Voor mezelf of ook voor een ander?

In het redactioneel van Biggles News Magazine 172 schreef ik: “[…]Hoewel ik altijd beweer voor mezelf te schrijven, denk ik tijdens het schrijven toch weleens aan u.” Dat geldt natuurlijk ook voor dit blog. Ik schrijf om voor mezelf iets uit te zoeken, uit te denken of uit te leggen, maar ik denk wel aan potentiële lezers. Van sommigen zie ik het soms voor me dat ze het aan het lezen zijn. Of ze dat daadwerkelijk doen, is een ander verhaal maar het helpt om dingen duidelijk te maken als je je afvraagt of lezer x, y, of z het zou interesseren en zou begrijpen. En het motiveert. Als ik echt alleen voor mezelf zou doen, zou ik het denk ik laten.

Wil ik meer publiek?

Ik vraag me ook wel eens af: is dit interessant voor een ander? Het gaat toch vaak om persoonlijke dingen die ik beleef rondom mijn beperkingen. Zelfs van die serie over gewoontevorming doorzag ik deze week ineens hoezeer die toch verweven bleek te zijn met mijn beperkingen. Iemand had het me wel ooit gezegd, maar dat het zo persoonlijk zou zijn, had ik me toen nog niet gerealiseerd hoewel zij waarschijnlijk het eerste zaadje plantte voor die serie, of voor het idee om er nog een keer op terug te komen.

Ik denk dat ik nog voldoende blogs met zonder beperking kan schrijven, maar sinds ik in november een eerste versie van een boek heb geschreven, merk ik zowaar dat ik iets als ambities begin te krijgen met blog en boek. En dat is even wennen. Waar ik met tot op heden een voorstelling kon maken van een handjevol lezers, zie ik nu soms meer. Vooral voor mijn boek dan. Maar wil ik dat wel echt? Nu is zo mooi, leuk een stukje schrijven en that’s it. Ja, er komt af en toe een reactie en daar ben ik blij mee.

Ik heb ooit eerder grotere ambities gehad, wat toen reden was me bij de Stichting Onzichtbaar Ziek aan te sluiten en daar een hele tijd iedere maand een column voor te schrijven. Dat was een mooie tijd en het heeft me zeker dingen opgeleverd die ik nooit had verwacht. Het was een mooi avontuur maar zoiets zoek ik nu niet.

