Heb ik nog meer boeken te vertellen?

Het voelt nog steeds aan alsof het goed komt tussen mij en mijn mest recente manische episode. Dat voel ik al vanaf woensdagmiddag 22 april, ik blogde er de 29e over. Het gevoel is niet meer weg gegaan. De hoop dat dit blijvend zou zijn had ik al meteen, zo diep zat het vertrouwen. Het is misschien lastig te begrijpen hoe dit voelt als je het nooit hebt meegemaakt, maar ik voel me gezegend door dit mooie gevoel.

Het past wel bij Pasen omdat het toch een soort wederopstanding is en iets is wat ik anderen ook gun. Dat lijkt me mooi voor een volgend boek of project.

Nou ja, wederopstanding is misschien een groot woord maar ik heb het gevoel dat er meer boeken in mijn boek zitten dan het ene dat ik nu heb geschreven. Dat gevoel is niet nieuw, ik had het al tijdens het schrijven. Ik deed alleen niets met dat gevoel omdat ik een boek over één onderwerp wilde schrijven. Dat andere onderwerp waar ik af en toe over nadacht, moest ik daarom even laten liggen.

Toch liet het me niet met rust. Het idee dat ik anderen kan helpen met het boek dat niet in het boek zit. Het ontdekkingsproces voor en tijdens het schrijven heeft mijn leven zo verrijkt en mijn psychische problemen zo beheersbaar gemaakt, zo voel ik dat tenminste, dat dat ontdekkingsproces zelf misschien ook een boek waard is.

Met dat idee speel ik weer sinds ik van weten dat het goed komt naar voelen dat het goed komt ging. Dat dit gevoel al zó snel kwam, had ik nooit durven dromen of hopen. In het verleden kwam pas na een jaar, soms zelfs langer. Dat gelukzalige gevoel is iets wat ik anderen ook gun. De tweede stap daarvoor is ideeën vergaren door in mijn hoofd met het idee te stoeien. De derde stap is het opschrijven van die ideeën. Daar zitten nog heel wat tussenstappen bij.

Maar eerst de eerste stap: mijn eerste boek uitbrengen. Die vormen naar Simon Sineks Golden Circle uit Start with Why het waarom en het wat. Mijn tweede boek zou dan het hoe kunnen worden.

~~~

Afbeelding van -Rita-👩‍🍳 und 📷 mit ❤ via Pixabay

April: een ochtend- en avondeditie

Nu het met mijn bipolaire stoornis weer de goede kant op gaat, moet ik weer op ritme gaan letten. Dat raak ik altijd kwijt tijdens een manische episode. Dat is een reden dat ik veel over gewoontes heb geblogd. Gisteren las ik nog dat het kan helpen er een spelletje van te maken. Dus bedacht ik om in april iedere ochtend hier een aanzet te posten voor een blog. Daar denk ik dan een dag over na en in de avond werk ik het uit. Dit is de eerste aanzet. Vanavond de uitwerking op metzonderbeperking.nl.

Nou lees ik dit terug en zie ik dat ik daarstraks wel een aanzet voor een blogpost heb gegeven maar geen echt inhoudelijke. Misschien morgen dus eindigen met een halve zin, een truc die schrijvers schijnen te gebruiken om het makkelijker te maken de volgende keer weer verder te gaan. Dat zie ik morgen dan wel weer. Ik weet nog niet precies hoe ik dat idee of spelletje vorm ga geven. Maar ik wil het minimaal de hele maand april vol zien te houden.

Op die manier hoop ik dan een gewoonte gekweekt te hebben. Want ik vind bloggen en schrijven boeiend, interessant en leerzaam maar ik moet mezelf vaak wel dwingen het daadwerkelijk te doen. Ik maak wel enigszins onderscheid tussen schrijven en bloggen. Schrijven heeft nu voor mij nu een papieren vorm als doel, daarover ga ik de komende maand en daarna vast nog bloggen. Bloggen is datgene wat ik hier doe, al doe ik het minimaal deze maand dus in de ochtend ook op Mastodon en Twitter.

Op die manier hoop ik ook gewoontes te overschrijven want als ik iets geleerd heb van de vele boeken die ik over gewoontes heb gelezen dan is het wel dat het afleren van een slechte gewoonte lastig is. Je kunt beter nieuwe gewoontes aanleren om daarmee de oude gewoonte te overschrijven. En dat is precies wat ik wil doen. Ik ben heel benieuwd of ik in die dubbele doelstelling ga slagen.

Wat ik waarschijnlijk ook ga doen, is proberen te laten zien wat boeken die ik lees, met mij doen. Ik ga denk ik geen samenvattingen geven van die boeken. Wat mij interessanter lijkt, is te laten zien welke punten mij aanspreken en waarom. Natuurlijk wil ik dan ook laten zien wat ik met die punten doe. Waar ga ik mee aan de slag, hoe doe ik dat, en wat voor effect heeft dat op mij. Op die manier kan ik ook vaker en op latere tijdstippen op boeken terugkomen.

Voor nu tot morgen.

