Een echt boek?

Gisteren werkte ik de laatste aantekeningen uit die ik had gemaakt in twee maanden schrijfpauze. Voor mijn gevoel heb ik alles geschreven wat ik kwijt wilde over hoe ik omga met mijn bipolaire stoornis, welke valkuilen ik tegen kwam, wat ik daartegen deed en het belangrijkste: wat je mógelijk, ik herhaal mógelijk, kunt doen om die valkuilen zelf te voorkomen, plus hoe je via wat ik leerde van de harde praktijk je eigen valkuilen in kaart kunt brengen waardoor je er voortaan omheen kunt lopen.

De belangrijkste les die ik geleerd heb, is dat je er niet alleen voor staat. Dat klinkt als een open deur maar dat is het helaas niet. Privacy gaat ver en zorgt ervoor dat veel behandelingen één op één kunnen worden. Hopelijk is dat inmiddels veranderd, maar het was voor mij wel een groot probleem. Als je manisch bent, heb je dat zelf in eerste instantie niet in de gaten. Mensen om je heen zien het vaak eerder, maar als die geen contact zoeken met jouw behandelaar heb je een probleem. Die behandelaar ziet jou misschien eens in de twee of drie maanden. Vandaar dat het belangrijkste uit het boek misschien dus wel is: “Je staat er niet alleen voor.”

En wat als het ‘af’ is?

Dat alles aangevuld met tips om dat samenwerken zo soepel mogelijk te laten verlopen. Nu het boek min of meer “af” is dient de correctieronde zich aan. Daar begin ik morgen aan. Daar wil ik ook een paar maanden serieus tijd voor nemen. Daarna zijn er een paar meelezers. En dan? Wordt het een echt boek? Ga ik het uitgeven? En zo ja, hoe? Via een uitgeverij? Of in eigen beheer? Die vragen dienen zich steeds luider aan. En: is het niet al eerder geschreven? Ik heb namelijk vooral geen soortgelijke boeken bekeken – ik weet dat er minimaal één ander boek is dat gelijksoortige materie behandelt. Ik wilde namelijk eerst opschrijven wat ik zelf wilde zeggen. Niet gehinderd door de kennis dat het misschien al in boek x, y of z staat. Maar als ik de tik- en taalfouten eruit heb gehaald en ik me er nogmaals van heb overtuigd dat ik alles heb geschreven wat ik kwijt wilde, dan moet ik toch een keer kijken of het elders al geschreven is. Maar dan nog, mijn persoonlijke ervaring geeft het boek al meerwaarde, stelt mijn behandelaar.

Wat mij betreft staat al niet meer ter discussie of het boek er komt of niet: desnoods in kleine oplage voor vrienden. Maar stiekem heb ik meer ambitie. Werk aan de winkel dus.

~~~

Afbeelding van Markus Spiske via Pixabay

Het boek en de praktijk

Dan ga ik op maandag keurig na twee maanden onderbreking weer aan de slag met het boek over wat ik in 20+ jaar geleerd heb over mijn bipolaire stoornis, dan zijn er later die dag weer signalen zodat ik op de rem moest. Die signalen waren er namelijk al een paar dagen en dan geldt simpelweg de afspraak dat ik veel laat vallen en contact zoek met mijn verschillende hulpverleners.

Ja, zo gaat dat, en ik wil ook absoluut niet meer anders. Beter tien keer te vroeg dan nog een keer te laat. Die les heb ik wel geleerd. Doordat ik op maandag al ingreep, heb ik mezelf een glijdende schaal van een week of zes tot acht met bekende afloop bespaard. Dat het deze week dan even niet goed voelde, sterker nog: dat ik me rot voelde, neem ik in dat kader graag voor lief.

Inmiddels heb ik iedereen gesproken die ik moest spreken, is duidelijk wat er aan de hand was, ligt er iets van een plan van aanpak, heb ik weer vertrouwen en heb ik vanmiddag de geleerde lessen maar aan mijn boek toegevoegd. Maar dit moet niet elke week, dan wordt het nog een dik boek. In een boek dat gaat over hoe ik omga met mijn bipolaire stoornis en hoe ik herhaling voortaan hoop te voorkomen, mogen die lessen echter niet ontbreken. Want het doel van het boek is juist mijn lessen te verwerken tot praktische handvatten zodat ik situaties in de toekomst weet te herkennen en er anders op kan reageren.

Herkenbaar patroon

Na alles wat ik over gewoontes heb gelezen, begin ik steeds duidelijker patronen in mijn gedrag te herkennen. Er gebeurt iets of een bepaalde situatie doet zich voor en dat triggert mij. In het verleden leidde zo’n trigger mij tot een reactie die uiteindelijk uitmondde in een manie. Gelukkig heb ik geleerd zo’n trigger te herkennen. Dat geeft me bij wijze van spreken de mogelijkheid de pauzeknop in te drukken; de hulptroepen in te schakelen en een reactie te bedenken die mij niet richting manie leidt maar die mij op het gezonde pad houdt.

Gelukkig heb ik nu weer het idee dat ik op het gezonde pad zit. Dat dat pad niet richting die heerlijke euforie koerst die bij een manie hoort, neem ik graag voor lief. Die euforie duurt namelijk een paar weken maar levert daarna een hoop ellende op. En over die ellende ga ik morgen schrijven in mijn boek. Twee maanden geleden vond ik het nog te persoonlijk om het erover te hebben maar nu denk ik dat ik niet om dit onderwerp heen kan als ik echt iets wil met dit boek. Waarschijnlijk ben ik namelijk niet de enige met dit probleem.

