Wie ben ik dat ik een boek schrijf?

Nu mijn boek hopelijk zo goed als af is – er heeft zich nog iemand gemeld voor correcties op spelfouten en interpunctie – begin ik het toch een beetje spannend te vinden. Dat vind ik het eerlijk gezegd al een hele tijd. Vanwege de vraag die ik gisteren stelde, maar ook om de inhoud van het boek zelf. Dat gaat ver terug. Zelfs tot voor ik drie jaar geleden aan het hele project begon. Ik ben namelijk geen psychiater of iets dergelijks. Dus ik vroeg me af of dat wel kon, schrijven over mijn bipolaire stoornis. Met schrijven had ik niet zo’n moeite, maar het idee het te publiceren lag wat gecompliceerder. Immers, ik heb er niet voor gestudeerd. Nou had ik al het idee om vooral mijn ervaringen op te schrijven en hoe ik die (be)leefde. En zo lang ik daar maar bij bleef, kon het volgens mijn behandelaar geen kwaad.

De eerste versie van het boek werd vreemd genoeg nog een opsomming van tips op basis van mijn ervaringen, maar die wilde ik in instantie niet opschrijven. Het resultaat was een onevenwichtig boek omdat de tips uit de lucht gegrepen leken te zijn, hoewel ze dus echt wel gebaseerd waren op mijn ervaring. Maar die had ik dus weggelaten.

In de tweede versie heb ik dat probleem blijkens enthousiaste proeflezers weten te tackelen en ik had er dan ook alle vertrouwen in dat het boek geaccepteerd zou worden door een uitgever. Helaas was dat nog niet het geval. Wel kreeg ik tips mee waar ik mee aan de slag kon. Die tips zetten mij weer aan het denken. Ik had in de versie die ik naar de uitgeverij stuurde vooral oog gehad voor het wat en het waarom in mijn verhaal. Zo vatte ik althans hun opmerkingen op. Het kon nog praktischer. En dat was ergens ook een mooie uitdaging.

Ik had namelijk twijfels over het hoe. Het wat en waarom kwam volgens mij wel uit de verf, het hoe niet echt. En dat kwam doordat het hoe grotendeels gebaseerd is op dagelijkse gewoontes. En ik had het gevoel dat dat eigenlijk een boek op zich was. Maar door de opmerkingen van de uitgever ging ik daar nogmaals over nadenken en realiseerde ik me dat ik het hoe er wel in kon zetten. Ik kon proberen het hoe zo goed mogelijk uit te leggen en dat heb ik ook gedaan. Achterin het boek, om het bestaande verhaal niet nodeloos te onderbreken.

Ik heb het idee dat nu het wat, het waarom en het hoe alle drie goed uit de verf komen. Er was voor mij nog een reden om toch wat extra aandacht aan het hoe te besteden. Het hoe, dagelijks gericht over mijn bipolaire stoornis nadenken, is wel degelijk aan de orde gekomen tijdens mijn behandeling. Maar alleen kort tijdens de bespreking van de de zogeheten life chart. Maar toen mij duidelijk dat dat voor mij inhield dat ik in kleine boekjes moest gaan priegelen, zag ik de life chart niet meer zitten. Dat was voor de smartphones. Helaas bleef het bij die afwijzing. We hebben toen niet stilgestaan bij de functie van de life chart: precies, dagelijks nadenken over je bipolaire stoornis.

