Verhalen: feiten én emoties

Deze blogpost is deel 3 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

Eergisteren schreef ik naar aanleiding van de cursus ‘Wijzer Werken Met Ervaring’ bij GGZ Oost Brabant over de kracht van verhalen bij het herstel van mijn bipolaire stoornis. Had ik me het belang van verhalen maar eerder gerealiseerd. Niet zo slim van mezelf want ik ben nota bene afgestudeerd met een masterscriptie over avonturenverhalen. Arendsoog en Biggles, voor de liefhebbers. Het duurde even voor het kwartje viel en me eindelijk duidelijk was hoe belangrijk verhalen vertellen is bij herstel. Beter gezegd, ik ging op zoek naar mijn verhaal zonder dat ik daar bewust het label ”verhaal’ op plakte. Ik was op zoek naar waarom ik iedere keer manisch werd.

En dat deed ik door keer op keer mijn manische episodes na te lopen. Ik kon ze op een gegeven moment allemaal van A tot Z dromen. Daar heb ik typische vertel- en verhaaltechnieken voor gebruikt. Een journalistiek stuk geeft antwoord op de vragen Wie, Wat, Wanneer, Waarom, Waar en Hoe. En ik heb gemerkt, zo schreef ik eergisteren, dat die ook prima bruikbaar zijn voor het ontrafelen van een manie.

Emoties

Daarbij zijn nog een paar dingen van belang die ik vandaag wil bespreken. Het belangrijkste is dat goed verhaal bestaat uit feiten én emoties. Dus besteed met de vijf W’s en die ene H niet alleen aandacht aan de feiten, maar let vooral ook op hoe je voelde onder die feiten. De tijd dat we met z’n allen dachten dat we rationele wezens waren, ligt ver achter ons. In ieder geval achter mij. Ik weet dat voor een manie niet zozeer de feiten van belang zijn, maar de beleving van die feiten. De emotie bij de feiten bracht mij steeds in de problemen.

En daarom is het dus voor mij van groot belang om ook aandacht te besteden aan emoties. Het was de emotie ergernis die mij in de problemen bracht. Vroeger had ik niet in de gaten dat die ergernis mij op den duur ziek kon maken. Dus liet ik een ergernis z’n gang gaan en ging er dan tegenin. Nu weet ik gelukkig beter. Kom ik tegenwoordig een ergernis tegen dan stel ik me netjes voor en vraag ik me of die dan nog kleine ergernis de toekomstige moeite (en ellende) wel waard is. En dat is nooit het geval. Daarmee haal ik de emotie uit mijn ergernis en heb ik alsnog de keuze om nog eens naar de feiten van de ergernis te kijken. Als dat nog nodig is, want vaak blijkt dat iets helemaal niet zo erg is als ik dacht. Of ik heb het zelf niet in hand, maar dat is dan niet erg meer omdat de emotie er al uit is.

Kortom: besteed bij het vertellen van je eigen verhaal aandacht aan feiten, maar vergeet vooral de emoties niet. Met de emoties kom je veel beter tot de kern.

