalen ik nog meer moet letten. Dus hoef ik de snooze-knop niet meer als soort van veiligheidsmechanisme te gebruiken.

Ik ben benieuwd wat het me op gaat leveren.

~~~

Afbeelding van Larisa Koshkina via Pixabay