Begrijpen, onthouden en toepassen

Nu ik én alweer een tijdje lekker bezig ben met Anki én mijn boek bijna naar een uitgever gaat, denk ik erover nog eens wat studieboeken te herlezen. Misschien ook de MOOC Learning how to learn nog een keer doen. Ik zag dat het 7,5 jaar geleden is dat ik die volgde en ik heb geen aantekeningen meer. Van ‘Lezen, weten en niet vergeten’ en ‘A Mind for numbers’ heb ik nog wel aantekeningen. Maar handgeschreven dus die kan ik niet meer lezen, vrees ik. Mooi moment om ze er weer bij te pakken.

Dat wordt morgen nog even zoeken naar de aantekeningen, gewoon uit nieuwsgierigheid of ik ze nog kan ontcijferen. Maar na 7,5 jaar een cursus opnieuw doen en dito boeken herlezen, lijkt me geen kwaad te kunnen. Nu ik al zo lang met mijn eigen boek bezig ben, merk ik dat ik steeds meer bezig ben met de vraag hoe ik het allemaal onthoud. Voor mijn eigen boek is dat natuurlijk relatief eenvoudig omdat het mijn eigen ervaringen beschrijft. En bovendien heb ik zo vaak herlezen en nog flink wat commentaar van proeflezers mogen verwerken, dus dat zit wel snor.

Maar daarmee komt een andere vraag bovendrijven, of eigenlijk twee vragen:

  1. Hoe kan ik andere boeken net zo goed onthouden en ermee aan de slag gaan als wanneer het boek zelf geschreven en beleefd had?
  2. Hoe kan ik toekomstige lezers helpen zodat zij de voor hen nuttige dingen uit mijn boek oppikken en ermee aan de slag kunnen?

Dat tweede punt is namelijk iets wat ik zelf altijd een groot nadeel vind van het lezen van een zelfhulpboek en het volgen van een (online) cursus. Tijdens het lezen of de cursus ben ik nog razend enthousiast, maar vaak leg ik het na het lezen zo aan de kant en doe ik er vervolgens weinig mee. En daar wil ik de komende tijd verandering in aanbrengen. En misschien vind ik het wel leuk om over die zoektocht te bloggen.

