Gewoontes, boek en talen leren

De afgelopen tijd heb ik me nogal afgevraagd wat ik met mezelf wil. En dus met dit blog. Ik denk dat ik nu het antwoord weet, in ieder geval voorlopig. Ik ga het de komende tijd nog een keer hebben over gewoontes, mijn boek en leren. Wie dit blog al langer volgt, weet waarschijnlijk dat die onderwerpen vaker de revue zijn gepasseerd.

Maar ik denk dat ik zonder gewoontes mijn ontdekking over mijn bipolaire stoornis niet had gedaan. En omdat ik ook denk dat vlak de behandeling van psychische problemen behoorlijk tekortschiet, wil ik daar graag mijn visie op geven. Om te beginnen met het uitleggen/nuanceren van de vorige zin. Je kunt een signaleringsplan maken en een life chart invullen, maar de gesprekken met een behandelaar zijn eerst wel gericht op dat signaleringsplan maar gaan al snel over op de vraag hoe je nu voelt. En naarmate het langer goed gaat, zit er meer tijd tussen de gesprekken. Dan ben je niet dagelijks met je stoornis bezig, behalve misschien door je medicijnen. Een life chart kan helpen, maar lang niet alle psychische stoornissen maken er gebruik van. Bij mijn weten is een life chart typisch iets rond een bipolaire stoornis. Je moet in een life chart dagelijks je dag scoren. Negen stappen van depressief naar manisch. Maar ja, wanneer ben je stabiel, of juist licht manisch? Dat lijkt me behoorlijk lastig. Meer over het signaleringsplan en de life chart straks in mijn boek.

Afijn, ik heb het idee dat wat ik in mijn boek beschrijf daar kan helpen. En misschien wel breder dan de bipolaire stoornis. Het heeft te maken met elke dag ermee bezig zijn. Gelukkig niet al te lang, maar wel elke dag. En het wordt een automatisme, merk ik, een gewoonte.

Talen leren

Het tweede onderwerp dat ik de komende tijd wil gaan bespreken is talen leren, ook weer in combinatie met gewoontes. Ik was vroeger op school vooral goed in talen, maar ik heb er daarna weinig meer mee gedaan. Behalve dan met Engels, dat ik dagelijks gebruik en natuurlijk heb ik boeken uit het Engels vertaald. Samen met anderen. Maar soms heb ik ik het idee dat ik boek na boek dezelfde woorden opzoek. Misschien moet ik daar wat aan doen, om me meer op het vertalen te kunnen concentreren.

En wat te denken van Frans en Duits, Latijn niet te na gesproken? Een paar jaar(?) terug zat ik wat te snuffelen rond frequentiewoordenboeken en kwam ik wat tegen van een zekere Paul Nation. Dat je met de eerste 1000 woorden naar frequentie 85% van gesproken taal begrijpt. En met 4000 – 5000 woorden 95% procent van geschreven tekst (voorwoorden Routledge Frequency dictionaries). De man bleek te werken aan de universiteit van Wellington, Nieuw-Zeeland. En hij had leerboeken geschreven met 4000 Engelse woorden. Maar interessanter was dat hij ook een boek had geschreven over hoe je een moderne vreemde taal kunt leren.

Het heeft even geduurd, maar ik heb het nu gelezen. Ik vond het interessant en zie mogelijkheden om talen op te halen op een manier die ik boeiender vind dan met Fluent Forever.