~~~

Afbeelding van Larisa Koshkina via Pixabay

Terugblik op januari

De maand is dan nog wel niet helemaal afgelopen maar ik was van plan mijn maandelijkse terugblik op de maand op de laatste dag van die maand te schrijven, dus daar houd ik me aan. Bovendien, de terugblik op het weer van het afgelopen kwartaal komt ook altijd op de laatste dag van dat kwartaal…

Kijk ik naar bloggen dan heb ik mijn doel gehaald. Dagelijks bloggen is niet gelukt maar ik weet voor die dagen dat ik niet blogde waarom ik die dag oversloeg. Inclusief deze post heb ik 24 van de 31 dagen een post gepubliceerd. Wat mij betreft een mooie score, maar ik moet toch alert zijn want in december sloeg ik maar 1 dag over. Dus ik moet zorgen dat dat geen dalende lijn wordt.

Gelukkig heb ik nog wel wat onderwerpen liggen. Ik denk aan mijn boek, aan mijn vertaling en aan gewoontes. Aan lezen. Aan mijn handicaps. Dus voorlopig hoop ik nog even vooruit te kunnen. Ik had me voorgenomen om tot aan het einde van de lockdown dagelijks te bloggen, dus ik mag nog even door. Na de lockdown kijk ik verder.

Ik merk in ieder geval dat ik er veel plezier aan beleef. Wat me ook veel plezier oplevert is lezen. Maar daar heb ik wat meer moeite mee. Ik heb deze maand Reisgenoten, deel 1 van In de ban van de Ring van J.R.R. Tolkien uitgelezen, maar daarna bleef ik al snel hangen in De twee torens. Gelukkig las ik dan wel weer Atomic habits van James Clear. Maar al met al heb ik zeker de helft van de dagen van deze maand niet gelezen. En dat vind ik jammer.

Tegelijkertijd merk ik sinds de (eerste) lockdown dat ik moeite heb mezelf te motiveren. Ik heb er geen zin in en stel het daarom uit. Van lezen komt dan vaak niets meer. Een soort van onzinnige ‘Als niet X, dan niet Y’-constructie. Ja, ik weet hoe stom dat klinkt, maar dankzij die nog stommere stoornis die ik heb, heb ik veel te lang niet goed in mijn vel gezeten.

En helaas kan ik de oorzaak niet zo één, twee, drie wegnemen. Natuurlijk, ik reageer zoals ik reageer door mijn stoornis maar ook die is een blijvertje. Ik kan er alleen maar zo goed mogelijk mee omgaan, vandaar ook mijn boek in wording. Maar al met maakt dat ik me af en toe moedeloos en heb ik soms de neiging mijn kop in het zand te steken.

