Programmeren maar niet echt?

Deze week mocht ik weer een klein beetje programmeren. Nou ja, programmeren is voor puristen misschien een groot woord want ik moest iets maken in html en css. En html staat natuurlijk voor hypertext markup language. Css overigens voor cascading style sheet, watervalstijlbladen. Met html markeer je de betekenis van een element van een website. Iets is bijvoorbeeld een alinea, <p></p>, een link <a></a> of kop<h1></h1> En hoe je die elementen dan opmaakt, bepaal je met css. Voorbeelden van hoe je met css de layout van een pagina bepaalt, kun je zien in de css zen garden.

En ik mag ook een klein beetje gaan programmeren met de Biggles site. Die is oorspronkelijk gebouwd in 1996, nog in De Digitale Stad en was rond 2000 grotendeels voltooid. En rond die tijd nog een eervolle vermelding gekregen van de BBC. Overigens allemaal de verdienste van Dirk Edel en wijlen Marvel Wagenaar. Het was ook echt een site van die tijd. Gebouwd voor een scherm van 1024 bij 768 pixels. De mobiele telefoon bestond al wel maar je kon er alleen maar mee bellen en sms’en. En een tablet was nog gewoon een ander woord voor een pil. De site was dus gemaakt voor één scherm en bevatte veel tabellen omdat dat lekker overzichtelijk uitzag op dat ene scherm.

Maar tegenwoordig kijk je (vooral ook) met je mobieltje op internet. En dan zien al die tabellen er dus knap waardeloos uit. Aan mij dus nu de uitdaging er toch iets van te maken dat op werkbaar is op het huidige veelvoud van schermen. Dus daar ligt de komende tijd nog een mooie uitdaging. Als ‘programmeur’ en als blogger.

De uitdaging is tweeledig

Ten eerste moet de pagina inhoudelijk weer bij de tijd gebracht worden en wel op zo’n manier dat die voortaan ook gemakkelijk is bij te houden. En daar komt mijn rol als schrijver/blogger mooi van pas.

Ten tweede moet de site dus technisch zo in elkaar zitten dat deze er op alle schermen goed uitziet. Dat houdt dus in dat de tabellen op alle schermen werken (Responsive Web Design heet dat) en dat de afbeeldingen voldoen aan de huidige standaarden. Ik kan me zo voorstellen dat je tegenwoordig wat grotere en mooiere afbeeldingen kunt gebruiken (want je kunt desnoods per scherm een aparte afbeelding laden) dan 25 jaar geleden.

Al met al lijkt het me een leuk klusje zo rond de Kerstdagen.

~~~

Afbeelding van ElisaRiva via Pixabay

Biggles op de agenda

Vanmiddag viel Biggles News Magazine nr. 172 in de brievenbus. Ik heb er nog niet in gekeken omdat we nog bezoek kregen. Corona en lockdown proof. Vanavond dus naar kijken. Door mijn blogpost van gisteren werd het me weer duidelijk waarom mijn bijdrage aan de vereniging de laatste jaren wat minder is.

Dat heeft alles te maken met uitstelgedrag en dat uitstelgedrag komt deels voort uit het feit dat ik er geen dagelijkse gewoonte van maak of het in mijn agenda of to do lijst zet. En ja, natuurlijk speelden een aantal ziekte-episodes ook mee, dat ontken ik niet en dat pleit me tot op zekere hoogte ook vrij.

Maar ik heb bezig zijn voor de International Biggles Association altijd heel leuk gevonden. Of dat nu vertalen, de website, BNM (ik ben sinds dit jaar assistent hoofdredacteur) of de nieuwsbrief was: als ik maar bezig ben, vind ik het leuk.

Dan is natuurlijk de hamvraag: waarom was/ben ik niet bezig? Ik denk dat ik de antwoorden al gegeven heb. In lijn met mijn post van gisteren, zet ik het voortaan gewoon in mijn agenda en to do lijst en in mijn projectenlijst. Als ik die gebruik, heb ik gemerkt dat het voor mij werkt. En daarmee gun ik mezelf een hoop plezier. Want waarom zou ik mezelf dat niet gunnen?

Er komt dus een kolom ‘vertalen’ en een kolom ‘I.B.A.’ in mijn projectenlijst en ik kijk voortaan iedere avond of aan het begin van de week wat ik de volgende dag/week voor de vereniging kan doen. Dat komt dan in de to do. Kan ik het over een paar weken zelfs op twee plekken afvinken. Ik verheug er al op. Want zoals Elja schreef: kleine stappen leiden tot succes.

Done en to do

Vanmorgen heb ik al een stuk vertaling van Mossyface nagekeken. Vanavond probeer ik een overzicht te maken van welke pagina’s de I.B.A. website het dringendst (visueel) een update nodig hebben.

PS Uiteraard kan ik nu niet meer vinden waar maar ergens las ik dat succesvolle mensen niet alleen een to do lijst hebben maar ook een done lijst. Daar heb ik tijdje mee gewerkt en dat beviel prima dus die gaat in de reprise.