~~~

Afbeelding van KBCH via Pixabay

Ik mag weer (van mezelf)

Iedere keer dat ik ziek thuis kom te zitten door mijn bipolaire stoornis komt er een moment dat ik me schuldig voel. Dat het mijn schuld is dat ik ziek werd. Dit keer is dat gevoel stukken sterker dan in het verleden. Ik denk dat ik weet waarom. In het verleden had ik geen flauw idee waarom ik manisch werd. Nu had ik daar voor mezelf een helder beeld van.

Ik wist precies waaraan het lag en ik meende al een paar jaar precies te weten hoe ik een manie moest voorkomen. Sterker nog: ik ging ervan uit dat ik nooit meer manisch zou worden en dat de depressie die er steeds achterna kwam, hoe mild ook, mij nu niet zou overkomen. Dat laatste geloof ik nog steeds. Maar ik ben wél manisch geworden. Daarom ben ik nu ook alert op wat er komen gaat. Ik wil ten koste van veel voorkomen dat ik nu een milde depressie ga ontwikkelen. Daar ben ik nu nog niet bang voor maar ik weet wel dat ik alert moet blijven.

Bezig moet blijven. En precies dat is een beetje een probleem: omdat ik ziek ben – als: in de ziektewet – mag ik van mezelf niks doen wat op werken lijkt. Ja, ik weet het: het slaat nergens op en ik ben zelf de enige van wie ik niks zou mogen. Gelukkig heb ik dit niet al te positieve gevoel vorige week woensdag al voor een belangrijk deel losgelaten.

Historische luchtvaartfictie maar dan echt?

Ik had Harry Sluyter, een vriend en medebestuurslid, van de International Biggles Association aangeboden zijn tweede boek te lezen. Proeflezen. En tussendoor heb ik mijn eigen boek nog een keer gelezen. En wat was het genieten van Harry’s Door het oog van de zandloper deel 2: Weimar Republiek 1924 – 1931. Luchtvaartspionage met in de hoofdrol Arthur Wellesley Bigsworth en William Earl Johns. Nooit van gehoord natuurlijk. Of toch? Ik heb echt genoten van het verhaal dat Harry bedacht. Ik weet dat het fictie is, maar ik had tijdens het lezen steeds het gevoel: dit kon weleens echt zo gegaan zijn. Ik kijk nu al uit naar het moment dat het boek verschijnt en dan vertel ik dat hier uiteraard.

De belangrijkste les die ik trek uit het lezen van Harry’s boek en het mijne is dat het vooral belangrijk is dat ik bezig blijf. Dat wist ik natuurlijk al, maar in de nasleep van een manie kan het helemaal geen kwaad even met de neus op dat feit te worden gedrukt.