Naasten

Een tweede belangrijke punt is dat een verhaal de aanwezigheid van een ander veronderstelt. Je vertelt je verhaal aan een ander. Dat kan echt vertellen zijn. Aan een naaste, een lotgenoot of een behandelaar. Dat heeft als voordeel dat er nog iemand meer is die de vijf W’s en die ene H in kan zetten. Zelf heb ik daarnaast in mezelf aan vrienden verteld. Ik beeldde me in dat ze meedachten en vragen stelden die ik weer beantwoordde. Dat werkte voor mij prima, ook voor mijn boek. Zeker ook omdat ik naderhand nog echte feedback kreeg van proeflezers (aan wie ik al denkbeeldig had verteld).

~~~

Afbeelding van Gino Crescoli via Pixabay

Had ik mijn bipolaire stoornis maar eerder als een verhaal benaderd

Deze blogpost is deel 2 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

Vandaag was de tweede bijeenkomst van ‘Wijzer Werken met Ervaring’ bij GGZ Oost Brabant. Het was weer interessant, boeiend en inspirerend. Ik heb met mezelf afgesproken alles binnenskamers te houden omdat het natuurlijk wel over privacy gaat. Toch heb ik behoefte aan enige reflectie dus ik denk ik erover iedere woensdagavond in de digitale pen te kruipen.

Vandaag ging het over herstel en wat dan is. Daar mag je zelf over nadenken. Ik merkte alleen achteraf dat ik misschien voor mezelf een punt ben vergeten. Natuurlijk gaat het erom dat ik mijn leven weer kan leiden zonder last te hebben van mijn stoornis. Maar soms denk ik ook dat de depressie en de manieën nut moeten hebben gehad. En misschien was ik zonder depressie wel nooit gaan vertalen. En zo kan ook positieve gevolgen noemen van mijn manieën.

Toch heb ik het gevoel dat er meer moet zijn. Dat ik iets doe met wat ik heb meegemaakt. Mijn bijdrage, zeg maar. Dat mijn verhaal lotgenoten kan helpen. Via mijn te verschijnen boek. Maar ook via de manier waarop ik dat verhaal heb geschreven want de kern zit misschien wel in het woord verhaal. Ik hoor steeds indrukkende verhalen tijdens de bijeenkomst. Dat is ook niet gek want de mens is volgens mij nou eenmaal geprogrammeerd om verhalen te vertellen of er naar te kijken/luisteren.

Het leven als cliffhanger

Op de terugweg in de taxi en daarna onder het wandelen filosofeerde ik erop door. Een kenmerk van een verhaal is dat het je bij de strot kan grijpen en niet meer loslaat. Je blijft ermee bezig; je moet naar de laatste pagina of aflevering. Je wordt helemaal gek van al die cliffhangers. Je kunt het nauwelijks loslaten.

Onbewust heb ik na mijn manie van 2019 een verhaal van mijn stoornis gemaakt. Ik bleef mezelf maar uitdagen door de verhalen van de (voor)geschiedenis van mijn manie voor de geest te halen. Ik gebruikte simpele journalistieke vragen als Wie, Wat, Waarom, Wanneer, Waar en Hoe? Die hielpen om het verhaal concreet te maken. Beter te visualiseren. Ik moest mijn verhaal vertellen en was er elke dag mee bezig, alsof mijn leven ervanaf hing. Er moest iets zijn wat mij steeds triggerde en het moest te vinden zijn rond mijn manieën.

Leren van het contrast

Het was een hele zoektocht en een groot contrast met hoe ik daarvoor mijn behandeling vaak benaderde. Ik nam mijn medicatie dagelijks in en had iedere drie maanden of zo een gesprek. Dan keek ik een dag dan tevoren soms nog wel even naar mijn signaleringsplan. Ik las pagina 1, met de fase 0 ‘Alles gaat goed’. Dat klopte helemaal en ik stopte met lezen. Signalen waar ik alert moest zijn, zag ik zo maar zelden. Denk aan signalen bij Fase 1 ‘Het gaat iets minder’.

Mijn nieuwe aanpak, de zoektocht naar een verhaal, leverde me uiteindelijk op dat ik het verhaal van iedere manie kon navertellen. Zodanig goed navertellen dat ik in kon grijpen toen ik een klein jaar later in een nieuwe situatie een fragment uit dat verhaal herkende. Het werd nog mooier want het fragment hoorde bij de inleiding van het verhaal. Ik kon nog alle kanten, was nog niet in de ban van de stoornis. Dat was de grote winst bij de speurtocht naar mijn verhaal.

Vertel je herstel?

Wat me vandaag nog duidelijker is geworden, is dat ik anderen wil helpen met hun verhaal. Verhaaltechnieken zijn namelijk volgens mij in elke fase van het herstelproces bruikbaar. En misschien heb ik dan ook nog wat aan mijn opleiding Cultuurwetenschappen omdat daarin verhalen en verteltechnieken een belangrijke rol speelden. Kan ik dat ook nog eens gebruiken.

~~~

#WOT Stemming

Gisteren was het woord ‘stemming’ de #WOT. Daar heb ik natuurlijk het nodige over te zeggen, maar ik kwam er niet eerder aan toe omdat ik nog bezig was met een vertaling. Stemming dus. Het is een belangrijk onderdeel in mijn leven omdat mijn bipolaire stoornis natuurlijk een stemmingsstoornis is. Als mijn stemming door ziekte schommelt, dan betekent dat heel wat meer dan een dipje of juist een opgewekt gevoel. Nee, als mijn stemming schommelt door mijn ziekte/stoornis, dan betekent dat dat ik niet meer gezond kan functioneren. Sterker nog, het betekent al snel dat ik niet meer kán functioneren.