~~~

Afbeelding van OpenClipart-Vectors via Pixabay

Dit boek zie ik wel zitten

Dit boek zie ik ook zitten maar bedoel ik niet.

Uit de categorie “Dat wist je nog niet over Paul.”: ik ging naar de Avond van het Spannende Boek 2012. Hoe dat zit? Ik werkte toen bij Reëlle, een communicatiebureau van en voor mensen met een beperking. En daar hadden we groepsblog waar collega Marieke regelmatig het internet voor af struinde en als ze dan iets vond vroeg ze blogger in kwestie of ze het blog op onze site mocht doorplaatsen.

Iemand die op die manier op ons groepsblog terechtkwam was Annemiek van Munster. Zij is zo goed als blind. Aan het ene oog helemaal en aan het andere had ze een sterkte van +23 nodig. Ik denk niet dat je dan veel ziet, maar het leverde Annemiek voldoende stof tot schrijven op. Via haar blog en ook haar boek +23 dat ik mocht lezen voor Reëlle’s Lezenderwijzer. Een serieus onderwerp met aanstekelijke humor gebracht. Ik was enthousiast maar daarmee heb ik nog steeds niet verteld wat dat nou met de Avond van het Spannende Boek 2012 te maken had en hoe ik daar terechtkwam.

Dat zat zo

Bij de Maand van het Spannende boek (tegenwoordig Spannende Boekenweken) hoort een geschenkboekje. In 2012 werd dat geschreven door Simone van der Vlugt. En zij vond dat haar hoofdpersoon een slechtziende vrouw moest zijn die iets engs overkwam. Bij haar research kwam zij Annemiek van Munster en haar boek tegen. De twee spraken af en Annemiek liet Simone onder andere ervaren hoe het is om als bijna blinde door een drukke stad te navigeren met een blindenstok.

Omdat de ontstaansgeschiedenis van het boekje toch wel bijzonder was, besloot de organisatie van de Avond van het Spannende Boek zowel Simone van der Vlugt als Annemiek van Munster uit te nodigen en hen te laten interviewen door wijlen Wim Brands.

Dat gesprek kondigde Annemiek uiteraard aan en dat zag mijn collega Marieke. Het leek haar wel iets voor mij en dat was ik met haar eens. Dus ging ik erheen, beleefde een enerverende avond en kwam thuis met een lading boeken, waaronder eentje dat in tweevoud gesigneerd was.

Waarom ik deze herinnering ophaal?

In 2013 schreef Annemiek een tweede boek, Expeditie ribbelroute, dat ik rond de kerstboom hoop te gaan lezen en de laatste jaren beleeft ze veel avonturen met haar geleidehonden, de inmiddels gepensioneerde Chanda en Yoko. Ze vlogt en Yoko heeft haar eigen Facebook-pagina. En over die avonturen komt nu een boek. Ik ben razend benieuwd. Het boek Geleidehond Yoko (werktitel) wordt een multimediaal project.

Meer informatie en intekenen kan hier.

Bron afbeelding: Annemiek van Munster

Welke geschiedenis wil ik vertellen?

Geschiedenis is altijd een van mijn favoriete vakken geweest. Ja, computers en zo vond ik ook wel interessant maar wiskunde en ik zijn nooit vriendjes geweest. Nou ja, op een korte periode in de brugklas na. Wij waren proefkonijnen omdat er nog niet altijd nieuwe methodes waren gekozen voor de basisvorming die net was ingegaan. Zo ook voor wiskunde; we kregen een paar maanden een methode op proef en iedereen haalde tienen, bij wijze van dan maar je begrijpt het idee, dus de docenten schakelden weer gauw over op de oude methode. En daar gingen mijn cijfers weer.

