#50books – vraag 13

In hoeverre mag je rekening houden met de persoon van de auteur bij het lezen van zijn/haar fictie?

Dat is Peters 13e vraag in zijn #50books initiatief. Een vraag die bij enige herinneringen aan mijn studietijd boven bracht. Dat klinkt alsof die studietijd ergens in een ver verleden plaatsvond, maar ik studeerde 3 jaar geleden af dus dat valt nogal mee.

Termen als autonoom kunstwerk, mimesis, vorm of vent, close reading, Merlyn, deze vraag heeft voor mij allemaal in zich. Ik heb voor de geïnteresseerden de links naar de Wikipedia artikelen opgenomen. In het kort komt het erop neer dat al deze termen over de discussie of je bij het lezen/interpreteren van een boek wel of geen rekening mocht houden met de auteur (de vent, om in het idioom van de jaren ’30 te blijven). Alle andere hierboven genoemde termen horen bij de groep die literatuur als op zichzelf staand beschouwt. Mimesis heeft overigens niets met deze discussie te maken omdat een mimetische literatuuropvatting slechts wil zeggen dat je vindt dat literatuur de werkelijkheid moet nabootsen.

Die discussies vond ik op zich altijd wel interessant. Maar voor geldt toch: vrijheid blijheid in dezen. Van mij mag je kennis over de auteur betrekken op hetgeen hij heeft geschreven, maar dat hoeft niet. Zelf gebeurt het mij zelden dat ik mij door kennis over de auteur een boek anders ga lezen. En ik ga ook zelden op zoek naar meer informatie over bepaalde auteurs. Mij gaat het om het boek dat de schrijver heeft geschreven. Meestal is alles wat ik over een auteur weet datgene wat in of achterop het boek over hem of haar staat geschreven. En soms lees ik kranteninterviews met schrijvers. Ik hoop dat altijd maar dat ze niet te veel verklappen over boeken die ik nog wil lezen, wat meestal gelukkig niet het geval is.

Zo weet ik stiekem toch wel het een en ander van auteurs die ik graag lees, maar ik heb niet de indruk dat dit de manier waarop ik hun fictie lees, beïnvloedt. Dat zal deels te maken hebben met het feit dat ik eigenlijk niet op zoek ben naar verklaringen over hun werk als iets over een schrijver lees. Fictiewerk staat wat mij betreft los van het leven van de schrijver en als ik al iets weet over een schrijver koppel ik dat los van zijn werk. Wat ik weet over een schrijver vult zijn werk aan en het bijt nooit. En soms leest een biografie haast net zo lekker als fictie en blijft de fictie daarna toch zijn schoonheid behouden. De biografie over Capt. Johns, By Jove, Biggles! is bijna net zo spannend als de Biggles-boeken.

#50books – vraag 12

Welk dierenboek is je altijd bijgebleven? Dat is Peters 12e vraag in het kader van #50books. Een boek dat me altijd is bijgebleven is een prentenboek over een kikker. Tenminste, ik herinner me dat ik een jaar of 25 geleden een keer een boek mocht uitzoeken van mijn ouders. En ik meen me nog steeds een illustratie uit dat boek voor de geest te kunnen halen. Het boekje zelf is echter al jaren spoorloos. Ik ben net nog al mijn boeken langs gelopen, maar van een prentenboek met een kikker geen spoor. Maar het is me dus wel altijd bijgebleven.

Misschien heb ik bij die gelegenheid dat prentenboek met die kikker wel laten liggen ten faveure van een boekje waarin Lucky Luke vertelt over de cowboys. Cowboys en indianen konden mij in die tijd en later machtig boeien. Maar Jolly Jumper kan het antwoord op deze vraag niet zijn, want ik moest een hele tijd nadenken voor de naam van Lucky Luke’s schimmel me weer te binnen schoot.

Nee, dan de boeken die wel mijn antwoord op deze vraag vormen. In mijn geval gaat het niet om een dierenverhaal maar om een dier dat een belangrijke rol speelde in een serie die ik vroeger verslond. Het gaat om Lightfeet, het paard van Arendsoog uit de gelijknamige serie van vader Jan en zoon Paul Nowee. De scherpe ogen van Arendsoog, zijn vaardigheid met een revolver, de speurzin van Witte Veder… ze vormden onmisbare bestanddelen van elk avontuur.

Maar er was in ieder boek nog zo’n constante: de snelheid en schranderheid van Lightfeet. Arendsoogs trouwe viervoeter heeft hem uit aardig wat hachelijke situaties gered. Lightfeet was bijna een personage in de serie, dit in tegenstelling tot het paard van Witte Veder, dat geen bijzondere eigenschappen had en ook naamloos door het leven ging omdat indianen hun paarden nou eenmaal geen naam gaven.

Maar in elk boek werden de heldendaden van Lightfeet bezongen. Het was een van die heerlijke constanten die serieboeken die fijn om te lezen maken. In de reeks zaten twee boeken waarvan de titels mij echt deden schrikken. Dat waren deel 50: De verdwijning van Arendsoog en deel 62: Lightfeet ontvoerd! Dat kan toch helemaal niet. Gelukkig liepen beide avonturen goed af.

Lightfeet was dus echt een personage in de Arendsoog-reeks. Althans, zo heb ik dat altijd ervaren. Ook sprak er een enorme dierenliefde uit de verhalen, uit de manier waarop Arendsoog en Wtite Veder met hun viervoeters omgingen. Misschien was deel 62 daarom wel zo’n schok, dat iemand Lightfeet iets aan kon doen, dat kwam niet bij je op. Laat staan dat Lightfeet zich zou laten ontvoeren. Hij luisterde immers alleen maar naar Arendsoog en Witte Veder.

Jaren later las ik overigens in een kranteninterview iets dat voor een deel een verklaring kan zijn voor de dierenliefde die uit de serie spreekt. Toen Paul Nowee in 1975 door een hersenbloeding werd getroffen, werden zijn buren gealarmeerd door het geblaf van Pauls herdershond.

Mocht dit verhaal herinneringen oproepen, neem dan eens een kijkje op de Arendsoog Community en het bijbehorende Arendsoog Forum