Dat helpt uiteraard niets dus probeer ik vanaf vanaf morgen iedere ochtend iets te hebben waar ik me op verheug: lezen. Begin de dag met een boek. Om dat sombere tegen te gaan dat ik sinds de (eerste) lockdown toch wel heb. Het gaat wel over maar met moeite. Dus wil ik het lezen in de ochtend over een andere boeg gooien en hopelijk vrolijk en energiek aan de dag beginnen. In ieder zolang ik thuis werk.

~~~

Afbeelding van S. Hermann & F. Richter via Pixabay

Kun jij je verstand altijd vertrouwen?

Al een paar dagen heb ik last van twijfels. Wil ik wel bloggen wat ik wil zeggen? Ik ben er na bijna negen jaar bloggen wel van overtuigd geraakt dat opschrijven kan helpen. Het is immers een vorm van reflectie en dat kan nuttig zijn, juist als je lijdt aan een stoornis waarbij het niet altijd vanzelfsprekend is dat wat je denkt coherent is. En daarom blog ik vanavond toch maar weer.

Niet dat ik nu direct aan mijn gedachten twijfel, daar is op dit moment geen enkele aanleiding toe maar ik zat te balen voor de tv en ik had geen zin om te lezen. Dan blijft dus bloggen over. Want – en dat heb ik misschien al eerder gezegd maar herhaling kan hier wat mij betreft geen kwaad – een van de vervelendste dingen aan mijn stoornis is juist dat ik niet altijd op mijn verstand kan vertrouwen. Een ander heikel punt is dat het zo lang duurt voor je echt hersteld bent van een episode, maar daarover in een later blog waarschijnlijk meer.

Het is me in het verleden dus een aantal keer gebeurd dat ik mijn verstand niet meer kon vertrouwen. Maar dat was iedere keer wijsheid achteraf. Juist op die momenten dat ik mijn verstand niet kon vertrouwen, geloofde ik het heilig. Denk maar eens na over die situatie. Dat doe ik af en toe als een soort drijfveer want het is een situatie waar ik nooit meer naar toe hoop te gaan. En ik heb goede hoop dat dat ook gaat lukken.

Er zijn een aantal dingen die daarbij kunnen helpen zoals proberen een regelmatig leven te leiden. Misschien komt daar mijn interesse in gewoontes ook wel vandaan. Ik merk dat ze rust en stabiliteit bieden en daarnaast mijn leven nog aangenamer maken ook. Wat daarnaast helpt is dus blijven reflecteren. Elke dag even terugkijken: zit me iets dwars? hoe voel ik me? En ik heb het idee dat het schrijven van een boek en bloggen mij ook helpt.

Maar heb jij er weleens bij stilgestaan dat je verstand niet altijd kunt vertrouwen? En wat je daardoor allemaal kunt gaan doen?

~~~

Afbeelding van Gordon Johnson via Pixabay

Hoe mens, erger je niet

Mens erger je niet!

Ergens niet aan denken is moeilijker dan ergens wel aan denken. Dat is althans mijn ervaring. En in Good habits, bad habits van Wendy Wood las ik dat daarin niet de enige ben. Ze haalde een onderzoek aan waaruit precies dit bleek: het was voor de proefpersonen moeilijker om ergens niet aan te denken dan wel aan iets te denken.

Ik ervaar bij een ergernis precies hetzelfde: ik weet dat ik er niet moet denken maar je begrijpt dat zodra je dat bewust doet, je precies het tegenovergestelde bereikt want daardoor denk je er juist wel aan. Toch denk ik dat het voor mij belangrijk is om me wel bewust te zijn van ergernissen omdat ze dus het prille begin vormen van een opflakkering van mijn bipolaire stoornis en daarom het ideale moment om in te grijpen, ik ben namelijk nog bij mijn positieven.

Hoe te handelen bij een ergernis?

Dan heb ik dus een ergernis en daarmee is me ook duidelijk wat en wie me ergeren. Soms gaat het dan zo voorbij, op dezelfde manier als je een drang naar een slechte gewoonte soms over kunt laten gaan door er niet aan toe te geven.

Houdt zo’n ergernis echter een aantal dagen aan en merk ik ook andere signalen zoals frustratie en extra spanning op mijn spastische arm, dan is het tijd om serieus te gaan kijken wat er aan de hand is. Ik verkeer in de gelukkige omstandigheden dat ik dan een soort time-out aan kan vragen: ‘hé, ik moet oppassen, want ik voel me nu zoals ik me voelde toen ik de vorige keren manisch werd.’