En doordat we daar niet bij stilstonden, heb ik nog jaren geen idee gehad van de voordelen van dagelijks gestructureerd nadenken over mijn bipolaire stoornis. Met alle gevolgen van dien. Vandaar dat ik het toch maar zo duidelijk mogelijk heb opgeschreven in mijn boek. Met vermelding dat wat ik allemaal opschreef in boek mijn ervaring is, dat het misschien voor anderen niet hetzelfde resultaat oplevert en dat ik zeker geen behandelaar ben, maar sommige dingen wel graag jaren eerder met een behandelaar had gedaan.

~~~

Afbeelding van Andi via Pixabay

Of ik nooit meer manisch word?

Best lastig, bloggen tijdens het herschrijven van mijn boek, merk ik. De balans tussen aandacht vragen voor het boek en niks willen weggeven. Nou ja, weggeven, hoe meer ik met het boek bezig ben, hoe minder ik er op mijn blog over meen te mogen schrijven. Stel dat mensen straks moeten betalen voor iets wat ze hier allang hadden kunnen lezen. Nou zal dat op punten toch al wel het geval zijn, dus daar kan ik me beter maar niet meer druk over maken.

En dan is er natuurlijk nog de brandende vraag of het feit dat ik een boek schrijf over hoe ik met mijn bipolaire stoornis omga, en wat ik daarbij in de loop daar jaren allemaal door heb meegemaakt, betekent dat ik denk dat ik nooit meer een manie zal krijgen, al dan niet gevolgd door een depressie. Zoals je in het boek zult kunnen zien had ik hier net zo goed ‘hoe mijn bipolaire stoornis jarenlang met mij omging’ kunnen schrijven, maar dat terzijde.

Om die vraag dan ook maar meteen te beantwoorden: ik weet het echt niet. Ik hoop het wel, maar een sluitend antwoord geven op die vraag is onmogelijk. Het is kijken in een glazen en ik heb geen zin als een waarzegger voorspellingen te doen. Toch is daar niet alles mee gezegd. Ik hoop dat ik zeker de afgelopen vier jaar veel heb bijgeleerd over wat ik kan doen om de stoornis onder controle te krijgen en te houden.

Ik ben de afgelopen jaren misschien als een detective en journalist in één op zoek geweest naar antwoorden die me jarenlang door de vingers waren geglipt. Via de blogs van vrienden vond ik nieuw gereedschap dat me erg nuttig leek en waarmee ik de zoektocht wel wilde voortzette. En het bleek uiteindelijk alle verschil te maken en ik vond mijn antwoorden.

Toch was het in januari weer raak. Maar het was eerlijk gezegd vooral schrikken en leerzaam. Op basis van mijn eerdere zoektocht kon ik het plaatje meteen invullen en wist ik ook waarom het mis was gegaan. In het verleden leidde deze situatie soms tot een halfjaar of zelfs anderhalf jaar misère. Daarnaast heb ik door januari mijn signaleringsplan nog eens veel verder kunnen aanscherpen. Ik signaleer nu niet alleen dagelijks in mij hoofd, maar ga er ook voor zitten en leg het vast. Elke dag.

Daardoor hoop ik nog alerter te zijn. Maar nee, weten of ik nooit meer manisch word, dat doe ik niet.

~~~

Afbeelding van Patricia Hébert via Pixabay

Waarom ik zo vaak over gewoontes blog? (En nu even een tijdje niet heb geblogd.)

De eerste blogger die ik in levenden lijve ontmoette, was Jacob Jan, tegenwoordig kennen we haar als Emma. Ik leerde haar kennen op een bijeenkomst over werken en slechthorendheid. Maar het was vooral zijn enthousiasme over bloggen dat me bijbleef. Ik had er toen nog geen, wel net een blog geschreven op het groepsblog van mijn toenmalige werkgever. Dat maakte me zeker ontvankelijk voor JJ’s enthousiasme. Want of ze nu JJ of Emma heet, haar enthousiasme maakt mij vaak ook enthousiast.

Via haar blog kwam ik al snel bij Elja en Blogpraat uit. En ik stiekem jaloers op Elja en Emma dat ze iedere dag blogden. Er kwam bij mij iets tussendoor dat ook wel bekend staat als bipolaire stoornis en dat ervoor zorgde dat ik ruim een half jaar niet blogde. Het zorgde er hoe dan ook voor dat ik niet iedere dag ging bloggen, maar uiteindelijk heeft dat iedere dag bloggen me wel geholpen om te gaan met mijn bipolaire stoornis.

Het begon op mijn negentiende met een depressie en daarna regelmatig manieën. Het herstel tot op het punt dat ik me weer zo goed voelde als voor ik ziek werd, kostte mij meestal een jaar tot anderhalf jaar.