Nu zie ik vooral het avontuur in het boek. Net als voor mijn vertalingen wil ik ook daar een publiek voor vinden. Het blog mag dan mee. En dat voelt niet alleen vreemd aan maar is tegelijkertijd ook spannend.

~~~

Afbeelding van Engin Akyurt via Pixabay

Een nieuwe taal leren?

Mijn collega Rowena vertelde dinsdag dat ze bezig is met een cursus Spaans. Ze vindt het een mooie taal. Dat ben ik helemaal met haar eens en het kostte me dan ook moeite om niet te happen. Wel zette het me nogmaals aan het denken. Talen waren vroeger op school mijn beste vakken, ik had er vijf op mijn eindexamen. Alleen Grieks had na de vierde laten vallen, mede vanwege mijn ongelukkige handschrift en omdat ik toch wel voldoende vakken had.

Maar de talen gingen mij op school dus een stuk beter af dan de exacte vakken en ik vond ze dan ook een stuk leuker. Met mijn boekenbeurten in het examenjaar haalde ik behoorlijk goede punten en daar waren de docenten na afloop nog lang niet over uitgepraat. Uiteraard moest ik een vervolgopleiding kiezen en omdat ik in alle talen ongeveer even goed was, werd dat een lastige keuze. En ik zag mezelf nou ook weer geen docent worden. Voor bedrijven de buitenlandcorrespondentie doen, zag ik ook niet echt zitten, een globetrotter was ik ook al niet bepaald en aan vertaler worden had ik al helemaal niet serieus gedacht.

Dus werd het Letteren in Tilburg. Daar deden we ook van alles met taal wat ik boeiend vond. En tijdens vakanties probeerde ik mijn Frans bij te houden. In 2001 zaten we bijvoorbeeld op een kleine camping in de Provence. De eerste dag zag ik een groepje Franse jongeren zitten. Ik ben erbij gaan zitten, liet mijn oren een klein half uur acclimatiseren en daarna heb ik de hele vakantie met hen opgetrokken. Liedjes vertalen zoals het bekende Dimanche sanglant dimanche van U2. Toen we na een week naar de volgende camping gingen, zei de buurvrouw tegen mijn ouders: ‘Votre fils parle français très bien.’

Toch heb ik nooit veel met talen gedaan, behalve met Engels dan

Talen hebben wel altijd mijn warme belangstelling gehouden en ik was dan ook meteen geïnteresseerd toen ik van het boek Fluent forever en bijbehorende methode van Gabriel Wyner hoorde. Het leek erg op hoe ik leerde met Anki, gespreid herhalen is een belangrijk onderdeel van de methode. Het enige bezwaar dat ik had, was dat de methode ook erg auditief en uitspraakgericht was. Dat leek me met mijn slechtere gehoor wel een probleem en daarom ben ik de uitdaging nooit aangegaan.

Nu ik zoals ik gisteren beschreef zoveel beter hoor met mijn nieuwe hoorapparaten, neig ik ernaar dat wel te doen. Gewoon omdat ik nieuwsgierig ben naar de methode van Wyner, omdat talen mij altijd makkelijk afgingen en omdat ik graag blijf leren. En het lijkt me dan wel aardig om met Spaans te beginnen.

~~~

Bron afbeelding: Goodreads

Nieuwe hoorappaten: podcasts

Een paar maanden terug kreeg ik nieuwe gehoorapparaten. Bij het onderzoek vooraf bij het audiologisch centrum was gebleken dat mijn gehoor in de voorbije vijf jaar flink achteruit was gegaan en dat categorie 4 niet meer voldoende geluidwinst zou opleveren om goed verstaan bij normaal spraakvolume mogelijk te maken. Ik was niet echt verbaasd omdat ik al een paar jaar met de oude toestellen worstelde. Ik moest ze eigenlijk bijna voortdurend harder zetten.

Dus dat er nu categorie 5 toestellen moesten komen, lag voor de hand. Het was nog een hele toer om de goede toestellen te vinden en de juiste afstemming maar dat is nu gelukt. En wat ben ik daar blij mee. Ik hoor beter met de nieuwe, sterkere toestellen. En dat zette me aan het denken. Het fenomeen podcast had ik bijvoorbeeld altijd overgeslagen. Wel eens geprobeerd, maar het lukte niet. Ik kon het eigenlijk niet verstaan, had ondertiteling nodig. Datzelfde gold voor YouTube filmpjes. Zeker als het Engelstalig was, had ik ondertiteling nodig. Nu is die er wel steeds vaker omdat ik toch vaak naar cursussen en dergelijke kijk. En daar is ondertiteling meestal goed geregeld.

Deze week ging het in een Facebookgroep waar ik lid van ben over podcasts. Iemand vroeg naar suggesties en die kwamen er. Ik heb er net een aantal geprobeerd en ik kon ze prima verstaan terwijl de luidsprekers nog niet eens helemaal open stonden en er bovendien wat achtergrond geluid was. Engels of Nederlands maakte daarbij geen verschil. Daarna nog een YouTube filmpje bekeken uit een nieuwsbrief van Learning how to learn en ook dit Engelstalige filmpje kon ik goed verstaan zonder dat ik de (Engelstalige) ondertiteling nodig had.