Mocht je al benieuwd zijn naar deel 1 Brits Indië, kijk dan in de I.B.A. Online Shop. Helaas heb ik daar het proeflezen gemist, maar het verhaal is er niet minder om.

~~~

Omslag: Harry Sluyter

Hoe ik van een alfa in een halve bèta veranderde (en ik toch weer selectiever wil worden)

Op de middelbare school was ik een echte alfa. Ja, ik had nog economie I nodig omdat mijn handschrift te onhandig was voor Grieks maar verder was het een en al taal wat de klok sloeg: Nederlands, Engels, Frans, Duits, Latijn en vooruit Geschiedenis. Maar Geschiedenis draaide om verhalen en verhalen maak je met taal. Het verhaal over die school lees je trouwens in In een goed blaadje en een certificaat.

Dus ik ging na het behalen van mijn diploma ook fijn Letteren studeren in het mooie Tilburg. De propedeuse was in een vloek en een zucht binnen. Vooral Communicatiewetenschap van Jan Renkema was grappig, maar dat verhaal zal even moeten wachten want het echte probleem was dat ik veel vakken misschien wel te makkelijk vond.

Daardoor had ik het idee dat ik mezelf niet genoeg uitdaagde. Dus koos ik voor de studierichting Taal & Kunstmatige Intelligentie. De vakken van die richting waren nog een uitdaging geweest en ik had bovendien wel enige interesse in programmeren. Al was het maar omdat ik automatisering als een oplossing zag voor veel problemen die ik dankzij mijn handicap tegenkwam.

Helaas bleek TKI te moeilijk voor mij.

Ik begreep in dat ene semester dat ik TKI deed amper iets van datgene wat de docenten uitlegden. En van de boeken die we moesten lezen, begreep ik nog minder. Dus rap overgeschakeld naar Cultuur & Letteren. Dat paste beter bij me. Helaas had ik nog wel vertraging door zoiets vervelends als mijn bipolaire stoornis en duurde het even voor ik mijn bul haalde. Maar ik zat gelukkig weer in de alfa-richting. Mijn eerste serieuze baan na mijn afstuderen was bij een communicatiebureau.

Een communicatiebureau van en voor mensen met een beperking, dus dat was voor mij helemaal kaasje. Het ging tot ieders tevredenheid goed tot ik toch weer last kreeg van die vervloekte bipolaire stoornis en mijn contract helaas niet verlengd werd.

Ondertussen was er een economische crisis uitgebroken.

We schrijven inmiddels herfst 2012 en mijn manie lijkt onder controle maar was dat achteraf gezien absoluut niet. De naweeën waren heftig. Daar vertel ik binnenkort meer over in mijn boek. Ik was niet helemaal in bloedvorm en er was een economische crisis. Dat had tot gevolg dat ik lang geen baan kon vinden. En de baan die ik uiteindelijk vond, was een baan als content manager. Al een klein beetje bèta dus want we waren bezig een webwinkel op te zetten.

Een beetje bèta dus, maar genoeg om er weer in verder te willen. Dus schoolde ik mezelf om. De webwinkel was namelijk mislukt. Het omscholen lukte nog prima, maar helaas leverde de stage als web developer mij geen baan op. Het was toch te veel bèta voor deze alfa. Gelukkig kon ik al snel ergens als webmaster beginnen. En daar zit ik nog steeds. Op zich helemaal geen verkeerd werk, maar behoorlijk bèta. En ik mis alfa-bezigheden. Daarom ben ik blij dat er binnen het bedrijf nu mogelijkheden zijn om taal, tekst en verhaal te verkennen.