Afwisseling

Hier gaat het de komende tijd dus stuivertje wisselen worden tussen posts rond mijn boek en rond talen leren.

~~~

Afbeelding van Sabine Kroschel via Pixabay

Waarom zou ik Frans willen leren of ophalen? (1/..) Over een einzelgänger die toch stiekem graag contact legt.

Iedere dag willen bloggen en dan de derde dag al overslaan. Niet best. Maar, zo leerde ik van Leo Babauta, als je er maar van leert en de dag erna de gewoonte weer oppakt, kan het gaan kwaad. Twee dagen achter elkaar overslaan, is wel een probleem. Dus dat doe ik dan maar niet.

Eergisteren was de vraag dus waarom ik zoveel gewoontes wel een maand of daaromtrent kan volhouden, maar dat het daarna ophoudt. Terwijl het dan juist een gewoonte moet zijn geworden en makkelijker vol te houden. Daar heb ik de afgelopen dagen over nagedacht en ik kom tot de voorlopige conclusie dat het met twee dingen te maken heeft. Het eerste is dat ik een behoorlijke einzelgänger ben en het tweede dat ik soms (=regelmatig) toch niet zo van verandering houd als ik hoopte voor ik aan een poging begon om een nieuwe gewoonte aan te leren. Dan kies ik er vaak voor om alles toch maar bij het oude te laten.

Frans leren met Fluent Forever

Laat ik een simpel voorbeeld geven om beide punten mee duidelijk te maken. Vorig jaar las ik De Taalhacker van Gabriel Wyner omdat ik van alles over had gelezen en nieuwsgierig was naar zijn methode. Nou was mijn Frans op de middelbare school lang niet slecht en ken ik naast musée nog een heel stel andere Franse woorden uit het Latijn. Maar ik had er al jaren niks meer mee gedaan. En de Fluent forever app, zoals het in het Engels heet, leek me wel een methode die het uitproberen waard was. Zeker toen Chansons! ook nog begon.

Maar ik merkte al snel dat ik het me tegenstond om de hele tijd op mijn smartphone met zo’n stomme app bezig te zijn. Zelfs voor WhatsApp gebruik ik bij voorkeur de pc-variant. Alleen het nieuws lees ik op mijn smartphone. Leuke uitvinding, maar met één hand blijft het toch behelpen.

Daarnaast bleek mijn Frans nog best redelijk te zijn, dus er zat weinig uitdaging in. De uitspraak voor woorden en uitlegfilmpjes van uitspraakregels waren wel aardig, maar die waren deels gebaseerd op het Engels. En als iets mij aan het Engels onduidelijk is, is het wel de uitspraak. Dat schoot dus lekker op.

Het werd me al snel duidelijk: als ik mijn Frans op zou willen halen, moest dat op een andere manier dan via Fluent Forever. Maar dat kwam er niet van. Dat heeft te maken met het grootste bewaar dat ik had. En het was dat bezwaar dat ervoor zorgde dat ik niet verder ging met mijn Frans.

Wil ik met iemand Frans spreken?

Ik was al vijftien niet meer bij La Marianne op het bezoek geweest. En Frans spreken, dat was nog langer geleden. Dat was wel een van mijn mooiste vakanties ooit geweest. Maar al die jaren heb ik Frankrijk, Fransen, en Frans spreken amper gemist. Heel handig dat goed ben in taal. Maar geef mij een boek en ik ben tevreden. Als ik met mensen moet gaan praten – zeker als ik het gevoel heb dat ik iets van die mensen moet, zo voelt dat dan vaak – word ik een stuk onrustiger. Daar kom ik de komende tijd vaker op terug. Het heeft er deels mee te maken dat ik slechthorend ben, maar het zal ongetwijfeld ook karakter zijn. En het is soms niet handig. Goed om eens bij stil te staan.

~~~

Afbeelding van No-longer-here via Pixabay

Ik voel de gedrevenheid om te beginnen weer

Gisteravond dus een begin gemaakt met iets nieuws. Wat dat is, ga ik de komende tijd allemaal rustig beschrijven. Voor nu: het heeft te maken met het boek dat ik ook in het najaar uit wil geven. Met dezelfde doelgroep, een doelgroep waar ik zelf ook toe behoor. En ik merk dat dat helpt. Misschien dat dat ook een reden was dat ik in het verleden moeite had om sommige gewoontes langer dan een maand vol te houden. Dat het ‘voor wie?’ niet duidelijk genoeg was. Ik heb nu op basis van wat ik net noemde het idee dat ik dit langer vol kan houden.

