Nog net onder de 25 (hopelijk helpt de Pomodorotechniek)

weegschaal

Begin dit jaar was één van mijn voornemens mijn gewicht weer wat omlaag te brengen. Volgens de Body Mass Index was ik net een kilo te zwaar. Dat weet ik omdat ik al jaren iedere zaterdagochtend op de weegschaal sta. Dat begon toen in het voorjaar van 2010 toen ik als kersvers afgestudeerde vond dat ik van mijn studentenkilo’s af moest. Volgens de BMI woog ik zo’n tien kilo te zwaar voor een gezond gewicht en daar wilde ik wel weer naartoe. Gelukkig hadden we nog een boek van Sonja Bakker in huis en bleek het met haar methode vrij gemakkelijk om af te vallen.

Uiteindelijk gingen er in twee jaar tijd twintig kilo af. De laatste vier à vijf gingen eraf door de manie van 2012 die de kentering zou blijken te worden. Ik moest namelijk flink meer medicijnen gaan slikken, van de minimumdosering naar iets substantieels. En in de bijsluiters van de medicijnen viel te lezen dat bij meer dan één op de drie mensen gewichtstoename voorkwam. En daar hoorde ik helaas ook bij. Het ging sluipenderwijs maar wel met jaarlijks twee kilo erbij.

Dat hield in dat mijn Body Mass Index toch weer in de buurt van de vijfentwintig kwam. Gelukkig was ik me daar door mijn wekelijkse afspraak met de weegschaal van bewust en lukt het me een aantal jaren mijn BMI onder die beruchte vijfentwintig te houden. Tot ik in 2019 toch weer een manie kreeg en de medicatie weer fors omhoog moest. Toen tikte ik op een gegeven moment zelfs net de 26 aan.

Gelukkig ging de manie voorbij en kon ik mijn medicatie weer afbouwen en verdwenen daarmee ook de kilo’s tot ik zelfs een kleine buffer over had. En dat was maar goed ook want eind maart, begin april was het toch weer raak. Ik was er dan wel heel vroeg bij waardoor de hypomanie niet omsloeg naar een manie, maar ik moest wel de medicatie tot twee keer toe verhogen.

En dat had gevolgen

Ik ben twee kilo aangekomen. Daar zat weliswaar een kilo bij die ik door de manie eerder was kwijtgeraakt maar toch betekent het dat ik op moet letten. Ik weet nog niet wanneer ik mijn medicatie weer af kan gaan bouwen maar ik zit nog maar een twee ons af van een BMI van 25+. En dat wil ik graag voorkomen. Elke dag wandelen is helaas niet voldoende. De medicijnen zorgen voor meer hongergevoel en een tragere stofwisseling. Misschien de Pomodorotechniek anders inzetten: 25 minuten werken, 5 minuten bewegen. Het valt te proberen. Laat ik dan maar meteen beginnen.

Afbeelding van Vidmir Raic via Pixabay

Meer plek maken voor schrijven

Als mij één ding duidelijk is geworden door het schrijven van mijn boek, dan is het wel dat ik juist dat schrijven zo graag doe en dat het misschien is wat ik het beste kan. En dan bedoel ik uiteraard niet dat ik de beste schrijver ter wereld ben, maar dat van alle dingen die ik kan, schrijven datgene is waar ik het beste in ben. En daarom wil ik schrijven een prominentere plek in mijn leven geven.

Ja, ik weet het. Het klinkt dramatisch. Maar behalve dat ik denk dat ik er goed in ben, merk ik dus ook dat ik er gruwelijk veel lol aan beleef. Als ik het gevoel heb dat ik iets schrijf waar een ander wat aan heeft, bloei ik helemaal op. Dan ben ik vrolijk en opgetogen, heb ik het gevoel echt iets voor een ander te kunnen betekenen. En dat maakt mijn drang tot schrijven ook iets waarbij weliswaar mijn eigenbelang een rol speelt, maar waarbij ik hopelijk het nut voor de ander niet uit het oog verlies.

Schrijven voor een ander als stimulans

Dat nut voor de ander was namelijk een drijvende kracht achter het schrijven van mijn boek. Als ik niet het vermoeden had gehad dat lotgenoten, naasten, of professionals in het vakgebied iets hebben aan mijn bespiegelingen over de manier waarop ik met mijn bipolaire stoornis en mijn behandeling daarvoor omga, had ik het boek nooit geschreven. Ik heb nu een idee wat ik met het boek wil, maar het is nog te vroeg om dat al helemaal wereldkundig te maken. Nu is het voldoende dat ik besef dat ik wil schrijven, voor mezelf en voor anderen, en dat ik daarvoor echt plaats in mijn leven wil inruimen.