En het werd ondanks vele gesprekken en onderzoeken bij de ggz maar niet duidelijk hoe het kwam. Gelukkig wilde ik nog altijd iedere dag bloggen en kwam Peter met een uitdaging naar keuze op de proppen. Ik koos 6 juni 2015 voor iedere dag tien minuten wandelen. Ik doe het nog steeds, en in veruit de meeste gevallen meer.

In 2016 moest ik studeren voor een omscholing. Gezien bovenstaande zal het niet verbazen dat ik dat elke dag deed. Met Anki en met succes want ik haalde met veel plezier en gemak mijn certificaat. Het ging al met al best lekker, alleen had ik 2018 en vooral 2019 flink wat te stellen met een manie.

Maar een psychiater in opleiding boog zich over mijn casus. Het mocht alleen niet echt baten. De manie was wel redelijk snel weg, zoals gewoonlijk, maar ik was ook zoals gewoonlijk onderweg naar een jaar tot anderhalf jaar zonder veel vertrouwen. Gelukkig maakte ik toen, eind 2019, van nadenken over mijn manieën een dagelijkse gewoonte.

En dat veranderde mijn leven. Ik vertel er volgende keer meer over want dit is precies waarmee ik lotgenoten wil helpen. Ik ben vast niet de enige met psychische problemen die misschien baat kan hebben bij dagelijkse gewoontes. Vandaar ook mijn boek in wording. Want ik ontdekte zo wat mij triggerde en hoe ik daar dagelijks op moest letten.

~~~

Afbeelding van Dorothe from Pixabay

Alles viel de afgelopen maanden anders maar dat biedt kansen

Daar zit ik dan. Bloggend op 21 juni. Terugkijken op hoe het jaar tot nu toe liep en hoe ik me voel. Terugkijken wil ik niet lang realiseer ik me. Ik heb de Backspace knop net gebruikt. Ik wil vooruitkijken. Ik heb namelijk het idee dat ik de kans heb mezelf de komende tijd opnieuw uit te gaan vinden. En die mogelijkheid die wil ik graag benutten. Ik heb het idee dat lotgenoten helpen nog steeds belangrijk voor me is. Alleen het hoe en wat nog.

Maar er is iets bij gekomen. Ik heb een beetje het gevoel dat ik niet goed genoeg ben om anderen te helpen. Dat is een rottig gevoel, maar ik houd me vast aan de gedachte dat ik me vaker uit een dal heb weten terug te knokken. Ik heb een prachtige gewoonte- en gezondheidsscorekaart en die wil ik deze zomer intensiever gaan inzetten. In mei had ik namelijk ineens twee weken dat ik me erg goed voelde. Het kon er iets mee te maken hebben dat ik alle vakjes moeiteloos groen kleurde.

Alle seinen op groen? Niet helemaal

Tot er iets gebeurde dat te maken kon hebben met mijn bipolaire stoornis. Ik schrok en liet al snel alle goede intenties vallen. Weg waren de groene vakjes. Nu ben ik van de schrik bekomen ben en realiseer me inmiddels dat wat er gebeurde niet per se met een hypomanie te maken hoeft te hebben. Het kon iedereen overkomen, denk ik.

Daarnaast heb ik me de afgelopen tijd verdiept in Zelfcompassie, het boek van Kristin Neff. Dat helpt me ook omdat het de mogelijkheid biedt om naar dingen te kijken voor je reageert. Daar dacht ik al tamelijk goed in te zijn, maar beter kan altijd. Het boek gaat ook over vergeven en er bleek toch wat oud zeer opgehoopt te hebben gezeten in mijn ziel, zie de vorige alinea. Hopelijk ben ik er nu klaar mee.

Wat ik in in ieder geval weet is dat ik vanaf morgen weer alle vakjes groen ga proberen te kleuren. Kijken wat dat met me doet. In eerste instantie als experiment tot en met volgende week zondag. En ik ben benieuwd of er een antwoord komt op de vraag die me nu al een maand achtervolgt: voelde ik me zo goed omdat ik alle vakjes groen kleurde? Of kleurde ik alle vakjes groen omdat ik me zo goed voelde?

Tot snel.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Avondmens of toch ochtendmens?

Als klein kind ging ik al laat naar bed. Ik was altijd een avondmens maar de laatste jaren is het me gelukt om wel in de avonden op tijd naar bed te gaan. Ik realiseer me maar al te goed hoe belangrijk voldoende slapen voor mij is. Daar ga ik graag vroeger voor naar bed. Om 23:00 uur ben ik nog maar zelden op. Vroeger haalde ik de 00:00 met regelmaat. Maar dat had wel gevolgen.

Bij al mijn of in ieder geval praktisch al mijn manieën speelde slaapgebrek een rol. Lang dacht ik dat er niks aan de hand was als ik maar fit wakker werd ’s morgens. Maar juist in die gedachte, schuilt een gevaar, heb ik recent ontdekt. Hoe sterker de greep van een manie raak, hoe minder uren ik slaap. Terwijl ik wél fit wakker word. Daar heb ik van geleerd dat ik toch echt minstens zeven tot acht uur slaap per nacht nodig heb. Dat is goed slapen tegenwoordig voor mij.

En gelukkig kan ik zeggen dat dat zeven tot acht uur slapen ook lukt en ik denk dat nu het moment is om te kijken of ik op een veilige manier nog wat meer een ochtendmens kan worden. Omdat ik nooit echt wist wat ik met slapen aan moest, qua manieën dan, koos ik vaak voor een langzame start van de dag met flink wat snoozen van de wekker. Dat beviel me eigenlijk wel, en het voelde ook wel veilig. Rustig op gang komen leek mij heel verstandig.

De eerste helft van de vorige maand was ik echter zo enthousiast door de Fearless Living Academy van Leo Babauta, waar ik me bij aangesloten had, dat ik een paar keer voor de wekker wakker werd. Dat is voor mij een zeldzaamheid. En ik stond ook nog energiek op ook. Geweldig, alleen jammer dat het eindigde met een hypomanie. En dat terwijl ik nou niet uren eerder wakker werd, hooguit een half uur voor de wekker. En ik had ook nog steeds zeven tot acht uur geslapen. Hoe dan ook: ik werd energieker wakker, er gebeurde iets waarvan mijn behandelaar dacht dat het een hypomanie was. Maar ik schreef gisteren al dat die hypomanie geen hypomanie was, zoals ik deze week ontdekte. Maar toen had ik allang alles laten vallen en dat betekent dat alle seinen al een maand op groen staan.

Daarom lijkt het me een goed idee om deze zomer eens te kijken wat er met me gebeurt als ik daadwerkelijk meteen met de wekker opsta. Ik weet hoe belangrijk zeven tot acht uur slapen per nacht voor mij is. En ik weet op welke signalen ik nog meer moet letten. Dus hoef ik de snooze-knop niet meer als soort van veiligheidsmechanisme te gebruiken.

Ik ben benieuwd wat het me op gaat leveren.