Dat neemt niet weg dat ik er toch de komende tijd wat meer bij stil wil staan. Als ik weet wat ik moet doen om een gewoonte tot een succes te maken en vooral waarom iets een succes wordt, heb ik daar in de toekomst alleen maar profijt van, denk ik. En kan ik er anderen dus misschien ook mee helpen. Mezelf een beetje kennende is dat voor mij ook een belangrijk criterium om iets te gaan doen en vol te houden. Als ik niet weet wat een ander eraan heeft, vind ik het een stuk makkelijker om ergens e brui aan te geven. Dat is een les die ik in het verleden al wel heb geleerd.

En nu ik weer aan het begin van een nieuw traject sta waar ik anderen mee hoop te kunnen helpen én met twee lopende projecten (een vertaling en een boek dus). Vandaag is toch een beetje een rare dag dus misschien dat ik die twee projecten morgen pas weer oppak. Allebei afrondend. Ik hop het voor het einde van mijn vakantie af te kunnen sluiten, om dan eind september aan het nieuwe project te kunnen beginnen.

Gezien dat nieuwe project leek het mij verstandig om ter voorbereiding toch maar weer in gewoontes te duiken. Ik zei laatst op Twitter wel iets in de trant van dat het weinig zin heeft om zelfhulpboek maar daar schreef ik ook bij dat dat alleen geldt als je wat je leest niet toepast. Iets dergelijks heb ik op dit blog ook weleens beweerd. En juist dat toepassen, lukte me in het verleden vrij aardig. Dankzij blogs van Peter over een boek van Leo Babauta ben ik aan het wandelen gegaan. En uit het boek A mind for numbers – waar de MOOC Learning how to learn op is gebaseerd – heb ik nog extra tips opgedaan die mij enorm hebben geholpen bij mijn opleiding. En die MOOC ontdekte ik dan weer dankzij een blog van Elja.