Maar geschiedenis dus. Dat heeft altijd mijn interesse gehad en heeft dat nog. Daarom zat ik te denken om wat vaker geschiedenis aan de orde te laten komen hier. Ik weet nog niet precies in welke vorm maar ik speel met de gedachte. Het grotere geheel, het kleine verhaal. Eigenlijk kun je overal wel geschiedenis van maken. Wat mij er zo in aanspreekt, is dat het bij uitstek draait om verhalen.

Ongetwijfeld kun je van wiskunde ook prachtige verhalen vertellen. Het verhaal van de toepassing van wiskunde; de dingen die door wiskunde logisch toe te passen uitgevonden zijn, het tragische verhaal van Alan Turing. Ik wil maar zeggen, Wiskunde is een groot vat vol verhalen, en zeker niet niet alleen die van Ionica Smeets.

Het gaat wat mij betreft om het verhaal. Sterrenkunde heeft me nooit echt kunnen boeien maar ik genoot van Brechts Leben des Gallilei. Dat de aarde om de zon heen draaide en de ellende die dat Gallilei opleverde met de kerk. Niet de praktijk van de droge sommen maar wat je dankzij die droge sommen kunt bereiken.

Ik doe het te weinig maar door met de blik van een historicus naar te kijken, lukt het me heel aardig om dingen die ik anders maar taaie kost vind, boeiend te maken. Gelukkig zijn er anderen die die taaie kost allesbehalve taai vinden en die met liefde hun tanden stukbijten op ieder wiskundig probleem. Zodat zijn of haar talige medemens daar weer een spannend verhaal van kan maken. Dan is iedereen weer tevreden.

Een ander woord voor geschiedenis is historie en dat komt weer uit het Oud-Griekse ἱστορία en dat betekent dan (ook) weer: verhaal.

~~~

Afbeelding van nonbirinonko via Pixabay

Genoten van mijn #NaNoWriMo project

Vandaag zou ik eigenlijk het voorwoord van mijn NaNoWriMo project schrijven maar er viel een deelonderwerp af omdat het een ingewikkelde grafiek betrof die lastig na te maken viel. Die grafiek zelf had niets met mijn persoonlijke ervaring te maken dus ik besloot om voor die grafiek naar internet te verwijzen.

Ik had er een dag voor uitgetrokken, voor het maken van de grafiek die uiteindelijk uitviel en omdat ik niet het gevoel had dat ik nog een vervangend onderwerp moest verzinnen, was ik dus een dag eerder klaar dan gepland.

Ik heb het gevoel dat ik alles heb gezegd wat ik wilde zeggen en ook qua opzet is het geworden wat ik gehoopt had. Met circa 16.500 woorden heb ik me niet aan de beoogde omvang van 50.000 woorden voor NaNoWriMo gehouden maar ik wil juist een handzaam boek schrijven dat je snel kon lezen maar dat je in mijn ogen voldoende informatie geeft om met de materie aan de slag te gaan. En ik heb het idee dat dat is gelukt.

Ik liep al enige tijd met het idee rond voor dit boekje en heb afgelopen zomer zelfs al een korte voorstudie gedaan waar ik toen uiteindelijk niets mee deed maar die me wel aan het denken zette toen ik eind oktober een paar tweets voorbij zag komen over NaNoWriMo.

Het begon weer te kriebelen zeg maar. Toch een keer proberen? Snel de knoop doorgehakt. Geen fictie want hoewel ik het graag lees heb ik voor wat ik zelf schrijf het gevoel dat ik het zelf mee moet hebben gemaakt voor ik erover kan schrijven. Het moet voor mij op waarheid en eigen ervaring gebaseerd zijn. Toegegeven, toen ik nog op de basisschool zat, ben ik ooit eens aan een roman begonnen maar ik zat al snel helemaal vast. Een serieuze poging kun je het in ieder geval niet noemen. Ik ben er geloof ik een dag mee bezig geweest. Maar het idee auteur te zijn of te worden sprak me toen al aan.

Misschien is die roman iets voor in de toekomst want ik heb tijdens mijn studie Cultuurwetenschappen natuurlijk wel wat over het schrijven van fictie opgestoken en ergens is het misschien een uitdaging maar dan wel voor later.

Voor nu ben ik blij met dit project: non-fictie dus. Ik heb eindelijk eens een maand lang kunnen reflecteren op mijn bipolaire stoornis en daar al mijn ervaringen over op kunnen schrijven. Want ik heb er in die meer dan twintig jaar dat ik er nu last van heb, toch wel het nodige over geleerd. Kennis die ik graag eerder had gehad, zodat ik die had kunnen inzetten ter voorkoming van manieën. Maar ook hier geldt: al doende leert men.

Ik heb het idee dat ik van het opschrijven zelf ook weer heb geleerd en dat vind ik alleen maar winst. Ik weet nog niet wat ik ermee wil gaan doen. Enerzijds heb ik het voor mezelf geschreven, anderzijds zou het toch wel leuk zijn als anderen die in hetzelfde schuitje zitten, het ook lazen en daardoor niet in dezelfde valkuilen trappen als ik.

Voorlopig is dat nog toekomstmuziek. Eerst over een paar maanden herzien. En het herzien schijnt het echte werk te zijn en daarna misschien door een inhoudelijke specialist laten lezen. En vandaar zien we dan wel weer verder.

