Hoe ik las of hoop te gaan lezen

Deze blogpost is deel 5 van 5 in de reeks Terug naar Cultuurwetenschappen

Eén van de (lichte) frustraties van mijn studie Cultuurwetenschappen aan de UvT was dat ik na afloop van veel van de prachtige romans die we mochten lezen toch vaak licht teleurgesteld achterbleef. Wat een prachtig boek, maar wat mis ik waarschijnlijk veel.

Dat besef werd er natuurlijk niet kleiner op doordat we allerlei colleges hadden gehad over literatuuropvattingen en leestheorieën zoals de Russische formalisten, close reading (Merlyn) of reader-response theory. We kregen dan per college de belangrijkste eigenschappen en namen te horen van zo’n theorie. Maar hoe de heren van Merlyn dan hun teksten lazen, bleef in duisternis gehuld. Want het het ‘hoe’ kreeg weinig aandacht.

Door die achtergrondkennis was het mij duidelijk dat ik veel miste bij het lezen van een roman. Ja, ik haalde het thema van het college wel uit het boek en ik zag af en toe voorbeelden van intertekstualiteit. Gelukkig raakten de meeste romans ook zonder al te diepgravende tekstuele analyse een snaar bij me en kon ik de boeken van voldoende duiding voorzien om de vakken te halen. Hoeveel vakken we ook hadden, de praktijk bij de theorie werd aan ons studenten overgelaten.

Eerlijkheidshalve moet ik er bij zeggen dat ik mij afvraag of ik voldoende tijd gehad zou hebben om echt diep in een boek te duiken. Soms moesten we een vuistdikke roman van vijfhonderd pagina’s en theoretische achtergrondteksten bestuderen en kwamen daar nog andere vakken bij ook. Dan hadden we de week erop misschien een dunner literair werk te lezen, maar het is voor het idee.

Er meer uithalen met extra uitdagingen

Nu kan ik weliswaar zo lang doen over een roman als ik zelf wil, maar hoewel ik geniet van het lezen bekruipt me nog regelmatig het gevoel dat er meer uit te halen valt. En dat is precies de uitdaging die ik met Hoe lees ik? van Lidewijde Paris aan wil gaan. Ik ben er vandaag aan begonnen en ik werd al meteen geconfronteerd met een mogelijke tekortkoming van mijn leesstrategie: ik maak geen aantekeningen in boeken. Dat heeft alles te maken met mijn handicap. Daardoor kan ik maar één hand gebruiken en om het nog onhandiger (pun intended) te maken is dat mijn linkerhand terwijl ik van aanleg rechtshandig ben. En dat is te zien aan mijn handschrift en maakt aantekeningen maken in een boek tot een tamelijk zinloze exercitie.

Dus zit ik nu met Hoe lees ik? niet in mijn luie stoel maar aan de keukentafel met een schrift en een pen in de aanslag. Want ik begrijp absoluut wel het nut van aantekeningen maken tijdens het lezen, het is alleen nog zoeken naar een goede manier om dat te doen. Het is bijvoorbeeld de vraag of mijn rechterarm niet te spastisch is om het boek open te houden tijdens het maken van aantekeningen. Die rechterarm heeft nogal de neiging naar mijn schouder te gaan.

Zo stelt aandachtig lezen mij voor wat extra uitdagingen. Die zouden opgelost kunnen worden met de e-reader die ik ook heb maar het is zonde om al mijn prachtige papieren romans ongelezen te laten. En ik heb Hoe lees ik? ook op papier besteld bij de lokale boekhandel.

Bron afbeelding: Goodreads

Nog even geen Cultuurwetenschappen maar straks…

Deze blogpost is deel 4 van 5 in de reeks Terug naar Cultuurwetenschappen

Mijn studie Cultuurwetenschappen is niet helemaal gelopen zoals ik het misschien graag gewild had. Ik heb er lang over gedaan omdat ik toen ook al last had van mijn bipolaire stoornis en dat zorgde nogal voor problemen. Het speelde bijvoorbeeld vooral op rond de tijd dat er tentamens waren of dat er werkstukken ingeleverd moesten worden. Dat ging dan vaak mis. Het jaar daarna kon ik het dan opnieuw proberen want het kostte me behoorlijk wat tijd om weer helemaal de oude te worden.