Waarschijnlijk ga ik deze week weer beginnen aan de MOOC Learning how to learn van Barabara Oakley en Terrence Sejnowski en het boek Lezen, weten en niet vergeten van Mark Tigchelaar. De cursus duurt vier weken, het boek is dun, 127 pagina’s, en zal me ongeveer een week kosten. Vanavond of morgen eerst nog maar eens kijken of ik mijn oude aantekeningen nog kan lezen. Als ik ze überhaupt nog kan vinden. Volgens mij heb ik van de cursus dus sowieso geen aantekeningen gemaakt, alleen van A mind for numbers van Oakley waar de MOOC op is gebaseerd.

~~~

Afbeelding van Dim Hou via Pixabay

Vier tips om spelend te leren en een bonustip

Toen ik alweer zeven jaar geleden aan een omscholing tot webbouwer begon, maakte ik gebruik van vier technieken om het leren te vergemakkelijken. De methodes werkten voor mij goed en ik moest eraan terugdenken toen ik in de nieuwsbrief van Managementboek een interview las met Karen Sikkema, een van de schrijvers van Spelen werkt dat 1 van de 5 genomineerden is voor de titel Managementboek van het jaar 2023. Het maakt me nieuwsgierig, ook naar het in het interview genoemde ‘Homo ludens’ (uit 1938) van Johan Huizinga. Ik ga spelend onderzoeken.

Vier tips waarmee ik effectief leerde.

  1. Ik maakte alle opgaven die in de cursus naar voren kwamen twee keer. In het leslokaal en daarna thuis nog een keer. Daarnaast maakte ik zelf nieuwe opgaven om me alle programmeercommando’s eigen te maken. Die opgaven maakte ik en daarna testte ik in de browser of ze het gewenste resultaat hadden.
  2. Was dat het geval dan zette ik de opgave en de oplossing in een Anki vraag. Anki is een overhoorprogramma. Het maakt gebruik van gespreid herhalen. Daarbij wordt de interval tussen de herhalingen steeds groter als je een opgave steeds juist uitwerkt. Dat moet je dan wel zelf eerlijk aangeven. Je kunt aangeven dat een opgave makkelijk, goed of moeilijk was. Het algoritme van Anki berekent wat het ideale moment is om de opgave te herhalen. Dat ideale moment is het moment dat je het correcte antwoord bijna dreigt te vergeten. Dan moet je diep graven en dat zorgt voor sterke geheugensporen. Op die manier onthoud je het beter dan wanneer je iets een aantal dagen achter elkaar leert. Dan is het opdiepen veel te makkelijk en hoewel dat misschien tegenstrijdig klinkt, onthoud je het dan op termijn slechter. Misschien is het wel simpel: hoe meer werk je hersenen moeten doen om iets te onthouden, hoe beter jij iets onthoudt.
  3. Een derde truc die ik toepaste, was dat ik het oefenen met Anki laat in de avond deed. Ik had namelijk bij Learning how to learn geleerd dat je hersenen datgene waar ze laat op de avond op het hebben zitten te kauwen, het beste verwerken. Ze gaan namelijk in de nacht, tijdens de slaap, aan de slag met datgene wat het meest vers in het geheugen ligt. Voor mij werkte deze handigheid goed en het maakte het werken met de opgaven in Anki erg leuk. Dat had nog een reden.
  4. En het was die reden die me gisteren te binnen schoot tijdens het lezen van het interview over Spelen werkt. Ik had namelijk veel echte programmeeropdrachten bedacht, die voor een echte programmeur ook nuttig zijn. Leg verbinding met een database, haal de gegevens van tabel X op en toon de gegevens op het scherm. Of wijzig de leeftijd van persoon Y enz. Ik typte dan uit het hoofd alle code uit die bij die programmeeropdracht hoorde en probeerde die dan uit door die pagina te openen, of door in de database te kijken. Als ik in het scherm niet datgene te zien kreeg wat ik verwachtte dan zocht ik net zo lang door tot ik dat resultaat wel had. Zo veel mogelijk uit mijn geheugen dus want de studiematerialen of de oplossing in Anki bekeek ik pas als ik er echt niet uitkwam.

Aan deze trucs die ik toen toepaste, moest ik gisteren tijdens het lezen van het interview denken. Ze maakten het leren leuk en inderdaad effectief want ik haalde zonder al te veel moeite mijn certificaat. Anki is bij mij na het mislukken van een stage een beetje uit beeld geraakt omdat ik het voor mijn baan als webmaster niet echt nodig heb maar het was wel handig voor de WWME en WRAP cursussen bij de ggz. En dus zit Anki weer in mijn systeem. En het hielp want ik behaalde voor beide een certificaat. Voor de WRAP kreeg ik dat certificaat eergisteren.

Mijn succesvolle speelse ervaringen met Anki en het interview maken mij nieuwsgierig. Misschien kan het nog leuker, speelser en leerzamer maken dan het al is.

Bonustip

Toevallig heb ik gisteren al een bonustip gegeven over wat me moet doen als je tijden het leren ergens niet uitkomt.

~~~

Afbeelding van NoName_13 via Pixabay

#wot slim lummelen lost problemen op

De #wot van vandaag is lummelen. Volgens mij ben ik er aardig goed in en heeft het ook meer voordelen dan ik lang gedacht had. Er was namelijk een tijd dat ik me regelmatig schuldig voelde als ik lummelde. Nou, ik kan je zeggen dat die tijd voorbij is. Tegenwoordig ben ik een groot fan van lummelen. En dat heeft alles – of laat ik in ieder geval veel zeggen – te maken met leren. Dat leren blijkt namelijk effectiever te gaan als je ook lummelt. En ik heb het niet alleen uit de theorie…

Als ik een probleem had waar ik maar niet uitkwam, een lastige opgave op school, of later een probleem vertalen dan bleef ik maar zoeken naar een oplossing. Het lukte dan vaak niet om die oplossing dan ook daadwerkelijk te vinden en dat was heel frustrerend. Dan was ik gruwelijk lang bezig en bereikte ik niks.