Want als ik iets heb geleerd de afgelopen jaren over wat ik kan en wil, dan is het dat selectiever moet zijn: dat ik moet kiezen voor tekst, taal en verhaal. Zie mijn leeshobby, zie mijn vertalingen, zie mijn boek, zie dit blog. Ik heb het idee dat ik door selectiever te zijn mezelf en anderen beter kan helpen.

#WOT Word on Thursday: selectief

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Nieuwe ronde, nieuwe kansen

Zo dacht ik dus alles onder controle te hebben maar verrast een oude bekende me weer. Een oude bekende waar ik nou juist geen last meer van dacht te gaan krijgen. Omdat ik met hem/haar/het afgerekend dacht te hebben. Want juist dat was het onderwerp van mijn boek: hoe ik afrekende met mijn bipolaire stoornis.

Dat afrekenen bleek toch iets minder definitief dan ik dacht. Gelukkig lijkt het er nu op dat ik weer controle heb en kan ik hopelijk eind van de week uit de voorzichtig-aan-modus. Heel voorzichtig, dat natuurlijk wel. En carnaval is nooit echt aan mij besteed geweest, dus ik gebruik die week denk ik als een extra rustweek.

Daarna hoop ik weer iets meer te kunnen doen richting toekomst. Want, ik heb nu al bijna vier weken het gevoel dat ik stilsta. Nou kan dat op zijn tijd helemaal geen kwaad én op de keper beschouwd klopt dat gevoel ook niet helemaal. Zo had ik vandaag alweer de tweede WRAP-bijeenkomst. Dat ging onder andere over een koffer voor een goed gevoel. Typte ik bijna ‘een koffie voor een goed gevoel’ dus die komt er sowieso in. En zo weet ik nog wel een dingen die erin kunnen. Maar de WRAP is persoonlijk bedoeld dus ik ga dat hier niet allemaal delen.

Wat ik wel een interessante ontwikkeling vind – en waar ik het misschien vaker over wil hebben – is dat ik steeds meer graag mensen om me heen wil hebben. Ik memoreerde bijvoorbeeld vanmiddag tijdens de cursus dat ik vroeger op de middelbare school best een Einzelgänger was. Dat kwam door mijn slechtere gehoor. De docenten kon ik verstaan. In de aula of op andere plekken tijdens de pauzes lukte het mij niet.

Combineer dat met het feit dat ik vanwege mijn lichamelijke handicap met de auto naar school werd gebracht ik dus niet alleen door mijn slechtere gehoor van sociaal contact werd beroofd maar ik door mijn handicap. Maar het mooie is dat ik er toen geen last van had. Het was gewoon een feit waar ik niet bij stilstond. Daardoor heeft het me nooit gehinderd. Ik heb nooit echt het gevoel gehad: waarom overkomt mij al deze ellende? Integendeel, van ellende was geen sprake.

Daar prijs ik me gelukkig mee. En ik prijs me gelukkig met de ontwikkeling van de techniek. Er kwamen digitale hoorapparaten waardoor ik in de bovenbouw iets meer mogelijkheden had, al was het soms wennen en duurde het een paar jaar tot ik loskwam. Wederom zonder dat ik er last van had dat het langzaam ging. Hooguit misschien in mijn eerste eindexamenjaar, toen ik depressief werd. Maar dat, bleek een aantal jaren later, was de ene kant van een bipolaire stoornis. Die was er toch wel gekomen. En ik kwam los in mijn prachtige tweede eindexamenjaar.

Inmiddels zijn we ruim twintig jaar verder en hebben internet, mail, sociale media en blogs mijn contacten zo veel breder gemaakt dan ik ooit had durven dromen. Ik pak uiteindelijk kansen die nieuwe mensen mij via nieuwe dingen bieden. En daar ben ik dankbaar voor.