Maar dat jaar erop had ik dan weinig zelf vertrouwen – ik word toch weer ziek als ik alles op orde heb, waarom zou ik moeite doen? Gevolg was dat mijn motivatie niet zo hoog was en dat ik uit werkstukken, op een enkele uitzondering na zoals mijn bachelorscriptie en een enkele paper uit de master, lang niet alles haalde wat erin zat.

Wel heb ik interessante studieboeken en readers gehad die absoluut meer aandacht verdienden dan ik ze op dat moment gaf. Vandaar ook deze serie en ik ben nog steeds van plan daar meer mee te doen. Zo lees ik graag met Peter en zijn avonturen voor de studie Cultuurwetenschappen aan de OU. Voor die tijd dacht ik bij de OU vooral aan Rensenbrink die niet op de paal schoot, maar dat beeld is een stuk bijgesteld.

Longreads?

Langzaam begin ik een idee te krijgen. Zo zou ik best een aantal literaire werken uit mijn studie nogmaals willen lezen en als ik de opdrachten nog kan vinden nog een keer een analyse schrijven van die boeken, waarbij ik dan uiteraard ook de blogs van Peter meeneem. Ja, dat zie ik eigenlijk wel zitten. Ik weet alleen nog niet precies hoe ik het wil doen. De papers waren langer dan mijn blogs en ik zou moeten kijken of het kan splitsen of dat ik er longreads van maak. We zullen zien. En misschien ga ik ook wel wat voorbeelden laten zien van de colleges en het onderzoek van bepaalde docenten. Zo heb ik bijvoorbeeld college gehad van iemand die in een artikel op Neerlandistiek.nl het Paard van Troje werd genoemd. Nee, ik link nog niet 😉

Vorig jaar gaf ik al aan dat Mossyface voorrang had – dat begint nu eindelijk op te schieten – maar ik had er toen nog geen idee van dat ik ook nog een boek ging schrijven en ook dat heeft even voorrang. Maar daarna….

~~~

Afbeelding van Dimitris Vetsikas via Pixabay

Hoe zien gewoontes eruit en hoe leer je ze aan (of af)?

Deze blogpost is deel 24 van 26 in de reeks Gewoontes

Voor je je een nieuwe gewoonte aan kunt leren (of juist af wilt leren) is het handig om te kijken hoe een gewoonte er nu uitziet volgens James Clear in zijn boek Atomic habits.

Een gewoonte doorloopt vier stadia in de tijd:

signaal -> hunkering -> antwoord -> beloning

De vier stappen toegelicht

Dit patroon van vier stappen is in elke gewoonte aanwezig. Laten we het nader bekijken om er betekenis aan te geven. Stap 1 is het signaal dat je brein aanzet tot een bepaald gedrag. Het signaal voorspelt een bepaalde beloning. Vroeger waren dat meestal signalen die gerelateerd zijn aan een plek die te maken heeft met primaire beloningen als eten, water of seks. Tegenwoordig zijn de beloningen vaak uitgesteld, zoals roem of geld, vriendschap, of liefde. Je brein is continu op zoek naar dit soort signalen.

Stap 2 is de hunkering. Als er een signaal is dat wijst op een beloning ga je hunkeren naar die beloning. En die hunkering maakt of breekt een gewoonte. Als het signaal geen verlangen of hunkering naar de beloning roept, is het verdomd lastig om ergens een goede gewoonte te maken. Tegenovergesteld is er geen hogere wiskunde nodig op te snappen dat juist die hunkering het zo moeilijk maakt om slechte gewoontes af te leren. Waar iemand naar hunkert of verlangt, verschilt per persoon.

Stap 3, het antwoord op het signaal en de hunkering, is het gedrag (waarvan je wilt dat het een gewoonte wordt of dat je juist wilt ontwennen als gewoonte). Wandelen, naar de sportschool versus roken of een vette hap naar binnen werken, zeg maar.

Stap 4 is de beloning. Het doel van de gewoonte, het goede gevoel dat het oplevert.

Appeltje eitje, toch?

Je doorloopt de vier stappen (die Clear Wetten noemt) en je hebt een gewoonte, voilà. Ik hoef je niet te vertellen dat het niet zo simpel is. Voor iets een gewoonte is heb je herhaling nodig. Je moet je brein trainen. Daar heeft heeft James Clear een model voor bedacht dat ik hier nu kort opschrijf maar morgen en overmorgen pas uitgebreider bespreek.

Wet -> Hoe creëer je een goede gewoonte?

  1. Signaal -> Maak het duidelijk
  2. Hunkering -> Maak het attractief
  3. Antwoord -> Maak het gemakkelijk
  4. Beloning -> Maak het bevredigend

Was je al opgevallen dat je de opdrachten na de pijl ook kunt ontkennen?

Achtergrond

In 2015 deed ik mee met een blogreeks van Peter Pellenaars over Zen Habits – Mastering the art of change. En ik schreef eind dat jaar een vervolgreeks over hetzelfde boek. Gewoontes bleken de afgelopen jaren nogal een invloed op mij te hebben gehad. Daarom nu een hernieuwd onderzoek met daarbij ook de boeken The power of habit van Charles Duhigg, Good habits, bad habits van Wendy Wood en Atomic habits van James Clear.