Ik meen dat het Herman Finkers was die ooit zei: “Soms zit je ergens een hele dag op ploeteren om niks gedaan te krijgen en soms bereik je in vijf minuten precies hetzelfde resultaat.” Het is geen exact citaat, maar dekt wel de lading van wat hij zei. En hoewel het natuurlijk humoristisch is, zit er wel een kern van waarheid in. En die heeft alles met lummelen te maken. Je hebt het vast zelf ook weleens meegemaakt dat je iets na lang nadenken niet kunt oplossen, dat je min of meer de moed hebt opgegeven maar dat je dan een tijd later, terwijl totaal iets anders doet, je de pasklare oplossing te binnen schiet.

Hoe dat kan? Dat is het geheime effect van lummelen. Ik leerde het kennen tijdens de MOOC Learning how to learn van Barabara Oakley en Terrence Sejnowski. Zij noemen het de diffused mode van het brein, de dwaalmodus. Daarnaast kent het brein de focused mode. Het brein ofwel in de ene modus ofwel in de andere. Om problemen op te lossen heb je allebei de modi nodig. Eerst hamer je er een tijdje flink op los met de gefocuste modus waarmee je bewust al je denkkracht op het probleem richt. Daarna laat je het helemaal los en je gaat iets ontspannends doen, lummelen dus.

Wat er dan gebeurt is dat het dwaalbrein met het probleem aan de slag gaat. Dit kun je zelf niet actief sturen maar het gebeurt wel op een onbewaakt ogenblik. En dan, uit het niets, tijdens het lummelen: ta da, de oplossing. Voorwaarde daarvoor is dus overigens wel dat je het probleem al te lijf bent gegaan met de gefocuste modus.

Misschien maak ik met mijn nieuwe blogstrategie sinds deze deze ook wel gebruik van lummelen. Ik schrijf ’s morgens ongeveer 500 tekens op Mastodon en Twitter, plak die ’s avonds in een blog en vul het aan.

Mocht je meer willen weten over deze vorm van lummelen, de cursus Learning how to learn is een aanrader. Duurt vier weken, 3 uur studietijd per week, gratis en Nederlandstalig ondertiteld. Daar ontdek je ook hoe Thomas Edison en Salvador Dalí lummelden.