~~~

Afbeelding van Free-Photos via Pixabay.

Gewoontes: slotwoord en weer aan de slag

Deze blogpost is deel 20 van 26 in de reeks Gewoontes

Na het artikel hoe je van je van de gewoonte af kunt komen om zo vaak naar je telefoonscherm te kijken van gisteren, is deze serie eigenlijk wel beëindigd. Ik heb eruit gehaald waarnaar ik op zoek was, namelijk een verklaring waarom het aanleren van gewoontes me te toch moeizamer afgaat dan in de boeken beschreven staat. Het heeft iets met stress te maken en ik ben ermee aan de slag. En het gaat nu voor korte periodes al een stuk beter. Nu nog voor slechte gewoontes, maar het einde van deze serie lijkt me een mooie gelegenheid om weer eens een poging te wagen een aantal slechte gewoontes af te leren. Eén voor één dan.

Verder heb ik net nog een kleine aanpassing gemaakt in het deel dat ging over het boek van Duhigg. Een gewoonte bestaat volgens hem uit de volgende vier onderdelen (cue, routine, reward en belief). Oftewel aansporing, routine, beloning en geloof. Alleen die vertaling van cue als cansporing zat me nog niet helemaal lekker. Ik had al eens gedacht aan signaal en toen ik gisteren via de Online bibliotheek zag dat vertaalster Patty Adelaar dat in Macht der gewoonte ook had gebruikt, heb ik dat in deze serie ook aangepast.

De afgelopen week heb ik Zen habits – mastering the art of change van Leo Babauta waar het voor mij bijna 5,5 jaar geleden mee begon (zie Achtergrond hieronder. Dat was aanleiding tot nieuwe blogposts. Weliswaar hebben Peter en ik het boek samen niet volledig behandeld, maar ik heb het idee dat dat wel afdoende aan de orde is gekomen in deze serie. Het ging bijvoorbeeld over stress.

Tot slot heb ik natuurlijk nog lang niet alles gelezen wat er over gewoontevorming te lezen valt. Zo kon ik natuurlijk de afgelopen maanden niet om Atomic habits van James Clear heen. Maar ik had eigenlijk al gevonden wat ik zocht, dus ik heb het boek niet gelezen. Wel kan ik voor geïnteresseerden verwijzen naar deze Engelstalige samenvatting van het boek door Arthur Worsley van The Art of Living. Hij is nogal enthousiast.

Inmiddels ben ik ook begonnen aan het project waar ik deze maand mijn kennis van het aanleren van gewoontes bij kan gebruiken: het schrijven van mijn #NaNoWriMo boek. Al wordt dat dan geen roman maar een zelfhulpboek. Morgen meer daarover.

