Wandelen: ik kan het iedereen aanraden

Vroeger, als kind, had ik er een bloedhekel aan, aan wandelen. Als we eens gingen wandelen, liep ik met een lang gezicht rond en we deden het dan ook niet al te vaak. Fietsen deden we wel wat meer. Ik op een driewieler en later achterop een tandem. Misschien had mijn aversie van wandelen ook te maken met mijn orthopedische schoenen. Het kost ongeveer twee à drie maanden om die te laten maken. En ik groeide in die tijd nogal behoorlijk dus eigenlijk waren mijn schoenen vaak alweer te klein als ze af waren en liep ik er dus niet echt makkelijk op.

Later had ik minder groeistuipen en begon ik wandelen steeds meer te waarderen maar echt vaak deed ik het nog niet. Wel al een heel stuk meer dan ik het als kind deed. Ik liep sowieso al wat meer door schoolreizen richting Rome en Griekenland en later tijdens mijn studie omdat ik alles met het openbaar vervoer deed.

Toch werd wandelen pas halverwege 2015 echt een hobby. In het voorjaar van dat jaar had ik al een poging gedaan om iedere dag te gaan wandelen maar dat bleef bij een goed voornemen. Tot ik bij Peter Pellenaars een serie blogposts zag en besloot op zijn uitnodiging in te gaan. Maar daar wilde ik het nu eens niet over hebben. Ik wil een aantal voordelen van wandelen benoemen.

Waarom wandelen goed voor je is

De oude Romeinen zeiden het al: ‘mens sana in corpore sano’, oftewel een gezonde geest in een gezond lichaam. Maar hoe zit dan?

  1. Wandelen is bewegen en dat is denk ik alleen maar goed na een dag (thuis) op kantoor zitten. Helaas is het nu vaak donker als ik klaar ben met werken en komt er minder van wandelen. Ik kan wat dat betreft niet wachten tot de dagen weer beginnen te lengen.
  2. Wandelen maakt mijn hoofd leeg. Problemen verwaaien in de buitenlucht en behalve dat het genieten is om te lopen merk ik dat de fysieke bezigheid er ook voor zorgt dat ik eventuele sores los kan laten. Zeker als je het regelmatig doet, ruimt het je hoofd op. Problemen lijken buiten in de frisse lucht een heel andere dimensie te krijgen en hoewel het helaas geen wondermiddel is tegen de stoornis waar ik de laatste jaren het meeste last van heb gehad, kan het wel helpen. Mits andere onderdelen ook op orde zijn maar dat is weer een heel ander verhaal.
  3. Wandelen bevordert het leren. Bij de cursus Learning how to learn en bij het boek waarop die cursus is gebaseerd (A mind for numbers van Barbara Oakley) leerde ik de hersenen twee modi hebben namelijk de gefocuste modus (waarin je heel intensief over een probleem nadenkt) en de diffuse modus (waarin je als het ware terwijl je hele andere dingen doet onbewust op een probleem herkauwt). En je leert iets pas echt goed als je beide modi gebruikt. Alleen kun je je onbewuste modus natuurlijk niet bewust gebruiken en beide modi tegelijkertijd gebruiken gaat ook niet. Dingen doen die weinig denkkracht vereisen, zoals wandelen, is ideaal omdat je diffuse modus rustig zijn gang kan gaan. Pak je dan later het probleem weer actief op met de gefocuste modus dan blijkt het vaak al opgelost te zijn.