#wot lummelen

~~~~

Afbeelding van brombastic via Pixabay

Dagelijkse gewoontes én parate kennis: een ijzersterke combi

Gisteravond heb ik voor het eerst geoefend met mijn gereedschapskoffer voor een goed gevoel geoefend in Anki. Natuurlijk ga ik een dezer dagen ook wat fysieke reminders aan die koffer maken maar ik wil eerst een paar dagen kijken of dit nu mijn koffer gaat worden.

Er zitten nu 9 dingen in die ik elke dag kan doen om mij goed te voelen. Dat ik die dingen graag van buiten wil kennen, heeft te maken met mijn idee dat om nieuwe dingen te leren, je nieuwe dingen met oude moet verbinden.

Je leert dus iets nieuws en doordat je het verbindt met iets wat je al weet, kun je nogmaals tot iets nieuws komen. Je moet dan wel voldoende parate kennis hebben. Als je steeds alles moet opzoeken, is het veel lastiger om die connectie naar nieuwe kennis te leggen. Maar dit probleem speelt niet alleen bij nieuwe kennis. Daar geef ik een voorbeeld van.

Verkeer van rechts. Wat nu?

Je rijdt in je auto en er komt een auto van rechts. Als je dan steeds in je theorieboek met verkeersregels op moet zoeken wie er er voorrang heeft, dan vrees ik dat er gevaarlijke situaties op de weg kunnen ontstaan. Dit is weliswaar een simpel voorbeeld maar het maakt hopelijk wel duidelijk waarom ik hecht aan parate kennis. En dat doe pas sinds 2015, toen ik het boek Lezen, weten en niet vergeten van Mark Tigchelaar las, gevolgd door de MOOC Learning how to learn van Barbara Oakley en Terrence Sejnowski. En tot slot Oakleys boek A mind for numbers. Want daarin stond Anki genoemd. En daarmee wat het pleit definitief beslist.

Ik denk namelijk dat een groot deel van het succes dat ik had bij het onder controle krijgen van mijn bipolaire stoornis te maken heeft met het gegeven dat ik nu wél parate kennis heb over die stoornis. Zo ken ik tegenwoordig mijn signaleringsplan van buiten en denk er elke dag over na. Want parate kennis en dagelijkse gewoontes zijn een in mijn ogen belangrijke combi.

Ik ga dadelijk weer oefenen met Anki en het zou me niks verbazen als ik mijn signaleringsplan weer mag opdreunen, net als mijn gereedschapskoffer voor een goed gevoel. Ik wil die twee echt paraat hebben, ze midden in de nacht op kunnen dreunen. Zo belangrijk vind ik ze. Punten uit het signaleringsplan moet ik namelijk meteen herkennen als ik ze tegenkom. Tenminste, dat vind ik dan.

Ja, ja, het signaleringsplan van buiten leren en toch nog manisch worden?

Klopt, ik kende het signaleringsplan wel van buiten, maar de fijnafstemming bleek nog niet te kloppen omdat me nog niet helemaal duidelijk was wanneer ik dan alarm moest slaan. Maar ik denk dat juist het van buiten kennen van mijn plan mij enorm geholpen heeft. Ik had dit keer veel eerder door wat er misgegaan was. En dat is pure winst.

Vandaar dat ik nog vaker een pleidooi ga houden voor parate kennis en dagelijkse gewoontes, te beginnen morgen want dan ga ik het hebben over het ‘O ja, waar hadden we het ook alweer over?’-effect. Dat hangt hier namelijk mee samen en kan vervelende gevolgen hebben.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

#wot zwak – Van mijn zwakte hoop ik een kracht te maken

#wot zwak

Is het zwak dat ik medio januari toch weer een manie te verwerken kreeg? Nee, natuurlijk niet. Het is alleen achteraf jammer dat ik in de ruim zeven weken incubatietijd na het verlagen van de dosering van mijn hulpmedicijn, niet heb gezien dat het niet goed ging. Maar, hé, ga er maar eens aan staan: je beter voelen en dat onderscheiden van ziek worden. Want je beter, alert, scherper enzovoorts voelen, is nou net én een mogelijk effect van een lagere dosering, én het effect wat je hoopt te bereiken én het effect van een manie. Ga zo maar eens wie van de drie spelen. Als ik niet uit ervaring wist hoe rottig het vervolg op de manie kan zijn, of de andere kant van de medaille, de depressie, dan zou ik je bijna uitdagen.

Maar dat doe ik dus niet. Ik weet namelijk wel wat het betekent en ik gun het niemand. Ik vind het dan ook zeker niet zwak van mezelf dat ik weer manisch werd. Dus ik ben blij dat ik weer aardig opknap, al blijven er nog wat wensen over maar ik heb van eerdere manieën geleerd dat handig is om eerst te ‘leveren’, oftewel te doen wat ik bedenk voordat ik aan de grote klok ga hangen. Als het lukt, komt er hier gegarandeerd iets aan die grote klok te hangen.

Af en toe komen kijken is een idee. Het heeft in ieder geval alles met de onderwerpen van dit blog te maken. Ik zoek een klein beetje zingeving. Misschien wordt dat op termijn ervaringsdeskundige, maar ik ben nog zoekende. Het gaat iets met verhalen te maken hebben. Meer zeg ik er nu niet over. Ik moet namelijk wel aan de slag. Dit blog wil ik te zijner tijd wel gebruiken als stok achter te deur maar zo ver is het nog niet. Ik moet aan de slag. Een van mijn zwaktes is namelijk wel dat ik goed ben in uitstelgedrag. En dat kan weer iets met zingeving te maken hebben.

Misschien werkt het zoeken naar zingeving wel tegen zwaktes als uitstelgedrag. Dat ga ik hoe dan ook bij de volgende #wot rapporteren.