Achtergrond

In 2015 deed ik mee met een blogreeks van Peter Pellenaars over Zen Habits – Mastering the art of change. En ik schreef eind dat jaar een vervolgreeks over hetzelfde boek. Gewoontes bleken de afgelopen jaren nogal een invloed op mij te hebben gehad. Daarom nu een hernieuwd onderzoek met daarbij ook de boeken The power of habit van Charles Duhigg en Good habits, bad habits van Wendy Wood.

~~~

Afbeelding van My pictures are CC0. When doing composings: via Pixabay

Een slechte gewoonte afleren volgens Good habits, bad habits van Wendy Wood

Deze blogpost is deel 19 van 26 in de reeks Gewoontes

Het voordeel van zowel The power of habit van Charles Duhigg als van Good habits, bad habits van Wendy Wood is dat beide boeken eindigen met een positieve noot. Het hoeft helemaal niet moeilijk te zijn om een slechte gewoonte af te leren. Dat in tegenstelling tot Zen habits – mastering the art of change waarin Leo Babauta vooral bezweert niet te beginnen met het afleren van een slechte gewoonte. Hij gaat daarin zelfs zo ver dat hij aangekomen bij het hoofdstuk over slechte gewoontes afleren nog zegt dat je het toepassen van wat hij in dat hoofdstuk schrijft nog maar even moet wachten.

Duhigg en Wood doen allebei minder moeilijk en hun appendices laten het er doodeenvoudig uitzien, dat afleren van een slechte gewoonte. Laten we kijken hoe dat volgens Wood bij het afleren zo vaak op je telefoon te kijken.

In vijf stappen van je slechte gewoonte af*

  1. Word je bewust van je slechte gewoonte anders kun je er simpelweg niet aan werken. Vergeet niet dat je je van veel gewoontes niet of nauwelijks bewust bent omdat je ze op de automatische piloot uitvoert.
  2. Controleer de omgevingssignalen: laat je telefoon liggen als je het huis uitgaat, (iets meer dan) twintig jaar geleden was het nog heel gewoon om zonder telefoon van huis te gaan; verwijder notificaties.
  3. Maak de gewoonte moeilijker: stop je telefoon achter een dichte rits, verwijder apps.
  4. Stapel er een goede gewoonte bovenop. Iedere keer dat je je telefoon checkt, bel je een bekende.
  5. Maak andere acties gemakkelijker. Zorg voor een beter alternatief. Tijd doden: lees een boek.

Pas je deze vijf stappen consistent toe, dan geef je herhaling een kans en kan een alternatief voor/ombuiging van de slechte gewoonte automatisch gedrag worden.

*De vijf stappen zijn door mij geconstrueerd; ze staan wel in de appendix maar worden door Wood niet gepresenteerd als in vijf stappen van je slechte gewoonte af.

Achtergrond

In 2015 deed ik mee met een blogreeks van Peter Pellenaars over Zen Habits – Mastering the art of change. En ik schreef eind dat jaar een vervolgreeks over hetzelfde boek. Gewoontes bleken de afgelopen jaren nogal een invloed op mij te hebben gehad. Daarom nu een hernieuwd onderzoek met daarbij ook de boeken The power of habit van Charles Duhigg en Good habits, bad habits van Wendy Wood.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay


2 gedachtes over “Een slechte gewoonte afleren volgens Wendy Wood”

Peter Pellenaars 3 maanden geleden

Bij de telefoon was het bij mij voornamelijk het gedachteloos veel tijd verliezen aan het scrollen door bijvoorbeeld twitterfeeds. Ik heb dus ook zoals jij aangeeft de notificaties uitgezet en de apps moeilijk toegankelijker gemaakt door ze niet langer op mijn beginscherm te plaatsen. Wat ook werkt is de app volledig van telefoon te halen en alleen op je laptop of pc te gebruiken.
Maar ik vind het wel handig om mijn mobiel altijd bij me te hebben (om bereikbaar te zijn of foto’s te maken). Dus heb ik ervoor gezorgd altijd wat te lezen op mijn mobiel te zetten (bijv links naar artikelen in de leeslijst van de browser) want een boek heb ik niet altijd bij de hand. Het moeilijke bij het afleren van slechte gewoontes is volgens mij ook dat je het niet altijd ervaart als slecht. Ze geven vaak een positief gevoel op het moment zelf. Pas later besef je de negatieve effecten. Dus je moet sterker in je schoenen staan om ze te willen afleren.

Paul van der Werf als reactie op Peter Pellenaars 3 maanden geleden

Da’s een goede tip, van die leeslijst. Daar gebruik ik Feedly voor. Thuis leg ik mijn telefoon vaak weg en als ik er helemaal geen last van wil hebben, dan zet ik hem ook nog eens op stil.

Groots denken? Klein beginnen

De laatste weken merk ik dat ik meer wil met mijn blog. Misschien komt het ook door mijn voornemen mee te doen aan nanowrimo, maar het gevoel is er onmiskenbaar. Dat nanowrimo project wordt geen roman, dat ‘novel’ in National Novel Writing Month‘ laat ik maar even zitten, net als het streven om in een maand 50.000 woorden te schrijven. Ik denk eerder aan non-fictie en klein en compact maar daarover maandag meer wanneer ik daadwerkelijk ben begonnen en er mijn eerste twee schrijfdagen op heb zitten.

Door dit project krijg ik flashbacks naar de start van dit blog. Positieve herinneringen zijn het, maar zo groot als ik toen dacht – mede door die beperking die nu onderwerp zal zijn van mijn boek in wording – zo klein wil ik het nu houden. Ik schrijf voor mezelf; ik probeer dingen helder te krijgen, voor mezelf. Dat is het eerste doel, dat ik er mezelf mee help. Want luidt het gezegde niet dat wie zichzelf niet helpt, een ander ook niet kan helpen?

Toch moet ik toegeven dat ik wel droom: wanneer ik mezelf geholpen heb – ervan uitgaande dat dat lukt, dan kan ik misschien ook een ander helpen. Nu loop ik alleen ver voor de muziek uit. Eerst maar aan slag, morgen alle aantekeningen nog eens doornemen en dan zondag echt beginnen. Ik weet al wat ik dan wil schrijven. Meteen maar het belangrijkste, dan hebben we dat gehad, ook al omdat de rest van het verhaal daaruit volgt.

En, oh ja, ik moet stelling nemen, las ik bij Kitty Kilian. Per hoofdstuk. Dat vind ik een behoorlijke uitdaging want meestal kabbelt het hier vrij rustig voort. Voor dat boek is het wel handig als ik behalve mezelf uiteindelijk ook anderen overtuig. Ik zal immers mensen die ik misschien kan helpen, eert zover moeten zien te krijgen dat ze het eerst lezen. Loop ik alweer voor de muziek uit.