~~~

Afbeelding van Larisa Koshkina via Pixabay

Gereedschapskoffer voor een goed gevoel

Gisteren nam ik een besluit. Het was precies vier weken geleden dat ik een hypomanie had. Althans, dat was de lezing van mijn behandelaar nadat ik haar mailde. Dat deed ik ongeveer een uur nadat ik iets deed wat ik herkende van eerdere manieën. Het was schrikken en maar al te herkenbaar van eerdere manieën. Gelukkig kon ik het met de persoon in kwestie uitpraten. Wel leek het me nuttig om even een time out te nemen. Wat er gebeurde, overkwam me normaal alleen tijdens een manie, als ik achteraf lang te weinig medicijnen had geslikt, als ik bewust of onbewust signalen had genegeerd. Dán kon zoiets als hierboven gebeuren.

Twijfel

Nu wist ik echter heel zeker dat al die dingen niet aan de hand waren. Ik slikte een flink hogere dosering van mijn medicijnen, ik hield dagelijks mijn signaleringsplan bij en daarbij wees niets op problemen. Alhoewel, toen ik wat nauwkeuriger naar de voorbije paar weken had gekeken, zag ik dat ik 2 keer 2 dagen signalen had gemist. Verklaarbaar want dit waren signalen waarop ik in het verleden alleen maar op lette als andere signalen zich voor hadden gedaan. Dat was dus even wennen, vandaar dat ik die signalen had gemist. Dus ik ging mee in de analyse van mijn behandelaar. Gelukkig kon ik het wel uitpraten met degene tegen wie ik uitgevallen was.