Hier ben ik dus echt wel blij mee want ik merk het ook bij het offline verstaan. Ook dat gaat stukken beter. Volgens het audiologisch centrum had ik mij normaal spraakverstaan een honderd procent score, maar ik weet ook wel dat de praktijk weerbarstiger is. Maar dit opent online nog meer deuren en daarover vertel ik morgen meer.

~~~

Afbeelding van Florante Valdez via Pixabay.

Het kwartje viel; maar wat was dat kwartje ook alweer?

In deze maand van het traditionele terugkijken om daarna weer vooruit te kunnen, doe ik ook mee. Ik had straks een prachtig idee, maar dat heb ik niet opgeschreven dus het is weer weggevlogen. Maar ik vermoed dat het net als mijn mijn blog van gisteren nog even ging over terugkijken.

Het ging geloof ik over het beeld dat ik van mezelf had dat ik heb moeten wijzigen. En dat doet me goed merk ik. Wat ik van Charles Duhigg (The power of habit) heb geleerd, zo besefte ik vanmiddag, is dat een manie wel iets weg heeft van een (slechte) gewoonte. Daarmee wil ik voor alle duidelijkheid niet, ik herhaal, niet zeggen dat een manie net als een gewoonte begint met een handeling die je een x aantal keren bewust moet uitvoeren voor deze een gewoonte wordt. Als ik dat zou zeggen, zou ik eigenlijk beweren dat een manie een keuze is. En dat is het absoluut niet. Een manie is onderdeel van een ziekte, de bipolaire stoornis. Het is al erg genoeg als je eraan lijdt en dat is absoluut niet je eigen schuld.

Waar ik een manie wel kan vergelijken met een (slechte) gewoonte is in de manier waarop ze allebei kunnen ontstaan. Een manie is bij mij niet: pats boem, nu ben ik manisch. Nee, er gaat een traject van opbouw aan vooraf. En daar zit een gelijkenis met een gewoonte. Kijk maar: een gewoonte is volgens Duhigg opgebouwd uit drie onderdelen: 1) signaal; 2) routine; en 3) beloning. En volgens Wood (Good habits, bad habits) is ruim veertig procent van onze dagelijkse activiteiten opgebouwd uit gewoontes. En een gewoonte wordt volgens Duhigg nog sterker als er een 4e onderdeel aanwezig is, namelijk: geloof.

En dat is best akelig is het kader van een bipolaire stoornis.

Als je last hebt van een bipolaire stoornis reageer je extremer op 1) signalen; en 2) je routine bestaat uit het gedrag dat in je signaleringsplan staat; En 3) beloning; je acties brengen je gevoel weer in overeenstemming met je zelfbeeld. Maar 4) geloof; door je ziekte raakt je zelfbeeld vertekend geloof je steeds meer (of minder bij een depressie) in jezelf waardoor het steeds moeilijker wordt normaal te functioneren.

Dat vind ik dus best akelig. Maar er is ook een mooie kant aan want bij het afleren van slechte gewoontes kiest Duhigg voor de volgende methode. Laat 1) signaal en 3) beloning intact maar bouw een nieuwe 2) routine. En volgens mij viel mij vanmiddag op dat mijn behandelaar mij dat voor mijn manieën ook laat doen. Ze laat me signalen opsporen en leert me daar anders op reageren zodat de beloning gelijk blijft (en niet vergroot wordt door de stoornis).

Zo hoop ik dat ik kennis van gewoontes ook kan inzetten tegen mijn bipolaire stoornis. En het bevestigt mijn keuze om toch ook maar Atomic habits van James Clear te gaan lezen.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Als ik er (g)een gewoonte van maak

Langzaam begint me iets duidelijk te worden. Nou ja, ik weet het allang en heb er niet voor niets een serie over geschreven, maar het wordt me nu met schrijven weer duidelijk: als ik er geen gewoonte van maak, doe ik het niet of veel te weinig. Te weinig om me echt te realiseren hoe leuk ik iets vind.

Doe ik iets wat ik wel leuk vind en waar ik een beetje goed in ben maar maak ik er geen gewoonte van, dan neem ik het eigenlijk ter kennisgeving aan. Als ik het zo opschrijf klinkt dat best ondankbaar maar ik denk niet dat het dat is. Het is meer dat ik me lang niet bewust ben geweest voor hoe veel extra plezier de (dagelijkse) herhaling zorgt.

Ja, er waren ruim voldoende mensen die mij ooit verteld hadden dat ik goed of leuk kon schrijven. En ja, dat geloofde ik zo langzaamaan ook. En ik vond het ook fijn om te doen. En af en toe schreef ik dan en vond ik het leuk. Maar omdat ik het maar af en toe genoot ik ook maar af en toe van het schrijven.

Nog een paar voorbeelden

Vanaf eind 1999 vertaal ik boeken van Captain W.E. Johns, zie ook de zijbalk hierlangs als je op een desktop kijkt en anders www.biggles.nl onderaan. Ja, ik ga die site updaten. Ik vind dat vertalen geweldig leuk. Ik ga gewoon elke dag zitten en doe dan een pagina. Een simpele gewoonte die mij veel plezier opleverde. Juist doordat het een dagelijkse gewoonte was. De laatste boeken – Biggles en de nieuwe rekruut uit 2016 en Mossyface dat volgend jaar verschijnt – liepen/lopen moeizamer juist omdat ik door gezondheidsproblemen niet in staat was er een gewoonte van te maken waardoor het werk een sleur werd.

Van wandelen daarentegen maakte ik in 2015 wel een gewoonte en daar geniet ik nog steeds (bijna) dagelijks van. En van programmeren maakte ik in 2016 ook een gewoonte voor mijn omscholing tot web developer en mede daardoor had ik er heel veel lol in. Helaas bleek toen ik eenmaal een baan had, dat ik er niet goed genoeg in was.

En nu merk ik hetzelfde bij schrijven: weer die lol doordat ik mezelf (dagelijks) die lol gun. En hier ben ik dus wel goed in dus ik ben heel benieuwd wat het me gaat brengen.