En toevallig zag ik van de week bij de Online bibliotheek dat daar een opvolger van A mind for numbers te leen was: Leren als een pro. Daar heb ik dus de preview van gelezen en daar stonden dus weer een paar nuttige tips. Dat boek ga ik dus straks lenen. Al was het maar omdat mijn nieuwe project met leren te maken heeft.

~~~

Afbeelding van Arek Socha via Pixabay

Lezen, onthouden en toepassen: inleiding

Eén van de dingen die ik heerlijk vond aan het schrijven van mijn boek was dat ik veel beter wist waarover het ging dan gewoonlijk bij het lézen van een boek. Het schrijven dwong me dieper na te denken. Dat zorgde ervoor dat mijn boek ging leven; dat ik wist wat erin stond. Omdat het een belangrijk aspect van mijn leven beschrijft, voelt het boek voor mij als iets levends aan. Dat vind ik prachtig, want het lijkt me een doel om na te streven. Als een boek dat ik zélf schreef, al niet leeft voor mezelf, dan doe ik iets fout. Wat ik schrijf, leeft meer dan wat ik lees.

Het roept alleen de vraag op of je als schrijver verantwoordelijk bent voor hoe een lezer jouw boek opvat en wat hij of zij ermee moet. Wil je dat je lezer met het boek net zo de diepte ingaat als jij als schrijver? En moet de schrijver ervoor zorgen dat dat gebeurt? Daar zijn hele discussies en theorieën over binnen de literatuurwetenschap. Daar ga ik je niet mee lastig vallen, al is het maar omdat ik het vooral heb over non-fictie. En dan nog wel in de vorm van een zelfhulpboek, wat mijn boek in principe natuurlijk is. Ik heb mijn best gedaan om zo duidelijk mogelijk te schrijven wat ik te vertellen had. Maar dan heb ik als schrijver nog steeds een probleem waar ik niet verantwoordelijk voor ben, maar toch: wat doet je lezer met jouw boek?

Daar wringt de schoen een klein beetje. Meer dan een beetje. En wel om drie redenen die ik hieronder bespreek.

  1. Bereikt je boek de beoogde lezer wel? Ik weet uit mijn opleiding Cultuur & Letteren, met daarin een stevige tak Marketing & Sociologie van het boek, dat de Nederlandse boekenmarkt niet heel groot is. Veel mensen bereik je niet. Simpel voorbeeld: mijn eigen boek gaat over hoe ik heb leren omgaan met mijn bipolaire stoornis. De schattingen lopen nogal uiteen, in Leven met een bipolaire stoornis van Pascal Sienaert en Ann Dierick gaat het ongeveer van 2 procent van de mensen in Nederland en Vlaanderen, tot ongeveer 1 op de 8. Helaas zonder bronvermelding. Recent onderzoek, staat erbij. Laat ik conservatief zijn: 2 procent in Nederland: 350.000 mensen, met naasten en behandelaars. Dat mag je rustig een megapubliek voor mijn boek noemen. Waarschijnlijk ga ik ze niet allemaal bereiken. En dan nog te bedenken dat volgens een proeflezer mijn boek ook voor andere psychische problemen handvaten bood.
  2. Een half jaar geleden las ik Waanzinnige plannen! En hoe ze te realiseren van Marcel van Driel. Maar dacht je dat ik nog enig idee had? Ik ben het grotendeels weer vergeten. En dat stemt me niet vrolijk, want wat ben ik er dan mee opgeschoten dat ik het boek heb gelezen? Ja, ik vond het een goed boek. En ja, ik dacht regelmatig: daar moet ik iets mee doen. Maar heb ik dat ook gedaan? Het eerlijke antwoord is: waarschijnlijk niet. Of in ieder geval niet bewust. Misschien onbewust, dat zou kunnen. Deze ervaring en eerdere hadden gevolgen voor het schrijven van mijn eigen boek.
  3. Ik wilde zo beknopt mogelijk schrijven. Ik ben waarschijnlijk niet de enige lezer die veel te slordig leest om iets / veel te onthouden en ik heb geprobeerd om daar als schrijver rekening mee te houden. Door het onderwerp af te kaderen en zo min mogelijk ballast in het boek op te nemen. Ik heb mijn ervaringen met mijn bipolaire stoornis op willen schrijven en laten zien wat niet werkte (en waarom niet) en wat juist wel werkte (en waarom). Zodat lezers kunnen kijken wat ze eraan hebben, wat ze mee willen nemen. Steun, of juist praktische wenken.

Daarmee wil ik natuurlijk niet zeggen dat het genoemde boek van Marcel van Driel zinloos is. Ik heb er al te veel over gelezen bij anderen om dat te denken. Hij geeft voorbeelden die mij inspireerden bij mijn eigen waanzinnige plan. En hij stelt dat als het plan mislukt, dan mislukt het plan, niet jij als plannenmaker. Aan dat advies heb ik al jaren iets, dus het boek is wat mij betreft echt top. Alleen zou ik graag meer over het hoe hebben onthouden uit het boek. Meer bewust hebben toegepast.

En naar ideeën daarvoor kijk ik morgen.

~~~

Afbeelding van Michal Jarmoluk via Pixabay

Mijn Frans ophalen met CHANSONS!

Deze week heb ik CHANSONS! van Matthijs van Nieuwkerk en Rob Kemps uitgelezen. Bijzonder hoe Kemps belangstelling heeft gekregen voor de Franse taal: omdat hij Jacques Brel hoorde zingen en verkocht was. Nou ken ik wel meer mensen die helemaal gek zijn van Franse chansons en daardoor belangstelling hebben gekregen voor de Franse taal. En ook hier kwam de zanger niet uit Frankrijk: Adamo. Maar dat, zo leerde ik van tv-serie en het boek, is een kenmerk van het chanson: de vertolkers komen lang niet altijd uit Frankrijk.

Mijn eigen belangstelling voor de Franse taal komt niet uit het chanson. Door mijn slechte gehoor ben ik misschien wel te vergelijken met Rob Kemps voor hij Frans ging studeren in Frankrijk. Ik vind veel chansons prachtig klinken maar ik versta er geen biet van. Nee, ik moet het correct formuleren: ik kan er geen woorden van maken. Dat heeft deels te maken met het wegzakken van mijn kennis van de Franse taal in die ruim twintig jaar dat ik nu van school ben. En ik ben al bijna net zo lang niet maar in Frankrijk geweest. Ook dan zakt er weleens wat weg. Zeggen de Engelsen niet: use it or lose it?