~~~

Afbeelding van Alexa via Pixabay

Hoe ik van een alfa in een halve bèta veranderde (en ik toch weer selectiever wil worden)

Op de middelbare school was ik een echte alfa. Ja, ik had nog economie I nodig omdat mijn handschrift te onhandig was voor Grieks maar verder was het een en al taal wat de klok sloeg: Nederlands, Engels, Frans, Duits, Latijn en vooruit Geschiedenis. Maar Geschiedenis draaide om verhalen en verhalen maak je met taal. Het verhaal over die school lees je trouwens in In een goed blaadje en een certificaat.

Dus ik ging na het behalen van mijn diploma ook fijn Letteren studeren in het mooie Tilburg. De propedeuse was in een vloek en een zucht binnen. Vooral Communicatiewetenschap van Jan Renkema was grappig, maar dat verhaal zal even moeten wachten want het echte probleem was dat ik veel vakken misschien wel te makkelijk vond.

Daardoor had ik het idee dat ik mezelf niet genoeg uitdaagde. Dus koos ik voor de studierichting Taal & Kunstmatige Intelligentie. De vakken van die richting waren nog een uitdaging geweest en ik had bovendien wel enige interesse in programmeren. Al was het maar omdat ik automatisering als een oplossing zag voor veel problemen die ik dankzij mijn handicap tegenkwam.

Helaas bleek TKI te moeilijk voor mij.

Ik begreep in dat ene semester dat ik TKI deed amper iets van datgene wat de docenten uitlegden. En van de boeken die we moesten lezen, begreep ik nog minder. Dus rap overgeschakeld naar Cultuur & Letteren. Dat paste beter bij me. Helaas had ik nog wel vertraging door zoiets vervelends als mijn bipolaire stoornis en duurde het even voor ik mijn bul haalde. Maar ik zat gelukkig weer in de alfa-richting. Mijn eerste serieuze baan na mijn afstuderen was bij een communicatiebureau.

Een communicatiebureau van en voor mensen met een beperking, dus dat was voor mij helemaal kaasje. Het ging tot ieders tevredenheid goed tot ik toch weer last kreeg van die vervloekte bipolaire stoornis en mijn contract helaas niet verlengd werd.

Ondertussen was er een economische crisis uitgebroken.

We schrijven inmiddels herfst 2012 en mijn manie lijkt onder controle maar was dat achteraf gezien absoluut niet. De naweeën waren heftig. Daar vertel ik binnenkort meer over in mijn boek. Ik was niet helemaal in bloedvorm en er was een economische crisis. Dat had tot gevolg dat ik lang geen baan kon vinden. En de baan die ik uiteindelijk vond, was een baan als content manager. Al een klein beetje bèta dus want we waren bezig een webwinkel op te zetten.

Een beetje bèta dus, maar genoeg om er weer in verder te willen. Dus schoolde ik mezelf om. De webwinkel was namelijk mislukt. Het omscholen lukte nog prima, maar helaas leverde de stage als web developer mij geen baan op. Het was toch te veel bèta voor deze alfa. Gelukkig kon ik al snel ergens als webmaster beginnen. En daar zit ik nog steeds. Op zich helemaal geen verkeerd werk, maar behoorlijk bèta. En ik mis alfa-bezigheden. Daarom ben ik blij dat er binnen het bedrijf nu mogelijkheden zijn om taal, tekst en verhaal te verkennen.

Want als ik iets heb geleerd de afgelopen jaren over wat ik kan en wil, dan is het dat selectiever moet zijn: dat ik moet kiezen voor tekst, taal en verhaal. Zie mijn leeshobby, zie mijn vertalingen, zie mijn boek, zie dit blog. Ik heb het idee dat ik door selectiever te zijn mezelf en anderen beter kan helpen.

#WOT Word on Thursday: selectief

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

#wot ongebreideld

Wat moet ik daar nou weer mee, met een #WOT als ongebreideld? Ongebreideld fantaseren? Dank je de koekoek. Ergens had ik een ongeschreven regel dat alles dat alles op dit blog echt waar moet zijn. Dat ik het meegemaakt moet hebben, dat het ongedane kennis is die ik deel. Dat het ergens in de annalen van mijn persoonlijke geschiedenis terug te vinden moet zijn. En dan heb ik vandaag dus een gigantisch probleem met deze #WOT.