~~~

Afbeelding van Pexels via Pixabay

Gewoontes: van scorekaart naar identiteit

Deze blogpost is deel 23 van 26 in de reeks Gewoontes

Van gewoontes ben je je vaak niet bewust. Wist je dat volgens onderzoekers ongeveer 40 tot 50 procent van onze dagelijkse bezigheden bestaat uit gewoontes? Dan is het niet onlogisch dat je niet altijd in de gaten hebt dat je weer eens gewoontegetrouw bezig bent. En hoe kun je een gewoonte afleren als je je niet bewust van die betreffende gewoonte?

Daar heeft James Clear in zijn boek Atomic habits de Habit Score Card voor bedacht. Die hou je een aantal dagen bij en je schrijft het iedere keer op wanneer je iets doet. Dat lijkt misschien een hoop werk, mij in ieder geval wel, maar het kan je helpen in kaart te brengen hoe dagelijkse routine eruit ziet. Vergelijk het met De Tijdvinder. Die heeft me ook ooit geholpen dus misschien ga ik die scorekaart ook nog gebruiken.

Als je je activiteiten op hebt geschreven dan zie misschien patronen, of mogelijkheden. Kijk maar: als ik gewoonte ‘A’ doe doe ik daarna gewoonte ‘B’. Dat soort patronen kunnen helpen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt namelijk dat het helpt als je een nieuwe gewoonte op een vaste tijd en locatie uitvoert. En het werkt nog beter als je dat als formule opschrijft: om 17:00 ruim ik op mijn werkkamer mijn bureau op. Oftewel in formule Om [tijdstip van nieuwe gewoonte] [locatie nieuwe gewoonte] [nieuwe gewoonte]. Deze formule staat overigens ook in The power of habit van Charles Duhigg.

Een variant op deze formule noemt James Clear habit stacking, gewoontes stapelen. Gebruik indien nodig je gewoontescorekaart weer. Je ziet dat je iedere werkdag om 17:00 uur stopt. Dat is een bestaande gewoonte. Daaraan kun je een nieuwe gewoonte koppelen. Je wilt na de werkdag een half uurtje gaan wandelen. Dat ziet er in formulevorm als volgt uit. Na [bestaande gewoonte] ga ik [nieuwe gewoonte]. Dit koppelen van gewoontes werd in het boek van Babauta vergeleken met een hartslag.

Soms heb je gewoon geen zin in je (nieuwe) gewoonte (in aanbouw). Maar dat is maar net hoe je er naar kijkt. Volgens Clear gaat het er om te niet te kijken naar het doel (ook de verliezers van de marathon hadden het doel de wedstrijd te winnen) maar het proces dat de opmaat op weg naar het doel. Een doel is een uitkomst. Vergelijk het met het de doel van de reis: is dat de reis of de bestemming? En het zwarte gat als het doel bereikt is?

En: het doel is niet een blog te schrijven, maar blogger te worden (identiteit).

Bijna tot slot: het is niet ‘moeten’ maar ‘gaan’ of ‘mogen’. Niet: ik moet bloggen maar: ik ga bloggen, ik mag bloggen.