Maar een minstens net zo’n groot probleem is dat mijn gehoor verder achteruit is gegaan. Kijk ik op tv naar een Nederlandse serie, dan moet er ondertiteling bij. Engels op tv? Ik lees mee met de ondertiteling. En ook in gesprekken waar ik naar luister of die ik zelf met anderen voer, mis ik regelmatig iets. En dat maakt een nieuwe taal leren natuurlijk lastiger. Het gaat immers om lezen en schrijven én om spreken en luisteren. En die laatste twee zijn misschien nog wel het belangrijkste. Dat maakt het ophalen van mijn Frans niet eenvoudig en maakt het ophalen van Latijn aantrekkelijk. Immers: dat hoef ik alleen maar te kunnen lezen.

Toch wil ik naar Frans kijken. Ik ben een tijdje bezig geweest met de Fluent Forever app naar het gelijknamige boek van Gabriel Wyner. Het zal best werken, maar ik vond het vooral erg saai. Swipen, swipen, swipen en af en toe uit verveling een woordje nazeggen. Ik heb de app al zeker een maand niet meer geopend, terwijl er toch echt wel leuke dingen bij zitten, zoals het zelf maken van zinnen. Maar ook dan is het vooral klikken en weinig actief iets doen.

Het idee te leren met chansons spreekt me echter wel aan. Desnoods in combinatie met een saaie app. Misschien lukt het me dan wel om mijn Frans op te halen.

Wordt vervolgd.

Lezen, leren, oefenen en toepassen (Waarom een goed boek lezen alleen niet helpt.)

Vanmorgen volgde ik een webinar van Kitty Kilian n.a.v. haar boek Stijl. En weer bleek Kitty gelijk te hebben: het boek lezen is niet voldoende. Je begrijpt het tijdens het lezen allemaal want Kitty schrijft meer dan duidelijk. Je denkt: oh ja, zo zit het dus. En je denkt: dat gaan we eens fijn toepassen. Maar daar valt tegen. Tijdens de oefeningen vanmorgen ging het in het begin nog wel goed, maar toen het moeilijker en belangrijker werd, ging het mis en werden mijn antwoorden afgekeurd. Terecht overigens want Kitty legde ook uit wat er niet goed aan was. Er bleek dus weer een wereld van verschil te zitten tussen aan de ene kant iets lezen en denken dat je het begrijpt en iets daadwerkelijk toepassen aan de andere kant. Zoals ik het zie bevat dat proces vier stappen. En wel de volgende:

  1. Lezen (of kijken). Dan lijkt iets vaak bedrieglijk eenvoudig en sla je jezelf voor het hoofd: hoe heb ik dat kunnen missen? Waarom doe ik dat niet al jaren?
  2. De volgende stap is leren. Want dat is waarom je niet al jaren toepast. Niemand heeft het je geleerd. Nu ook niet want iemand heeft het je hooguit laten zien. Je zult zelf aan de slag moeten om datgene wat je leest ook te leren. Daaronder versta ik: begrijpen en het begin maken met onthouden. Je vat het samen, legt het uit aan je beste vriend. Daardoor zie je wat je niet begrijpt en moet je terug naar de tekst of het filmpje met de uitleg. Zonder begrijpen kun je eigenlijk niet verder. Je hoeft het nog niet helemaal te begrijpen, maar de basis moet er zijn.
  3. Oefenen is belangrijk omdat je dan ziet of het echt begrijpt. Dat kun je doen door praktijkgerichte opdrachten te maken. Schrijf beeldend, of show don’t tell. Daar ga je dan voorbeelden bij bedenken. Hierdoor wordt je begrip van de theorie ook beter. Ik merkte dat ook toen ik alweer ruim vijf jaar geleden bezig was met mijn omscholing naar websitebouwer. Ik maakte aan de hand van het cursusmateriaal met Anki opgaven in HTML of PHP. Die oefeningen typte ik iedere keer uit in Notepad++ en daardoor kon ik meteen in de browser zien of het goed gegaan was. Daar het steeds te herhalen – gespreid te herhalen – begreep ik het soms ook steeds beter hoe een bepaalde PHP-functie nou eigenlijk werkte. De grap van Anki is dat ze steeds dingen vraagt op het moment dat jij het bijna vergeten bent. Hierdoor moet je graven in je geheugen en krijg je sterkere geheugensporen.
  4. Dat brengt ons bij toepassen. Bouw websites, schrijf blogposts volgens het boek van Kitty. Een absolute aanrader die pakkende teksten wil schrijven. Zelf ben ik nog wel even zoet met stap 1 t/m 3 maar ik heb me na vanmorgen voorgenomen om werk van haar boek te maken.

~~~

Afbeelding van Hermann Traub via Pixabay

Het spelelement

Gisteren schreef ik al dat ik genoten had van de serie Chansons! van Matthijs van Nieuwkerk en Rob Kemps. Iedere aflevering deed me weer terugdenken in die vakantie in de Provence waarin ik een week lang iedere avond met Franse leeftijdsgenoten Engelse liedjes naar het Frans vertaalde (Dimanche sanglant dimanche van U2 bijvoorbeeld). Eén van hen had bovendien een gitaar bij zich en er kwamen ook heel wat Franse chansons voorbij. Mooie, onbezorgde tijd was dat.

Voor de coronatijd liep ik regelmatig een boekhandel binnen en vaak bleef er dan wel wat hangen aan mijn bladerende handen. Tegenwoordig kijk ik als alternatief regelmatig op Libris.nl en ook bestel ik wel eens wat. Zo zag ik dat van Chansons! ook een boek was verschenen. Er zat weer een verjaardag aan te komen, dus ik heb het gauw besteld. De verjaardag is inmiddels geweest en het was een schot in de roos. En weer denk ik terug aan de vakantie waar ik het net over gehad.

De jongen met de gitaar had ook bladmuziek bij zich en zo was het dus makkelijk meezingen en vertalen, al heb ik geen meer wat van bijvoorbeeld Les amoureaux des bancs publics van Georges Brassens hebben gemaakt. De link gaat naar YouTube met Franse tekst. Die teksten staan ook keurig op internet allemaal en ongetwijfeld kun je daar ook van veel die van die liedjes de Nederlandse vertaling vinden. Van Les amoureux des bancs publics in ieder geval wel, maar het natuurlijk de sport om die vertalingen zelf te maken. Dat maakt het leerzaam en leuk. Woorden die ik niet ken kunnen dan met voorbeeldzin uit de chanson naar de Fluent forever app op mijn telefoon of naar Anki.

Dan leer ik woorden die ik wil leren en is het spelelement volop aanwezig. Sinds ik dit bedacht heb, ben ik Fluent forever ook weer wat serieuzer gaan nemen en daardoor leuker gaan vinden. Dus wie weet wordt het nog wel weer wat met mij een mijn Frans. Als ik het spelen zo leuk blijf vinden, kan ik er ook eens aan denken een frequentiewoordenboek aan te schaffen want ik weet nog precies wat er gebeurt als ik door het standaardvocabulaire heen ben van Fluent forever, al heb ik al wel zelf een woord toegevoegd waar automatisch afbeeldingen bij waren gevonden. Vermoedelijk zit er een koppeling bij met een plaatjeszoekmachine. Fluent forever laat je namelijk leren van plaatjes naar woord in vreemde taal leren.

Dat wordt Plaatje(s van fiets(en) – bicyclette. Je voorkomt daarmee dat je in je moedertaal blijft denken. Bovendien zou visueel leren sneller gaan en dat geloof ik wel. Ik merk wel hoe het verder gaat en laat het hier weten.

~~~

Afbeelding van Spencer Wing via Pixabay

Parlez-vous français?