Of toch niet?

Nu ik er ongebreideld over nadenk, kom ik al snel tot de conclusie dat je ook heel aardig de waarheid ongebreideld kunt fantaseren. En volgens mij lukt me dat hier op dit blog ook best aardig. Maar dat laat ik uiteraard aan jullie oordeel over. Wat ik bedoel is dat ik vaak een onderwerp uit de realiteit heb, dus geen ongebreidelde fantasie, maar als ik dan ga kijken hoe dat in wil gaan vullen, dan kan ik het woord ongebreideld wel van stal halen.

Want ik wil mijn boodschap soms overbrengen, nou ja, vaak misschien. Waar het dan op neerkomt is dat ik probeer alle registers open te trekken om dat over overbrengen voor elkaar te krijgen. Daar gebruik ik dan mijn ongebreidelde fantasie voor. Schrijftechnieken, Heldenreis, SUV, SUVTW, PLOLO (informeer maar bij Kitty Kilian voor de betekenis van die afkortingen want ik heb ze uit haar boek gehaald), alles is geoorloofd voor de boodschap, zolang het maar fair play is.

En de boodschap heeft vaak iets met zonder beperking te maken. En is met zonder beperking niet gewoon een synoniem van ongebreideld? Toch zeker in die iets engere of nauwere betekenis waarin ik het woord hier gebruik? Fantaseer daar maar eens ongebreideld over op los. Er is in deze alinea trouwens een woordje weggevallen.

Soms gebruik ik ook hulpmiddelen of trucjes om juist ongebreideld te kunnen fantaseren. De voorbeelden die ik in de voorvorige alinea gaf, kun je in die categorie rangschikken. En het zou me weinig verbazen als er ik binnenkort nog eens op terugkom want ik doe voor mijn WWME-cursus onderzoek naar de rol van verhalen binnen de ggz. Maar daar houd ik natuurlijk eerst braaf een presentatie over.