~~~

Afbeelding van Peggy und Marco Lachmann-Anke via Pixabay

#wot overprikkeld – 2 boeken

Laatst zat ik wat te mopperen dat het soms handig was geweest als mensen aan wie ik mij met zo veel ellendige gevolgen heb geërgerd, zich gewoon hadden gerealiseerd hoe funest hun gedrag kon zijn. Voor hen was hun gedrag volstrekt normaal, voor mij niet. Toen niet, en nu nog steeds niet. Al begrijp ik dat gedrag wel, en ik neem ook niemand iets kwalijk. Soms lopen dingen gewoon anders dan je zou willen.

En gelukkig was ik met mijn tweet ook mijn klaagstemming kwijt, maar ik ben toch blij dat ik die geplaatst heb. Het luchtte namelijk op én ik kreeg twee schitterende leestips (Dank, Samira, dank, Emma.)

De eerste was How to handle neurotypicals van Abel Abelson en het tweede was Autisme en het voorspellende brein door Peter Vermeulen.

Het boek van Abelson was vooral humoristisch, maar ik geloof dat er toch een kern van waarheid in zit. Althans, hij komt net als ik min meer tot de conclusie dat je ergeren weinig zin heeft, sterker nog, dat het vooral kwalijke gevolgen heeft. Er zat dus toch wel wat herkenning in het boek, hoewel ik af en toe het gevoel had dat een korreltje zout niet genoeg was. Maar al met al was het toch humoristisch leerzaam genieten.

Autisme en het voorspellende brein is een heel ander boek. De toon van Peter Vermeulen is een stuk serieuzer, maar toch houdt ook hij het luchtig door de voorbeelden die hij geeft. Eerlijk gezegd wist ik niet zo veel van autisme af. Ja, ik dacht een bepaalde basiskennis te hebben, maar het is juist die basiskennis die Peter Vermeulen op basis van recent onderzoek in twijfel trekt.

Dat is namelijk een van de mooie punten van het boek van Vermeulen: het verhaal wordt verteld op basis van het onderzoek. En niet andersom. Ten minste, voor zover ik het kan beoordelen volgt wat Vermeulen schrijft uit de onderzoeken die hij citeert. Hij zoekt geen onderzoek bij zijn verhaal. En dat vind ik wel zo prettig omdat het het verhaal betrouwbaarder en echter maakt.

Terug naar die basiskennis. Ook ik zag de manier waarop het menselijk brein prikkels verwerkt als invoer (via zintuigen) -> verwerking (via ons brein) en uitvoer (onze reactie). In werkelijkheid blijkt echter dat het brein een voorspelling doet (gebaseerd op kennis en ervaring), op basis waarvan de reactie wordt bepaald. De invoer blijkt daarbij niet of nauwelijks belangrijk te zijn.

Bij mensen met autisme gaat het iets anders. Ook zij kunnen de wereld voorspellen, stelt Vermeulen, maar bij ben speelt invoer vanuit de zintuigen nog wel een belangrijke rol. En die invoer wordt ook nog eens absoluut gezien, wat weer tot voorspellingsfouten leidt als iets afwijkt van wat op basis van eerdere waarneming(en) wordt verwacht.

Daaruit volgt – en dat was voor mij een eyeopener – dat mensen met autisme niet per definitie moeite hebben met prikkels. Het blijkt te gaan om de (on)voorspelbaarheid van prikkels. Dat is het probleem. Als een prikkel verwacht wordt, zijn er veel minder problemen. Dat maakt ook dat we volgens Vermeulen ook moeten nadenken over het nut van een prikkelarme omgeving. Een prikkelarme omgeving is namelijk lastig omdat er juist wel prikkels zijn buiten de prikkelarme omgeving. Het verschil leidt tot voorspellingsfouten. Het is immers een illusie dat de hele wereld prikkelarm kan zijn.

Die voorspellingsfouten zijn het echte probleem, beargumenteert Vermeulen helder in zijn boek, dat ik ieder kan aanraden.