~~~

Afbeelding van StartupStockPhotos via Pixabay

Nog niet op volle kracht

Begin april vorig jaar ging het mis en ik had niets in de gaten. Echt helemaal niets. En dat is wat me nu nog regelmatig zorgen baart. Hoe kon het dat ik niets zag? En wat had ik gedaan dat anderen die wel iets zagen, mij of hulpverleners daar niet op aan durfden te spreken? Het zijn vragen waar ik vermoedelijk nooit het antwoord op zal vinden.

Het enige wat ik kan doen is proberen lessen te trekken en ik heb het gevoel dat ik dat heb gedaan en nog doe. Toen ik weer enigszins bij mijn verstand was – dat mag je letterlijk nemen – ben ik gaan terugkijken. Ik had het geluk dat ik een extra hulpverlener toegewezen kreeg die echt met mij aan de slag kon. Soms vroeg ik me af wat het nut van al die gesprekken waren want het verhaal was toch duidelijk?

Nou nee

Dat verhaal was allesbehalve duidelijk. Er was een reeks van factoren die allemaal bijdroegen aan iets wat begin april vorig jaar haast onvermijdelijk escaleerde. En dat deed gruwelijk pijn hoewel er een week of anderhalf behoorlijke euforie aan voorafging en dat was dan weer een heerlijk gevoel. Maar de prijs was hoog. En die heb ik al te vaak betaald dus was ik erop gebrand herhaling nu dan toch eindelijk te voorkomen.

Of dat lukt, zal de tijd moeten leren. Ik hoop het echt. Wat ik nu in ieder geval echt hoop te hebben geleerd is dat ik moet luisteren naar mensen in mijn omgeving, dat ik ook moet laten merken voor hen open te staan. En ik hoop dat me dat gelukt is. De tijd zal het dus leren is een cliché, maar het gaat hier wel op.