Het betekende voor mij dat ik even alles uit handen liet vallen, terwijl het juist zo lekker ging. Ik had een Wellness Recovery Action Plan-cursus gevolgd en daar onder andere een gereedschapskoffer voor een goed gevoel samengesteld. Dingen die je elke dag kunt doen voor een goed gevoel. In mijn geval tien dingen. Maar dat liet ik dus vallen. En ik liet ook het forum van Leo Babauta een beetje vallen waar ik me bij had aangesloten. Bepaald niet helemaal want ik vond het veel te leuk om met gelijkgestemden over gewoontes en veel meer te praten. Ik was bij dat forum uitgekomen omdat de basis van mijn boek ooit gelegd is door blogs over een boek van Babauta.

Geen hypomanie maar wat dan wel?

Ik liet dus behoorlijk wat vallen en weet nu heel zeker dat ik nu geen manie of hypomanie heb en waarschijnlijk had ik die vier weken en een dag geleden ook niet. Als ik naar de definitie ga zoeken – en dat deed ik gisteren – klopt het niet. Ik had niet minstens drie van de opgesomde zeven symptomen en die moesten ook nog eens minstens vier dagen achter elkaar stand houden. Dat laatste was dus helemaal niet aan de orde. Misschien was ik wel gewoon boos op iemand omdat hij me voor de zoveelste keer onderbrak terwijl iets belangrijks wilde zeggen. Misschien herkende ik wel een situatie uit een echte manie. Misschien vergat ik tot tien te tellen. En misschien schatte ik deze ergernis niet goed in. Misschien…

Toch schrok ik wel. Het had nooit mogen gebeuren én ik voelde me op dat moment geweldig, misschien door al al die gelijkgestemden op dat forum van Babauta, en dat ik mezelf geweldig voelde, deed wel denken aan eerdere (hypo)manieën. Alles ging de eerste twee weken van mei ineens geweldig. Ik kon zonder moeite alles afvinken uit mijn gereedschapskoffer voor een goed gevoel. Na die (vermeende) hypomanie lukte dat na een paar dagen ineens niet.

Niet iedere ergernis wordt een manie

Dat schreef ik al in mijn boek. Dus besloot ik gisteren om vanaf maandag (overmorgen) weer te proberen alles uit mijn gereedschapskoffer voor een goed gevoel uit te voeren. Ik haal normaal gesproken toch al zeven uit tien. Maar ik heb nu gezien hoeveel beter ik me voel door net dat stapje extra te zetten. Dat wil ik proberen, zeker nu ik weet dat mijn hypomannie dat dus waarschijnlijk niet was. En het helpt ook dat ik kan vertrouwen op een goed signaleringsplan. Ik blijf dus ik durf het wel te proberen. Daarnaast ben ik al een week of drie bezig met het boek Zelfcompassie van Kristin Neff. Dat geeft hopelijk extra gereedschap om herhaling van (hypo)manieën of andere ellende te helpen voorkomen.

~~~

Afbeelding van PublicDomainPictures via Pixabay

Heb ik nog meer boeken te vertellen?

Het voelt nog steeds aan alsof het goed komt tussen mij en mijn mest recente manische episode. Dat voel ik al vanaf woensdagmiddag 22 april, ik blogde er de 29e over. Het gevoel is niet meer weg gegaan. De hoop dat dit blijvend zou zijn had ik al meteen, zo diep zat het vertrouwen. Het is misschien lastig te begrijpen hoe dit voelt als je het nooit hebt meegemaakt, maar ik voel me gezegend door dit mooie gevoel.

Het past wel bij Pasen omdat het toch een soort wederopstanding is en iets is wat ik anderen ook gun. Dat lijkt me mooi voor een volgend boek of project.

Nou ja, wederopstanding is misschien een groot woord maar ik heb het gevoel dat er meer boeken in mijn boek zitten dan het ene dat ik nu heb geschreven. Dat gevoel is niet nieuw, ik had het al tijdens het schrijven. Ik deed alleen niets met dat gevoel omdat ik een boek over één onderwerp wilde schrijven. Dat andere onderwerp waar ik af en toe over nadacht, moest ik daarom even laten liggen.

Toch liet het me niet met rust. Het idee dat ik anderen kan helpen met het boek dat niet in het boek zit. Het ontdekkingsproces voor en tijdens het schrijven heeft mijn leven zo verrijkt en mijn psychische problemen zo beheersbaar gemaakt, zo voel ik dat tenminste, dat dat ontdekkingsproces zelf misschien ook een boek waard is.

Met dat idee speel ik weer sinds ik van weten dat het goed komt naar voelen dat het goed komt ging. Dat dit gevoel al zó snel kwam, had ik nooit durven dromen of hopen. In het verleden kwam pas na een jaar, soms zelfs langer. Dat gelukzalige gevoel is iets wat ik anderen ook gun. De tweede stap daarvoor is ideeën vergaren door in mijn hoofd met het idee te stoeien. De derde stap is het opschrijven van die ideeën. Daar zitten nog heel wat tussenstappen bij.

Maar eerst de eerste stap: mijn eerste boek uitbrengen. Die vormen naar Simon Sineks Golden Circle uit Start with Why het waarom en het wat. Mijn tweede boek zou dan het hoe kunnen worden.