#wot word on thursday

~~~

Afbeeldingen: Goodreads

Geef het betekenis met een verhaal

Lang geleden, toen ik nog een klein Paultje was, gingen de Amerikaanse presidentsverkiezingen tussen de Republikeinse zittende president George Bush (later George Bush sr.) en zijn Democratische uitdager Bill Clinton. Ik vond het toen wonderlijk dat iemand die Saddam Hoessein had verslagen – al was het dan niet definitief want daar moesten we tot eind 2003 op wachten toen Paul Bremer zei: “Ladies and gentlemen, we’ve got him.” – kansloos verslagen werd.

Het gaat erom dat Bush sr verloor omdat hij met dat Golfoorlogverhaal hoge ogen dacht te gooien. Maar die verkiezingen staan vooral bekend door de slogan: “It’s about the economy, stupid!” En daar moet ik al een tijdje over nadenken, want het gaat om een duidelijk voorbeeld van iets waar ik veel over nadenk: het verhaal.

Wat is het verhaal, wat is het juiste verhaal? Met welk verhaal raak je een snaar? Doordat ik regelmatig nadenk over de inzet van verhalen op allerlei vlakken, en dat af en toe blijkt dat ik daar ook in slaag, dat is althans mijn interpretatie van de signalen die ik van anderen terugkrijg als ik wat vertel of schrijf. En daar ben ik ongelooflijk dankbaar voor. Omdat ik verhalen vertel in de hoop anderen te raken, soms hun wereldbeeld een beetje te laten kantelen. Dat vind ik mooi aan verhalen.

Als ik alle onverdraagzaamheid, onverschilligheid of rotsvaste geloof in eigen gelijk zie in de media en sociale media ziet, zou ik soms bijna moedeloos worden. Toch word ik dat niet. Ik geloof namelijk dat het spreekwoord “onbekend maakt onbemind” hier belangrijk is. En ik geloof ik dat veel mensen bang zijn voor wat ze niet kunnen verklaren, het daarom bedreigend vinden en daardoor vaak ergens tegen te hoop lopen. Soms op een manier die ik niet weet te waarderen.

Maar het vindt volgens mij vaak zijn oorsprong in het ergens onbekend mee zijn. En niet zozeer omdat ze ergens tegen zijn. En dat biedt mij weer hoop. De hoop dat het mensen kan helpen om een onbekende wereld te leren kennen. Dat iets eenmaal bekend wél bemind kan worden. En daarin spelen verhalen een belangrijke rol. Het precies de reden dat ik blog en een boek schrijf. Om mijn wereld bekender en hopelijk beminder te maken.

Er valt nog een wereld te winnen en daar ga ik ook mijn best voor doen, ook door (elders) anderen aan het woord te laten. Over dat elders later meer. Mijn verhaal vertellen heeft mij zo veel opgeleverd, deze week nog (zie de vorige zin), dat gun ik anderen ook. En ook daar wil ik aan werken.

~~~

Afbeelding van Peace,love,happiness via Pixabay

Het begint bij een verhaal

Deze blogpost is deel 1 van 3 in de reeks Verhalen ontleed

De afgelopen dagen hier gereflecteerd en offline een aantal serieuze gesprekken gevoerd. Plus nog een aantal te gaan en midden in een cursus maar het wordt me langzaam duidelijk: wat mij altijd heeft aangesproken – in boeken, in blogs en in mijn studie Cultuurwetenschappen, die ik misschien mede daarom uiteindelijk koos – zijn simpelweg verhalen. Verhalen zijn voor mij essentieel, vandaar ook dat ik blog. Heb ik geen verhaal, dan raak vroeg of laat met mezelf in de knoop.

En soms gebeurde dat ook, dat ik in de knoop kwam te zitten. Maar uiteindelijk lukte het me altijd ergens een verhaal van te maken. De heldenreis van Joseph Campbell in een modern jasje. Als je zoals ik van verhalen houdt, kun je eigenlijk niet om die heldenreis heen en steeds meer zie ik hoe ik die ingezet heb, bewust en onbewust, hoe ik aangepast heb aan mijn eigen behoeftes. En ik speel met de gedachte om een kleine serie te beginnen over hoe je de heldenreis in kunt zetten om jezelf weer wat op te peppen.

Het hoeft namelijk niet heel ingewikkeld te zijn, want bijna alle westerse verhalen volgen dat stramien. En omdat het daardoor zo bekend is, voelt het heel natuurlijk aan om zo’n verhaal te vertellen. Als je erop let, ga je ook sporen van de heldenreis in je eigen leven zien. Je gaat ontdekken dat je niet alleen alleen tegenslagen te verwerken hebt gehad, maar ook inventieve overwinningen hebt geboekt. Dat je soms hulp uit onverwachte hoek hebt gekregen en dat de situatie vaak minder ellendig is dan je denkt.