En ik heb met iemand afgesproken dat ik haar ga helpen met het schrijven van haar biografie. Lijkt me heel boeiend en uitdagend als het me lukt haar ongebreideld haar fantasie te laten gebruiken. En ik hoop ook dat het schrijven haar net zo kan helpen als het mij heeft geholpen. We gaan in januari van start, dus ik ben benieuwd.

~~~

Afbeelding van Nicoleta Nastace via Pixabay

Begonnen aan cursus ‘Wijzer Werken met Ervaring’ – Wat ik hoop te bereiken

Deze blogpost is deel 1 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

Vanmiddag is dan eindelijk mijn cursus ‘Wijzer Werken met Ervaring’ bij GGZ Oost Brabant begonnen. Ik keek er al maanden naar uit en na de eerste van vijftien bijeenkomsten ben ik nog enthousiaster geworden. Ik zie mezelf er wel Wijzer van worden. En misschien wil ik er wel in doorgaan. Vandaag was het puur kennismaken, verwachtingen duidelijk maken en doelen stellen. Ik heb vanmiddag in de cursus al aangegeven dat ik blog maar dat het voor mij uiteraard vanzelfsprekend is dat ik niets persoonlijks schrijf wat ik van anderen heb gehoord tijdens de cursus.

We hadden een klein maar divers gezelschap en ik hoop de komende weken juist van die diversiteit te leren. Ik ga de komende tijd nog wel meer vertellen over hoe ik de cursus ervaar maar ik wil vandaag aangeven waarom ik de cursus ben gaan doen. Dat ligt in het verlengde van mijn boek over mijn bipolaire stoornis. Dat boek beschouwde ik als een afsluiting van een lange tijd waarin ik zoekende ben geweest naar waarom ik iedere keer weer manisch werd. Van die manieën had ik immers vaker last dan van die ene depressie waarmee alles begon.

Zoals ik er nu naar kijk, is wat er allemaal is gebeurd tussen pak hem beet 6 juni 2015 en april 2020 erg belangrijk geweest voor mijn herstel. Dat moet ik overigens afkloppen, want je weet het maar nooit met herstel van een bipolaire stoornis. Ik blijf alert, niet zonder reden. Daar ga ik het later misschien nog over hebben. Nu niet.

Op 6 juni 2015 las ik een blog waardoor ik mij uit liet dagen om elke dag 5 minuten te gaan wandelen. Het werden al snel meer minuten en ik wandel nog steeds bijna iedere dag. En hoe vaker ik erover nadenk: dat ik toen iedere dag ging wandelen, heeft mijn leven veranderd. Nog niet meteen, maar wel in april 2019. Ik was totaal onverwacht na 7 jaar toch weer manisch geworden. Toen ik weer bij mijn positieven was, was het me door al dat dagelijkse wandelen snel duidelijk: als ik wilde weten waarom ik steeds manisch was geworden, dan dacht ik dat ik daar alleen maar achter zou komen door er dagelijks over na te denken.

En dat deed ik. Het leverde geen antwoord op, maar in april 2020 herkende ik daardoor wél een situatie van het jaar daarvoor. Een ergernis die ik vaker had gevoeld. Het was was mijn eureka moment. Ik sla wat stappen over, die ik later misschien nog invul, maar het werd een boek om lotgenoten te helpen. Door te wijzen op de rol van ergernissen. Ik ben vast niet de enige die er ziek van kan worden. Door te wijzen op de kracht van verhalen bij het nadenken over een ziekte of stoornis. Je eigen verhaal in lagen steeds verder afpellen en bij de kern komen. En door te wijzen op de rol van gewoontes. Vanaf vandaag dus ook in de cursus ‘Wijzer Werken met Ervaring.’

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Kan ik leren via podcasts?

Sinds een tijdje krijg ik elke week een mail met daarin een link naar de nieuwste podcast van Hal Elrod. Ik had zijn boek Miracle Morning gelezen en me op zijn site ingeschreven. Ja, ik had er dus om gevraagd. Ik wilde weleens een idee krijgen wat een schrijver allemaal kan doen om zijn lezers bij zijn boek betrokken te houden.

Ik wilde er van leren wat ik allemaal kan doen ter promotie van mijn eigen boek. Ja, natuurlijk, ik moet een nieuwsbrief beginnen. Maar goed, ik ben het kunstje nog af aan het kijken en het boek is er nog niet. Dus ik heb nog even de tijd. Dat afkijken werd vandaag afluisteren want ik kreeg weer een link naar de podcast van Hal Elrod. Over he thema van die uitzending had ik het hier op dit blog pasgeleden ook nog: imposter syndroom. Daarom leek het me wel aardig om eens te kijken of ik er wijs uit kon worden, uit wat er gezegd werd tijdens die aflevering. Daar twijfelde ik aan.

Vanwege mijn slechtere gehoor heb ik namelijk de podcast als informatiebron links laten liggen. Ik dacht: bij Engels op tv heb ik ook altijd ondertiteling nodig, dus dat wordt niks. En nu heb ik tijdelijk ook nog eens maar één hoorapparaat in omdat er een nieuw oorstukje moet komen. Dus ik had geen hoge verwachtingen toen ik de podcast opstartte. Maar wat bleek: ik kon het keurig verstaan. Ondanks dat het dus in het Engels was. Het transcript, dat er wel keurig bij stond, had ik niet nodig. En het volume stond ook nog niet eens hard.

Dat was een aangename verrassing met perspectief

Daar had ik niet op geteld maar ik ben er wel blij mee want het opent perspectief nu ik weer nadenk over leren. Podcasts zijn dus een bron waar ik uit kan leren. Net als YouTube filmpjes. Eigenlijk een beetje stom, want ik heb een jaar of zeven geleden dus wel de MOOC Learning how to learn gevolgd. Dat ging prima. Maar daar zat Nederlandse ondertiteling bij. En toen hoorde ik nog beter. Coursera is dus (weer) een optie.

Binnenkort maar eens uit gaan zoeken wat ik met deze kennis doe en hoe ik het beste kan leren via deze nieuwe wegen. Ik zie ze voorlopig maar als een soort colleges. Tijdens mijn studententijd maakte ik mijn aantekeningen in een collegeblok en tikte die vervolgens meestal nog dezelfde dag uit. Dat was geen overbodige luxe met mijn handschrift. Nu zou ik mee kunnen typen. En vervolgens misschien het geheel in de vorm van vraag en antwoord in Anki kunnen stoppen. Ik heb nog even tijd om daarover na te denken.

En natuurlijk ook om op zoek te gaan naar interessante podcasts. Jammer alleen dat ik met mijn hoorapparaten niet rechtstreeks de mogelijkheid heb om geluid van mijn pc of smartphone af te spelen. Maar dat zien we later wel.

