Het ‘Oh ja, waar waren we ook alweer gebleven?’-effect’

Het ‘Oh ja, waar waren we ook alweer gebleven?’-effect’ heeft mij vaak problemen opgeleverd. Dan probeer ik met iemand iets serieus te bespreken maar omdat ik die persoon dan veel te weinig zie, blijven we in herhaling vervallen. We zijn dan allebei al min of meer vergeten waar we het de vorige keer over hadden en daardoor is het moeilijk om daar opnieuw of verder op in te gaan. Het gevolg daarvan is dat we vaak aan de oppervlakte bleven roeren zonder de diepte in te gaan.

Wat in zo’n geval dan met mij gebeurt, is dat ik de context kwijt ben en vooral antwoord geven op de vragen die mij gesteld worden. Alleen zie dan vaak mogelijk belangrijke punten over het hoofd. Dat heeft een aantal oorzaken:

  • mijn gesprekspartner en ik zien elkaar maar af en toe,
  • ik ben allang weer vergeten waar we het de vorige keer over hadden,
  • de locatie van zo’n gesprekken is vaak niet mijn natuurlijke omgeving.

Dit heeft tot gevolg dat gesprekken onproductief kunnen zijn en dat het bovenstaande ‘Oh ja, waar waren we ook alweer gebleven?’-effect’ op kan treden. En ik ben bang dat ik vaak niet eens in de gaten heb als het gebeurt. In ieder heb ik het jaren over het hoofd gezien.

In de ggz speelt iets soortgelijks

Dit is nog een redelijk onschuldig voorbeeld maar het probleem speelt volgens mij ook in de ggz. Misschien in een iets andere vorm, maar ik denk dat het probleem er in wezen wel is. Het heeft met context en omgeving te maken. En met gebrek aan herhaling. Veel behandelingen binnen de ggz steunen op medicijnen en daarnaast op praten. Ik praat bijvoorbeeld om de zoveel tijd met een hulpverlener. En daar speelde dit probleem ook. En pas toen ik onbedoeld dit probleem oploste – ik had niet in de gaten dat het speelde – heb ik veel meer controle gekregen over mijn bipolaire stoornis.

Ik stelde een signaleringsplan op. En op deze manier had ik het beter niet kunnen doen

Laat ik het opstellen van het signaleringsplan als voorbeeld nemen. Dat stelde ik zestien jaar geleden voor het eerst op met hulp van mijn toenmalige behandelaar. Dat ging zo:

  • Ik ging om de paar weken naar Helmond.
  • Mijn behandelaar stelde allerlei vragen.
  • Ik gaf steeds antwoord.
  • Mijn noteerde op basis van wat ik zei punten voor het signaleringsplan.

Tussen de gesprekken in was ik thuis helemaal niet bezig met het signaleringsplan in wording. Het was niet in mijn gedachten. Pas in de spreekkamer, een paar weken later, dacht ik er weer aan en ging ik weer verder waar we kennelijk gebleven waren. En zo nog een paar sessies. Deze werkwijze had ernstige gevolgen:

  • Het resultaat van onze inspanningen werd een soort laboratoriumsignaleringsplan.
  • Het plan werd te uitgebreid
  • In het plan was de realiteit van mijn dagelijks leven totaal niet herkenbaar
  • Gezien bovenstaande bekeek het plan maar een paar keer per jaar. Verder lag het in een la.

In 2019 ontdekte ik gelukkig een betere werkwijze.

Die werkwijze laat zich samenvatten door de titel van mijn post van gisteren: dagelijkse gewoontes én parate kennis: een ijzersterke combi. Ik realiseerde met dat ik nog vrij precies wist wat er tijdens mijn manie van 2019 was misgegaan. En door mijn dagelijkse plezier en succes met Anki en wandelen, kwam ik op het idee een tijdlang iedere dag kort na te denken over wat er mis was gegaan. Daar kreeg ik langzaam een beeld van en dat beeld bleef goed hangen omdat er regelmatig aan bleef denken.

Via dat beeld herkende ik een halfjaar later ergernissen als bron van mijn ellende. De rest is net geen geschiedenis. Maar het leverde me wel een kort signaleringsplan dat ik van buiten ken. Helaas bleek er in januari nog een gat in mijn verdediging te zitten, maar ook dat hoop ik gedicht te hebben.

Waarom lukte het nu wel om een werkend signaleringsplan te maken?

  • Ik voelde aan dat ik het van buiten moest kennen en dat het dus beknopt moest zijn.
  • Ik dacht er in mijn eigen tijd over na, zonder aan de voorwaarden van een behandelaar te hoeven voldoen.
  • Ik dacht er in een vertrouwde omgeving over na, het witte jassen effect was dus weg.
  • Ik dacht er dagelijks kort over na waardoor ik veel dieper tot de materie doordrong omdat er nu wel iets bleef hangen, in plaats van het ‘Oh ja, waar waren we ook alweer gebleven?’-effect’ dat tijdens gesprekken vaak optrad.
  • Ik gebruik mijn signaleringsplan nu dagelijks.

~~~

Afbeelding van hojun Kang via Pixabay

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.