En dat is ook precies de reden dat ik een stemmingsstabilisator slik. En nog een aanverwant medicijn ter ondersteuning. Gelukkig houden ze me stabiel. Op dit blog gaat het vaak over mijn bipolaire stoornis. Omdat die zo’n grote invloed op mijn leven heeft gehad. Ik schrijf ‘gehad’ met enige twijfel maar toch ook met overtuiging. Ik denk namelijk dat ik het beginpunt van mijn manieën gevonden heb. Dat is bij mij de emotie ergernis die alles in gang zet. Sinds ik dat weet, ben ik er ook meer over gaan schrijven. Op dit blog en in een boek waar proeflezers erg enthousiast over zijn. Ik hoop het snel te kunnen publiceren omdat ik echt hoop er anderen mee te kunnen helpen.

Ik wil wijzen op het risico van ergernissen. Ze kunnen namelijk met je aan de haal gaan en je hoeft nog niet eens een bipolaire stoornis te hebben om daar de kwalijke gevolgen van te ondervinden. Nu ik me bewust ben van die kwalijke rol van ergernissen, weet ik dat ze me simpelweg de ellende die ze me in het verleden hebben bezorgd, niet waard zijn. Dat besef helpt mij enorm.

Lotgenoten helpen

Met bovengenoemde inzichten zou ik graag lotgenoten willen helpen. En lotgenoten mag je breed opvatten. Het was een reden dat ik mijn boek schreef. En het was de reden dat ik begon met de cursus Wijzer Werken Met Ervaring bij GGZ Oost Brabant waar ik eergisteren over blogde. Omdat ik nogal een lezer ben, graag blog en zeker door de ervaring met het schrijven van mijn boek, ben ik me heel erg bewust van de kracht van verhalen. Een sterk punt van een verhaal is dat je er sneller dagelijks mee bezig bent. En ik heb geleerd dat dat belangrijk is. Als ik eerder dagelijks met het verhaal van mijn stoornis bezig was geweest, was me misschien een hoop ellende bespaard gebleven.

Tijdens de cursus wil ik graag de kracht van het verhaal inbrengen. Een uitdaging die ik eergisteren formuleerde was dan ook andere mensen helpen met het achterhalen en vertellen van hun verhaal. Want ik kan prima mijn eigen verhaal vertellen, maar lukt dat ook bij dat van een ander vertellen? Dat lijkt me een mooie uitdaging.