Tot slot: maak het jezelf niet moeilijk: begin in een uitvoering van 2 minuten en bouw dat stap voor stap op. Net als Babauta aanraadt.

Morgen gaan we naar de onderdelen kijken waaruit een gewoonte bestaat en naar kader waarmee je deze volgens James Clear aan dan wel af kunt leren.

Achtergrond

In 2015 deed ik mee met een blogreeks van Peter Pellenaars over Zen Habits – Mastering the art of change. En ik schreef eind dat jaar een vervolgreeks over hetzelfde boek. Gewoontes bleken de afgelopen jaren nogal een invloed op mij te hebben gehad. Daarom nu een hernieuwd onderzoek met daarbij ook de boeken The power of habit van Charles Duhigg, Good habits, bad habits van Wendy Wood en Atomic habits van James Clear.

~~~

Afbeelding van Engin Akyurt via Pixabay

Elke dag 1% beter. Een jaar lang?

Deze blogpost is deel 22 van 26 in de reeks Gewoontes

In de inleiding van zijn boek Atomic habits beschrijft James Clear hoe hij min of meer door een ongeluk met een baseballknuppel ontdekte hoe belangrijk gewoontes zijn. Een honkbalknuppel kwam vol in zijn gezicht terecht omdat die bij het slaan uit de handen van een medeleerling vloog. Hierdoor gingen zijn sportieve aspiraties voorlopig de ijskast in. Maar waar anderen gingen feesten besloot Clear zich toe te leggen op zijn studie. Dat deed hij door zich allerlei goede gewoontes aan te wennen, zoals op tijd tijd naar bed gaan.

Zijn sportcarrière gaf hij niet op en ook daar haalde hij resultaat doordat hij in staat was gewoontes te maken van allerlei oefeningen waar hij een betere sporter van werd. Het leidde er tijdens zijn studie zelfs toe dat hij van een reservepositie opklom naar een landelijk all star team.

Uiteindelijk leidde het niet tot een leven als topsporter maar zijn interesse in gewoontes bleef. Hij begon te bloggen over wat hij leerde, combineerde dat met een succesvolle nieuwsbrief, daarna met een academie en het boek dat ik heb gelezen. Een boek met interessante verhalen dat ook nog eens tot actie aanzet. Daarbij moet ik wel bij zeggen dat ik het boek in drie dagen heb gelezen en ik het gisteren uit had dus of de resultaten beklijven valt nog te bezien.

Die ene procent

Toen Dave Brailsford begin deze eeuw het Britse wielrennen onder zijn hoede kreeg, lag dat eigenlijk al een eeuw op zijn gat. Het was zelfs zo erg dat fietsfabrikanten van het Europese vasteland hun materiaal niet aan Britse teams wilden leveren omdat ze dan als losers gezien zouden kunnen worden. Het las dus voor de hand dat Brailsford het roer radicaal om zou gooien. Maar dat deed hij niet. Hij zocht juist overal naar kleine beetjes. De zadels werden anders afgesteld, de banden werden anders schoongemaakt, er kwam een hartslagmeter, resultaten werden meetbaar gemaakt, enzovoorts. Niets radicaals dus, maar het streven was elk detail 1 procent beter te maken. En het resultaat kwam. Vanaf 2008 domineerden de Britten bij het baanwielrennen op de Olympische Spelen en 2012 won Bradley Wiggins als eerste Brit de Tour de France, waarna Chris Froome dat ook nog eens vier keer deed.

Alles één procent beter, samengestelde rente dus. Het was iets wat James Clear fascineerde. Veel van wat Brailsford met zijn wielrenners deed, had te maken met gewoontes. Wat nu als je jezelf elke dag één procent kunt verbeteren? Niet lineair maar een verbetering in een percentage, een percentage dat in absolute dus steeds groter wordt. Stel je voor dat dat kan? Een jaar lang? Een leven lang? Kan dat met gewoontes? Met goede gewoontes, wel te verstaan want James Clear is er zich maar al te zeer van bewust dat het omgekeerde, elke dag één procent slechter, ook kan met slechte gewoontes.

Uitdaging

