Maandag Mossyface

Deze blogpost is deel 1 van 4 in de reeks Mossyface

Volgende week ga ik pas verder met mijn serie over Gewoontes. Ik ben dit weekend minder hard opgeschoten dan ik op voorhand had verwacht en ik wilde deze week juist de methodes van Duhigg, Wood en Babauta vergelijken. Maar daarvoor leek het mij handig om ze daadwerkelijk alle drie gelezen te hebben. Waarschijnlijk volgende week weer verder dus.

Het bloggen op zich geeft me wel plezier dus ik ben een beetje aan het nadenken over hoe ik hier verder ga. Voor vandaag is dat makkelijk. Ik vertel wat over het boek Mossyface van Captain W.E. Johns. Het vertalen daarvan verloopt minder voorspoedig dan ik had gehoopt.

Dat had er enerzijds mee te maken dat ik niet goed in mijn vel zat toen ik er eind vorig jaar mee verder wilde gaan en anderzijds schoot Worrals voor. Dat wil zeggen: Tineke Sommeling en Harry Sluyter waren al verder met hun vertaling van Worrals carries on. De kans dat dat boek op de meeting na de JALV gepresenteerd kon worden was groter. Dus heb ik aan de totstandkoming van Worrals’ oorlog ook een steentje bijgedragen. De presentatie van het boek is echter vanwege het coronavirus voorlopig uitgesteld.

Verder met Mossyface

Worrals’ oorlog is dus af en dat betekent dat ik verder ga met Mossyface. Hopelijk heb ik er nu wat meer geluk bij. Toen ik in de zomer van 2018 begon had ik binnen een maand een kleine manie te pakken en leek het me even verstandig om te pauzeren. Winter/voorjaar 2019. Net lekker aan de gang: zware manie. Herfst 2019. Net weer begonnen: afvlakking door de medicijnen. Vier keer is scheepsrecht dan maar?

Maar ik de heb de basistekst af; dat wil zeggen van mijn hoofdstukken. Mijn partner in crime Roger Schenk had zichzelf de eerste zestien hoofdstukken toebedeeld en halverwege het elfde en mij had hij de laatste negen hoofdstukken toevertrouwd.

Goed, in de winter van 2019 had ik wel de eerste versie van mijn vertaling afgerond maar ik had in de nieuwsbrief van Daphne Gray-Grant gelezen dat je een tekst pas een hele tijd nadat je die geschreven had moest gaan nakijken. Dus had ik tijdens het vertaalproces totaal niet nagekeken. Voorheen had ik altijd de gewoonte om dezelfde avond twee keer na te kijken en de dag erop nog een keer. En dan het geheel van een hoofdstuk en het totaal nog een keer.

Nu had ik nog niets nagekeken toen mijn manie toeslag. Gevolg van een manie kan zijn dat je erg veel vertrouwen hebt in eigen kunnen. Dus toen Tineke me vroeg of ze iets kon doen voor Mossyface mocht ze van mij mijn vertaling lezen.

Dat heb ik geweten; ze heeft twee hoofdstukken doorgeploegd en pas nu zie ik echt – nu er eindelijk eens geen gezondheidsissues spelen – hoe ze dat gedaan heeft en hoe ik mijn vertaling naar een hoger plan kan tillen. Het kwam erop neer dat mijn tekst te dicht bij het Engels bleef. Ik stond er weer bij stil hoeveel ik er zelf normaal al uit haal voor ik het naar mijn collega’s mail. En die zijn daarna ook niet zuinig met commentaar. Ik weet dat ik lang niet alles zie wat er te zien valt, maar ik wil de komende maanden mijn hoofdstukken opnieuw doornemen met de volgende simpele vragen:

  1. Is dit goed/lekker Nederlands?
  2. Staat dit er echt in het Engels?
  3. Is dit goed/lekker Nederlands?

Vanaf vandaag ben ik weer bezig met controleren. Een pagina twee keer op een avond lezen op een dag en de dag erop nog een keer. Met weer twee keer een nieuwe pagina. En als ik een hoofdstuk af heb; dat dan niet in het eerstvolgende weekend in zijn geheel lezen, maar het weekend daarna.