En of het zo moest zijn, had ik gisteren ook een telefoontje staan met iemand van het bestuur van de Vrienden van het Willibrord Gymnasium. Dat zou gaan over het blad Post Willibrord. Dat bleek te kloppen want ze zochten mensen om mee te helpen het blad te vullen. Oud-leerlingen interviewen en misschien nog wel meer. Of ik daar interesse in had? Gezien wat ik net schreef, was ik daar natuurlijk volledig voor in de stemming. Wordt vervolgd.

~~~

Afbeelding van -Rita-👩‍🍳 und 📷 mit ❤ via Pixabay

Begonnen aan cursus ‘Wijzer Werken met Ervaring’ – Wat ik hoop te bereiken

Deze blogpost is deel 1 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

Vanmiddag is dan eindelijk mijn cursus ‘Wijzer Werken met Ervaring’ bij GGZ Oost Brabant begonnen. Ik keek er al maanden naar uit en na de eerste van vijftien bijeenkomsten ben ik nog enthousiaster geworden. Ik zie mezelf er wel Wijzer van worden. En misschien wil ik er wel in doorgaan. Vandaag was het puur kennismaken, verwachtingen duidelijk maken en doelen stellen. Ik heb vanmiddag in de cursus al aangegeven dat ik blog maar dat het voor mij uiteraard vanzelfsprekend is dat ik niets persoonlijks schrijf wat ik van anderen heb gehoord tijdens de cursus.

We hadden een klein maar divers gezelschap en ik hoop de komende weken juist van die diversiteit te leren. Ik ga de komende tijd nog wel meer vertellen over hoe ik de cursus ervaar maar ik wil vandaag aangeven waarom ik de cursus ben gaan doen. Dat ligt in het verlengde van mijn boek over mijn bipolaire stoornis. Dat boek beschouwde ik als een afsluiting van een lange tijd waarin ik zoekende ben geweest naar waarom ik iedere keer weer manisch werd. Van die manieën had ik immers vaker last dan van die ene depressie waarmee alles begon.

Zoals ik er nu naar kijk, is wat er allemaal is gebeurd tussen pak hem beet 6 juni 2015 en april 2020 erg belangrijk geweest voor mijn herstel. Dat moet ik overigens afkloppen, want je weet het maar nooit met herstel van een bipolaire stoornis. Ik blijf alert, niet zonder reden. Daar ga ik het later misschien nog over hebben. Nu niet.

Op 6 juni 2015 las ik een blog waardoor ik mij uit liet dagen om elke dag 5 minuten te gaan wandelen. Het werden al snel meer minuten en ik wandel nog steeds bijna iedere dag. En hoe vaker ik erover nadenk: dat ik toen iedere dag ging wandelen, heeft mijn leven veranderd. Nog niet meteen, maar wel in april 2019. Ik was totaal onverwacht na 7 jaar toch weer manisch geworden. Toen ik weer bij mijn positieven was, was het me door al dat dagelijkse wandelen snel duidelijk: als ik wilde weten waarom ik steeds manisch was geworden, dan dacht ik dat ik daar alleen maar achter zou komen door er dagelijks over na te denken.

En dat deed ik. Het leverde geen antwoord op, maar in april 2020 herkende ik daardoor wél een situatie van het jaar daarvoor. Een ergernis die ik vaker had gevoeld. Het was was mijn eureka moment. Ik sla wat stappen over, die ik later misschien nog invul, maar het werd een boek om lotgenoten te helpen. Door te wijzen op de rol van ergernissen. Ik ben vast niet de enige die er ziek van kan worden. Door te wijzen op de kracht van verhalen bij het nadenken over een ziekte of stoornis. Je eigen verhaal in lagen steeds verder afpellen en bij de kern komen. En door te wijzen op de rol van gewoontes. Vanaf vandaag dus ook in de cursus ‘Wijzer Werken met Ervaring.’

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Gaat ervaringsdeskundige bij me passen?

Ik kan maar met moeite nog anderhalve week wachten tot mijn cursus ervaringsdeskundige begint bij ggz Oost Brabant. Het is weliswaar maar een inleidende cursus en als ik echt het aan de slag wil als ervaringsdeskundige zal ik nog heel wat meer moeten doen dan deze cursus. Ik wil nu vooral het vak leren kennen om te kijken of het bij me past. Dat is een beetje een dingetje omdat volgens allerlei analyses en tests datgene waar ik goed in ben minder bij mijn karakter past. Om het nog handiger te maken ben ik ook nog eens juist niet goed in dingen die wél bij mijn karakter passen. Maar dan kom ik in een volgend blog nog wel op terug.

Vandaar dat ik deze cursus van vijftien weken belangrijk vind. Past het bij mijn karakter en bij wat ik kan, bij mijn competenties, zeg maar? Dat is de grote vraag die ik graag wil kunnen beantwoorden aan het einde van de cursus. Want ik kan lotgenoten wel willen helpen – en dat wil ik – maar de vraag is of ervaringsdeskundige daarbij de juiste vorm is want als ik daarbij mezelf constant in de weg ga zitten, schiet niemand er wat mee. Juist binnen een vakgebied waarin je werkt voor en met wat soms kwetsbare mensen worden genoemd, moet ik er zelf voor de volle 100% van overtuigd zijn dat het bij me past.

Mijn eigen ‘specialiteiten’ toevoegen

Ik schrijf het hierboven even tussen aanhalingstekens, maar ik wil graag onderzoeken of het gaat lukken in de training mijn eigen specialiteiten toe te voegen: gewoontes en verhalen. Ik heb de laatste bijna tien jaar gemerkt hoe belangrijk die twee voor mij zijn geworden. Zonder gewoontes en verhalen had ik mijn bipolaire nu niet zo goed onder controle als ik dat nu heb. Verhalen hebben me van jongs af aan gefascineerd en sinds ik blogger ben, is belang ervan allemaal maar groter geworden. En de waarde van gewoontes heb ik ook via blogs leren kennen.

En als gewoontes en verhalen mij kunnen helpen, dan het misschien ook anderen helpen. Ik kon in april 2020 mijn ontdekking doen doordat ik toen mijn manie van 2019 te boven was gekomen, elke dag de verhalen in hoofd na liep. Niet alleen van de manie van 2019, maar ook die van eerdere manieën. Daardoor herkende in 2020 het beginpunt van een manie. Ik herkende een emotie die ik aan het van de manie van het jaar ervoor ook had gehad. En bij alle andere manieën. Ik hoop dat ik niet de enige ben die zo tot inzicht kan komen.

Dáár wil ik mee helpen.

~~~

Afbeelding van Tumisu via Pixabay

#WOT verandering – het mag een onsje meer zijn

Verandering. Ben ik er goed in? Niet echt. Ik laat liever dingen bij het oude, maar 2,5 jaar geleden deed ik een ontdekking over mijn bipolaire stoornis die mijn leven veranderde. Ik ontdekte dat ik een ergernis niet met me aan de haal moet laten gaan, maar dat ik die zo snel mogelijk op moet lossen. Anders kan het in de loop van twee maanden een manie worden. In de praktijk blijkt dat het me al helpt dat ik me nu de mogelijke consequentie van een ergernis realiseer. Daar heb ik dus geen zin in. Ergernissen zijn me die mogelijke ellende gewoon niet waard.