~~~

Afbeelding van Ri Butov via Pixabay

Een gewoonte aanleren via Good habits, bad habits van Wendy Wood

Deze blogpost is deel 18 van 26 in de reeks Gewoontes

Van de drie boeken die ik tot nu toe over gewoontes heb gelezen (Zen habits – Mastering the art of change van Leo Babauta, The power of habit van Charles Duhigg en Good habits, bad habits van Wendy Wood) lijkt het boek van Babauta het meest toegankelijk omdat het je dagelijkse doe-opdrachten geeft en als je op die manier met het boek meedoet (of met de posts erover van Peter Pellenaars) creëer je door het dagelijkse lezen op zich al een gewoonte. En je weet elke dag wat je te doen staat, je moet ergens aan denken voor, tijdens of na het uitvoeren van je gewoonte. Je wordt bij de hand genomen en dat werkt prima.

Toch was ik ook benieuwd naar beide andere boeken en ze stelden me zeker niet teleur. Ze geven meer achtergronden, geven duidelijker aan waarop ze gebaseerd zijn. Babauta heeft het erover dat alles in zijn boek gestolen is, maar doet verder niet aan bronvermelding. Dat doen Wood en Duhigg wel en daardoor is het gemakkelijk om iets na te zoeken of te zien waar het vandaan komt. Het boek van Babauta lijkt gebaseerd te zijn op zijn eigen ervaringen en die van zijn cliënten; Wood en Duhigg hebben achter in hun boeken een duidelijk notenapparaat en geven ook in de lopende tekst steeds duidelijk aan op welke praktijksituatie of studie datgene wat ze op dat moment beweren, is gebaseerd. Dat vind ik een duidelijke pre van Duhigg en Wood. Beide boeken nemen je minder bij de hand dan Babauta dat doet, maar het is zeker niet heel moeilijk om te achterhalen hoe je een gewoonte aan- of afleert. In The power of habit staan veel schema’s die je de weg wijzen. Die schema’s ontbreken in het boek van Wood. Beide boeken sluiten echter af met een praktische epiloog waarin ze hun theorie toepassen op het afleren van (slechte) gewoontes. Morgen komt dat van Good habits, bad habits aan de orde. Hieronder eerst een samenvatting van hoe je volgens Wood een nieuwe gewoonte aanleert.

