Op zoek naar het Waarom

Eigenlijk weet ik niet precies wat ik hier op wil schrijven maar ik ga toch bloggen omdat ik het gevoel heb dat mijn gedachten op een rij zetten alleen al mij verder kan helpen. Het loopt namelijk allemaal niet soepel. Mossyface gaat moeizaam. Daarover morgen meer. Wandelen gaat nog steeds crescendo maar het lijkt haast of iets waarbij ik echt na moet denken mij moeizamer afgaat.

Toch zie ik ook voor Mossyface nog mogelijkheden genoeg, maar toch echt: morgen meer. Ik zat namelijk ook na te denken of de suggestie die Elja gisteren deed over 1 woord dat richtinggevend voor het nieuwe jaar. Ik denk nog even na of het voor mij iets iets is. Nog tijd genoeg om erop terug te komen, het is pas begin december.

Iets van richting kan ik wel gebruiken, vandaar ik vanavond aan Vind je Waarom ben begonnen. Geen idee of het me wat gaat brengen maar ik heb soms het gevoel dat ik iets mis. Dat ik eigenlijk wel weet wat dat dan is maar dat ik nog niet weet of en hoe ik daar gevolg aan kan geven. En of ik dat eigenlijk wel zou moeten willen.

Een schot voor de boeg?

Ik ben dus nog maar net aan Vind je Waarom begonnen maar heb al wel Start with Why gelezen en op basis daarvan heb ik wel een vermoeden van mijn Waarom maar al schrijvende merk ik dat het niet goed voelt om dat nu al hier op mijn blog te noteren. Laat ik toch maar eerst het boek lezen, dat overigens niet door Simon Sinek is geschreven maar door twee van zijn medewerkers: David Mead en Peter Docker. Dat sluit aan bij wat hij in Start with Why zegt over Martin Luther King en Ralph Abernathy: iemand voor het Waarom, een selecte kring voor het Hoe die een grote groep naar een Wat leiden op basis van een gemeenschappelijk Waarom. Maar Sinek en zijn team gunnen iedereen een duidelijk Waarom om voldoening uit hun werk te halen (en uit hun leven, vul ik dan aan).

Geen schot voor de boeg dus maar blijf dit blog volgen als je meer wilt weten over het boek of mijn zoektocht want erover bloggen voelt goed. Benieuwd of ik mijn Waarom kan vinden, hoe dat gaat, of het aansluit bij mijn huidige vermoeden. En uiteraard ook benieuwd of en hoe ik het kan toepassen in mijn leven. Zodat ik niet alleen mijmer maar ook actief word/blijf.

Afbeelding van A1 B2 via Pixabay.

Toch maar Start with Why

Start with why

Vanmorgen en vanmiddag had ik hier een heel blog bedacht, maar ik weet niet of het er komt te staan. Jaren geleden had ik het plan om bij het lezen van non-fictie een maand uit te trekken voor het betreffende boek en er die periode dagelijks mee bezig te zijn. Op die manier zou ik het kunnen lezen, beoordelen of het wat voor me is en toepassen. Want lezen alleen lijkt me niet zo nuttig als ik echt wat wil doen met wat in het boek staat.

Een maand actief met een boek bezig zijn dus: en met een maand is er een gewoonte. En over gewoontevorming heb ik het vaker gehad en dat zal vermoedelijk in de toekomst niet veranderen.

Ruim een half jaar terug raadde iemand mij aan om naar ‘The Golden Circle’ te kijken van Simon Sinek. Van hem had ik natuurlijk nog nooit gehoord maar bij een hype ben ik altijd een beetje huiverig. Ik las bijvoorbeeld dit jaar pas De steen der Wijzen. Met veel plezier overigens. Maar terug naar Sinek. Ik heb de vrouw die hem aanbeval hoog zitten, dus heb ik mijn antihypegevoelens aan de kant gezet en ben ik vorige week aan Start with Why begonnen. En ik heb al besloten Vind je Waarom van Sinterklaas te vragen. In het Nederlands en op papier omdat ik meer mensen ken die er misschien wat aan hebben.