Ik heb de afgelopen anderhalf jaar alle hulpmiddelen die ik heb met hulp van anderen binnenstebuiten gekeerd op zoek naar de oorza(a)k(en) van het probleem zodat ik het vangnet dat die hulpmiddelen zijn nog wat nauwer kan laten sluiten en ik mensen om mij heen mij beter kan laten helpen.

Die zoektocht heeft ergens toe geleid. Ik heb het idee dat ik iets heb waarmee ik veel eerder kan signaleren. Dat helpt, heb ik gemerkt, maar het brengt ook meteen nieuwe uitdagingen met zich mee. Zo sluit het net op dit moment wel erg nauw, heb ik het idee na een paar maanden gebruiken. Toch ga ik het absoluut nog niet wegdoen. De zoektocht naar dit vangnet was lang en nodig en dat brengt ook mee dat ik de volgende stap wil zetten.

Ruimte

En die volgende stap is mezelf de ruimte geven los te laten. Het punt waar mijn vangnet in werking treedt is namelijk bij een ergernis die een aantal dagen aanhoudt. Het jaar is nog niet voorbij en coronavaccins zijn natuurlijk geweldig maar voor mij persoonlijk is die ergernis de ontdekking van 2020. De volgende stap op de reis is die ontdekking ruimte geven.

~~~

Afbeelding van kangbch via Pixabay

Papier of digitaal?

Het was dus mijn bedoeling om vanaf 1 december elke dag een stuk uit een boek te lezen. Het lukte alleen pas zaterdag en gisteren. 5 en 6 december dus. De eerste vier dagen had ik dus niet gelezen en ik vraag me af hoe dat komt. Toevallig had ik een papieren boek waar ik mee aan de slag wilde en het lijkt haast wel of ik daar tegenwoordig meer moeite mee heb.

Sinds kort heb ik namelijk een nieuwe e-reader en die leest een stuk prettiger dan mijn oude. Maar nu lijkt het wel of ik moeite heb met lezen op papier; net zoals me dat eerder met de krant overkwam. Die lees ik eigenlijk niet meer op papier omdat ik digitaal gemakkelijker vind. Nou kan ik in dat geval het grote formaat van de krant nog de schuld geven – natuurlijk is het tabloid format maar met één hand is dat nog lastig te hanteren in een luie stoel.

Digitaal de krant lezen in die luie stoel gaat echter een stuk makkelijker en dat doe ik dan ook vaker dan lezen vanaf papier. En het heeft er nu wel wat van weg dat voor mij voor papieren boeken hetzelfde geldt als voor de papieren krant. Digitaal leest prettiger heb ik het idee.

Vandaar dat ik dat de komende tijd eens uit ga proberen. Ik heb nog een aantal e-book niet op mijn e-reader staan. Die gaan er vanavond. En ik heb een (veel groter) aantal papieren boeken liggen die ik wil lezen. Dat wil ik nu dus om en om gaan doen om te kijken wat het fijnste leest. En dan kan ik meteen nagaan of papier of digitaal invloed heeft op mijn voornemen dagelijks te lezen. Vanaf 5 december is me dat dus nu gelukt. Op papier. Dat betekent dat ik vanavond dus mijn e-reader er weer bij pak; de boeken die ik laatst gekocht heb, erop zet, en er eentje uitkies om te lezen.

Uiteraard doe ik verslag.

~~~

Afbeelding van Free-Photos via Pixabay

Wil de ware Worrals zich melden?

Eigenlijk wilde ik iets anders gaan schrijven maar ik had nu even geen zin om het uit te zoeken. Komt misschien nog wel. Of niet. Maar dat maakt nu wel dat ik een probleem heb: geen onderwerp om over te bloggen maar er diende zich vanmiddag al lezend iets aan. En het heeft te maken met Captain W.E. Johns. Van die boeken die ik vertaal, ja. Dat ik flink aan de slag moet met de website Biggles.nl. Dat komt.