~~~

Afbeelding van -Rita-👩‍🍳 und 📷 mit ❤ via Pixabay

Avondroutine

Vanaf vanavond ga ik mijn avondroutine weer aanscherpen. Ik merk de laatste dagen dat ik wat later in slaap val. Niks om me ernstig zorgen om te maken zo lang de andere seinen op groen staan, maar ik wil liever geen risico lopen. Dat betekent geen koffie meer in de avond, dat doe ik toch maar eens in de week of zo. Medicatie op tijd innemen. En dan vooral geen actieve scherm meer, geen tv in buurt. Wel lezen. Op een e-reader. Ik lees nu ‘Ogen van tijgers’ van Tonke Dragt. En op tijd bloggen.

Vanmiddag nog tien kilometer gewandeld en de telefoon heb ik al weggelegd. En staat op stil. Ik neem het zekere voor het onzekere. In het verleden lette ik minder scherp op hoe ik sliep. Als ik maar fit wakker werd. Dit bleek alleen niet altijd goed te werken, maar dan vooral als het slechte slapen weken achter elkaar aanhield. Dat is nu nog lang niet het geval. Maar dat wil ik wel graag zo houden. Alle andere signalen staan dus nog keurig op groen. Slaapgebrek was in het verleden vaak alleen een probleem als het andere signalen uitlokte.

En dat is nu duidelijk nog niet het geval. Waarom ik dan nu toch alert ben op mijn slapen, is omdat ik door mijn reactie op mijn manie mijn slaappatroon heb aangepast. Ik kreeg een behoorlijk hoge dosering voor mijn kiezen, die ik inmiddels weer deels heb afgebouwd. Uiteraard in overleg. Om die slaap maar optimaal te laten werken heb ik de wekker een paar maanden vrijaf. Sinds begin maart doet de wekker zijn werk weer.

Dat is nog even wennen zeker omdat ik nu let op zeven tot acht uur slapen in plaats van me af te vragen of die nacht goed heb geslapen. Alleen merk ik dat doordat de wekker geen dienst deed, ik iets later ben gaan slapen. Ik lig ’s avonds wat langer wakker. De oplossing heb ik denk ik hierboven geschetst en daarnaast moet ik wat minder piekeren in bed. Ik merk de laatste tijd dat ik dat langer doe dan ik gewend was.