Wat ik van plan ben is om de komende maand op zaterdag te vertellen hoe ik de boeken ervaar en wat ik er mee doe. Samenvattingen over de boeken zijn er al meer dan voldoende.

Het is allemaal niet dringend; ik heb het prima naar mijn zin op mijn werk – het Wat past – maar het is commercieel en daar ligt niet helemaal mijn hart. Dus iets erbij, ik heb er de tijd voor, lijkt me mooi. Iets wat meer aansluit bij mijn waarom, wat daar heb ik wel al een idee van omdat ik me tijdens het lezen van Start with Why steeds duidelijker realiseerde dat het werk dat ik 7,5 geleden deed toen ik manisch werd nauw aansloot bij mijn Waarom.

De reden van mijn twijfel over het schrijven van deze blogpost was dat ik toen zo diep geraakt werd door dat Waarom dat ik er in doorschoot; ik verschilde grondig met mijn werkgever van mening over het Hoe. Te weinig medicatie was ook niet bevorderlijk, dat ik niet alert was en dat mijn omgeving daardoor machteloos stond; allemaal redenen dat het mis ging.

En de reden dat ik twijfelde over het schrijven van deze blogpost; ik leg toch een bepaalde keuze vast waar risico’s aan verbonden zijn. Maar:

  • ik gebruik meer medicatie
  • ik hanteer nu wel het signaleringsplan
  • ik luister naar mijn omgeving

Dus ik ga op zoek naar mijn Waarom en ga dat hier beschrijven omdat bloggen voor mij vaak verwerken en leren is.

Kaarten maken met Anki

Deze blogpost is deel 3 van 3 in de reeks Anki

CodeCademy en Anki

Vanmiddag ben ik begonnen met het toevoegen van een aantal kaarten aan mijn Anki kaartenset, of deck, zoals Anki het zelf noemt. Er zijn over allerlei onderwerpen kaarten te vinden via Anki die je kunt importeren en gebruiken, ook voor het onderwerp web development waarin ik ben geïnteresseerd, maar ik geef er de voorkeur aan zelf kaarten te bedenken. Daarvoor heb ik de volgende redenen.

  1. Bij kant-en-klare decks weet je niet precies wat je krijgt. Je zult de set alsnog moeten doorlopen om te kijken of er alles in staat wat jij wilt leren.
  2. Je loopt de kans dat er dingen in staan die jij niet wil leren. Bovendien volgen kaarten de logica van de maker van die betreffende kaarten. Als je die context mist, kan ik me voorstellen dat bepaalde kaarten onduidelijk zijn.
  3. Als je zelf je eigen kaarten met vraag en antwoord maakt, kun je inspelen op die dingen die voor jou lastig zijn.

Die drie argumenten zijn voor mij reden genoeg om zelf mijn kaarten te bedenken. Sterker nog, ik zie dat als een belangrijk onderdeel van het leerproces.

Hoe maak ik kaarten?

Voor het aanmaken van een aantal kaarten, zorg ik meestal dat ik een afgerond geheel heb. Vanmiddag was ik bezig kaarten te bedenken voor objectgeoriënteerd programmeren in PHP. Het proces heeft voor mij een aantal stappen.

  1. Zoek en maak eerst een aantal opgaven  rond het betreffende onderwerp. In dit geval bood Codecademy uitkomst, maar vaak hielpen de opgaven tijdens mijn opleiding of voorbeeldcodes van internet of boeken ook. Richt je bij het maken van de opgaven vooral op het begrijpen van de stof en zorg er daarnaast voor dat je opgaven werkende codes opleveren. Gebruik deze codes als inspiratiebron bij de volgende punten.
  2. Als je de opgaven over jouw onderwerp hebt gemaakt, bekijk ze dan een dag of wat later opnieuw. Stel vragen aan de code en bedenk het antwoord. Dat is een kaart in Anki.
  3. Stel feitelijke vragen en stel vragen die je kunt beantwoorden met een programmeeropgave.
  4. Let daarbij vooral goed op dingen waarmee je in een eerder stadium moeite had tijdens het maken van de opgaven. Wat heb je moeten onthouden tijdens het maken van de opgaven?
  5. Zorg voor (programmeer)vragen die het grotere geheel duidelijk maken, hoe de onderdelen samenhangen, maar zorg ook voor vragen naar detailkwesties.