En ik wil iedere maandag verslag doen van mijn vorderingen.

~~~

Afbeelding van Simon Matzinger via Pixabay

Wie was de bekendste Egyptoloog van de 20e eeuw?

Deze blogpost is deel 2 van 4 in de reeks Mossyface

Grote kans dat je antwoord ‘Howard Carter‘ is. Ontdekte hij niet in november 1922 het graf van Toetanchamon? Helemaal juist dus hij zal wel de bekendste Egyptoloog van de 20e eeuw zijn? Een plausibele aanname, maar had niet veel gescheeld of het was heel anders gelopen en ik ga hieronder uitleggen hoe dat dan zit.

In de biografie By Jove, Biggles! uit 1981 van Peter Berresford-Ellis en Piers Williams over Captain W.E. Johns staat te lezen dat het boek Mossyface in 1932 verscheen. Het was een verhaal met vier ingrediënten: het oude Egypte, luchtvaart, jacht op een oude schat en een liefdesgeschiedenis. Gezien de timing van eind 1932 werd wel aangenomen dat dit verhaal over Mossyface, Egyptoloog Augustus Graham en zijn dochter Mary mee wilde liften op de populariteit van Biggles en het oude Egypte.

Het klinkt aannemelijk

Toch is er een kleine kanttekening te plaatsen bij dit scenario. Dat doen Jennifer Schofield (zoals Piers Williams in 1993 echt blijkt te heten) en Peter Berresford-Ellis in heruitgaves van de hun biografie. Johns had tegen het einde van zijn leven een lijst opgesteld met boeken die hij had geschreven. Die lijst kenden zijn biografen in 1981. En Johns heeft het allemaal keurig opgeschreven. Maar er staat: Mossyface 1922. Johns zal zich wel hebben vergist. Dat moest 1932 zijn, denken zijn biografen. Tot in de jaren tachtig toch een exemplaar opduikt van Mossyface in een uitgave uit 1922. In de woorden van zijn biografen in de editie van 2003 (en vermoedelijk ook die van 1993). “Johns was dead right and we were dead wrong.”

Mossyface verscheen in september 1922 en dus bleek Johns niet alleen gelijk te hebben, Mossyface bleek ook zijn debuutroman te zijn. Of die wetenschap in de jaren tachtig in Biggles-kringen tot grote opschudding heeft geleid weet ik niet. Geloof het of niet, ik was in die tijd met hele andere dingen bezig. Wat in ieder geval duidelijk werd is dat Johns met Biggles in 1932 geen navolger was met het thema luchtvaart in romans maar in 1922 een voorloper.

Het is dat The Week Telegraph Novels no. 121 met daarin Mossyface van William Earle en nog een kort verhaal van een andere schrijver op een slechte kwaliteit papier gedrukt werd en deze uitgave daardoor meer dan zestig jaar in de vergetelheid raakte – behalve bij Johns zelf, maar die zal zich wel hebben vergist – maar soms vraag ik me wel eens af wat er van Biggles geworden was als de carrière van zijn schepper tien jaar eerder al een vliegende start had gemaakt.

~~~

Afbeelding: het grafmasker van Toetanchamon. Bron: Wikipedia.

Mossyface: de planning

Deze blogpost is deel 3 van 4 in de reeks Mossyface

Mossyface 1922

Begrijpen doe ik het niet, maar het lijkt er haast op dat ik (langetermijn)projecten voor de hobby alleen maar klaar krijg als ik er een dagelijkse gewoonte van maak. Zie wandelen, maar ik weet niet precies wat daar lange termijn aan is. Misschien conditie behouden en gezond blijven.

De vertalingen hiernaast gingen vroeger in een vloek en een zucht. Nou ja, het kostte wel tijd maar die tijd maakte ik graag vrij. Ik had er zo veel plezier in dat ik me iedere dag op voorhand verheugde dacht ik weer mocht vertalen.

Dan de vertaling van Mossyface dat ik vertaling uiteraard Mossyface blijft heten omdat de titel vernoemd is naar het hoofdpercentage. Vanaf het moment dat ik 30 juni 2018 begon, liep dat stroef. Pas toen ik er na een half jaar een dagelijkse gewoonte van maakte ging het soepel. Alleen had ik de keuze gemaakt om pas te gaan corrigeren als de hele vertaling – dat wil zeggen: mijn deel daarvan – af was. Niks mis met die keuze maar door omstandigheden kwam er niets terecht van die correctieronde door mijzelf en stuurde ik het praktisch ongelezen mijn correctoren. En dat heb ik geweten.

Er kwam na een aantal maanden zo veel commentaar terug dat ik me een hoedje schrok. Natuurlijk was ik commentaar gewend, maar meestal was dat stukken minder. Maakt zo’n tweede correctieronde door mijzelf dan toch zo veel uit? Kennelijk?