Mijn verhaalkracht heeft samen met fantasie ondersteund door de Kipling-methode en een vleugje filosofie uit de klassieke oudheid (Stoa) ervoor gezorgd dat ik mijn trigger voor mijn bipolaire stoornis ontdekte en die vervolgens onder controle kon houden.

Dit is de proloog

Ik heb eigenlijk best zin om die elementen wat verder uit te diepen de komende tijd. Stay tuned. We beginnen morgen met het ontleden van de heldenreis. Dat zal wel een paar blogs kosten, maar ik hoop er minder tijd voor nodig te hebben dan indertijd voor mijn masterscriptie die deels over dit onderwerp ging.

Hebben we de heldenreis gezien, dan gaan we kijken hoe en waar we die in kunnen zetten, waarom dat handig is en hoe je dat aan kunt pakken. We kijken ook wat de Stoïcijnen ermee te maken hebben.

Doel van dit alles is om jou en mezelf te helpen met het vinden van empowerment-verhalen. – want daar ben ik nogal mee bezig in mijn cursus – om zo ons zelfvertrouwen op te kunnen krikken als dat nodig is.

~~~

Afbeelding: goodreads

De heldenreis – word de held in je eigen verhaal (en waarom dat belangrijk is)

De heldenreis komt uit het boek The hero with a thousand faces (1949) van Joseph Campbell (1904-1987). Het boek is ook vertaald in het Nederlands: De held met de duizend gezichten.

Volgens Wikipedia bestaat het de heldenreis uit 17 fases onderverdeeld in 3 thema’s. Die mag je van mij vergeten, maar kunnen leuk zijn om een verhaal mee te toetsen.

Voor mijn eindscriptie heb ik gebruik gemaakt van een iets eenvoudiger model van Margery Hourihan uit haar boek Deconstructing the hero (1997). Gelukkig staat het stuk dat we nodig hebben als bladervoorbeeld op Amazon. Hieronder een korte vertaling.

  • Er is een held, vaak mannelijk Brits enz. Vaak vergezeld door 1 metgezel, of hij is de leider van een groep avonturiers.
  • Hij verlaat beschaving thuis en zoekt de wildernis op.
  • De wildernis hoeft niet per se de jungle te zijn.
  • De held krijgt tegenslagen te verwerken maar overwint deze en krijgt te maken met lastige opponenten.
  • De held overwint zijn opponenten omdat hij slimmer, dapperder, doortastender enzovoort is. De held krijgt ook weleens hulp omdat anderen het belang van de queeste inzien, of de leider erkennen.
  • De held bereikt zijn doel.
  • De held keert terug naar huis
  • De held krijgt een beloning.

Dit is in het kort de heldenreis die volgens Hourihan het onveranderlijke patroon van het heldenverhaal, of het nou de Odyssee, James Bond of Treasure Island is. En volgens mij is het ook een makkelijke manier van vertellen, die haast onbewust gaat omdat je groot geworden bent met dit soort verhalen.

Er kleven nadelen aan dit patroon. Maar of dat aan het patroon ligt of aan de invulling van het patroon vind ik eigenlijk een interessantere vraag. Zo is de held vaak een witte Britse man en komen vrouwen minder vaak voor in de verhalen. Tenzij als verleidster van de dappere held, als degene die gered moet worden. Of als beloning – als trophy wife voor de held.

Maar volgens mij staat het iedereen vrij om zichzelf een held of heldin te voelen en te spelen met dit patroon. Het is ouder dan Methusalem maar als de verhalen waarin het toegepast wordt één ding duidelijk hebben gemaakt, dan is het wel dat het veel variabelen bevat.

Speel daarmee en je opent ongekende mogelijkheden. De held kan zomaar ineens een gehandicapte slechthorende met een bipolaire stoornis zijn. Of een heldin kan goed voetballen en ijveren voor gelijke behandeling van mannen en vrouwen.