Ik heb mijn rekenmachine er nog niet bij gepakt,maar die ene procent verbetering per dag : ik vind het wel een uitdaging die ik aan wil gaan. En met de verhalen van Brailsford, Clear en nog een paar anderen, gecombineerd met een model dat er heel eenvoudig uitziet, lijkt het ook nog te doen ook. Dus ik pak de handschoen op. Jij ook? De komende dagen meer over het model.

Achtergrond

In 2015 deed ik mee met een blogreeks van Peter Pellenaars over Zen Habits – Mastering the art of change. En ik schreef eind dat jaar een vervolgreeks over hetzelfde boek. Gewoontes bleken de afgelopen jaren nogal een invloed op mij te hebben gehad. Daarom nu een hernieuwd onderzoek met daarbij ook de boeken The power of habit van Charles Duhigg, Good habits, bad habits van Wendy Wood en Atomic habits van James Clear.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Er was nog een boek over…

Deze blogpost is deel 21 van 26 in de reeks Gewoontes

Vorig jaar heb ik in een serie uitgebreid stilgestaan bij gewoontevorming. Toen ik de serie beëindigde, schreef ik dat er nog een boek was: Atomic habits van James Clear, maar dat ik dat niet ging bespreken. Inmiddels ben ik van gedachte veranderd en heb ik het toch gelezen. Het boek is uit 2018 en uit de Acknowledgments blijkt dat het helemaal niet zo gek is dat ik al die boeken over hetzelfde onderwerp lees want Clear bedankt Babauta en Duhigg en raadt zijn lezers aan hun werk ook te lezen als Atomic habits bevalt. Het signaal – routine – beloning model van Duhigg komt ook in de lopende tekst naar voren omdat het lijkt op het model dat Clear zelf presenteert, maar daarover in een volgende post meer.

Nu wil ik het hebben over waarom ik dit boek alsnog gelezen heb. Dat komt simpelweg doordat ik me ben gaan realiseren hoe leuk iets kan worden door er een gewoonte van te maken. Dat merk ik de laatste maanden dus echt met schrijven en bloggen. Vroeger vond ik het ook prettig om te doen en ik kreeg ook regelmatig te horen dat iets wat ik geschreven had mooi was of interessant – bijvoorbeeld omdat lezers van mijn blog erop reageren. Altijd fijn.

Maar schrijven bleef altijd iets voor erbij – behalve dan tijdens de korte periode bij Reëlle Communicatie. Maar daar had ik ook andere taken zodat ik vaak maar één tekst in de week of zo schreef. Mooie tijd en veel aan te danken. Het idee achter dit blog bijvoorbeeld.

Herhaling = plezier

Wandelen doe ik vaak en dat levert plezier op. Lang heb ik dagelijks programmeeropdrachten gemaakt en daar haalde ik ook veel plezier uit. En nu merk ik dat met schrijven: ik doe het (bijna) dagelijks en haal er heel veel plezier uit. Dat is iets wat me fascineert en wat ik iedereen gun.

Er is nog een belangrijkere reden. Ik heb gewoontevorming opgenomen als een (klein) onderdeel van mijn boek in wording. Niet alleen omdat het mij persoonlijk goed doet maar omdat ik er van overtuigd ben dat anderen er ook baat bij kunnen hebben. Waarom denk je dat ik erover blog? En er viel me nog iets anders op bij de research voor het: behandelaars hebben wandel- of hardlooptrainingen. Daar kun je dus een dagelijkse gewoonte van maken. En als wandelen of hardlopen als training aangeboden wordt, dan wil best wijzen op technieken om er een gewoonte van te maken.

En dus heb ik dit weekend met heel veel plezier Atomic habits van James Clear gelezen. Er is trouwens ook een Nederlandse vertaling: Elementaire gewoontes.

Achtergrond

In 2015 deed ik mee met een blogreeks van Peter Pellenaars over Zen Habits – Mastering the art of change. En ik schreef eind dat jaar een vervolgreeks over hetzelfde boek. Gewoontes bleken de afgelopen jaren nogal een invloed op mij te hebben gehad. Daarom nu een hernieuwd onderzoek met daarbij ook de boeken The power of habit van Charles Duhigg, Good habits, bad habits van Wendy Wood en Atomic habits van James Clear.