Ik heb niet echt een idee waarom maar merk alleen dat er meestal meer tijd is verstreken dan ik had verwacht als ik me na dat piekeren omdraai om te gaan slapen. Dan lig ik wel op tijd in bed maar soms een uur of nog langer wakker. Te fantaseren over een boek of zo. Dat is positief want het niet zo dat lig te woelen over problemen. Toch wil ik weer wat meer uren slapen, te weinig heeft in het verleden namelijk waarschijnlijk wel problemen veroorzaakt. Dus ik houd het in de gaten. Welterusten. Maar daar is nu nog te vroeg voor.

~~~

Afbeelding van Joe via Pixabay

WRAP-certificaat behaald

Gisteren en eergisteren schreef ik onder andere over andere over parate kennis. Daar heb ik baat bij. En niet alleen als ik naar 2 voor 12 kijk. Ik ontdekte de afgelopen jaren ook hoe nuttig die parate kennis is voor mijn behandeling bij de ggz. Dat verbaast me behoorlijk, om het mild uit te drukken.

Dat het helpt, is mij inmiddels wel duidelijk. En dan doel ik niet direct op feitenkennis maar op kennis van wat er tijdens manieën met me gebeurt. Daardoor heb ik een radar voor toekomstige problemen.

Over die toekomstige problemen wil ik het nu verder even niet hebben want vandaag ben ik een beetje in een feeststemming. Vanmiddag heb ik de laatste bijeenkomst van de WRAP gehad en ik heb mijn certificaat behaald. Even kort waar WRAP voor staat: Wellness Recovery Action Plan. Dat stond me natuurlijk wel aan toen ik voor het eerst over hoorde. Zou er iets vergelijkbaars zijn als waarmee ik mijn eigen problemen met mijn bipolaire stoornis in kaart heb gebracht en waarmee ik ondanks de hobbel in januari nog steeds hoop dat die stoornis voor mij tot het verleden behoort?

Dat klinkt optimistisch, dat geef ik grif toe, maar ik heb nu voor het eerst meegemaakt dat ik bij een manie precies wist wat er aan de hand was. En daardoor kon ik mijn radar, ofwel signaleringsplan nog scherper afstellen. Vandaar mijn vertrouwen.

In de WRAP kwamen in acht bijeenkomsten verschillende onderdelen aan de orde. Deels overlap met dingen die ik zelf heb ingezet en in mijn boek heb beschreven. Zoek op ‘WRAP ggz’ en er is voldoende uitleg te vinden. Voor mij is vooral de gereedschapskoffer voor een goed gevoel een eyeopener, zeker omdat die prima past binnen mijn streven naar dagelijkse gewoontes.

Wat ook mooi is: net als mijn zelfbedachte therapie – weliswaar met veel geoorloofd ‘jatwerk’ en dank – is de WRAP een levend iets. Hij groeit met je mee, je kunt je koffer altijd aanpassen, want niets is statisch.

Grote plus was dat dit een groepstraining was en dat het een fijne groep was waarin we veel van elkaar leerden en elkaar ook konden steunen. Dat was met mijn eigen therapie natuurlijk niet het geval, maar ook dat was zeker geen eenlingenwerk. Ik stel me tijdens het schrijven altijd een heel publiek voor. En dat publiek probeer ik alles zo duidelijk mogelijk uit te leggen. Hoe zou zij hierover denken? Dat idee heb ik van hem geleend. Zou hij het herkennen en grappig vinden? Zo wordt schrijven ook een groepsproces en dat smaakt zeker naar meer, dus ik schrijf nog even door. Ideeën voor volgende boeken heb ik ook al, maar eerst het eerste maar eens gepubliceerd zien te krijgen. Want ook daar hoop ik lotgenoten mee te helpen.

~~~

Afbeelding van Erika Tanith via Pixabay

Het ‘Oh ja, waar waren we ook alweer gebleven?’-effect’

Het ‘Oh ja, waar waren we ook alweer gebleven?’-effect’ heeft mij vaak problemen opgeleverd. Dan probeer ik met iemand iets serieus te bespreken maar omdat ik die persoon dan veel te weinig zie, blijven we in herhaling vervallen. We zijn dan allebei al min of meer vergeten waar we het de vorige keer over hadden en daardoor is het moeilijk om daar opnieuw of verder op in te gaan. Het gevolg daarvan is dat we vaak aan de oppervlakte bleven roeren zonder de diepte in te gaan.

Wat in zo’n geval dan met mij gebeurt, is dat ik de context kwijt ben en vooral antwoord geven op de vragen die mij gesteld worden. Alleen zie dan vaak mogelijk belangrijke punten over het hoofd. Dat heeft een aantal oorzaken:

  • mijn gesprekspartner en ik zien elkaar maar af en toe,
  • ik ben allang weer vergeten waar we het de vorige keer over hadden,
  • de locatie van zo’n gesprekken is vaak niet mijn natuurlijke omgeving.