Dat was dus de eerste verandering. En er kwamen er meer.

Ik schreef een boek

Ja, ik had steeds goed in de gaten dat ik me ergerde, maar zag tot 2,5 jaar geleden nooit het verband met met mijn manieën. Nu weet ik dus waar ik op moet letten en is het best eenvoudig. Omdat ik zo opgetogen was en omdat ik zelf mijn ontdekking had gedaan, wilde ik ook alles opschrijven. Ik ben niet al te streng voor proeflezers – lees: ik geef ze geen deadline – maar ik hoop dat ik mij binnen afzienbare tijd schrijver mag noemen.

Ik ga een cursus volgen

Er is nog meer verandering want ik heb niet de indruk dat ik een gigantische bestseller heb geschreven en dat betekent dat er dus nogal wat mensen zijn die mogelijk baat hebben bij mijn boek , het niet zullen lezen. Dat mensen er baat bij kunnen hebben, is mij wel duidelijk geworden door de reacties van proeflezers. En dus komt er nog een verandering: ik ga een cursus ervaringsdeskundigheid doen. Inleidend, om te kijken of het vak bij mij past en of het een manier van lotgenoten helpen is die bij mij past.

Het smaakt naar meer, die veranderingen

Dus er is hopelijk meer verandering op komst. En het mag nog wel onsje meer zijn want bij Lalagè las ik in een recensie van het boek De kracht van betekenis van de hand van Emily Esfahani Smith dat verhalen vertellen zingeving geeft. Dat geloof ik graag. Dus als ik één verandering meer wens, is het dat ik méér van bovenstaande verhalen mag vertellen want ik merk dat die mij écht zingeving geven. En dat maakt gewoontevorming ook weer een stuk makkelijker.

Maar er is altijd behoudzucht

Dit is een verandering die ik zelf in gang en door moet zetten. Niet iets wat me overkomt want soms heb ik het idee dat ik te makkelijk het idee heb dat iets me overkomt en dat ik daaraan vasthoud, terwijl ik eigenlijk verandering wil. Gelukkig heb ik het idee dat ik in mijn vakantie daarin stappen heb gezet. Dat deze eerste werkweek dan weer even lastig is, dat kan best maar komen zal ik er.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Via mijn boek als buddy in de geestelijke gezondheidszorg?

De vakantie zit er weer bijna op. Niet alles gedaan wat ik wilde en dat betekent dat ik komende week naast mijn werk druk aan de slag mag met Gimlet. Dat komt wel goed. En hier ga ik het dus over mijn boek en gewoontes hebben. Die twee zijn wat mij betreft onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ook met mijn vertalingen, maar daarbij vind ik het niet zo belangrijk.

Mijn boek daarentegen voelt voor mij aan als verreweg het belangrijkste wat ik ooit heb geschreven. Juist omdat het gaat om psychische gezondheid. Ik heb mijn boek onder anderen al laten lezen door een aantal mensen die professioneel kijk hebben op geestelijke gezondheidszorg. Zij zijn enthousiast. En dat maakt mij weer enthousiast, want het helpen van lotgenoten was toch een belangrijke drijfveer van het hele project.

De afgelopen tijd heb ik nagedacht over hoe ik zo veel mogelijk mensen kan bereiken, zeker na al die positieve reacties. Daar hoop ik komende week meer over te kunnen vertellen, misschien morgen al. Hoe dan ook vind ik het een mooie zoektocht om mijn boek te laten landen. En misschien komen er nog wel andere vormen. Niet iedereen leest graag, dus een training geven is ook een idee waar ik mee speel. Uiteindelijk draait mijn boek om een ontdekking die ik deed door dagelijks ergens naar te kijken, dagelijks over iets na te denken. En dat hoef je niet uit een boek te leren, al hoop ik dat het mijne wel inspirerend is.

Een boek of toch meer dan alleen een boek?

