50books – vraag 2

Welk boek krijg je maar niet uitgelezen, hoe vaak je er ook aan begint?

Dat is de 2e vraag uit het 50books initiatief van @Petepel. Hij zorgde bij mij voor de nodige hoofdbrekens. Verreweg de meeste boeken die ik lees, lees van ik van kaft tot kaft. Misschien dat ik een stuk of 10 boeken waar ik in ben begonnen niet heb uitgelezen. De meeste van die boeken heb ik nog steeds geen herkansing gegeven. En die paar boeken die wel een herkansing kregen, las ik met veel genoegen helemaal uit.

Dat maakt het beantwoorden van deze vraag lastig want het tweede deel van de vraag maakt dat die boeken die ik slechts eenmaal las afvallen. Ik had al een keuze gemaakt uit een van de boeken waarin ik slechts een enkele poging waagde toen mij te binnen schoot dat er toch een boek was waar ik daadwerkelijk meerdere keren aan was begonnen en dat ik desondanks toch niet van kaft tot kaft uitgelezen kreeg. Nee, in drie pogingen bleef ik uiteindelijk iets voorbij de helft hangen.

Dat boek is dus mijn antwoord op vraag 2: De hut van Oom Tom van Harriet Beecher Stowe uit 1852. Toen ik eraan begon dacht ik nog dat het boek me geweldig aan zou moeten spreken. Geschiedenis, engagement, een boek waarvan wordt beweerd dat het daadwerkelijk invloed had op de geschiedenis van de Verenigde Staten, een thematiek die nog steeds actueel is – in mijn uitgave van het boek uit 1991 staat een nawoord waarin de 19e eeuwse situatie in Amerika wordt vergeleken met die van het 20e eeuwse Zuid-Afrika.

Kortom, het boek had van alles wat mij normaal gesproken in een boek aanspreekt en ik begon dan ook vol goede moed. Het was ook nog eens een lekker dikke pil dus ik had er echt zin in. Maar wat ging het moeizaam. Wat was het een langdradig beschreven verhaal: er gebeurde zo weinig. Het duurde zo wel heel lang voor ik mee ging leven met de personages. En dan was er weer een perspectiefwissel en moest ik ineens totaal andere personages gaan volgen.

Maar misschien was dit alles nog wel overkomelijk geweest als ik de hoofdpersoon, Oom Tom, niet zo’n passieve vent had gevonden. Iets meer actie van zijn kant had het boek misschien toch verteerbaar gemaakt naar mijn smaak. Nu kwam ik in drie pogingen in een tijdsbestek van twee jaar dus niet verder dan halverwege. Later kwam ik er trouwens achter dat veel Afro-Amerikanen tegenwoordig ook moeite hebben met de passieve houding van Oom Tom.

De hut van Oom Tom is dus mijn boek dat ik meer uitgelezen krijg. Maar mijn laatste poging is heel wat jaar geleden, dus misschien krijgt het binnenkort een herkansing.

50Books vraag 1: Met Biggles in vijandelijk gebied

Welk boek heeft in je vroegste jeugd de meeste indruk op je gemaakt?

Dat was vraag 1 van @Petepel in zijn 50Books uitdaging. Elke week komt Peter met een nieuwe vraag die je dan geheel naar eigen inzicht kunt beantwoorden.

Dat leek mij wel wat, die uitdaging maar de eerste vraag stelde me toch voor een probleem. Ik lees nogal veel, al moet ik schoorvoetend bekennen dat het de laatste jaren wat minder is geworden met mijn leeshonger, of althans mijn leeshonger naar boeken. Deze 50Books uitdaging heb ik dan maar gebruikt om weer wat meer boeken te gaan lezen. Genoeg om uit te kiezen dus, maar het probleem zit in dat vroegste jeugd. In die tijd las mijn moeder me altijd voor en naar wat zij erover vertelt moeten die boeken een geweldige indruk hebben gemaakt; Pinkeltje van Dick Laan, een dik boek met allerlei sprookjes en Jip en Janneke van Annie M.G. Schmidt. Ik ben blij dat ik me er zo kostelijk mee heb geamuseerd, maar ik kan het mij niet meer herinneren. Die boeken vallen dus af.

De eerste boeken waar ik nu nog bewust herinneringen aan heb zijn de boeken van Roald Dahl. Die las ik vanaf mijn 8e of 9e op de Mytylschool. Van die boeken heb altijd intens genoten, maar ik kan ook hier geen keuze maken, hoewel de ontknoping van Ieorg Idur, me nog steeds helder bij staat.

Toen ik 11 was, zeiden mijn ouders tegen me dat ik maar eens een Arendsoog moest lezen. Geweldige boeken vond ik het, en ik rustte niet voor ik ze alle 63 (en Arendsoog Extra) had gelezen en in mijn bezit had, hetgeen overigens jaren duurde.

Maar het boek dat de meeste indruk op mij moet hebben gemaakt, kreeg ik van mijn fysiotherapeute. Zij was met opruimen een stapeltje boeken tegengekomen. Of ik interesse had? Dat had ik natuurlijk. “Lees vooral die Biggles-boeken,” zei ze toen ze mij de boeken gaf. Er zaten 5 Biggles-pockets bij. Ik  begon met Met Biggles in vijandelijk gebied. Ik las het in één ruk uit en een nichtje van me moest ongeveer inbreken om mijn aandacht te trekken. Zo spannend vond ik het. En ja, dat ik daardoor mijn hoorapparaten vergat in te doen, zal er misschien ook wel iets mee te maken hebben.

Goed, ik wilde dus ook zo veel mogelijk Biggles-boeken lezen. Veel antiquariaten gezien. Maar na jaren was de serie eind jaren 90 bijna compleet. Ik ben toen een tijdje ziek geweest waardoor ik mijn eindexamen niet haalde. Toen ik weer beter was, werd ik gauw lid van de International Biggles Association om die laatste ontbrekende deeltjes aan te kunnen schaffen, zodat mijn 91-delige serie compleet was.

En ik bestelde meteen 2 Biggles-boeken die niet in het Nederlands waren vertaald. En het Engels waren er namelijk 96 verschenen. Dus ik bestelde The Boy Biggles en Biggles Air Detective. Ik vond het allebei leuke boeken, vroeg me af waarom die boeken nooit in het Nederlands waren verschenen… en ik begon The Boy Biggles zelf te vertalen.

Ik nam contact op met de voorzitter van de I.B.A. Zij wist ook niet waarom die boeken niet waren vertaald maar wilde het avontuur wel met mij aangaan. Zij ging op zoek nBiggles04oaar een uitgeverij. Dat duurde even en ondertussen haalde ik mijn eindexamen. In augustus 2000 was er een uitgever en gingen we weer aan de slag. Ik maakte de basisvertaling en samen corrigeerden we net zo lang tot het goed was. Dat was nog een hele klus, maar op 16 juni 2001 verscheen Biggles en zijn basis. Inmiddels zijn we 5 boeken (and counting) verder.

Maar het begon voor mij dus allemaal met Met Biggles in vijandelijk gebied, vandaar dat dat toch het boek is geweest dat in mijn vroegste jeugd het meeste indruk op mij maakte.