Wat ik zoek in een blog

De voorbije weken zijn een beetje eigenaardig geweest. Het liep allemaal anders dan ik had verwacht en ik had niet meteen zin om te bloggen, laat staan daarover.

Dat heb ik nu nog niet. Wel merk ik dat een en ander aan het bezinken is maar ik voel nog niet de behoefte om het hier te delen en aangezien ik voor mezelf blog – hoewel ik het prachtig vind als jullie er wat aan hebben – zullen jullie nog even geduld moeten hebben. Laat ik jullie echter geruststellen: er is niets ernstigs aan de hand en wat er gebeurt, biedt zeker kansen.

Maar toch een blog omdat ik na ging denken over Elja’s post Van kennisoverdracht naar inspiratie en verandering. Ik vroeg me af hoe ik daar zelf in sta en deze post is een poging die vraag te beantwoorden.

Toen ik dit blog 3 jaar geleden begon – met lichamelijke beperkingen en slechthorendheid als onderwerpen – was verandering wel degelijk een doel.   Verandering bij mezelf, maar ook bij anderen. Omdat het spreekwoord over leven en plannen waar bleek te zijn heeft dit blog een heel andere koers gevaren dan ik aan het begin verwachtte.

Naast dit blog schrijf ik ook columns voor Onzichtbaar Ziek. Vooral ook voor mezelf. Ik schrijf er over mijn omgang/worsteling met (de gevolgen van) manisch depressiviteit want hoewel het al bijna 3 jaar geleden is dat ik manisch was, voel ik me nog steeds niet even vrij als voor die (hopelijk laatste) manie.

Ik merk dat het schrijven van die columns mij goed doet. Bijna iedere keer slaag ik erin een probleem bloot te leggen waar ik in de voorbije periode mee deels onbewust heb geworsteld. Door  erover na te denken, maak ik het tastbaar, kan ik het relativeren en breng ik een oplossing dichterbij.

Maar Onzichtbaar Ziek trekt meer bezoekers dan dit blog. Dat was ook een reden om juist daar over dat onderwerp te gaan schrijven. Over manisch depressiviteit valt veel te schrijven, er zijn genoeg misverstanden en misvattingen, zowel bij mensen die manisch depressief zijn (geweest), als bij mensen in hun (directe) omgeving. Bewustwording is daarom belangrijk en als ik mijn steentje daaraan bij kan dragen, doe ik dat graag. Het raakt mij dan ook dat ik begrip voel in de reacties die ik krijg. Of in ieder geval merk ik dat veel mensen een poging doen om het te begrijpen.

Bij echt begrijpen komt ervaring kijken. Ervaring is voor mijn column dan ook een vereiste en dat geldt ook voor dit blog. Natuurlijk maak ik in mijn posts weleens gebruik van theorie, maar wat ik vertel moet mijn mening, mijn verhaal en mijn ervaring zijn. Dat is voor mij essentieel. Een zuiver theoretisch verhaal hoef je van mij niet te verwachten.

Dat is ook een keuze die ik maak bij het lezen van andere blogs. Een blog zonder levenservaring is voor mij geen blog.

Zonder dat lees ik een blog eigenlijk niet en volg ik het zeker niet. Het hoeft overigens allesbehalve dramatisch te zijn. Als jij als blogger je passie voor een onderwerp laat zien, laat merken dat je eraan verslingerd bent, dan heb je me voor je gewonnen.

Hier moet ik overigens de hand in eigen boezem steken want de reden dat mijn blog Literaire jeugdhelden stilligt, is dat ik er niet in slaagde op zo’n manier te bloggen dat het mijn passie voor het onderwerp aanwakkerde.

Terug naar het blog van Elja. Hoe verhoudt zich het bovenstaande tot content marketing en corporate blogs? Ik heb geen zin een definitie van content marketing op te zoeken maar een blog begint voor mij met levenservaring.  Ook bij corporate blogs. Ik wil een levend persoon zien. Pas dan wil ik in gesprek.

En het gesprek, dat is waar het bij mij om draait. Ik ben dan ook heel benieuwd hoe jij erover denkt.

Een nieuwe leestaal #50books – jaar 2015 – vraag 15

Welke taal zou jij graag beheersen zodat je eindelijk de boeken van een bepaalde auteur niet meer in vertaling hoeft te lezen?

Dat is Peters 15e vraag in zijn #50books reeks 2015. Het is natuurlijk een gewetensvraag voor een (hobby)vertaler als ik. Ik ben blij dat mijn favoriete auteur in het Engels schrijft (en niet in het Frans, zoals mijn collega-vertaler quasi gekscherend voorstelde omdat hij het boek dat hij wilde vertalen alleen in het Frans kon vinden en niet in het originele Engels. Die Franse vertaling had ik ook en het origineel had ik geleend van de voorzitter. In de Franse uitgave stond dat het een bewerkte vertaling was dus heb ik beide versies naast elkaar gelegd. Het Frans bleek grotendeels een bewerking te zijn en in mindere mate een vertaling. Dat plan heb ik mijn collega dus maar uit het hoofd gepraat.)