En ik geloof dat er meer inspirerende verhalen zijn. Daar wil ik naar op zoek want ik heb het idee dat er in die verhalen zo veel wijsheid en kennis zit dat door de lessen uit die misschien heel veel gezondheidswinst te behalen is. Door de verhalen van oude rotten uit het vak op de een andere manier vast te leggen voor nieuwkomers: boek, film, training, lezing enz. Je leerde vroeger op school toch ook van docenten? Waarom zou dat in de (geestelijke) gezondheidszorg dan ook niet kunnen? Een patiënt met 10+ jaar ervaring die zijn of haar kennis overdraagt aan nieuwkomers?

~~~

Afbeelding van Ingela Skullman via Pixabay

Gewoontes, boek en talen leren

De afgelopen tijd heb ik me nogal afgevraagd wat ik met mezelf wil. En dus met dit blog. Ik denk dat ik nu het antwoord weet, in ieder geval voorlopig. Ik ga het de komende tijd nog een keer hebben over gewoontes, mijn boek en leren. Wie dit blog al langer volgt, weet waarschijnlijk dat die onderwerpen vaker de revue zijn gepasseerd.

Maar ik denk dat ik zonder gewoontes mijn ontdekking over mijn bipolaire stoornis niet had gedaan. En omdat ik ook denk dat vlak de behandeling van psychische problemen behoorlijk tekortschiet, wil ik daar graag mijn visie op geven. Om te beginnen met het uitleggen/nuanceren van de vorige zin. Je kunt een signaleringsplan maken en een life chart invullen, maar de gesprekken met een behandelaar zijn eerst wel gericht op dat signaleringsplan maar gaan al snel over op de vraag hoe je nu voelt. En naarmate het langer goed gaat, zit er meer tijd tussen de gesprekken. Dan ben je niet dagelijks met je stoornis bezig, behalve misschien door je medicijnen. Een life chart kan helpen, maar lang niet alle psychische stoornissen maken er gebruik van. Bij mijn weten is een life chart typisch iets rond een bipolaire stoornis. Je moet in een life chart dagelijks je dag scoren. Negen stappen van depressief naar manisch. Maar ja, wanneer ben je stabiel, of juist licht manisch? Dat lijkt me behoorlijk lastig. Meer over het signaleringsplan en de life chart straks in mijn boek.

Afijn, ik heb het idee dat wat ik in mijn boek beschrijf daar kan helpen. En misschien wel breder dan de bipolaire stoornis. Het heeft te maken met elke dag ermee bezig zijn. Gelukkig niet al te lang, maar wel elke dag. En het wordt een automatisme, merk ik, een gewoonte.

Talen leren

Het tweede onderwerp dat ik de komende tijd wil gaan bespreken is talen leren, ook weer in combinatie met gewoontes. Ik was vroeger op school vooral goed in talen, maar ik heb er daarna weinig meer mee gedaan. Behalve dan met Engels, dat ik dagelijks gebruik en natuurlijk heb ik boeken uit het Engels vertaald. Samen met anderen. Maar soms heb ik ik het idee dat ik boek na boek dezelfde woorden opzoek. Misschien moet ik daar wat aan doen, om me meer op het vertalen te kunnen concentreren.

En wat te denken van Frans en Duits, Latijn niet te na gesproken? Een paar jaar(?) terug zat ik wat te snuffelen rond frequentiewoordenboeken en kwam ik wat tegen van een zekere Paul Nation. Dat je met de eerste 1000 woorden naar frequentie 85% van gesproken taal begrijpt. En met 4000 – 5000 woorden 95% procent van geschreven tekst (voorwoorden Routledge Frequency dictionaries). De man bleek te werken aan de universiteit van Wellington, Nieuw-Zeeland. En hij had leerboeken geschreven met 4000 Engelse woorden. Maar interessanter was dat hij ook een boek had geschreven over hoe je een moderne vreemde taal kunt leren.

Het heeft even geduurd, maar ik heb het nu gelezen. Ik vond het interessant en zie mogelijkheden om talen op te halen op een manier die ik boeiender vind dan met Fluent Forever.

Afwisseling

Hier gaat het de komende tijd dus stuivertje wisselen worden tussen posts rond mijn boek en rond talen leren.

~~~

Afbeelding van Sabine Kroschel via Pixabay

Gisteren een middagje Helmond: hoe hoor ik nu?

Gistermiddag zag ik eindelijk weer eens de bibliotheek van Helmond van binnen. Ik was er al een hele tijd niet meer geweest. De reden daarvoor zag wel bekend zijn. Daarnaast maak ik vaak gebruik van de Online Bibliotheek. Maar het prentenboek van Ted van Lieshout en Sieb Posthuma, Spin op sokken, dat Leonoor me aanraadde tijdens een leuke Twitterdiscussie, bestond alleen op papier. En nieuw was het niet meer te krijgen, dus ik besloot het een keer te lezen als ik weer eens in Helmond was.