De wildernis? Ook volledig naar eigen wens in te vullen. Het hoeft niet outback in Australië of de Sahara te zijn. Het kan ook de bureaucratie van een verzekeringsmaatschappij of ziekenhuis zijn. Een ziekte/handicap die veel ellende met zich meebrengt.

Zo kun je haast eindeloos doorgaan met variabelen uit de opsomming hierboven. Opponenten die helemaal geen tegenstanders zijn. Hulp uit onverwachte hoek. En wat ook mooi is: de verhalen zijn net echt. De heldenreis is zoals ik al zei een heel vertrouwde manier van lezen omdat we ermee opgegroeid zijn en we vaak ook op deze manier vertellen. Niet alleen in op zichzelf staande verhalen, maar juist ook in series. Soms in op zichzelf staande deeltjes, soms – zoals in veel Fantasy – met een overkoepelende verhaallijn die vaak gaat over de strijd tussen goed en kwaad.

De elementen uit de heldenreis bieden de kans om je eigen verhaal te maken. En dat kan weer steun bieden in moeilijke tijden. Probeer het maar maar eens:

ik ben als held(in) en … (en vergeet niet dat kleine overwinningen ook tellen). Kijk naar bovenstaande lijstje en gebruik je fantasie. Benut de Kipling-methode. Kweek zelfvertrouwen en logenstraf die traditionele patronen waarmee de heldenreis in verhalen ook is ingevuld. Helaas ook in de realiteit. Denk aan ene Donald die handig gebruik heeft gemaakt van de heldenreis.

Ik ga de komende tijd eens kijken of ik mezelf én anderen op deze manier (nog wat verder) kan opbeuren.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Via mijn boek als buddy in de geestelijke gezondheidszorg?

De vakantie zit er weer bijna op. Niet alles gedaan wat ik wilde en dat betekent dat ik komende week naast mijn werk druk aan de slag mag met Gimlet. Dat komt wel goed. En hier ga ik het dus over mijn boek en gewoontes hebben. Die twee zijn wat mij betreft onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ook met mijn vertalingen, maar daarbij vind ik het niet zo belangrijk.

Mijn boek daarentegen voelt voor mij aan als verreweg het belangrijkste wat ik ooit heb geschreven. Juist omdat het gaat om psychische gezondheid. Ik heb mijn boek onder anderen al laten lezen door een aantal mensen die professioneel kijk hebben op geestelijke gezondheidszorg. Zij zijn enthousiast. En dat maakt mij weer enthousiast, want het helpen van lotgenoten was toch een belangrijke drijfveer van het hele project.

De afgelopen tijd heb ik nagedacht over hoe ik zo veel mogelijk mensen kan bereiken, zeker na al die positieve reacties. Daar hoop ik komende week meer over te kunnen vertellen, misschien morgen al. Hoe dan ook vind ik het een mooie zoektocht om mijn boek te laten landen. En misschien komen er nog wel andere vormen. Niet iedereen leest graag, dus een training geven is ook een idee waar ik mee speel. Uiteindelijk draait mijn boek om een ontdekking die ik deed door dagelijks ergens naar te kijken, dagelijks over iets na te denken. En dat hoef je niet uit een boek te leren, al hoop ik dat het mijne wel inspirerend is.

Een boek of toch meer dan alleen een boek?

En ik geloof dat er meer inspirerende verhalen zijn. Daar wil ik naar op zoek want ik heb het idee dat er in die verhalen zo veel wijsheid en kennis zit dat door de lessen uit die misschien heel veel gezondheidswinst te behalen is. Door de verhalen van oude rotten uit het vak op de een andere manier vast te leggen voor nieuwkomers: boek, film, training, lezing enz. Je leerde vroeger op school toch ook van docenten? Waarom zou dat in de (geestelijke) gezondheidszorg dan ook niet kunnen? Een patiënt met 10+ jaar ervaring die zijn of haar kennis overdraagt aan nieuwkomers?

~~~

Afbeelding van Ingela Skullman via Pixabay