Dit beantwoordt in ieder geval de vraag waarom ik sindsdien geen vertalingen meer lees waarbij aangegeven staat dat het een bewerkte vertaling is.

Het lezen van dat Frans ging me overigens redelijk af, al moet ik toegeven dat ik uit ergernis over die bewerking slechts een beperkt aantal hoofdstukken heb gelezen. Duitse boeken heb ik sinds de middelbare school niet meer gelezen, hoewel ik er toen veel plezier aan beleefde en ik al jaren van plan ben om Der Vorleser van Bernhard Schlink te gaan lezen.

Maar om terug te komen op de vraag. Als het er al van komt, zou ik graag eerst mijn Frans en Duits op willen vijzelen want ik ben ergens wel nieuwsgierig hoe het lezen in die talen me nu echt afgaat.

Door mijn vertalingen heb ik de neiging om me bij boeken die ik in Nederlandse vertaling lees af te vragen wat het werk is van de auteur en wat van de vertaler. Soms zie ik ze ook zonder het origineel te kennen de mist in gaan. Zo las ik ooit in een verder prachtig vertaald boek van Kiran Desai over de Sovjetleider Gorbachev.

Helemaal bont maakte een vertaler van van de Gordianus-reeks van Steven Saylor het. Gordianus de Vinder was een Romeinse detective uit de tijd van Julius Caesar en Mark Anthony. Alleen noemen wij die man naar Romeins voorbeeld Marcus Antonius. Dan heb je als vertaler ergens iets gemist. Overigens moet ik misschien ter verdediging van de vertaler opwerpen dat ik niet meer weet of ik dit in een boek tegenkwam of op op de flaptekst op internet toen ik op zoek ging naar andere delen uit de serie.

Als ik dan toch een extra taal zou willen leren vanwege boeken die ik in vertaling las, dan zou het Zweeds zijn. Past niet echt bij wat ik op school leerde en ik had bij het lezen van de Wallanders van Henning Mankell en de Millenium-trilogie van Stieg Larsson soms echt het gevoel dat ik in het Zweeds nog meer gegrepen zou worden omdat het misschien dichter bij het Scandinavische gevoel zou brengen.

Niet over communicatie leerde ik maar over mezelf

Ik leer natuurlijk al veel langer, maar het is nu twee maanden geleden dat ik hier expliciet aankondigde dat ik meer wilde leren over het communicatievak en daar ook bewust over wilde gaan bloggen. Dat laatste heb ik iets minder frequent gedaan dan gepland maar ik merk wel dat ik de afgelopen maanden veel heb geleerd.

Alleen de richting waarin ik leerde is niet die richting die ik had verwacht. Je snapt dat ik vooral dacht te leren over het communicatievak en over de techniek die achter websites schuilgaat. Verder dan het opfrissen van mijn kennis over HTML en CSS ben ik niet gekomen. Dat is helemaal niet erg omdat kennis van andere technieken voor mijn werk een stuk minder relevant bleken dan ik aanvankelijk inschatte. De interesse in PHP/MySQL is echter wel gebleven en het zou me niet verbazen als ik dat later alsnog oppak. Voorlopig gaat de aandacht echter uit naar het afronden van de komende vertaling. Het werk daarvoor ligt al een tijdje stil maar ik begin nu wel zin te krijgen in een eindspurt.

Toch heb ik de afgelopen maanden geleerd, en wel over mezelf. Door te bloggen, columns te schrijven en daarover met mensen te praten. Vooral mijn column Creativiteit en ideeën zijn eng voor Onzichtbaar Ziek en de reacties daarop maakten veel bij me los. Het gaf zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen dat ik die vervelende periode drie jaar geleden definitief achter me kan laten en dat niet achter elke boom een beer verscholen hoeft te liggen. Dat, mits ik en mijn directe omgeving alert blijven, herhaling kan worden voorkomen.

En hoewel ik me dat twee maanden geleden absoluut niet had gerealiseerd, besef ik nu dat dat misschien wel de mooiste les is die ik maar had kunnen leren.

Om na toch op volle kracht het communicatievakgebied in te duiken want ik er ook steeds meer achtergekomen dat mijn hart ligt bij schrijven, vertalen en het op alle mogelijke manieren vertellen van verhalen.