Alleen duurde dat even. Gisteren kon ik er echter niet meer aan ontkomen omdat ik al een een tijdje problemen had met mijn gehoor. Afgelopen donderdag toch maar voor gebeld want mijn hoorapparaten twee tandjes harder zetten, hielp te weinig. Gelukkig kon ik al snel terecht bij de audicien. Ik was er best een beetje zenuwachtig voor. Toen twee jaar geleden mijn oude toestellen vervangen konden worden, bleek bij de audioloog dat ik met die oude toestellen, categorie 4, nog maar 90% spraakverstaan haalde. De test bestond uit een gedeelte met piepjes en een deel met woordjes. Die piepjes kostten de grootste moeite. Volgens de audioloog had ik regelmatig op het knopje gedrukt terwijl er geen piepje te horen was.

En ik had toch echt wat gehoord. Als het heel stil is en ik me goed concentreer, hoor ik weleens geluiden die er niet zijn: tinnitus, vooral in de vorm van piepjes. Dat komt goed uit bij zo’n test. We kwamen er toch uit. Ik had sterkere toestellen nodig, uit categorie 5, de zwaarste. Toen ik die een tijdje had en op controle moest, scoorde ik weer 100% op de spraaktest.

Gistermiddag bij de audicien begon het ermee dat ik binnengeroepen werd en we een kort gesprek hadden over hoe ik nu hoorde en wat de procedure was. Daarna werden mijn hoorapparaten schoongemaakt. De volgende stap was een gehoortest, zonder toestellen, maar mét piepjes.

Rechts in de hoge tonen iets achteruit maar…

Toen ik klaar was met de test, mocht ik mijn toestellen weer in doen en ik hoorde het meteen: dit was weer het gehoopte volume, terwijl mijn toestellen op normale sterkte stonden. Dus niet twee tandjes harder, zoals de laatste tijd. De audicien legde uit: het gehoor links was hetzelfde gebleven, rechts hoge tonen was iets achteruitgegaan. Ze had ook nog wat aan mijn toestellen gedaan: nieuwe slangetjes eraan gezet. En ze had mijn hoorapparaten schoongemaakt: er had wat vuil op de microfooningang gezeten. Dát had ik dus al gemerkt (en stiekem gehoopt). Ik hoorde weer normaal en besloot het genoemde gehoorverlies voorlopig even te negeren, ook met het piepjesavontuur bij de audioloog in gedachten.

Dat was toch wel een opluchting. Het was al een mogelijkheid waarmee ik rekening had gehouden omdat ik vroeger mijn hoorapparaten ieder half jaar liet controleren. Deze toestellen hadden die controle door de eerder genoemde bekende omstandigheden niet gehad. En dit kun je helaas zelf niet verhelpen. In de gaten houden dus. En net voor ik aan deze blogpost begon, bevestigde mijn huisgenoot dat ik nu beter hoorde dan voor ik gisteren naar Helmond ging.