Dit heeft tot gevolg dat gesprekken onproductief kunnen zijn en dat het bovenstaande ‘Oh ja, waar waren we ook alweer gebleven?’-effect’ op kan treden. En ik ben bang dat ik vaak niet eens in de gaten heb als het gebeurt. In ieder heb ik het jaren over het hoofd gezien.

In de ggz speelt iets soortgelijks

Dit is nog een redelijk onschuldig voorbeeld maar het probleem speelt volgens mij ook in de ggz. Misschien in een iets andere vorm, maar ik denk dat het probleem er in wezen wel is. Het heeft met context en omgeving te maken. En met gebrek aan herhaling. Veel behandelingen binnen de ggz steunen op medicijnen en daarnaast op praten. Ik praat bijvoorbeeld om de zoveel tijd met een hulpverlener. En daar speelde dit probleem ook. En pas toen ik onbedoeld dit probleem oploste – ik had niet in de gaten dat het speelde – heb ik veel meer controle gekregen over mijn bipolaire stoornis.

Ik stelde een signaleringsplan op. En op deze manier had ik het beter niet kunnen doen

Laat ik het opstellen van het signaleringsplan als voorbeeld nemen. Dat stelde ik zestien jaar geleden voor het eerst op met hulp van mijn toenmalige behandelaar. Dat ging zo:

  • Ik ging om de paar weken naar Helmond.
  • Mijn behandelaar stelde allerlei vragen.
  • Ik gaf steeds antwoord.
  • Mijn noteerde op basis van wat ik zei punten voor het signaleringsplan.

Tussen de gesprekken in was ik thuis helemaal niet bezig met het signaleringsplan in wording. Het was niet in mijn gedachten. Pas in de spreekkamer, een paar weken later, dacht ik er weer aan en ging ik weer verder waar we kennelijk gebleven waren. En zo nog een paar sessies. Deze werkwijze had ernstige gevolgen:

  • Het resultaat van onze inspanningen werd een soort laboratoriumsignaleringsplan.
  • Het plan werd te uitgebreid
  • In het plan was de realiteit van mijn dagelijks leven totaal niet herkenbaar
  • Gezien bovenstaande bekeek het plan maar een paar keer per jaar. Verder lag het in een la.

In 2019 ontdekte ik gelukkig een betere werkwijze.

Die werkwijze laat zich samenvatten door de titel van mijn post van gisteren: dagelijkse gewoontes én parate kennis: een ijzersterke combi. Ik realiseerde met dat ik nog vrij precies wist wat er tijdens mijn manie van 2019 was misgegaan. En door mijn dagelijkse plezier en succes met Anki en wandelen, kwam ik op het idee een tijdlang iedere dag kort na te denken over wat er mis was gegaan. Daar kreeg ik langzaam een beeld van en dat beeld bleef goed hangen omdat er regelmatig aan bleef denken.

Via dat beeld herkende ik een halfjaar later ergernissen als bron van mijn ellende. De rest is net geen geschiedenis. Maar het leverde me wel een kort signaleringsplan dat ik van buiten ken. Helaas bleek er in januari nog een gat in mijn verdediging te zitten, maar ook dat hoop ik gedicht te hebben.

Waarom lukte het nu wel om een werkend signaleringsplan te maken?

  • Ik voelde aan dat ik het van buiten moest kennen en dat het dus beknopt moest zijn.
  • Ik dacht er in mijn eigen tijd over na, zonder aan de voorwaarden van een behandelaar te hoeven voldoen.
  • Ik dacht er in een vertrouwde omgeving over na, het witte jassen effect was dus weg.
  • Ik dacht er dagelijks kort over na waardoor ik veel dieper tot de materie doordrong omdat er nu wel iets bleef hangen, in plaats van het ‘Oh ja, waar waren we ook alweer gebleven?’-effect’ dat tijdens gesprekken vaak optrad.
  • Ik gebruik mijn signaleringsplan nu dagelijks.

~~~

Afbeelding van hojun Kang via Pixabay