Maar het was geen jeugdsentiment dit keer. Ik las Worrals’ oorlog dat dit jaar verscheen bij de IBA. Die leerde ik pas kennen toen ik lid werd van de vereniging. Het zijn meisjesboeken maar wel meisjesboeken die zich met de beste Biggles-boeken kunnen meten. Maar het doet me altijd denken aan Bletchley Park. De rol van vrouwen als piloot was tijdens de Tweede Wereldoorlog beperkt. Maar op Bletchley Park met de coderingsmachine van Alan Turing speelden vrouwen wel degelijk een belangrijke rol.

Ik ben al jaren van plan dat eens goed uit te zoeken maar het komt er steeds niet van. Ik wil er eigenlijk meer over lezen want ik heb het gevoel dat The Imitation game maar een beperkt beeld gaf, dat er misschien te veel credits werden gegeven aan Alan Turing.

Dat zat ik vanmiddag dus allemaal te bedenken tijdens het lezen van Worrals’ oorlog. Hoe zag het leven eruit van vrouwen die daadwerkelijk in de oorlog betrokken; die niet alleen op papier bestonden als een propagandamiddel dat Worrals toch onvermijdelijk was.

Dat gaat dus mijn eerste afspraak met de geschiedenis worden. Ik weet nog niet in welke vorm; eerst maar eens kijken wat er qua geschiedkundige bronnen te vinden is. Die zijn er voldoende, leert een eerste rondje Google. Dat wordt lezen geblazen. En er is meer dan alleen een connectie naar Worrals. Misschien zijn de Britse autoriteiten zich ooit wel een hoedje geschrokken van iets wat Johns schreef. Het kwam namelijk akelig dicht bij de realiteit…

~~~

Afbeelding van WikimediaImages via Pixabay

Wandelen: ik kan het iedereen aanraden

Vroeger, als kind, had ik er een bloedhekel aan, aan wandelen. Als we eens gingen wandelen, liep ik met een lang gezicht rond en we deden het dan ook niet al te vaak. Fietsen deden we wel wat meer. Ik op een driewieler en later achterop een tandem. Misschien had mijn aversie van wandelen ook te maken met mijn orthopedische schoenen. Het kost ongeveer twee à drie maanden om die te laten maken. En ik groeide in die tijd nogal behoorlijk dus eigenlijk waren mijn schoenen vaak alweer te klein als ze af waren en liep ik er dus niet echt makkelijk op.

Later had ik minder groeistuipen en begon ik wandelen steeds meer te waarderen maar echt vaak deed ik het nog niet. Wel al een heel stuk meer dan ik het als kind deed. Ik liep sowieso al wat meer door schoolreizen richting Rome en Griekenland en later tijdens mijn studie omdat ik alles met het openbaar vervoer deed.

Toch werd wandelen pas halverwege 2015 echt een hobby. In het voorjaar van dat jaar had ik al een poging gedaan om iedere dag te gaan wandelen maar dat bleef bij een goed voornemen. Tot ik bij Peter Pellenaars een serie blogposts zag en besloot op zijn uitnodiging in te gaan. Maar daar wilde ik het nu eens niet over hebben. Ik wil een aantal voordelen van wandelen benoemen.

Waarom wandelen goed voor je is

De oude Romeinen zeiden het al: ‘mens sana in corpore sano’, oftewel een gezonde geest in een gezond lichaam. Maar hoe zit dan?

  1. Wandelen is bewegen en dat is denk ik alleen maar goed na een dag (thuis) op kantoor zitten. Helaas is het nu vaak donker als ik klaar ben met werken en komt er minder van wandelen. Ik kan wat dat betreft niet wachten tot de dagen weer beginnen te lengen.
  2. Wandelen maakt mijn hoofd leeg. Problemen verwaaien in de buitenlucht en behalve dat het genieten is om te lopen merk ik dat de fysieke bezigheid er ook voor zorgt dat ik eventuele sores los kan laten. Zeker als je het regelmatig doet, ruimt het je hoofd op. Problemen lijken buiten in de frisse lucht een heel andere dimensie te krijgen en hoewel het helaas geen wondermiddel is tegen de stoornis waar ik de laatste jaren het meeste last van heb gehad, kan het wel helpen. Mits andere onderdelen ook op orde zijn maar dat is weer een heel ander verhaal.
  3. Wandelen bevordert het leren. Bij de cursus Learning how to learn en bij het boek waarop die cursus is gebaseerd (A mind for numbers van Barbara Oakley) leerde ik de hersenen twee modi hebben namelijk de gefocuste modus (waarin je heel intensief over een probleem nadenkt) en de diffuse modus (waarin je als het ware terwijl je hele andere dingen doet onbewust op een probleem herkauwt). En je leert iets pas echt goed als je beide modi gebruikt. Alleen kun je je onbewuste modus natuurlijk niet bewust gebruiken en beide modi tegelijkertijd gebruiken gaat ook niet. Dingen doen die weinig denkkracht vereisen, zoals wandelen, is ideaal omdat je diffuse modus rustig zijn gang kan gaan. Pak je dan later het probleem weer actief op met de gefocuste modus dan blijkt het vaak al opgelost te zijn.

Tot zover drie voordelen van wandelen. Vanmiddag een rondje bos gedaan.