~~~

Afbeelding van Daniel Friesenecker via Pixabay

Hoe leer ik voor de lange termijn?

Over iets meer dan een week begint mijn cursus ‘Ervaringsdeskundige’ bij de ggz. In de voorbereiding op die cursus las ‘Leren als een pro‘ van Barbara Oakley en Olav Schewe. Ze hebben allebei al eerder een boek geschreven over leren, een Ted talk (zie hun sites) gehouden. En Oakley is op mijn radar gekomen via de MOOC Learning how to learn. En die ontdekte ik weer via een blogpost van Elja. Zo ontdek je nog eens wat door te lezen en te klikken.

Van MOOC en boek heb ik geprofiteerd tijdens mijn omscholing naar webdeveloper. Al ben ik dan uiteindelijk webmaster geworden. De interesse in leren was er altijd al en is nu door de nieuwe cursus weer actueel geworden. Het valt me namelijk op dat ik misschien wel te weinig onthoud van wat ik lees en dat vind ik zonde. Even een snel testje: wat weet ik nog van A mind for numbers / Learning how to learn?

  • Je geheugen heeft een focusmodus en een dwaalmodus. Beroemdheden als Thomas Edison en Salvador Dali maakten gebruik van beide modi.
  • Je kunt de Pomodoro-techniek gebruiken om uitstelgedrag te gebruiken.
  • Goede gewoontes kunnen voor studeren nuttig zijn.
  • Je kunt maar 4 of 5 dingen onthouden in je werkgeheugen.
  • Om iets te verplaatsen naar je langetermijngeheugen moet je het vaak actief ophalen uit je geheugen, maar wel met steeds een iets langere interval. Hierdoor moet je je steeds een beetje inspannen om het uit je geheugen op te diepen en daardoor wordt je geheugenspoor sterker.
  • Een manier om dingen via intervalherhalingen te leren, is door gebruik te maken van het programma Anki. Je kunt jezelf daarmee quizzen om te zien of je iets onthouden hebt. Anki laat steeds langere intervallen tussen een vraag. Eerst herhaling op dezelfde dag, dan na 1 dag, na 3 dagen, enzovoorts. De bedoeling van het algoritme is om de vraag precies op dat moment te laten dat je het antwoord dreigt te vergeten. Daardoor moet je dieper graven en wordt het geheugenspoor dus sterker.
  • Leren werkt beter als je het leuk vindt (onderwerp maar zeker ook het leren zelf).
  • Leg het eens uit aan en ander.
  • Gebruik eigen bewoordingen bij het ophalen uit je geheugen.
  • Kijk eerst een hoofdstuk globaal door.
  • Lees eerst de eventuele samenvatting.
  • Kijk even weg uit je studieboek en herhaal wat je net hebt gelezen.

Dat valt me nog niet tegen. Komt waarschijnlijk ook omdat een deel van de punten in ‘Leren als een pro’ opnieuw voorbijkomt. Dat boek bevat netjes samenvattingen. Ik was van plan die vanaf morgen in Anki te zetten en dan op bovenstaande wijze te gaan leren. Want volgens mij bestaat leren grofweg uit vier onderdelen:

lezen/kijken/luisteren –> begrijpen –> onthouden –> toepassen

Die eerste twee stappen gaan volgens mij bij mij meestal goed, het onthouden en toepassen kan beter. Daar wil ik de komende tijd regelmatig op terugkomen aan de hand van mijn cursus en van andere dingen die ik graag wil onthouden. Het kan er op neerkomen dat ik binnenkort weer naar bed ga met Anki.

~~~

Afbeelding van Foundry Co via Pixabay