Dit zijn de overwegingen die ik steeds hanteer bij het maken van kaarten. Het maken van deze kaarten en het iedere avond oefenen volgens de principes van gespreid herhalen, zorgt ervoor dat ik het een stuk eenvoudiger vind om mij bij het programmeren te richten op wat voor mij nieuw is aan een specifieke programmeeropdracht, zonder dat er basale dingen hoef na te denken. En uiteraard vinden die nieuwe dingen ook weer hun weg naar Anki.

Anki voor andere onderwerpen

Mijn Anki kaarten bevatten gewoon tekst, maar je kunt ook plaatjes, video of audio toevoegen. Bij het leren van woorden in vreemde talen wordt tegenwoordig aangeraden om plaatjes te gebruiken. Dus in plaats van:

Vraag –> Antwoord

Fiets –> Bicyclette

Wordt het :

(Plaatje van fiets) –> Bicyclette.

Gabriel Wyner, auteur van Fluent Forever (ik heb het boek overigens nog niet gelezen) gebruikt deze methode en zijn favoriete tool daarvoor is Anki.

Leren met Anki in de praktijk

Deze blogpost is deel 2 van 3 in de reeks Anki

Na mijn vorige blogpost over Anki realiseerde ik me al snel dat ik veel niet had gezegd wat misschien wel de moeite is om te lezen als je serieus aan de slag wil of bent met (om)scholing. Vandaar dit vervolg.

Op de middelbare school hadden wij in de brugklas studieles. Je kreeg onder andere te horen hoe je je huiswerk kon plannen en je maakte kennis met de basisprincipes van gespreid herhalen. Met een eenvoudig experiment werd je duidelijk gemaakt dat het niet verstandig was nieuwe woordjes drie keer achter elkaar te leren, maar dat het veel effectiever was om gedurende een week de woordjes drie maal te leren.

Overhoren met moderne middelen

Eigenlijk is Anki niets meer dan een moderne variant hierop. Met als grote voordeel dat Anki onthoudt wanneer je iets opnieuw moet leren. Om een praktijkvoorbeeld te geven. Voor ik aan mijn opleiding begon, raadde een docent mij aan om alvast het boek HTML & CSS van Jon Duckett door te nemen. Dat vind ik een prima boek maar meer een naslagwerk in plaats van een leerboek.

Ik kende het al, was er al mee aan de slag geweest en was me bewust van bovengenoemde tekortkoming (in mijn ogen). Ik had daarom in Word een lijst gemaakt van alle HTML tags en CSS regels en hun betekenissen. En deze uitgeprint om op de ouderwetse middelbare-school-manier met de hand op de rechterkolom te leren. Maar er waren geen proefwerken of overhoringen dus van leren kwam niet veel terecht.

Dat veranderde toen ik Anki leerde kennen en ik het Word-bestand omzette naar Anki kaarten. Het werd iedere avond een sport om er mee bezig te zijn en dat motiveerde enorm. Anki is eigenlijk een overhoring op zich en toen ik aan mijn opleiding begon merkte ik dat ik door het van buiten leren veel minder moeite had met alle opdrachten die ik mocht maken. En dat werkte vervolgens extra motiverend om iedere avond met Anki bezig te zijn.

Oefenen

Toen ik verder ging met het thema PHP realiseerde ik me dat ik mijn aanpak licht moest wijzigen. Tot dan toe had ik steeds het antwoord voor me uit gepreveld voor ik het met Anki toonde. PHP is iets complexer en indachtig het Engelse motto practice makes parmanent besloot ik op mijn Anki kaarten kleine programmeeropgaven te schrijven en deze steeds uit te typen in Notepad++.