Een nieuwe gewoonte aanleren volgens Good habits, bad habits van Wendy Wood

Een gewoonte bevat volgens Wood drie onderdelen:

  1. Context: wil je een gewoonte aanleren dan is het handig om voor stabiele contexten te zorgen. Denk aan een vast tijdstip, meteen als je thuiskomt na, of klaar bent met je werk. Of koppel het aan een al bestaande vaste gewoonte (ruim veertig procent van je dagelijkse bezigheden bestaan uit gewoontes). Maar je kunt ook denken een rustige ruimte waar je minder last hebt van afleiding.
  2. Herhaling. Uiteindelijk wordt iets pas een gewoonte als je het vaker doet. Je kunt herhaling makkelijker maken door bijvoorbeeld reminders (fysiek of digitaal) te gebruiken. Wandelschoenen bij de voordeur. Denk ook aan klein beginnen en langzaam uitbouwen. Bij hardlopen moet je bijvoorbeeld conditie opbouwen. Je kunt ook factoren in kaart brengen die je tegenhouden en proberen daar een oplossing voor te vinden. Stress kan een hele vervelende zijn, zagen we gisteren. Uiteraard kun je ook de factoren die je nieuw gewenste gedrag aanmoedigen in kaart brengen. Wat maakt het jou makkelijk om de gewoonte vaker te doen? Een brainstorm en deze vervolgens toepassen kan helpen.
  3. Beloning. Uiteraard kun je jezelf na het uitvoeren van je nieuwe gewoonte ergens op trakteren (of elke succesvolle week/maand) maar vergeet niet dat je pas echt slaagt als je nieuwe gewoonte zelf de beloning wordt. Dan krijg je je dopamineshot eerder en is het meer gekoppeld aan je gewoonte en ga je steeds meer naar je nieuwe gewoonte verlangen. En dat is dan weer de motor om het vol te houden. Uiteindelijk wordt de dopamine steeds kleiner maar een gewoonte kan volgens Wendy Wood prima drijven op beloningen uit het verleden.

Pas je deze drie elementen consistent toe en blijf je dat volhouden dan heb je goede kans dat je nieuwe gewoonte in slijt. Het is echter niet te zeggen na hoeveel dagen dat het geval zal zijn. Er zijn diverse studies met verschillende gewoontes die andere getallen opleveren. Zelf vond ik een onderzoek naar het doneren van bloed wel mooi. Het bleek dat na ongeveer veertig keer doneren, je er zeker van kon zijn dat donoren bleven komen. Dit onderzoek toont meteen aan dat je een gewoonte niet elke dag hoeft uit te voeren om er een gewoonte van te kunnen maken. En zelfs een dagelijkse gewoonte kun je tijdelijk onderbreken en daarna weer makkelijk oppakken, zoals ik zelf ook merkte met mijn Anki-gewoonte.