Tot zover drie voordelen van wandelen. Vanmiddag een rondje bos gedaan.

~~~

Afbeelding van Peter H via Pixabay

#50books – vraag 11

Peters 11e vraag uit zijn #50books heb ik vorige week al deels beantwoord, maar dat kon ik toen nog niet weten. Vraag 11 luidt namelijk: Welk boek las je onlangs en wil je iedereen aanraden ook te lezen?

Ik kan boeken genoeg bedenken die ik aan kan raden. Als je interesse hebt in jeugdboeken, dan zijn een aantal van de boeken die ik in mijn andere blog bespreek, zeker de moeite waard. Maar ook voor Een stil geloof in engelen van R.J. Ellory, Het woud der verwachting van Hella S. Haasseof Het Yacoubian van Alaa al Aswani zou ik vurige pleidooien kunnen houden, maar dat doe ik niet.

Nee, ik kies voor de beantwoording van deze vraag voor boeken uit de categorie non-fictie. Het afgelopen jaar heb ik veel boeken gelezen waarin ervaringsdeskundigheid een rol speelt. Twee titels zijn mij daarvan het beste bij gebleven en het zijn die boeken waarvoor ik hier een pleidooi wil houden.

Welke boeken dat zijn?

Het eerste boek is +23. Een revalidatieproces in beeld van Annemiek van Munster. Dat boek heb ik vorige week bij vraag 10 dus ook al genoemd n.a.v. mijn verhaal over de Avond van het Spannende Boek 2012. Maar ja, toen wist ik natuurlijk nog niet wat Peters volgende vraag zou zijn. Het tweede boek is Onbeperkt mindful. Voluit leven ondanks een stapje terug van Kim Bergshoeff.

Het zijn twee boeken die indruk op mij gemaakt hebben. Beide boeken hebben me ook inzicht gegeven in dingen waar ik anders niet bij zou hebben stilgestaan. En dat is ook de reden dat ik deze boeken heb gekozen. Ze bleven hangen, ik bleef erover nadenken.

In +23 beschrijft Annemiek van Munster haar revalidatieproces bij Visio Het Loo Erf. Ze is namelijk zeer slechtziend.  +23 is de sterkte van haar lens in haar linkeroog, rechts is ze praktisch blind en daarnaast heeft ze moeite met het scherpstellen van haar blik en heeft ze een kokervisus van plusminus 40 graden. Haar slechte zicht heeft Annemiek altijd ontkend. Ze heeft een studie afgerond, werkt en leidt een druk bestaan. Totdat ze op een gegeven moment haar gezicht kapot valt op stoep. Dan stort ze in en besluit ze te gaan revalideren.

Indringend en humoristisch en leerproces

Dit lijkt een tegenstelling, maar dat is het bij Annemiek absoluut niet. Weliswaar is haar revalidatieproces zwaar, ze beschrijft het toch met humor. Ze is namelijk niet de enige die revalideert en samen met haar groepsgenoten haalt ze de nodige ongein uit. Dat is ook wel nodig, want hun revalidatie blijkt zwaar. Eigenlijk moeten de revalidanten alles opnieuw leren. Dat maakt het boek indringend. Je ziet ze met vallen en opstaan groeien en juist door de humor leef je extra mee. Ik geef toe dat ik me pas bij het lezen bij van +23 ben gaan realiseren wat voor stempel slechtziendheid op je leven kan drukken, hoeveel dingen voor zienden vanzelfsprekend zijn, maar dat voor veel mensen dus niet zijn.

In een lagere versnelling

Nee, ik beschouw mezelf niet als een zweverig type en dan toch een boek over mindfulness? Ja, maar dat komt doordat Kim Bergshoeff mij ook heeft doen stilstaan bij beperkingen, en wel die van mezelf. Vanwege van slechtere gehoor en halfzijdige verlamming behoor ik namelijk tot de doelgroep van Onbeperkt mindful. Volgens de tekst op de achterflap is het boek echt wat voor jou als je noodgedwongen het leven in een iets lagere versnelling moet leven. En daar geloofde ik dus helemaal niet meer van, nadat ik het boek had gelezen.

Niet alleen schrijft Kim er mooi en met passie voor haar onderwerp over, ze toont vooral aan dat mindfulness voor iedereen is. Ze laat met voorbeelden juist zien dat mensen met een beperking alles uit hun leven halen. Die verhalen van ervaringsdeskundigen – Kim heeft zelf de ziekte van Crohn – geven het boek meerwaarde, juist voor mensen zonder (gediagnosticeerde) beperking. Ze laat zien hoe je eenvoudig en praktisch je leven een stuk aangenamer kunt maken. En ze geeft ook nog eens handige tips hoe je je beperking invoelbaar kunt maken voor je familie en vrienden. Maar niet te vaak, want dat is voor allebei maar vervelend. Als je ziek bent, ben je immers ook maar een mens en dat is iets dat sommigen weleens vergeten: dat normale gespreksonderwerpen dan heel prettig kunnen zijn.

Inlevingsvermogen

Juist omdat beide boeken mij lieten nadenken over beperkingen waar ik eigenlijk nooit zo bij stilstond, kan ik iedereen +23 en Onbeperkt mindful aanraden. Lees ook de blogs van Annemiek en Kim want hun blogs geven een mooier beeld van de stijl van hun boeken, en deels van de inhoud, dan ik had kunnen geven met citaten.

Omslag +23 van Annemiek van Munster    Cover Onbperkt mindful door Kim Bergshoeff