Uiteraard zorgde ik bij het aanmaken van een kaart ervoor dat ik de uitwerking van de vraag  van tevoren  op werkzaamheid had getest. Hierbij hielpen de lesstof en de bijhorende opgaven enorm. Zo oefende ik iedere avond kort een deel van wat ik tot dan toe had geleerd. Wat Anki extra mooi maakt ten opzichte van het schoolse overhoren zoals ik dat van vroeger kende, is het feit dat het programma de interval tussen herhalingen steeds groter maakt.

Hierdoor wordt iedere keer dat je het kaartje ziet een groter beroep gedaan op je geheugen, je moet dieper graven naar een antwoord en je onthoudt het daarom beter.

Plaatjes zeggen meer dan woorden, dus daarom:

Een Anki-opgave in drie afbeeldingen.

Dit betreft de opgave Schrijf een functie die verbinding maakt met een database.

  1. Uitwerking in Notedpad++

Wat onderaan staat, is een standaardpagina in Notepad++ die ik heb gemaakt om makkelijk snel mijn oefeningen te kunnen maken. Tot en met regel 13 is de uitwerking van deze opgave.

2.

Probeer de opgave uit in Firefox. Geen PHP foutmeldingen dus geen fouten, ook geen zichtbaar resultaat omdat de verbinding met de database slechts de eerste stap is om iets op het scherm te kunnen tonen.

3. Controleren in Anki

Controleer je code aan de hand van Anki en geef aan wanneer je de opgave opnieuw aan de hand van hoeveel moeite je ermee had. Overigens heb ik mij tegenwoordig aangewend om bij mysqli-functies een die of exit clausule op te nemen, zie regel 8 van plaatje 1, zodat je behalve bij typfouten (syntaxis) ook een melding krijgt als de inhoudelijke gegevens niet kloppen.

Anki kort samengevat

  • Maak opgaven van hetgeen je leert.
  • Typ het antwoord uit voor je het antwoord opvraagt met Anki. Dit heeft bij leren programmeren het grote voordeel dat je bekend raakt met de valkuilen van de syntaxis (zeg maar grammatica) van de diverse programmeertalen.
  • Oefen, oefen, oefen, liefst dagelijks (kort) met Anki naast je studie.

Naar bed met Anki

Deze blogpost is deel 1 van 3 in de reeks Anki

Geslaagd

Ik ken haar niet, maar ik ga toch met haar naar bed en dat bevalt me al meer dan een jaar prima. Misschien is zij wel een hij, dat weet ik verder niet. Een tijdje terug had ik een Tea Topic vraag: wat is het laatste dat je doet voordat je naar bed gaat?

In mijn geval is dat dus een rondje Anki. Soms 5 minuten, soms een half uur, maar altijd laat op de avond en meestal als laatste voor het naar bed gaan. Uit de cursus Learning how to learn leerde ik (dank, Elja) namelijk dat dan het effect het grootste is. En behalve aan de aantrekkelijkheid van Anki heb ik het aan deze blogreeks van Peter te danken dat ik zo gemakkelijk elke avond aandacht aan haar of hem besteed.

Praat ik al in raadsels?

Dan wordt het tijd dat jullie kennismaken met Anki. Het is waarschijnlijk een stuk minder spannend dan jullie hadden verwacht. Anki is namelijk niets meer dan software om gemakkelijk dingen die je wilt leren gespreid te herhalen. En dat is wat ik iedere avond doe voor ik naar bed ga. Kleine oefeningetjes herhalen. Oefeningetjes die iets te maken hebben met web development.  Soms is het gewoon een vraag als hoe geef je aan dat iets in superscript moet staan? (Antwoord: <sup></sup>) In dat geval prevel ik het antwoord gewoon voor me uit.

Soms zijn de vragen wat complexer: toon alle personen in de tabel ‘gebruikers’. Die vraag gaat over MySQL voor zulke vragen heb ik Notepad++ geopend. Het antwoord op die vraag typ ik helemaal uit zodat ik meteen in de browser kan testen of ik het goed heb gedaan. Dat dwingt mij om daadwerkelijk met moeilijke vragen aan de slag te gaan.

Pas als ik de opgave helemaal goed heb (of er echt niet meer uitkom), vraag ik Anki om het antwoord. Je krijgt daarbij 4 opties: stel de vraag opnieuw, moeilijk, goed en makkelijk. Aan de hand van mijn keuze berekent Anki wanneer de vraag opnieuw wordt gesteld. Als ik de vraag moeilijk vind, zal deze eerder worden herhaald. Uiteindelijk wordt de tijd die verstrijkt tussen het herhalen van een vraag steeds groter. Op die manier moet je namelijk dieper graven naar het juiste antwoord en daardoor wordt het geheugenspoor dieper. En dat heeft weer tot gevolg dat je het beter onthoudt.

Voor Anki zijn heel veel door gebruikers geschreven opgaven voorhanden. Ik heb ze voor, tijdens en na mijn opleiding tot web developer echter steeds zelf bedacht, soms wel naar voorbeeld van opgaven tijdens mijn opleiding. Ook dat hoort volgens mij bij het leerproces.

Ik doe mijn oefeningen ’s avonds laat. Dat heeft ermee te maken dat wetenschappelijk is aangetoond dat je hersenen datgene wat je vlak voor je naar bed gaat het beste verwerken.

En ik mag wel zeggen dat Anki mij succes heeft gebracht. Natuurlijk ook door de goede opleiding. Maar ik heb de opleiding in januari met mooie cijfers afgerond en dat heb ik deels te danken aan het feit dat ik er een dagelijkse gewoonte van heb gemaakt.

Mocht je dus nog studeren of je willen omscholen: maak er een dagelijkse gewoonte van. Dat lukte mij heel makkelijk met de al eerder aangehaalde blogreeks van Peter. En als je 4 weken lang 2 à 3 uurtjes kunt missen dan is de cursus Learning how to learn van Barbara Oakley en Terry Sejnowski (gebaseerd op het boek A mind for numbers  van eerstgenoemde) ook een dikke aanrader.

@foto VIA PIXABAY met CC0 verklarinG

Have a break

Deze blogpost is deel 2 van 2 in de reeks Van lezen naar doen

Hoe vaak ik het nu al wel niet heb gemerkt sinds ik het hoorde in de MOOC Learning How to Learn en bovendien daarna nog las in A Mind for Numbers van Barbara Oakley en tot slot ook nog eens gemerkt heb wat een prachtig neveneffect het is van elke dag wandelen, toch schijn ik hardleers te zijn. Bovendien had ik vanmiddag al een uur gewandeld dus daar schoot ik vanavond niks mee op.

Ik was bezig de challenges die bij die The Complete Web Developer Course van Rob Percival op Udemy over te zetten van dit domein naar www.webdevelopmentuitdagingen.nl. Aan die cursus was ik begonnen omdat mijn recentste werkgever vroeg of ik mij in PHP wilde verdiepen. Dat wilde ik wel, maar dan wilde ik ook kennismaken met andere JavaScript en jQuery. Het kwam er niet echt van omdat mijn baan tot een einde kwam maar in de tijd dat ik mij op een vervolg van mijn carrière oriënteerde, heb ik wel die cursus gevolgd en de opdrachten gemaakt.

Die was dus over aan het zetten. Maar het lukte maar niet om de MySQL challenge werkend te krijgen en het was me vrijwel meteen duidelijk dat er geen verbinding gemaakt werd met de tabel in de vers aangemaakte database. En wat ik ik knipte en plakte, het lukte niet. Tot ik eindelijk even pauzeerde en een ingeving kreeg. Als ik die tabel nou eens uit de database zou halen en gewoon ergens een WordPress installeerde. Zo gezegd, zo gedaan. Maar bij het installeren kon ik in eerste instantie geen verbinding maken met de database. Gelukkig had ik nog andere instellingen en daarmee werkte het wel.

Gelukkig bleek hiermee ook het probleem van mijn MySQL challenge opgelost te zijn. Met de gegevens van WordPress meldde mijn testbestandje dat er verbinding kon worden gemaakt met de database. WordPress deïnstalleren en testen of de MySQL challenge nu wekt: ja dus.

Geleerde les: op tijd pauzeren

Ik moet nog wat inleidende teksten teksten schrijven, dan pas ik de site weer aan.

Blogplannen

PHP

Half februari gebeurde er een aantal dingen waardoor mijn mooie blogritme van daarvoor flink verstoord werd. Het lukte me daarna niet mijn ritme te hervinden. Druk met andere dingen. Toch mis ik het wel en heb ik daarnaast het idee dat bloggen mij helpt mijn doelen te verwezenlijken.

Zo halverwege het jaar maakte ik dan ook een kleine tussenbalans op. Een van de dingen waar ik de laatste maanden mee bezig ben geweest, is web development. Mezelf dat leren omdat het voor mijn gevoel beter bij me past dan (online) marketing, content management of communicatie, de richtingen van mijn vorige banen. Een test bevestigde dat vermoeden.

Toch schrijf ik best graag en ben ik graag met taal bezig. Punten en komma’s recht zetten; d’s en t’s. Maar: schrijven voor mezelf of herschrijven van iets wat een ander al heeft geschreven. Daar liggen mijn beperkingen.

Ritme herpakken

Een conclusie van de tussenbalans was dat ik voor iemand die graag schrijft dat te weinig doe. Terwijl ik ritme juist zo prettig vind. Dat blijkt wel uit het wandelen en andere dagelijkse gewoontes die me makkelijk afgaan. Ik ben bijvoorbeeld dagelijks met web development bezig. Juist door er dagelijks mee bezig te zijn, kruipt de code me als het ware onder de huid.

In de derde hadden we een leraar Latijn die vond dat we dagelijkse met zijn vak bezig moesten. 20 jaar verder begrijp ik wat de beste man bedoelde.

Daarmee heb ik de twee onderwerpen die me het meest bezighouden genoemd: gewoontes en web development leren. Beide wil ik inzetten om van bloggen ook weer een gewoonte te maken. Ik moet nog nadenken over hoe ik hier handen en voeten aan ga geven maar ik heb twee blogreeksen op het oog. Voor maandag: van lezen naar doen en voor de vrijdag: web development uitdagingen.

Van lezen naar doen

Op de maandagen ben ik van plan uit te zoeken waarom ik zo weinig doe met wat ik lees. Vaak hooguit herlezen en dat op zichzelf is al een buitengewoon slechte manier om iets te onthouden. Hoe dat beter kan hoop ik al lezend/kijkend en schrijvend te ontdekken.  Zodat van lezen vaker actie komt.

Web development uitdagingen

Op dit moment ben ik dus bezig met een loopbaanswitch richting ICT/web development. Ik volg daar een opleiding voor met behoorlijk wat opdrachten. Maar al voor de cursus begon, leerde ik al dat iets uitleggen aan iemand de beste manier is om het leren. Van die wijsheid wil ik gebruikmaken. Het plan tot dit moment is om mijzelf voortaan iedere vrijdag een (kleine) opdracht in lijn van de leerstof te geven, maar dan net iets moeilijker. De vrijdag daarna geef ik dan de uitwerking en een nieuwe uitdaging.

Hopelijk krijg ik zo het blogritme weer te pakken en helpt het mij ook nog eens in mijn opleiding.

@foto VIA PIXABAY met CC0 verklarinG

Het themamaandenplan revisited

calendar-924930_640

Op 1 januari kondigde ik stoer aan dat 2016 het jaar van de themamaanden zou worden. De eerste maand met A mind for numbers ging nog wel goed, al duurde de themamaand anderhalve maand.

Daarna ging het eigenlijk mis. Misschien kwam het omdat ik in bovengenoemd boek over interleaving las. Dat je onderwerpen niet achter elkaar moet leren, maar juist naast elkaar. De gedachte daarachter is dat als er ergens lang achter elkaar mee bezig bent, je in de vaste patronen gaat denken. Je blijft met dat ene probleem bezig en blijft er met een hamer op inslaan.

Enter Interleaving

Het is dan zaak weg te lopen – lopen is trouwens volgens verschillende bronnen die ik las bevorderlijk voor de creativiteit. Weglopen en iets anders gaan doen. Door iets anders te gaan doen verleg je je gefocuste aandacht. Dat kan zijn dat je iets ontspannends gaat doen, maar je kunt er ook een ander onderwerp bij pakken waarover je wilde leren. Je aandacht gaat daar dan naar uit.

En nu komt het mooie

De kans bestaat dat het probleem waar je bij onderwerp A tegenaan liep, zich vanzelf oplost. Keer je na een uurtje ontspanning of onderwerp B terug naar onderwerp A, dan kan het zomaar zijn dat je de oplossing die je eerder maar niet kon vinden meteen ziet. Dat heeft ermee te maken dat je hersenen informatie op twee manieren kunnen verwerken. Gefocust, maar ook verstrooid. Deze modi kunnen niet tegelijk werken. Maar bij goed leren gebruik je ze allebei.

Hoe werkt dat?

Verstrooid leren wil zeggen dat je hersenen ergens mee bezig zijn zonder dat je het zelf in de gaten hebt. Verstrooid denken werkt daardoor veel associatiever juist omdat je het zelf niet stuurt. Als jij bepaalt waarover je denkt, kun je alleen maar patronen volgen waar je zelf bewust aan denkt. Als je ergens onbewust aan denkt, nemen je hersenen het roer als het ware van je over en kom je op plekken waar je zelf nooit aan zou denken.

Bij het afwisselen van onderwerpen maak je weliswaar geen gebruik van het wisselen van verwerkingsmodus omdat je nog steeds gefocust bezig bent, alleen dan met een ander onderwerp. Maar je voorkomt wel dat je maar naar dat ene probleem blijft staren. Als je dan een tijdje wat anders gedaan hebt, kun je terugkeren naar onderwerp A en zie dat er vlak voor die doodlopende straat een zijweggetje is en kun je weer verder.

Zelf maak ik nu al een tijdje gebruik van interleaving en andere technieken uit het boek en MOOC Learning how to learn die bij het boek hoort. Het bevalt me prima en ik heb het idee dat het me scherp houdt qua leren. En wat ik ook niet onbelangrijk vind: het zorgt voor afwisseling.

Wordt vervolgd.

~ ~ ~ ~

@foto via Pixabay met CC0 verklarinG

Iets mislukt? Dan mislukt er iets. Niet jij of ik

De laatste tijd moet ik regelmatig denken aan iets wat ik meen ik bij Linda Kwakernaat heb gelezen. Als ik het me helemaal goed herinner, stond het in het boek Waanzinnige Plannen! – En hoe ze te realiseren van Marcel van Driel en schreef Linda daarover, maar ik heb nu geen zin om het op te zoeken. Ik geef de credits graag aan Marcel en Linda omdat ik veel heb aan het citaat.

Het gaat erom dat hoe goed je je ook je best doet, hoeveel energie en passie je ergens ook instopt, dat dat plan of iets waarmee je bezig bent, toch wel eens mislukt. Iets kan namelijk altijd mislukken. Zojuist moest ik er opnieuw aan denken bij het lezen van Elja’s post over iemand die zei niet in falen te geloven – wat zij terecht onzin vindt.

Falen hoort immers bij het leven, je kunt er maar het beste lering uit proberen te trekken. Natuurlijk, falen is balen, om eens heel flauw te rijmen, maar falen biedt ook kansen. Gelukkig maar. Wat mij bij falen altijd enorm helpt, is dat citaat van Marcel van Driel dat ik in de titel van mijn blogpost min of meer al voor je je heb samengevat. Marcel schrijft erover dat waanzinnige plannen ook kunnen mislukken. En dat het belangrijk is om je te realiseren dat dan het plan mislukt is. En dat dat niet betekent dat jij of ik dan ook mislukt zijn.

Dat lijkt me een gezonde insteek. Ik probeer ernaar te leven. Mislukt er iets? Jammer dan, maar ik luk nog steeds. Natuurlijk wil dat niet zeggen dat nooit de pest in heb als iets mislukt, ik trek het me alleen niet persoonlijk aan. Ik kijk wat ik fout heb gedaan, waar het plan bij hergebruik voor verbetering vatbaar is en ga dan zonder al te veel ongenoegen verder met mijn leven.

Op die manier kan ik lering trekken uit de mislukking en behoud ik tegelijkertijd mijn goede humeur en optimistische inborst. Op naar nieuwe plannen (waarover uiteraard hier verslag volgt).

A mind for numbers: een korte evaluatie

Vorige week vrijdag las ik het laatste hoofdstuk van A mind for numbers van Barbara Oakley en daarmee was met enige vertraging mijn eerste themamaand voltooid. Het concept bevalt me wel, al denk ik dat ik februari even voorbij laat gaan en dan in maart weer met een volledige maand begin.

Maar het laatste hoofdstuk van A mind for numbers stelde me voor een probleem. Ik had voor ik daaraan begon een afsluitende blogpost in gedachten met tips uit het boek waarmee ik aan de slag wilde gaan in het vervolg van mijn leerproces. Dat staat alleen precies beschreven in het afsluitende hoofdstuk en puur herkauwen lijkt me ook niet zinvol. Ik kan het boek namelijk aan iedereen aanbevelen, zeker als je iets nieuws wilt (gaan) leren.

En daarbij maakt het volgens mij weinig uit of je wiskunde of exacte vakken wilt verbeteren, of dat je het wilt gebruiken om je talenkennis te verhogen, wat voor mij geldt. In tegenstelling tot wat de titel en vooral ondertitel How to excel in math and science (even if you flunked Algebra) doet vermoeden gaat het niet alleen over bètavakken of onderwerpen en kun je er als alfa ook zeker je voordeel mee doen.

Wat dat betreft was de titel van de MOOC Learning how to learn beter gekozen. Die MOOC is ook van Barbara Oakley (en Terry Sejnovski) en is gebaseerd op het boek. Eigenlijk bevat de MOOC alles wat in het boek staat, het laatste biedt alleen meer achtergrond en diepgang. De MOOC is gratis, duurt 4 weken (2 à 3 uur wekelijkse studielast) maar als lezer vond ik het boek wel een aanvulling.

Toch een paar dingen die ik leerde

  • Een aantal dingen wist ik natuurlijk wel uit de studieles van de brugklas. Bijvoorbeeld gespreid herhalen, maar ik maakte, ontdekte ik nu, regelmatig de fout om gespreid te herlezen – het boek of aantekeningen – terwijl gespreid ophalen uit je geheugen een veel beter resultaat biedt.
  • Voor het slapengaan ophalen wat je die dag hebt geleerd. Op die manier gaan je hersenen tijdens je slaap met de stof aan de slag en beheers je deze beter.
  • Met de hand opschrijven of hardop uitspreken creëert diepere geheugensporen.

En zo zijn er meer dingen die ik opgestoken heb, over het belang van pauzes, afwisseling, diepe concentratie, ontspanning enzovoorts. Ik herhaal mezelf, maar dikke aanrader: zowel boek als cursus. Nu voortaan toepassen. Gelukkig heb ik dankzij Peters reeks over Zen habits – Mastering the art of change daarvoor al een belangrijke basis voor gelegd.