Dat betekent ook nadenken of ik ook wil dat mijn boodschap ook voor een groter publiek nuttig kan zijn en of ik dat publiek dan ook wil opzoeken. Het antwoord op beide vragen, kan ik volmondig met ja beantwoorden, zeker na de reacties die ik allemaal kreeg rond mijn boek. Hoe ik dat ga doen is me nog onduidelijk. Helaas heeft mijn bipolaire stoornis invloed op mijn aanwezigheid online. Ergens is me opgevallen dat ik als ik online actiever ben, ik ook meer last heb van die stoornis. En dat terwijl ik me online op mijn gemak voel. Het is een soort kip-of-ei discussie. Of ik daar ooit uitkom… Maar ik hoop voldoende geleerd te hebben over mijn stoornis om zonder al te grote risico’s toch een poging te kunnen wagen mijn online aanwezigheid wat prominenter te maken. Omdat ik het leuk vind en omdat het nuttig kan zijn.

Nog zo veel kansen om te leren en te schrijven

Wat die online aanwezigheid betreft heb ik namelijk echt het gevoel dat ik nog veel kan leren. Hoe kan het effectiever zonder dat ik er nadelige gevolgen aan overhoud. Ik heb het idee dat ik nu mijn bipolaire stoornis voldoende kan beteugelen om deze les in online aanwezig zijn aan te durven. Misschien ga ik er zelfs wel over bloggen, want dat wil ik sowieso meer. Net als vertalen, maar Captain W.E. Johns heeft gelukkig behalve Biggles nog veel meer geschreven en het overgrote deel daarvan is nog niet in het Nederlands vertaald. En laat vertalen nu lijken op schrijven. Dus ook daar kan ik voorlopig vooruit.

~~~

Afbeelding van Robert Armstrong via Pixabay

Over hoe gebrek aan slaap en aan alertheid voor een terugval zorgden

De maand april verliep een beetje eigenaardig. Ik werd hypomaan. Dat wil zeggen dat ik manische trekjes kreeg zoals veel contacten leggen, enthousiast over een bepaald onderwerp zijn en je juist ergeren aan andere dingen. Dat alles overkwam me in april. Gelukkig lijkt alles weer onder controle te zijn maar het is denk ik verstandig erop terug te blikken zodat ik er hopelijk van kan leren in de toekomst.

Op tijd wegleggen die telefoon en ook geen mail meer

Het begon allemaal eind maart met mijn blogpost over lessen van elf jaar. Naar die post verwees ik namelijk op maandag 29 maart in een soort van recensie van het boek Stijl van Kitty Kilian. Ik liet dat netjes aan Kitty weten en ik hoopte stiekem dat ze op die ene link in die recensie klikte. Die ging naar het lessen van elf jaar blog. Het was al laat op de avond maar ik besloot te wachten op wat misschien zou gebeuren. En ik zag rond elf uur ’s avonds inderdaad dat Kitty een schitterende opmerking had achtergelaten. Eentje waarmee ik echt verder kon. En helaas ook eentje waarmee ik om 23:05 stuiterend naar bed ging en ik een nacht beleefde waarin ik maar drie tot vier uur sliep, in plaats van mijn gebruikelijke zeven tot acht uur.

Toen ik dinsdagochtend opstond was ik dan ook gealarmeerd: dit moest niet nog een paar nachten zo doorgaan. Maar ja, ik moest gewoon werken en daarna met het comment van Kitty aan de slag, ’s avonds, twee avonden achter elkaar. Dus ik sliep nog twee nachten evenveel uren als van maandag op dinsdag, ondanks dat ik netjes mijn medicijnen innam.

Een inmiddels gepensioneerde psychiater had mij ooit verteld dat ik mijn medicatie mocht verhogen tot een bepaald niveau als ik mij drie dagen anders dan anders voelde. Dat deed ik dus netjes, in overleg met mijn huidige behandelaar.

Eén plus één is twee extra

Het hielp alleen niet echt geweldig, merkte ik na een dag of drie maar omdat ik mijn afspraak kon vervroegen liet ik het maar zo. Op vrijdag had ik dus een gesprek en besloten we in goed overleg de medicatie alsnog een beetje extra te verhogen, niet met één eenheid, maar met nog een tweede, zoals ook in mijn signaleringsplan staat.

De dag erna, zaterdag, merkte ik al meteen resultaat. Ik was mijn manische gevoelens kwijt en ik had weer een nacht echt goed geslapen. En ik wist na het gesprek en de goede nacht die erop volgde dat dit geen manie was maar een hypomanie: wel de manische gevoelens, maar normaal kunnen blijven functioneren. En ik besefte dat ik door mijn slaapgebrek niet alert genoeg meer was om een ergernis op te merken die er misschien mede voor heeft gezorgd dat de eerste verhoging niet voldoende was.

Blijven leren van mijn bipolaire stoornis

Er was een belangrijk verschil met de tijd dat die psychiater mij dat advies gaf. Toen slikte ik van het ondersteunde medicijn twee eenheden, inmiddels drie. Daardoor had de ophoging nu minder effect, want het was nog maar één eenheid en niet de door hem bedoelde twee. De les is dus: verhoog na drie dagen problemen met twee eenheden. Dat staat niet voor niets in het signaleringsplan. En blijf daarnaast alert want op het ene signaal kan een ander volgen. In dit geval slaapgebrek en ergernis.

Al met al een leerzame maand. En toch ook een mooie want zoals ik eergisteren al schreef kon ik mijn boek over mijn bipolaire stoornis naar proeflezers sturen.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay