Botoxbehandeling (1)

Mijn nu volgende bekentenis zal mijn vrienden ongetwijfeld weinig verbazen: ik ben een ijdeltuit. Daarom keek ik ook al weken uit naar vandaag, 12 november stond nog niet goudomrand in mijn agenda. Vandaag vond namelijk mijn botoxbehandeling plaats. Maar… ik ging er niet voor naar de schoonheidskliniek.

Ik ging er gewoon voor naar mijn  revalidatiecentrum. De plek van behandeling was in tegenstelling tot waar botox om bekend staat niet mijn voorhoofd. Die rimpels vind ik veel te mooi/onbelangrijk om iets aan te laten doen. Mij ging het totaal niet om rimpels.

Waar ging het mij dan wel om?

Aan de foto die boven dit blog staat heb je misschien al gezien dat hoorapparaten draag. Daarnaast ben ik ook nog eens halfzijdig verlamd. Dat wil zeggen ik mijn rechter lichaamshelft niet goed kan gebruiken. Dat gaat letterlijk van top tot teen. Slikken en het bewegen van mijn mond gaat rechts moeilijker dan links. Mijn rechtervoet sleept wat achter mij aan. Extra nadeel aan dat schuin hangen van die rechtervoet is dat ik doordat nogal eens onzacht in aanraking kom met de grond. Zo heb ik gister een dikke knie en een schaafwond op mijn linkerelleboog opgelopen tijdens GLOW. Opstaan en verder lopen was gelukkig geen probleem.

Ga je die vraag nou nog beantwoorden?

Daar waar mijn handicap het meest zichtbaar is, is aan mijn rechterarm. Tot een aantal jaren terug schoot die arm bij ook maar de geringste pijlsnel om omhoog tot ongeveer schouderhoogte en stond de pols in een hoek van bijna negentig graden op mijn arm. Die arm en hand zaten dan vol spanning en het was altijd erg lastig om de ontspanning er weer terug in te krijgen. Dat ging wel door de vingers van beide handen in een bidgreep te verstrengelen en daarna langzaam de armen te strekken. Het is daarbij vooral van belang om ‘de duim eruit te halen’. Probeer maar eens je duim naar de muis van je hand te bewegen. Dan voel je de spanning in je hand. Ontspan nu weer je duim en zie dat je hele hand ontspant.

Die duim zit bij mij dus constant op slot

Net als mijn pols en de biceps waardoor ik mijn arm maar met de grootste moeite kon strekken – en dan nog alleen maar met hulp van anderen omdat voor dat strekken dwang nodig is tegen het spasme.

Mijn rechterarm was dus praktisch altijd gespannen en daardoor gebogen en bevond zich regelmatig op schouderhoogte. Plus dat door al die spanning praten lastiger werd. Het zag niet fijn uit, maar belangrijker nog: hoewel ik het ontkende had ik er eigenlijk wel last van. In de loop van de jaren was het steeds erger geworden. Nu stelde mijn revalidatiearts voor om botox te gaan gebruiken. In eerste instantie was ik verbaasd.

Botox is toch voor beroemdheden?

Om de rimpels in het voorhoofd weg te laten spuiten. Mijn arts legde uit dat dat in feite niet veel meer is dan het verlammen van bepaalde spieren waar ze ze zich ontspannen. Doe je dat op je voorhoofd,  dan verdwijnen de rimpels. Doe je dat in de spieren in je bovenarm dan ontspannen dan ontspannen die je arm en pols gebogen houden.

En het werkte. De komende week zal ik nog toelichten hoe dat gaat, zo botoxbehandeling en ik zal laten weten of ik nu – vijf maanden na de vorige benadeling – ook weer resultaat merk. Dat moet binnen drie dagen tot een week optreden. Ik hou jullie op de hoogte.

#50books – vraag 38: Kunnen we met online publiceren iets van de oude vertelkunst terugkrijgen die verloren is gegaan met de boekdrukkunst?

Wat een mooie 38e vraag in Peters #50books reeks. Zo mooi dat ik lang heb gewacht om hem te beantwoorden. Terwijl ik toch ook heel nieuwsgierig ben naar het antwoord van andere #50booksbloggers. De bijdrages van anderen lezen, het komt. Eerst zelf bloggen.

Herinneringen

Deze vraag bracht herinneringen aan mijn studie boven. Zo lang is dat overigens nog niet geleden, maar dat terzijde. De colleges ‘Digitaal communiceren’  en ‘Beeldcultuur’ van Hans van Driel gingen grotendeels over deze vraag. De oude vertelkunst van voor de boekdrukkunst ging volgens Socrates eigenlijk al verloren door het schrift. De mens vertrouwde niet meer op zijn geheugen maar besteedde het onthouden uit aan papier. Socrates vond het niets en zou zich wellicht hebben omgedraaid in zijn graf als hij wist dat wij heden ten dage zijn mening alleen maar kennen doordat zijn leerling Plato het later opschreef.

Met val van het Romeinse Rijk in 476 verdween echter ook voor een gedeelte de schriftcultuur. En was minder scholing. Alleen geestelijken hielden zich nog bezig met geschreven woord, de gewone man en vrouw kregen nauwelijks nog onderwijs, hoewel Karel de Grote pogingen deed daar verandering in aan te brengen.

Maar al met al kwam de schriftcultuur pas weer terug met de uitvinding van de boekdrukkust. Daarvoor werden verhalen en kennis vooral mondeling van vader op zoon, moeder op dochter overgebracht. En verhalen ook nog via minstrelen. Een definitieve of een oervorm van een verhaal bestond dan ook niet.

De boekdrukkust zorgde voor een ijkpunt, oerversies, definitieve versies van verhalen. Kunnen we online een einde maken aan deze versies?

Digitaliserend wereldbeeld

De boekdrukkunst is typisch een onderdeel van wat E.J. Dijksterhuis het mechanistisch wereldbeeld noemde. Dat wereldbeeld wordt volgens Hans van Driel nu vervangen door een digitaliserend wereldbeeld. Niet meer het ene grote verhaal, maar vele kleine, op zich staande verhalen. En er is niet per se meer een logisch samenhangend verhaal meer. Oorzaak en gevolg zijn minder opeenvolgend. Het internet is als metafoor voor dit wereldbeeld te beschouwen.

Vele handen maken licht werk

Oud spreekwoord, maar het vat wel treffend de manier waarop Wikipedia tot stand komt samen. Maar komen er ook fictieboeken op die manier? Waarom eigenlijk niet? Het wiki-platform leent er zich uitstekend voor. Net als blogs overigens. Online tekstverwerkers – en ook offline varianten, trouwens – voorzien in mogelijkheden om gezamenlijk (tegelijkertijd) aan documenten te werken. De mogelijkheden zijn er. Al schrijvend realiseer ik me dat ik eigenlijk op zoek moet naar voorbeelden waar dit in de praktijk gebracht wordt. Misschien wordt dit wel het nieuwe schrijven, in het digitaliserende wereldbeeld. Het zou boeiend zijn omdat het maakproces zonder einde is en zonder schrijver, maar met vele schrijvers.

Gimlet in Amersfoort

Afgelopen zaterdag was Gimlet in Amersfoort en ik was er bij. Gimlet in Amersfoort

– Wie was er in Amersfoort? Gimlet? Nooit van gehoord.

Dat kan kloppen maar daar kan vanaf nu verandering in komen. Een van de meest succesvolle jeugdboekenschrijvers van de 20e eeuw zegt namelijk dat hij “a man you should meet” is. De schrijver die deze bewering doet, is niemand minder dan Captain W.E. Johns.

– Dat zegt me wel iets. Die ken ik van Biggles.

Juist ja. En afgelopen zaterdag was er een bijeenkomst van de International Biggles Association in Amersfoort. En nu was eens niet Biggles, de bekende oorlogsvlieger die later avonturier en detective werd, de hoofdgast maar Gimlet. Beter gezegd, Gimlet van de commando’s. Dat is de titel van de vertaling van het eerste deel van de Gimlet-reeks.

Binnen de I.B.A. hebben we al jaren een project lopen om niet eerder vertaalde boeken van Captain W.E. Johns te vertalen. Het begon eigenlijk met ondergetekende die in de zomer van 1999 lid werd van de I.B.A. om zijn serie Nederlandse Biggles-pockets compleet te maken. Ik kon toen ook meteen The Boy Biggles en Biggles – Air Detective aanschaffen,  vond het goeie verhalen en besloot dat ik die boeken wel wilde vertalen. Dus nam ik contact op met de voorzitter van de vereniging, Marvel Wagenaar-Wilm, en zij was net zo enthousiast als ik. Ik was voor ik contact met haar legde al begonnen met vertalen en ging daar nog even mee door. Daarna zat mijn eindexamenjaar in de weg, haalde ik mijn diploma, en lag het project even stil.

Tot ik begin augustus 2000 een telefoontje kreeg. Marvel had een uitgeverij gevonden, Miklo, bekend van de Biggles-strips. We konden nu echt aan de slag. Ik was bij het derde hoofdstuk blijven hangen, maar vertaalde daarna stug door en begin november – de woensdag waarop bleek dat de uitslag van presidentsverkiezingen in de VS too close to call waren, rondde ik het manuscript af. Daarna hebben we nog een maand of vier moeten sleutelen aan de tekst voor het boek af was. Op de 16 juni 2001 volgde de presentatie van Biggles en zijn basis.

Het liep lekker want in 2002 volgde Biggles en de pechvogel en in 2003 Biggles – Vlieger-rechercheur. Daarna sloeg het noodlot toe omdat Marvel eind 2005 overleed. Ze was nog maar 52. Dat was een grote klap en het vertalen kwam tijdelijk stil te leggen. Echter, al snel besloten we als eerbetoon aan haar toch door te gaan. Marvel was samen met Hans Vrieler al bezig met Biggles in Frankrijk, maar helaas moest Hans ook afhaken. Gelukkig bleek Roger Schenk bereid zijn plaats in te nemen en samen met hem rondde ik Biggles in Frankrijk af. Het was in het voorjaar van 2008 af, maar toen bleek de uitgever met pensioen te zijn gegaan. Het kostte ons meer dan een jaar om  zelf toestemming te krijgen om het boek uit te geven.

Maar uiteindelijk kwam die toestemming er in juni 2009 verscheen Biggles in Frankrijk. Daarna werd het vertaalteam uitgebreid met Vincent van Gerven en verschenen in 2010 Biggles trekt ten strijde en in 2011 Wapenbroeders. En dus afgelopen zaterdag Gimlet van de commando’s. Voor het eerst een boek zonder Biggles, maar daarom niet minder de moeite waard.

Dat was in het kort het verhaal over mijn vertalingen. Mocht je ze zelf willen lezen dan zijn ze via de zijbalk te bestellen. Vanaf overmorgen staat mijn andere blog, Literaire Jeugdhelden, in het teken van Biggles en Gimlet.

#50books – vraag 37 – Boeken die wachten op de deadline

Dit blog open ik met een bekentenis: ik verlang naar de deadline. Wellicht een vreemde bekentenis, maar het is in essentie wel mijn antwoord op Peters 37e #50books vraag. Die luidt als volgt:

Leggen jullie ook wel eens boeken (en welke dan?) opzij voor het juiste moment?

Maar wat heeft een deadline nou met opzij gelegde boeken te maken? En een deadline waarvan? Die vragen beantwoord ik dadelijk. Eerst duik ik een beetje in mijn leesgeschiedenis want mijn opzijleggen van boeken in afwachting van betere tijden…. en nu wil ik proberen geen cliché te debiteren… is een verschijnsel dat ook in mijn jeugdjaren af en toe de kop opstak. Zo begon ik ooit vol goede moed aan Geef me de ruimte! van Thea Beckman. Het ging een kleine vijftig pagina’s goed, daarna bleef ik hangen. Er zat niets anders op dan het boek opzij te leggen. Gelukkig probeerde ik het een paar jaar later nogmaals en nu verslond ik het boek werkelijk en moesten ook de vervolgdelen Triomf van de verschroeide aarde en Het rad van fortuin er onmiddellijk aan geloven.

Niet ieder opzijgelegd boek kreeg een tweede kans. Zo moet ik tot mijn schande bekennen dat ik De hut van Oom Tom al snel terugzette in mijn boekenkast. Buiten een verhuizing naar een andere kast is het nooit meer van zijn plaats gekomen, hoewel ik het allesbehalve afgeschreven heb. Misschien is het juiste moment nog niet aangebroken.

Tot zover het verleden, op naar het hier en nu.

En het hier en nu vertelt me dat de tweede deadline over drie dagen in het verschiet ligt en dat we daarna nog een week hebben voor de definitieve deadline op 7 oktober. Hoewel ik mijn bezigheden tot aan die deadlines zeker niet onprettig vind, zal ik toch ergens opgelucht zijn als we ze weer gehaald hebben. Het betreft natuurlijk de deadlines voor Gimlet van de commando’s, waarvan ik medevertaler ben. Zondag moeten alle correcties op de vertaling naar de uitgever en dan hebben we nog een week om de drukproef te corrigeren. Gelukkig doen we dat met z’n drieën. Op dit moment is een van hen bezig de laatste vier hoofdstukken van zijn tekstcorrecties te voorzien en morgen ga ik wat smokkelen door de drukproef van de eerste vijftien hoofdstukken alvast door te lezen.

Zeker op het moment dat de correctierondes aanbreken – en dat is ons geval de laatste jaren in de zomervakantie – heeft mijn vertaalwerk – en hier kom ik toe aan het beantwoorden van Peters vraag – invloed op mijn leesgedrag. Het komt er bijna niet meer van nog een boek te pakken tijdens die correctierondes. Tijdens het gewone vertalen lukt het me nog prima om boeken te blijven lezen, maar daarna stokt het. Blogs, de krant, een tijdschrift, die gaan allemaal prima. Maar voor een boek heb ik simpelweg de concentratie niet meer. Deze zomer heb ik een poging gedaan The human factor van Graham Greene te lezen. Een paar hoofdstuken las ik twee maanden geleden… Vandaar dat ik naar de deadline verlang. Dat doe ik natuurlijk omdat ik het boek graag af wil hebben, maar weer gewoon kunnen lezen is ook een heerlijkheid die voor mij samenhangt met een voltooide vertaling.

Welke boeken er zoal wachten op die deadline?

De gele vogels van Kevin C. Powers, Norwegian Wood van Haruki MurakamiDit zijn de namen van Tommy Wieringa, om maar wat te noemen. En nog wat boeken waarop ik door #50books ben gewezen.

Nee, nog niet het vervolg

Daar ga ik eigenlijk al bij het begin van dit blog gruwelijk de mist in. Geef ik zomaar de clou weg. Geen idee waar dit blog dan wel over gaat. Maar het is in ieder geval geen vervolg op ‘Een doorbraak en een richtingenstrijd’. Dat vervolg heb ik wel geschreven. Staat veilig geparkeerd in een testomgeving. Vanaf vrijdag gaat die testomgeving live en dan is er dus iets te lezen.

Het vervolg is zelf ook weer een vervolg

Dat pad staat keurig aangegeven in het blog dat vrijdag online gaat. En dat blog is hopelijk een begin ergens van. Meer heb ik nu eigenlijk niet te melden, maar ik had wel zin in bloggen, maar geen zin in #50books of Literaire jeugdhelden.

Maar het blog moet toch wel een doel hebben?

Wie zegt dat nou weer? Maar vooruit, laat dit blog dan tot doel hebben mij wat gedachtes te laten ordenen. Gedachtes die door mijn hoofd spoken rond het dat vorm begint te krijgen. Hoog tijd dat ik Marcel van Driels boek erbij ga pakken. Ik wil best een poging doen van mijn idee een Waanzin Plan te maken. Voor dat idee denk ik toch al voldoende te moeten gaan bedenken en uitvoeren. Het wiel dan zelf nog een keer uitvinden lijkt me daarom onverstandig.

Vandaag doe ik het echter nog volledig op eigen kracht. Genoeg vragen, in willekeurige volgorde:

  • Ga ik het idee from scratch in de openbaarheid gooien?
  • Ga ik het helemaal zelf doen? –> Nee, ik ga hulp vragen.
  • Heb ik zelf baat bij?
  • Zijn anderen ermee geholpen?
  • Zo ja? Welke anderen zijn daarmee geholpen?
  • Hoe zijn die anderen (en ik) het beste geholpen?
  • Heb ik een platform nodig?
  • Heb ik een businessplan nodig?
  • Hoeveel tijd wil ik hierin stoppen voor het een succes is?

Eb zo kan ik nog wel even doorgaan. Niet vandaag echter. Het idee sluimert pas weer een week en mag nog minimaal een nachtje sudderen want ik moet dadelijk weg.

Een doorbraak en een richtingenstrijd

Ja, je ziet het goed. Een post op dit blog die niet in het kader van #50books valt. Ja, dat noem ik een doorbraak. En nee, ik kondig niet aan dat ik met mijn deelname aan 50books ga stoppen, sterker nog, ik ga de de vragen die ik nog niet heb beantwoord allemaal inhalen.

Maar toch even deze post. Het zit nog niet in mijn systeem, dat bloggen. Een tijdje terug meende ik de oplossing te hebben: simpelweg WordPress openen en typen. Dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Zelfs aan het openen kwam ik niet toe. Daar kan ik makkelijk Gimlet van de commando’s de schuld van geven – de presentatie is zaterdagmiddag 2 november in De Bron, Vogelplein 1 Amersfoort, dus binnenkort breid ik mijn zijbalk uit – maar ondanks dat zo’n vertaling veel werk is, zou het unfair zijn om daar mijn weinige bloggen aan toe te schrijven.

Er was iets anders aan de hand

Nu we bezig zijn met de laatste loodjes van de vertaling ben ik na aan het denken over wat ik nog meer wil. Dit blog ooit met hele andere doelstellingen doen bloggen over boeken. Nou ben ik een groot boekenliefhebber dus je hoort mij niet klagen over bloggen over boeken. Maar daar heb ik al een ander blog voor en daarvoor bloggen kostte me nog meer moeite. Ik stelde eisen waardoor niet bloggen heel makkelijk werd. Gewoon iets niet doen waardoor ik die dag niet mocht bloggen. Flauw, maar zo ging het weken aan één stuk. Ook vandaag heb ik iets gedaan, maar ik blog toch.

Maar dat was niet alles

Dit blog ben ik ooit met heel andere doelstellingen, maar die raakten al snel uit beeld. Door de prachtige blogs van Jacob Jan over zijn theater – ik ben in Nijmegen van de partij – en door hoe hij daar naartoe leeft en velen inspireert, kwamen mijn begindoelstellingen weer bovendrijven. Dat werd alleen maar sterker door de uitnodiging die van @tinekeveenstra kreeg om volgende week vrijdag bij de lancering van het vernieuwde Onzichtbaar ziek te zijn. Eergisteren kreeg ik daarbovenop nog wat mailtjes die mij aan het denken zetten.

En dan gisteren ook nog eens de geboorte van een nieuw blog over een onderwerp dat me na  aan het hart ligt mee mogen maken… daardoor weet ik nu zeker: ik ga weer Met zonder beperking bloggen. En wat dat gaat betekenen daar komen jullie net als ik wel achter.

#50books – vraag 24 – Zomerleestip

Het is op het moment van schrijven 26 augustus, dus de meteorologische zomer loopt al weer bijna op zijn eind. Toch wil ik nog in de zomer Peters 24e vraag van #50books beantwoorden:

Welk boek mag volgens jou niet ontbreken op de #50books zomerleeslijst 2013?

Het lijstje dat er al staat, is al mooi en ik ga proberen er toch een aantal van te lezen, voor zover ik dat nog niet heb gedaan. Maar zo’n mooie lijst schept natuurlijk verplichtingen. Wat zet ik er zelf op? Natuurlijk, boeken genoeg die ik aan kan raden, maar er staat in de vraag duidelijk ‘welk boek’ dus daar wil ik mee aan houden.

Leesplezier of toch wat extra’s?

Dat was een vraag die bij me opkwam terwijl ik grasduinde langs de planken die mijn boeken huisvesten – ik lees nog maar betrekkelijk kort via een e-reader dus dat kanaal hoefde ik niet aan te boren. Maar genoeg te vinden tussen mijn boeken van papier.  Maar ja, die vraag hierboven, hè. Helemaal niks mis met escapistische boeken en ik lees ze met genoegen. Maar vandaag mag het toch een beetje meer zijn. Ik heb niet voor niets cultuurwetenschappen gestudeerd. Ik ben overigens benieuwd wat dat met mij doet op de schaal van de boekensnob, van vraag 32. Maar dat terzijde.

Langs de planken dus

Veel boeken kwamen langs, en veel boeken ook die ik in de zomer heb gelezen. Zo las ik in de zomer van 2006 Ik ben Charlotte Simmons van Tom Wolfe en Het complot tegen Amerika van Philip Roth. Vooral dat laatste boek kan ik aanraden. Maar niet nu, want ik kwam al een plank lager al een boek tegen dat ik vandaag aan wil bevelen.

Een boek met een link naar de actualiteit

En dat is – naast het feit dat ik het gewoon een goed boek vind – ook meteen de reden dat ik dit boek uitkoos. Ik las het voor mijn studie en dus niet in de zomer.  Maar het boek is actueel en toch fictief. Nu ik dit aan het schrijven ben krijg ik spontaan zin om het boek weer te herlezen. Hoewel het dus fictie is geeft het wel een beeld van een land dat de afgelopen jaren zo in het nieuws is. Dat was overigens nog niet het geval toen ik het boek las. Het boek waar ik het over heb is Het Yacoubian van Alaa Al Aswani.

Opgewaaid stof

De roman vertelt het fictieve levensverhaal van de inwoners van het Yacoubian-gebouw in Cairo. Het boek maakte heel wat los in de Arabische wereld. De tekst op de achterkant van het boek stelt:

Deze charmante en soms wrange roman deed in de Arabische wereld veel stof opwaaien. Niet eerder werden religieuze hypocrisie, homoseksualiteit, corruptie en de aantrekkingskracht van van het islamitisch fundamentalisme zo openlijk beschreven.

Een roman die op mij indertijd veel indruk maakte, juist omdat ik zo de Arabische wereld niet van binnenuit kende. Nu nog niet, maar het boek geeft een beeld en is nog actueel ook.

#50books – vraag 31 – Boeken zijn voor ons allemaal

Wie is er bekend met en/of doet mee aan enige vorm van boekenruil?

Dit is weer een leuke vraag in je #50books reeks, Peter. Het toeval wil namelijk dat ik net met een boek bezig ben dat ik via bookcrossing heb gekregen, namelijk The Human Factor van Graham Greene. Het boek lag helaas inmiddels zo’n anderhalf jaar op mijn bureau te wachten tot ik het oppakte om het eindelijk te gaan lezen. Maar ook bookcrossing-papier is blijkbaar geduldig.

Kinderzwerfboek

Mijn eerste kennismaking met het fenomeen boekenruil was – buiten het ruilen van boeken binnen de familiekring – kinderzwerfboek.nl. Op dat initiatief werd ik ik gewezen via het Arendsoog Forum. Het kwam op mij sympathiek over en ik besprak dan ook al snel de mogelijkheden om op die manier Biggles populairder te maken. Binnen het I.B.A. bestuur hebben we genoeg Biggles-pockets die we daar graag voor zouden afstaan. Maar ja, zoals wel vaker met (goede) ideeën: het stierf een zachte dood zonder dat het in de praktijk was gebracht.

Bookcrossing

Wel was ik toen op het spoor gekomen van bookcrossing, maar ook daar had ik al tijden niet meer aan gedacht. Totdat… ik in ergens in januari/februari vorig jaar koffie zit te drinken op Eindhoven Centraal. Ik kijk wat rond en zie ineens een bekend logo. Is dat niet bookcrossing? Ik sta op en loop naar het andere tafeltje. Daar zit immers niemand. En jawel. Het is een boek met het bookcrossing logo. Van Graham Greene nog wel, van wie ik Our man in Havanna en De derde man met veel plezier heb gelezen. Dat is dus van mij. Hopelijk heb ik het nu snel uit zodat het zijn bookcrossing-reis kan vervolgen.

Een idee

Terwijl ik dit blog schrijf, krijg ik een idee. Eigenlijk is boekenruilen helemaal zo verkeerd nog niet. Kunnen we er als #50books community niets mee doen? We willen nu al meer dan een half jaar leestips / verhalen over boeken. Zou dan een #50bookscrossing geen leuk idee zijn? Stel dat we ooit een #50books tweetup doen? En dat iedereen dan een favoriet boek meeneemt om te ruilen? Dan hebben we ook meteen weer wat om over te bloggen. Ik heb in ieder geval nog wel een paar boeken die ik beschikbaar wil hebben. Wie lijkt het wat?

PS: ik liep al enigszins op de zaken vooruit door dit de 41e vraag te noemen. Het moest toch echt nummer 31 zijn. Aangepast.

#50books – vraag 30 Het boek gaat nooit verloren

Dit keer sla ik een paar vragen van Peters #50books reeks over, die beantwoord ik later wel weer. Zijn 30e vraag zet me al bijna een aan het denken:

Hoe lang nog voordat we niet meer weten hoe een boek te gebruiken?

De vraag viel samen met de 25e Deventer Boekenmarkt en ik las hem dan ook onderweg in de trein. Gevolg was dat ik de hele dag liep te denken hoelang we nog Deventer Boekenmarkt zouden hebben. Zeker omdat ik me dit jaar had voorgenomen om geen boeken meer te kopen. Naar een boekenmarkt en geen boeken meer kopen? Dat is niet helemaal waar. Mijn uitzondering op die regel zijn boeken van W.E. Johns, de schrijver van de Biggles-boeken. En laten er nu net vorige maand drie nieuwe Engelstalige hardbacks uit zijn gekomen, Worrals deel 1 t/m 3. Die heb ik opgehaald bij de Biggles-kraam. Daarnaast nog een Franse Biggles-pocket en een zeldzame Nederlandse tegen een schappelijke prijs.

Van papier naar digitaal?

Maar dat was dan ook mijn hele oogst. Noodgedwongen want ik heb een gebrek aan boekenkastruimte en wegdoen is niet mijn sterkste kant. Omdat ik van een aantal mensen enthousiaste verhalen had gehoord over e-readers heb ik er anderhalf jaar geleden daarom ook maar eentje aangeschaft. Dat viel tegen. De e-reader lag niet lekker in de hand. Pas toen ik er een hoesje bij kocht, merkte ik dat het best lekker las. Ik kon hem weer vertrouwd in de hand nemen: mijn e-reader was een boek geworden. En in inderdaad, hoeveel boeken er ook opstaan, hij neemt even weinig plaats in beslag. Daarom heb ik mij nu ook voorgenomen om mijn stapel papieren boeken uit te lezen en dan alleen nog die boeken op papier te kopen die voor mij speciaal zijn dun genoeg zijn om ergens in een hoekje weg te stoppen.

Hoe nu verder met de boekenmarkt?

Ik liep vorige week langs de kramen en vroeg het mij dus af: hoelang blijven we nog met z’n allen papieren boeken kopen, hoelang heeft een antiquarische boekenmarkt nog bestaansrecht? Of komt er straks een boekenmarkt voor tweedehands e-books? Klinkt gek? Vind ik ook, maar toch schijnt Amazon precies iets dergelijks te ontwikkelen. Al kan ik dan weer niet voorstellen dat we daar met 125.000 man voor naar Deventer gaan. Aan de andere kant las ik dit artikel uit HP/De Tijd. In Nederland schijnen meer e-readers verkocht te worden dan e-books.

Het boek blijft nog wel even bestaan

In (wetenschappelijke) bibliotheken liggen boeken van honderden jaren ooit. Kunnen we dat over een paar eeuwen ook van e-books zeggen? En wat is nu eigenlijk een e-reader? Is het een vervanger van een boek? En is e-boek wel een boek? Is het kenmerkende van een boek niet dat je het zonder tussenkomst van andere media kunt lezen? Voor een boek heb je immers alleen dat boek nodig, voor een e-book ook een ander medium in de vorm van een reader. Zijn papieren boeken en e-books dan twee verschillende dingen. Of is een e-book het vernieuwende medium en zal het oude papieren boek langzaam verdrijven?

Ontwikkelingen en economisch model

Persoonlijk denk ik dat het papieren boek altijd zal blijven bestaan. Volgens mij blijft er altijd een groep mensen die lever van papier leest, of zijn er juist boeken waar je zo’n band mee hebt dat je ze juist op papier wilt blijven lezen. Daarnaast blijft het koffiedik kijken in hoeverre het e-book de piraten de baas blijft. Is er een economisch rendabel (anti-kopieer)model te maken? En hoe gaat het e-book zichzelf verder ontwikkelen? Doordat het een digitaal opslagmedium heeft, kan het ook die technieken in zich opnemen. Dat schept nu nog onbekende nieuwe mogelijkheden als het e-book zich als echt nieuw medium gaat bewijzen. Daar ben ik heel nieuwsgierig naar. Misschien levert dat wel zoiets unieks op dat we geen papieren boeken meer willen…

#50books – vraag 23

Kunnen computers fictie schrijven?

De inleiding van Peter bij deze 23e vraag uit zijn #50books reeks was even schrikken. Een schrijver van wie ik nog nooit heb gehoord, dat kan natuurlijk. Het zou wel heel bijzonder/bizar zijn als dat niet zou kunnen. Maar een schrijver met een oeuvre van 200.00 titels en 1,3 miljoen gedichten. Dan blijkt dat deze auteur een computer is. De computer ‘schrijft’ aan de hand van een door een mens geschreven programma. Het zal wel. Op basis van wat vertaalsoftware mij vaak voor onbegrijpelijk koeterwaals voorschotelt, kan ik mij niet voorstellen dat het daadwerkelijk interessant leesvoer is. Daar mag je bij die aantallen wel van spreken.

Toch moet ik bekennen dat ik wel nieuwsgierig geworden ben. Misschien toch maar eens kijken wat de computer vermag. De computer onder leiding van de mens. Dat hoop ik in ieder geval. Anders krijgen we echt een eng soort sciencefiction. Dat genre heb ik overigens weinig gelezen, maar de fantasie van de zelfstandig handelende computer is daarin niet vreemd.

Maar wat zou zo’n computer kunnen schrijven? Woorden van de juiste soort op een rij zetten en daar correcte interpunctie tussen plaatsen, dat zal de computer op den duur wel kunnen. Op den duur en ik weet niet hoelang die duur is. Misschien is die duur zelfs al wel hier. Ik ben niet goed bekend met de technieken die zorgen voor computer generated texts en heb dan, behalve de al genoemde vertaalsoftware, geen idee hoe het daarmee staat.

Maar een tekst heeft meer nodig dan woorden en interpunctie. Als dat alles zou zijn wat die de tekst heeft, kan het in mijn ogen nooit een verhaal zijn. Een verhaal heeft een plot nodig, verwikkelingen, personages met allerlei gevoelens. En nog veel meer. Boekenkasten en inmiddels het internet zijn erover volgeschreven, over wat je nodig hebt voor een verhaal. En in mijn ogen zijn dat juist dingen die je bedenkt en niet met je processor berekent.

Of toch niet? Er zijn tegenwoordig meer dan voldoende voorbeelden van robots die je iets kunt leren. We hebben pas weer het WK voetbal voor robots gehad. Via trail and error de goal vinden blijkt toch – en steeds makkelijker – te kunnen…

Morgen Deventer boekenmarkt. Boeken geschreven door echte mensen.