Meer handgeschreven

Eergisteren schreef ik mijn blog dus met de hand om het vervolgens in de ochtend uit te typen. Ook dit blog is oorspronkelijk handgeschreven. In tegenstelling tot gisteren plaats ik nu alleen de uitgetypte versie online omdat je mijn handschrift al hebt mogen bewonderen en dat vandaag dus niet meer nodig is, al was het maar omdat de scans veel serverruimte in beslag nemen. Ja, ik weet dat ik mijn afbeeldingen ook extern kan opslaan en dat ik dan alleen de linkcode in WordPress hoef te plaatsen. Dat kan bijvoorbeeld met ImageShack.

Omdat ik dit blog alleen in getypte vorm laat zien kan ik nu wel links naar andere blogs en artikelen plaatsen. Ik kwam op het idee van mijn handgeschreven door deze post van Elja over flow. Dat gaat volgens haar niet over de inhoud maar over het proces. Die post werd gistermorgen door Cor nog eens dunnetjes overgedaan omdat hij onderwerp was van Elja’s blog. Meteen na het lezen van haar blog zag ik de reportage Wie schrijft er nog met een pen? van Nieuwsuur. Hierdoor ging ik nadenken over mijn eigen processen, zeker ook omdat de relatie tot mijn eigen handschrift een nogal moeizame is. Dat schreef ik gisteren al. Toch blijf ik met de hand schrijven.

Deels omdat ik moeite heb moeten doen om het te leren. Ik wil het dus vooral niet verleren. Ook verscheen er vorig jaar een onderzoek waaruit bleek dat notities met een pen leiden tot een beter begrip. De mogelijke verklaring hiervoor was dat studenten die met de pen schreven, langzamer waren en dus moesten parafraseren. Dit zou leiden tot extra nadenken en extra selecteren.

Zelf schreef ik tijdens mijn studie hele collegeblokken vol. Alleen tentamens en werkstukken gingen op de computer. ik zorgde er wel voor dat ik die collegeaantekeningen zo snel mogelijk uittypte. Voor mij werkte dit erg prettig en ook mijn medestudenten profiteerden ervan. Een win-win-situatie dus.

Misschien was het deze nostalgie die mij eergisteren naar de pen deed grijpen. Maar ik vond het eigenlijk wel leuk om zo te werken, vandaar dat ik er vandaag mee doorga. Geen pc, tv of smartphone in de buurt die me kan storen. Hyperlinks onderstrepen zodat ik in de uitgetypte versie de links erbij kan zoeken. Ongestoord schrijven dus en ook echt alleen maar bezig zijn met schrijven. Dat wil ik een paar keer proberen want ik ben nieuwsgierig of een handgeschreven blog voor mij anders werkt dan een getypt blog. Natuurlijk typ ik het manuscript uit, maar ik doel hier vooral op met pen en papier scheppend bezig zijn. Werkt dat voor mij wezenlijk anders dat het proces van alleen typen? En zo ja, wat zijn de verschillen en wat daarvoor (de) mogelijke verklaring(en).

Blijf het volgen. Ik doe verslag.

Handgeschreven blog

handgeschreven blog

Kon je dit lezen? Ik ben benieuwd. Hieronder volgt een transcriptie, inclusief  enkele niet vloeiend lopende zinnen. Meer dan een letterlijke transcriptie is het namelijk niet.

Handgeschreven blog

Terwijl ik Elja’s blog over flow nog op me in laat werken val ik in een Nieuwsuur reportage over het verdwijnen van het handschrift op scholen. Dat er basisscholen zijn waar de leerlingen hun lessen volgen via een iPad en ook op een iPad leren schrijven, hoewel in beeld te zien is dat de leerlingen ouderwets – al hoop ik dat dat meevalt – schrijfles krijgen met pen en papier.

Ik hoop dat dat nog lang zo blijft. Dat kinderen met pen op papier blijven leren. Wetenschappelijk gezien schijnt het allerlei voordelen te hebben. Ik ga die voorbeelden niet opsommen aan de hand van links naar elders want werkende handgeschreven hyperlinks heb ik nog nooit gezien, jij wel? Ik kom er in een later blog nog terug.

Misschien speelt er nog iets mee. Je zult inmiddels wel gezien hebben dat mijn handschrift niet je dat is. Heeft te maken met mijn handicap. Daardoor ben ik gedwongen met links te schrijven. Op de mytylschool zeiden ze dat misschien wel nooit met de hand zou kunnen schrijven en als het dan toch mocht lukken, dan alleen blokletters. Gelukkig is zelfs aan elkaar schrijven gelukt. Een linkshandige met minder verfijnde motoriek blokletters laten schrijven geeft nog meer inktvlekken op je hand.

En zo heb ik op school en later tijdens alles met de hand geschreven, op de examens en tentamens na. Collegeaantekeningen tikte ik bij thuiskomst wel meteen uit. Net als dit blog morgen.