Achtergrond

In 2015 deed ik mee met een blogreeks van Peter Pellenaars over Zen Habits – Mastering the art of change. En ik schreef eind dat jaar een vervolgreeks over hetzelfde boek. Gewoontes bleken de afgelopen jaren nogal een invloed op mij te hebben gehad. Daarom nu een hernieuwd onderzoek met daarbij ook de boeken The power of habit van Charles Duhigg en Good habits, bad habits van Wendy Wood.

~~~

Afbeelding van Valiphotos via Pixabay

Mooie en minder mooie kanten van gewoontes

Deze blogpost is deel 17 van 26 in de reeks Gewoontes
Zonnebloem

In het derde deel van haar boek Good habits, bad habits staat Wendy Wood stil bij bijzondere gevallen van gewoontes, goed of slecht. Ik wil daar hier nog even kort op ingaan omdat het gewoontes veranderen makkelijker kan maken als je hier rekening mee houdt. Al zal dat niet in alle gevallen mogelijk zijn.

Een eerste punt dat ze aansnijdt is dat onderbrekingen kunnen leiden tot nieuwe gewoontes. Ze haalt het voorbeeld aan van een staking van de Londense Underground. Omdat het geen algehele staking was, kozen veel reizigers toch voor de Underground. Echter, doordat op sommige lijnen werd gestaakt, moesten ze soms afwijken van hun normale route. Wat bleek, niet iedereen was later op het werk. Sommige mensen kozen door de staking voor een snellere route dan ze normaal deden. Over vast gesleten patronen gesproken.

Een tweede mooie punt van gewoontes maar wel eentje waarmee je erg moet uitkijken, is dat gewoontes actief blijven onder stress terwijl bewuste beslissingen vanuit de prefrontale cortex deels wegvallen. Je moet hier echter wel opletten want dit geldt zowel voor goede als slechte gewoontes. Onder spanning val je terug op automatismen, of dat nou wandelen, de krant lezen (een voorbeeld dat in het boek werd gegeven in een stressvolle tentamenperiode waarin van studeren juist minder terecht kwam dan de studenten van plan waren), nagelbijten of roken is.

Iets waar je bij gewoontes mee moet uitkijken is dat je er verslaafd aan kan raken. Een gewoonte is prachtig, maar een verslaving stukken minder. Het is wel een risico waar niet altijd bij wordt stilgestaan maar waar industrieën handig op inspringen. Zoals in het gisteren aangehaalde voorbeeld van gokken. Gelukkig blijkt dat de drie honken ook hier in je voordeel kunnen. Zo kwamen veel Vietnam-soldaten in aanraking met drugs en vreesde men een legioen nieuwe verslaafden te hebben gekweekt. Er werd een studie opgezet om dit drugsgebruik in kaart te brengen. Eenmaal terug in de VS bleek slechts een klein deel van de militairen hun verslaving voort te zetten. Kennelijk was verandering van context – oorlogsituatie vs vreedzame thuissituatie – voldoende om een einde te maken aan het drugsgebruik.

Wood vervolgt met een heel mooi punt van (goede) gewoontes dat ik uit eigen ervaring alleen maar kan onderschrijven namelijk dat je door een gewoonte steeds meer gaat genieten van de betreffende activiteit. Steeds meer plezier. Dit is niet alleen leuk als het al een gewoonte is, maar helpt volgens Wood ook bij het aanleren van gewoontes. Doordat je er plezier aan beleeft, ben je eerder geneigd om het steeds vaker te doen. Kleine kinderen kunnen volgens haar op die manier groentes leren waarderen en zelf vind ik het bij het aanleren van nieuwe gewoontes altijd motiverend dat ik weet dat ik het steeds leuker ga vinden.

Een laatste punt dat Wendy Wood nog noemt is dat context misschien groter is dan je denkt. In de VS wordt in rurale gebieden meer gewandeld dan in steden. En een verhuizing kan helpen. En we zijn meer gaan eten sinds de jaren zeventig, simpelweg omdat de borden en de porties groter worden. We eten nog steeds ons bord leeg en krijgen daardoor meer calorieën binnen dan pakweg vijftig jaar geleden. Een kleiner bord kan dus helpen bij afvallen. Soms gaat het ook om beschikbaarheid: autogordels zijn doordat ze beschikbaar en verplicht waren gaan zorgen dat er minder verkeersdoden komen. Een ander voorbeeld: slimme meters kunnen voor minder energieverbruik zorgen omdat mensen er op een makkelijkere manier een sport van kunnen maken om minder te verbruiken.

Dat was in drie delen een korte samenvatting van Good habits, bad habits van Wendy Wood. Ik ga nog beschrijven wat op basis van haar boek de ideale manier is om een goede gewoonte aan te leren of juist een slechte af te leren.

Achtergrond

In 2015 deed ik mee met een blogreeks van Peter Pellenaars over Zen Habits – Mastering the art of change. En ik schreef eind dat jaar een vervolgreeks over hetzelfde boek. Gewoontes bleken de afgelopen jaren nogal een invloed op mij te hebben gehad. Daarom nu een hernieuwd onderzoek met daarbij ook de boeken The power of habit van Charles Duhigg en Good habits, bad habits van Wendy Wood.

~~~

Afbeelding van Mircea Ploscar via Pixabay