En tussendoor nog een boek

Toen ik Spin op sokken uit had, had ik nog tijd over voor de afspraak bij de audicien en dacht ik: zou hier ook wat staan over bipolaire stoornissen? Dat bleek het geval te zijn, Pillendoos van Cornelie Egelie-Sprenger. Maar terwijl er aan begon op het terras van de bieb, merkte ik bij de voorwoorden dat het me behoorlijk aangreep omdat ik iets te veel herkende. Dus zette ik het terug op de plank. Even later realiseerde ik me dat ik mijn biebpasje niet bij me had. Thuis heb ik nog even de preview van het boek gelezen, dat waren willekeurige pagina’s. Weer herkenbaar maar niet meer emotioneel. Ik ga het dus nog lezen.

~~~

Afbeelding van OpenClipart-Vectors via Pixabay

Iets dagelijks doen, geeft een andere blik

Dit is een blogpost in twee delen. Ik schreef het eerste stuk gisteren voor ik naar de (opname van) de oratie ging kijken van Chantal Bleeker. En die oratie zette me dusdanig aan het denken dat ik niet meer aan dit blog toekwam. Ik ging nadenken over communicatie, over dat dingen niet te moeilijk mochten zijn. Als iets moeite kost, doe ik het zelf soms ook liever niet. Daar kan ik een heel simpel voorbeeld van geven. Pas 18 jaar na de diagnose bipolaire stoornis deed ik mijn ontdekking over de ergernissen. Een ontdekking die mijn leven op een positieve manier op zijn kop zette. En die ik misschien wel te danken had aan het feit dat ik dankzij een blogger elke dag was gaan wandelen. Nou ja, dat wandelen heb ik natuurlijk zelf gedaan. Maar die blogger kreeg me definitief zover dat ik iedere dag de ene voet voor de andere wilde zetten.

Waar het om gaat, is dat ik de waarde van dagelijkse gewoontes begon in te zien en ze langzaam ook ging toepassen op mijn bipolaire stoornis. Ik ben ervan overtuigd dat het feit dat ik dagelijks over mijn stoornis nadacht mij uiteindelijk misschien wel de oplossing bracht.

Terwijl ik diezelfde oplossing misschien al eerder had bereikt als ik bereid was geweest dagelijks mijn life chart in te vullen. Maar in 2007 en 2014 – toen ik er in mijn behandeling mee in aanraking kwam – vond ik die boekjes maar lastig en apps waren er nog niet (of misschien nauwelijks). Ik denk echter dat dat niet het grote probleem: het probleem was dat ik niet dagelijks en structureel na wilde denken over mijn stoornis. Ik geloofde in medicijnen en die nam ik trouw in. Maar dat hielp niet altijd.

Ik denk dat de ommekeer kwam met het besef dat het wél dagelijks moest. Nadenken over die vervelende stoornis. Ook al is het niet leuk. Maar het mooie is dat nu ik er tóch dagelijks over na ben gaan denken, ik zie dat je véél meer controle over mijn stoornis heb dan ik ooit had durven dromen. En misschien ook wel méér controle dan medici voor mogelijk houden. Ik ben bezig dát uit te zoeken, het wijst nu wel een beetje die kant op. Ik kom er uiteraard op terug want ik vind het een belangrijk vraagstuk. Net als die vraag: hoe krijg je mensen zover dat ze ergens dagelijks mee bezig willen zijn.

En dat alles dankzij de oratie van Chantal Bleeker.

Wat hier onder staat, schreef ik gister voor ik de oratie bekeek, maar het hangt er wel mee samen.

Nu ik de afgelopen bijna twee jaar zo druk bezig ben geweest met het boek over mijn bipolaire stoornis, of liever over hoe ik ermee heb leren omgaan, heb ik gemerkt hoe fijn ik schrijven aan een boek vind. Natuurlijk, ik wist het al een beetje van mijn vertalingen, maar het viel bij het werken aan mijn boek nog meer op.

Ik bleek het heerlijk te vinden om niet meteen op ‘Publiceren’ te hoeven klikken. En dat wat ik wilde schrijven, hoefde ook niet in één dag af. Het boek gaf mij min of meer de gelegenheid om nog een keer na te denken over iets, als ik nog niet helemaal tevreden over was. Het gaf de gelegenheid dieper op een onderwerp in te gaan, te schaven als dat nodig was. Wat dat betreft ben ik ook heel blij met mijn proeflezers. Meer dan bloggen voelde het schrijven van een boek aan als een teamprestatie.

Dit blog tik ik zelf en ik druk ook zelf op de al genoemde knop ‘Publiceren’. Natuurlijk, er zijn ooit reacties. Maar dat valt in het niet bij wat ik mee mocht maken als schrijver van een boek. En ik zal het ook maar meteen zeggen: ik wil het zo nog wel een paar keer doen. Ik heb ideeën genoeg. Misschien zijn het wel dingen waar de wereld op zit te wachten.

Zo valt er over het onderwerp dagelijkse gewoontes meer te zeggen dan ik heb gedaan in het boek dat hopelijk in het najaar verschijnt. Volgens mij is een groot deel van de daarin beschreven successen te danken aan dagelijkse gewoontes. Ze kunnen daarom volgens mij van belang zijn binnen een ggz-behandeling. En ik zie dat belang ook bij revalidatie. Dus wie weet wordt dat nog een boek.

Een andere dwarsstraat is dat er volgens mij veel meer mensen rondlopen met een verhaal dat het ook waard is om te vertellen. Omdat het inzicht biedt, omdat het inspirerend is, of omdat het vertellen en het lezen zelfvertrouwen geeft.

Nou was ik eigenlijk van plan te gaan zeggen dat ik voorlopig wilde stoppen met bloggen, maar na dit korte blog denk ik daar toch weer anders over. Ik wil nog wat promotie blijven doen voor mijn boek en ik heb nog wat onderwerpen liggen waar ik posts van kan maken. En ik kan vast onderzoek doen voor nieuwe boeken en dat misschien hier vastleggen. Bloggen heeft voor mij toch al jaren een bepaalde charme en het zou zonde zijn om niet van die charme te blijven genieten.

~~~

Afbeelding van Larisa Koshkina via Pixabay