~~~

Afbeelding van David Mark via Pixabay

Vrije tijd in 3 woorden

Toen ik 1 november aan mijn boek begon, had ik geen idee dat het me zo goed zou doen. Toch blijkt dat bijna twee en een halve maand later het geval. Nu ik mijn vrije tijd structureel creatief invul, voel ik me beter. Het is van passief (voornamelijk televisie) naar actief (lezen, schrijven, corrigeren, vertalen). Natuurlijk las ik eerder ook al wel, maar het was vooral de wat meer passieve variant: ik ging te weinig aan de slag met wat ik las, terwijl ik dat altijd een mooi aspect van blogs heb gevonden, actie en reactie. Maar het passieve sloop er langzaam in.

Aan de andere kant zou je kunnen zeggen dat het boek een uitvloeisel is van iets wat ik al zeker twee jaar roep. Dat wat achter me ligt een leerperiode is en daarom nuttig omdat het boek gebaseerd op mijn ervaringen en die ervaringen heb ik natuurlijk eerst moet opdoen en doorleven voor ik ze op papier kwijt kan.

Wat ik wel jammer vind is dat mijn Mossyface vertaling eronder lijdt. Ik lijk er weinig ruimte voor te hebben. Terwijl ik die ruimte qua tijd wel heb. Daar wil ik dus ook structureel tijd voor vrij maken want ik heb nu eenmaal beloofd dat dat boek er zou komen, en we hadden vorig jaar ook afgesproken dat het boek in 2021 ging verschijnen, dus dat moeten we dan ook maar zien te doen. En het grootste deel van het werk is af. Mijn collega heeft zijn deel af, ik het mijne en de herziening van mijn deel schiet ook al op. En het deel van mijn collega leest goed, dus dat lijkt me een goede basis voor een boek.

Ieder moment een nieuwe start

Van Leo Babauta heb ik nog een interview tegoed. Hij wordt geïnterviewd door Tim Ferris, maar het duurt anderhalf uur en ik moet nog even kijken wanneer dat past. Misschien als het dit weekend sneeuwt en er van wandelen wel niks zal komen. Wel heb ik zijn blog gelezen over dat het nieuwe jaar een nieuwe start kan zijn, maar ook iedere dag, of zelfs ieder moment van de dag. Ben ik wel mee eens, maar het zo makkelijk om grootse plannen te hebben en dan het hoofd te laten hangen als er iets niet lukt. Niet meer doen dus, ieder moment van de dag kan een nieuw begin zijn.

Nou las ik straks een artikel op Frankwatching.com van Arjan Broere over hoe je met een jaarthema en dagelijks reflecteren wel een succes kunt maken van goede voornemens. Dat artikel haalde het interview met Babauta ook al aan. En de drie woorden van Chris Brogan werden weer genoemd wat mij duidelijk maakte dat ik mijn vrije tijd met de volgende drie woorden wil invullen:

Boek – blog – vertaling

Misschien niet helemaal de invulling uit het artikel maar het zijn drie zaken waar ik heel graag mee bezig ben, die me een goed gevoel geven (ook achteraf, en dat is ook niet onbelangrijk) en waar ik energie van krijg. Daar wil ik me bezig houden, desnoods ook met een dagelijkse review, zoals het artikel aanraadt. Ik denk dat mijn projectlijstje daar prima bij kan helpen.

En natuurlijk zijn er nog veel meer dingen die ik graag doe in mijn vrije tijd: lezen of wandelen, maar die zijn ondersteunend aan mijn drie woorden. Wat ik lees komt vaak terug op mijn blog, of ontspant gewoon zodat ik weer verder kan. En tijdens het wandelen doe ik vaak ideeën op voor boek, blog of vertaling door de afwisseling van het gefocuste en het diffuse brein.

Dus ik ga een tijde mijn vrije tijd structuren rond deze drie woorden.

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Boek voor mij of voor jou?

Gisteren had ik het met iemand over mijn #NaNoWriMo boek en hij wilde het wel lezen als het af was. Nu was ik toch al van plan om mijn boek af te ronden, al is het maar omdat ik er voor mezelf een aantal dingen op een rij heb gezet die voor mij belangrijk zijn. Door dat boek heb ik me gedwongen om echt nog eens diep over de materie na te denken en heb ik van sommige dingen nu een duidelijker beeld. Daardoor alleen al voor is het project wat mij betreft geslaagd.

Vanaf 1 februari herzien

De afgelopen tijd zijn er me regelmatig dingen te binnen geschoten die ik graag wil toevoegen of wil verduidelijken. En ik ben benieuwd of ik dat wat ik wilde zeggen, zo duidelijk heb opgeschreven als ik wilde. Vanuit mijn ervaring als vertaler weet ik natuurlijk hoe belangrijk de correctieronde is. Die wil ik dan ook niet afraffelen en om die reden heb ik voor de correctie twee maanden uitgetrokken, waar het eigenlijke schrijfwerk maar een maand kostte. En, toegegeven, afgelopen zomer veertien dagen lang een kwartiertje. Dat maakte uiteindelijk ook dat ik in november de uitdaging aanging. Omdat ik toch persoonlijke dingen wilde schrijven en het idee ‘papier’ daarvoor anders aanvoelde dan dit blog, had ik twijfels of ik het wel moest schrijven. Maar ik vond het prettig om te doen, merkte ik, en het luchtte ergens ook op dus ik ben blij dat ik het heb gedaan.

Voor mezelf of ook voor anderen?

Die vraag stel ik nu voor mijn blog, maar geldt natuurlijk ook voor mijn boek. En bij een boek denk ik ook automatisch aan een oplage. Dus ja, het boek is ook voor anderen. Hoe en wat moet ik nog bekijken maar ik zou het raar vinden als ik iets schrijf waar ik zelf baat bij heb, dat anderen dat dan niet kunnen lezen. Daar zit echter een mits aan: ik ben alleen maar ervaringsdeskundige wat dit onderwerp aangaat dus ik moet nog iemand vinden die op professioneel vlak deskundig is. Mocht diegene nu zeggen dat het helemaal nergens op slaat en dat er ook niks van te maken is, dan houdt het natuurlijk op. Dat verwacht ik overigens niet.

De boodschap uit het boek is vrij universeel maar bij mij helaas nooit goed genoeg geland: je staat er nooit alleen voor en als je goed samenwerkt, elkaar aan durft te spreken en jij, een partner en je behandelaar een team vormen, dan kun je mogelijk problemen voorkomen. Die les heb ik in de harde realiteit geleerd maar dat heeft helaas lang geduurd. Dat was ook een motivatie voor het boek.

Een andere motivatie is dat leren. Zeker als je met een ziekte of een beperking te maken hebt, is het leven één groot leerproces. Ik heb in het boek enkele bekende hulpmiddelen genoemd en wat ideeën uit eigen praktijkervaring over waarom ze belangrijk zijn en hoe je ze handig inzet.

Ja, een boek voor mezelf en voor een ander dus, want met een beetje hulp sta je er nooit alleen voor.

~~~

Afbeelding van congerdesign via Pixabay

Vooruitblik op mijn leesjaar 2021

In 2020 heb ik dertig boeken gelezen. Ik had me tot doel gesteld om er 25 te lezen dus dat doel heb ik gehaald. Het andere doel dat ik had gesteld, heb ik niet helemaal gehaald. Het was mijn bedoeling om regelmatiger te lezen, liefst dagelijks. Dat is helaas niet gelukt. Soms gingen er weer weken voorbij zonder ik een boek of mijn e-reader aanraakte. Dat vind ik jammer want zodra ik het lezen dan weer oppak, ben ik meestal weer meteen verkocht.

Soms zie ik alleen tegen beginnen aan een bepaald boek op. Zo heb ik weken gewacht voor ik uiteindelijk begon aan Japan van Cees Nooteboom. Niet iets wat ik normaal zou lezen maar ik had het cadeau gekregen en was toch benieuwd. Alleen heb ik nodeloos op gewacht en in in de tussentijd niets anders gelezen. Jammer. En uiteindelijk heb ik genoten van het boek.

Er waren geen boeken die echt tegenvielen of er juist enorm positief uitsprongen. Ik herlas Oeroeg en daarna Transit van Hella S. Haasse. Die hadden van mij allebei dikker mogen zijn, maar gelukkig staat Heren van de thee voor dit jaar op het programma. De stille kracht van Louis Couperus was prachtig om te lezen maar haalde het net niet bij Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan. Dat las ik tijdens mijn studie.

Zoals ik van plan was heb ik ook behoorlijk wat non-fictie gelezen. Daar heb ik deels ook deels verslag over gedaan: The power of habit van Charles Duhigg, Good habits, bad habits van Wendy Wood en Zen habits – mastering the art of change van Leo Babauta. Met die serie ben ik nog niet helemaal klaar omdat er nog een boek wacht.

Uitdagingen voor 2021

Mijn leesuitdagingen zijn drieledig: ten eerste wil ik iedere dag lezen omdat ik wat ik leuk vind graag regelmatig doe omdat het daar nog leuker van wordt. Vandaag heb ik in ieder geval alvast gelezen. Ten tweede: om dat eerste doel te halen wil ik dit jaar elke week een boek lezen zodat ik uiteindelijk op 52 uitkom. En ten derde wil ik weer actief aan de slag met de non-fictie die ik lees, vooral als het tot de categorie zelfhulpboek behoort.

Als ik zo’n boek goed vind, dan ga ik erover bloggen. Ik probeer me dande belangrijkste punten eigen te maken door erover te schrijven en misschien Anki in te zetten. Toepassen wat er in boeken of blogs staat die lees, heeft me al zo veel gebracht dat ik geen enkele reden zie om daarmee in 2021 te stoppen. Misschien is dat voor mij nog wel het spannendste aan lezen, zeker van non-fictie: wat gaat dit boek mij brengen?

Een boek waar ik wat dat betreft enorm naar uitkijk is Fluent forever van Gabriel Wyner. En zo gaan zich ongetwijfeld nog andere boeken aandienen. Ik sinds een tijdje met OneNote in ieder geval een systeem om te lezen boeken in te noteren en misschien ga ik Goodreads nog wel gebruiken.

Al met al kijk ik uit naar weer een boeiend leesjaar.

~~~

Afbeelding van Free-Photos via Pixabay

Eindelijk In de ban van de Ring

Vlak nadat ik in 2000 of 2001 hoorde dat het verfilmd ging worden, kwam ik het tegen bij, meen ik, de V&D waar ik eigenlijk vooral belangstelling had voorde boekenafdeling. Ik kocht er ook het merendeel van mijn niet-tweedehandse Arendsoogboeken. Maar toen zag ik dus een dikke pil liggen waarvan ik wist dat het een klassieker was: In de ban van de Ring van J.R.R. Tolkien.

Misschien was het omdat het zo’n lijvig boekwerk was, hoe dan ook, het belandde ongelezen in de kast en ondanks dat ik rond de verschijning van de films wel ooit dacht: ik moet er toch eens aan beginnen, deed ik dat nooit. Bijna ieder jaar komt de gedachte dat ik het boek nu eindelijk eens ga lezen wel bij me op. Maar het bleef jarenlang bij die gedachte en de rug van het boek vervaalde behoorlijk, al is nog steeds te lezen dat het om In de ban van de Ring gaat; de rug heeft alleen een valere kleur en een stuk van de voorkant ook, op plekken waar de zon bij kon doordat andere boeken minder omvangrijk zijn.

Maar bij boeken gaat het mij niet om uiterlijke schijn, het gaat om de inhoud. En dit jaar dacht ik weer: ik ga het nu toch eindelijk lezen. Het leek al bijna dezelfde kant op te gaan als ieder jaar. Ja denken, nee doen. Maar of het nu kwam doordat ik op Facebook nog een verwijzing tegenkwam naar de films, ik besloot gistermorgen de dikke pil uit de kast te pakken en ik ben daadwerkelijk begonnen.

Laat ik het erop houden dat dat de reden was dat ik gisteren op Eerste Kerstdag niet blogde en dat ik me er vandaag met een jantje-van-leiden van afmaak. Want ik baal als een stekker dat ik tussen Kerst en Oud & Nieuw geen vrij heb gevraagd.

~~~

Bron afbeelding: Goodreads