~~~

Afbeelding van Peter H via Pixabay

Welke geschiedenis wil ik vertellen?

Geschiedenis is altijd een van mijn favoriete vakken geweest. Ja, computers en zo vond ik ook wel interessant maar wiskunde en ik zijn nooit vriendjes geweest. Nou ja, op een korte periode in de brugklas na. Wij waren proefkonijnen omdat er nog niet altijd nieuwe methodes waren gekozen voor de basisvorming die net was ingegaan. Zo ook voor wiskunde; we kregen een paar maanden een methode op proef en iedereen haalde tienen, bij wijze van dan maar je begrijpt het idee, dus de docenten schakelden weer gauw over op de oude methode. En daar gingen mijn cijfers weer.

Maar geschiedenis dus. Dat heeft altijd mijn interesse gehad en heeft dat nog. Daarom zat ik te denken om wat vaker geschiedenis aan de orde te laten komen hier. Ik weet nog niet precies in welke vorm maar ik speel met de gedachte. Het grotere geheel, het kleine verhaal. Eigenlijk kun je overal wel geschiedenis van maken. Wat mij er zo in aanspreekt, is dat het bij uitstek draait om verhalen.

Ongetwijfeld kun je van wiskunde ook prachtige verhalen vertellen. Het verhaal van de toepassing van wiskunde; de dingen die door wiskunde logisch toe te passen uitgevonden zijn, het tragische verhaal van Alan Turing. Ik wil maar zeggen, Wiskunde is een groot vat vol verhalen, en zeker niet niet alleen die van Ionica Smeets.

Het gaat wat mij betreft om het verhaal. Sterrenkunde heeft me nooit echt kunnen boeien maar ik genoot van Brechts Leben des Gallilei. Dat de aarde om de zon heen draaide en de ellende die dat Gallilei opleverde met de kerk. Niet de praktijk van de droge sommen maar wat je dankzij die droge sommen kunt bereiken.

Ik doe het te weinig maar door met de blik van een historicus naar te kijken, lukt het me heel aardig om dingen die ik anders maar taaie kost vind, boeiend te maken. Gelukkig zijn er anderen die die taaie kost allesbehalve taai vinden en die met liefde hun tanden stukbijten op ieder wiskundig probleem. Zodat zijn of haar talige medemens daar weer een spannend verhaal van kan maken. Dan is iedereen weer tevreden.

Een ander woord voor geschiedenis is historie en dat komt weer uit het Oud-Griekse ἱστορία en dat betekent dan (ook) weer: verhaal.

~~~

Afbeelding van nonbirinonko via Pixabay