Afgelopen zomer las ik eindelijk De Taalhacker van Gabriel Wyner over hoe hij als operazanger snel allerlei talen goed leerde. Dat lukte hem niet met de methodes waarmee je op de middelbare school talen leert. Daar had hij geen taal mee geleerd, schreef hij. Hoe dan ook, ik was al jaren nieuwsgierig naar het boek. Ik leerde het volgens mij kennen door de MOOC Learning how to learn, een absolute aanrader. In vier weken drie uur per week je studietechnieken helemaal bijgespijkerd. Voor meer diepgang is ook het boek A mind for numbers van Barbara Oakley waarop de MOOC gebaseerd is, aan te raden.

De Taalhacker is natuurlijk oorspronkelijk Engelstalig, Fluent forever. Bij het boek hoort ook een app voor de smartphone. Na lezing van het boek besloot ik een maandabonnement te nemen en Spaans te gaan leren. Dat viel tegen. Het idee is op zich aardig, maar ik vond het iets te veel swipen en te weinig actief met taal bezig zijn. Nu zal het wel de bedoeling zijn dat je zelf actief met je taal naar keuze bezig bent, maar mij lukte dat niet. En dus vond ik het niet echt leuk en aangezien het niet voor werk of school is, wil ik natuurlijk wel plezier hebben terwijl ik bezig ben.

Maar toen ging ik Chansons! kijken en begon Frans weer te kriebelen. Ik was er vroeger op school tamelijk goed in en besloot de app weer een kans te geven. Gewoon om te proberen mijn Frans weer op te halen. Dat gaat voorspoedig, zeker ook omdat ik al veel woorden ken. Het is ook wel nuttig om woorden in zinsverband te leren en te horen. Hoe meer Frans ik hoor, hoe beter. Het moet een beetje speels, denk ik, dan blijft het beter hangen.

Fluent forever is ook erg op uitspraak gericht, niet gek natuurlijk met een voormalige operazanger als schrijver van het boek en bedenker van de app. Nou had ik op zich weinig moeite met de Franse uitspraak maar ik ben hier en daar gaan twijfelen aan een paar regels die ik in mijn hoofd had. Ik vind het daarbij lastig dat de app van het Engels uit gaat bij het uitleggen van de uitspraak. En van de Engelse uitspraak heb ik nou nooit een snars begrepen. Daar ga ik dus nog een keer een Nederlandstalige Franse grammatica op naslaan.

Om een lang verhaal kort te maken en het vervolg tot morgen te bewaren. Ik had bedacht om dit jaar mijn Frans op te halen met een combinatie van Fluent Forever, Anki en het spelelement. Dat kan met nieuws lezen in Frans, boeken in het Frans, TV5 kijken. En als ik een methode mee vind die werkt en waar ik plezier in heb, dan kan het best zijn dat ik volgend jaar alsnog Spaans ga leren.

~~~

Afbeelding van Gilles DETOT via Pixabay

Van theorie naar praktijk: kan ik lezers van mijn boek in wording daarmee helpen?

Het doel van het lezen van al die boeken over gewoontes waar ik het gisteren over had, is natuurlijk dat ik van theorie naar praktijk ga. En daar schort het juist nogal aan. Dat was dus een reden om met de genoemde cursus van James Clear mee te doen. De cursus is trouwens gratis, anders had ik er wel bij gezegd dat het betaald was en had ik er waarschijnlijk zelf niet aan deelgenomen en dus ook niet op gewezen.

Op zich denk ik wel dat het goed gaat komen met mij en mijn gewoontes, de slechte zijn af en toe lastig, maar daar is dus die opfriscursus voor. En het activiteitenlijstje dat ik ooit uit de blogpost Plannen voor succes van Elja had gedownload en dat ik ieder jaar hergebruik. Weliswaar meestal maar een paar maanden, maar ik ben nu van plan het langer vol te houden. Wat Elja zegt: het voelt motiverend om iets af te vinken (een eentje waardoor de cel ook nog eens groen wordt). Dat gaat ook wel helpen tegen de slechte gewoontes. Vanaf morgen dus aan gaan werken, want daar is het vandaag te laat voor. Voor bloggen ook, maar ja, ik ben schrijver, schreef ik gisteren, als titel van het artikel nog wel.

Die laat ik staan maar die komt niet zoals ik schreef van James Clear maar gewoon van mezelf. Toen ik de mail later teruglas zag ik dat er iets anders stond. “Niet: ik wil een boek schrijven maar ik wil wil het type persoon zijn dat elke dag schrijft.” Dat geeft dus wel product versus proces en dat is de tweede rectificatie want die heb ik uit A mind for numbers van Barbara Oakley en niet uit The power of habit van Charles Duhigg.

Tot zover de rectificaties. Ik zal de blogpost zelf later aanpassen. Nu terug naar de theorie en de praktijk. Ik geloof dat ik er al eerder over heb geblogd, van lezen naar doen. Het is een onderwerp dat me af en toe fascineert. Ik merk dat ik van veel boeken, artikelen, documentaires, online cursussen na afloop zelden meer iets onthoud. Net als vroeger na het proefwerk, zeg maar. En nu ik hopelijk voor het einde van het jaar (en liefst een flink stuk daarvoor) een boek zal hebben gepubliceerd, zit ik me af te vragen hoe ik er als auteur voor kan zorgen dat de boodschap blijft hangen. Het is mijn verhaal maar er zijn wel dingen die voor een ander ook relevant kunnen zijn. En dan is het wel handig als een lezer dat dan onthoudt. Moet/Kan ik dat als auteur faciliteren en zo ja, hoe dan? Dat lijken me interessante vragen om uit te zoeken.