Het liep allemaal niet zoals gepland. Met mijzelf niet en met de wereld niet. Mossyface is daarom doorgeschoven naar volgend voorjaar, bijna drie jaar nadat ik eraan begon. Maar ondertussen moet er nog wat meer gebeuren:

  • mijn deel moet gecorrigeerd worden, door mijzelf en door Tineke en Loek;
  • Rogers deel moet af en gecorrigeerd;
  • er moeten illustraties komen (Harry);
  • er moet een boek van gemaakt worden.

Het is dus echt teamwerk binnen de International Biggles Association. Laat ik mij concentreren op mijn deel deel; het corrigeren van mijn eigen vertaling voor het weer naar Tineke en Loek gaat. Omdat een dagelijkse gewoonte mij het beste af gaat, heb ik een planning gemaakt.

Planning correcties Mossyface deel Paul

ma 27 – 07 hoofdstuk 18 done
di 28 – 07 p 93
wo 29 – 07 p 94
do 30 – 07 p 95
vr 31 – 07 p 96
za 01 – 08 hoofdstuk 19 p 97
zo 02 – 08 p 98 en p99
ma 03 – 08 hoofdstuk 20 p100
di 04 – 08 p101
wo 05 – 08 p 102
do 06 – 08 p 103
vr 07 – 08 p 104
za 08 – 08 p 105 + p 106
zo 09 – 08 p 107 + p 108
ma 10 – 08 p 109 + hoofdstuk 21
di 11 – 08 p 110
wo 12 – 08 p 111
do 13 – 08 p 112
vr 14 – 08 p 113
za 15 – 08 p 114 + p 115
zo 16 – 08 p 116 + hoofdstuk 22
ma 17 – 08 p 117 + p 118
di 18 – 08 hoofdstuk 23
wo 19 – 08 p 119
do 20 – 08 p 120
do 21 – 08 p 121
vr 22 – 08 hoofdstuk 24
za 23 – 08 p 122, p 123
zo 24 – 08 p 124 + 125
ma 25 – 08 p 126 + 127
di 26 – 08 hoofdstuk 25

Ik zal hier ieder maandag verslag doen van de vorderingen. Als stok achter de deur. Wordt vervolgd.

Mossyface: the hero’s journey

Deze blogpost is deel 4 van 4 in de reeks Mossyface

Mossyface 1932

Vandaag even niet het afleren van gewoontes volgens Charles Duhiggs The power of habits. Het was vanavond buiten koeler dan hier op mijn kamer maar net verschenen de muggen dus ben ik toch maar naar binnen gegaan. En het is me nu te laat om nog een lang verhaal te schrijven.

Het wordt dus een kort blog over mijn vertaling van Mossyface van William Earle. Oftewel Flying Officer W.E. Johns. Beter bekend als Captain, hoewel hij zich die titel zelf heeft toegekend. Afijn, Mossyface dus, naar de hoofdpersoon. Het verhaal heeft alle kenmerken van de hero’s journey die ik leerde kennen tijdens het schrijven van mijn masterscriptie aan wat toen nog de Universiteit van Tilburg heette.

Ga maar na: er is 1) een held; 2) een schat; 3) op een exotische locatie; er zijn 4) slechteriken; er is 5) een reis; en er is wat je noemt 6) een throphy wife. En, opdat jullie me niet gaan beschuldigen van seksisme, die term heb ik niet zelf bedacht maar heb ik gelezen in een boek van Margery Hourihan dat Deconstructing the hero heet en dat analyse van de structuur van avonturenboeken geeft. Daar ga ik nog op terugkomen, maar zie hierboven voor de samenvatting. En uiteraard zorgen schrijvers er wel voor dat bij punt 1 tot en met 6 allerlei complicaties optreden die voor spanning en/of een dikker boek zorgen.

Terug naar Mossyface. Het meisje is inmiddels ook in de Nederlandse taal gered. Het zal nog wel niet de definitieve tekst zijn want ik mijn nieuwe versie vanavond en Loek en Tineke gemaild zodat zij er ook hun mening over kunnen geven.

Al met al heb ik niet het schema aan kunnen houden dat ik mij twee weken geleden voornam. Maar ik heb wel het idee dat eerder deze week het kwartje viel en ik daarom voorzichtig optimistisch dat het me de komende weken dan toch echt gaat lukken de laatste vijf hoofdstukken af te ronden. Dan valt er nog van alles te doen, maar daarover later meer.