~~~

Afbeelding van eko pramono via Pixabay

Linux op een staafje

Als ik bij de studierichting Taal & Kunstmatige Intelligentie gebleven was, had ik waarschijnlijk eerder Linux geïnstalleerd omdat dat bij de Letterenfaculteit een Linux-eiland was. Maar ik koos er al tijdens het eerste semester TKI voor om over te stappen naar Cultuur & Letteren. De Linux cd-roms gingen daarmee ook de vergetelheid in.

Maar nu heb ik een probleem. Ik heb directories ‘A’ en ‘a’ en dat zijn twee mappen in dezelfde hoofdmap. Het gaat niet lukken om deze te kopiëren met Windows. Omdat Windows niet gevoelig is voor hoofd- en kleine letters wordt ‘a’ gezien als een submap van ‘A’. En dat is nou net niet bedoeling.

Het schijnt dat Apple’s besturingssystemen je de keuze geven of je syteem case-sensitive is of case-insensitive, maar een Apple is bij mij een stuk fruit en ik heb dus geen Apple-systeem voorhanden.

Dus blijft Linux over. Daar wist ik al van dat folder ‘B’ en ‘b’ twee folders zijn op hetzelfde niveau en dat wat ik dus nodig heb, mogelijk is. Het makkelijkste leek me om Linux op een USB-stick te zetten. Daar waren voldoende tutorials voor te vinden, ik heb deze gebruikt en getest of het inderdaad doet wat ik wil en dat bleek het geval.

Binnenkort mijn pc dus maar eens op een stokje zetten en eens flink laten ratelen. En misschien toch eens wat spelen met Linux; een systeem erbij kan misschien handig zijn en ik ben er ook wel een beetje nieuwsgierig. Al leek het erg op Windows en was een nadeel van de installatie op USB dat geïnstalleerde programma’s na afsluiten weer verdwenen. Misschien dus ook nog kijken of daar wat aan te doen is. Waar ik het voor nodig heb, kan gelukkig in één keer.

Overstappen is voorlopig in ieder geval niet aan de orde. Ik gebruik te veel programma’s die het niet zonder emulator of virtuele machine doen onder Linux en bovendien draaien mijn Windows systemen nog steeds. En er iets naast installeren, zie ik ook niet zitten voor die ene keer dat ik het nu nodig heb. Maar wat spelen kan natuurlijk altijd.

~~~

Afbeelding van Clker-Free-Vector-Images via Pixabay