Ik kan dan hulptroepen inschakelen om te kijken waar de ergernis vandaan komt. Gelukkig zie ik dan al snel in dat niemand het op mij gemunt heeft, zoals ik bij vorige manieën wel zo ongeveer dacht. Dan deden persoon x of y niet wat ik wilde of belangrijk vond en dat was minachting naar mij toe. Inmiddels realiseer ik me al jaren dat dat typische manie-gedachten zijn en dat iedereen gewoon zijn best doet en dat er zeker geen sprake is van minachting. Als je het zo allemaal leest, klinkt het misschien vreemd of sterk, maar dat is wat een manie in de basis met mij doet: ondergetekende is geweldig en sommige anderen zijn maar sukkels waaraan ik me dan ga ergeren.

Voorkomen dat ik anderen weer sukkels ga vinden

Want natuurlijk realiseer ik me dat die gedachte onzin is. Reden temeer om de ergernis te nemen voor wat hij is: een ergernis en niets meer dan dat. En ook je realiseren dat je soms ergernis uit moet spreken (in ieder geval voor jezelf) om te kijken te wat je dan precies en kijken of je dat samen op kunt lossen. Lukt dat niet, of niet afdoende, besef dan – zoals ik al eerder aangaf – dat iedereen zijn best doet maar dat het misschien niet altijd tot tevredenheid van jou zal lukken, en dat het nooit persoonlijk is. En dat je het daarmee los moet laten. Gelukkig lukt me dat ook steeds beter, ook omdat omdat ik weet waar het alternatief toe kan leiden.

~~~

Bron afbeeding: Onderwijsgek at nl.wikipedia, CC BY-SA 3.0 nl, Koppeling

Waarom mens, erger je niet

Mens erger je niet!

Als je het zo leest, lijkt de ontdekking dat er een ergernis voorafging aan mijn manieën haast een triviale. Iedereen ergert zich toch wel eens, en daar is toch nog niks mis mee? Klopt als een bus. Alleen heb ik door mijn bipolaire stoornis kennelijk de pech dat ik anders reageer en daar kan ik maar beter rekening mee houden. Toen ik in 2018 aan mijn collega’s vertelde dat ik manisch vroeg een van hen hoe het kon dat zij dezelfde situatie meemaakte maar er niet door van streek raakte, terwijl dat bij mij duidelijk wel het geval was.

Ik waardeerde haar vraag maar kon niet echt een bevredigend antwoord geven. Ik ben gewoon gevoeliger voor dat soort situaties en daar moet ik rekening mee houden, hoe moeilijk dat ook is. Let wel, dit is ruim voordat tot me doordrong dat de component ‘ergernis’ een rol speelde. Gelukkig zag ik de manie van 2018 wel aankomen omdat er zich een situatie aandiende die op zichzelf al risicovol was. Ik kon snel ingrijpen en de toch al geplande zomervakantie versterkte het genezingsproces. Maar een jaar later was ik ziende blind. Er stond van alles in mijn signaleringsplan. Allemaal dingen waarvan ik wist dat ik ze moest vermijden. En dat deed ik ook keurig. Van sommige dingen bedacht ik varianten en omdat het varianten waren, konden ze geen kwaad, meende ik.

Dat bleek een misrekening, maar daar kwam ik rijkelijk laat achter. Te laat want bij mijn terugblik toen alles achter de rug was, bleek dat de manie al snel mijn beoordelingsvermogen beïnvloedde. Ik voel me dan steeds beter en dat verklaart het goedpraten van signalen. Pas op het moment dat het met een klap Boem, ho en tot hier en niet verder is, kom ik tot inzicht. En dan is het te laat.

Oorzaken zijn eigenlijk al gevolgen

Ik speur dus naar oorzaken die omdat ze optreden op het moment dat het proces van het manisch worden al in gang is gezet, moeilijk te detecteren zijn. Van begin tot eindpunt van de manie zit bij mij – zo blijkt iedere keer achteraf – zo’n zes tot acht weken. Weken waarin je dus in theorie in kunt grijpen. Maar doordat die manie steeds sterker wordt in die periode is dat makkelijker gezegd dan gedaan.

Die manier van signaleren vond ik uiteindelijk onbevredigend omdat het gewoon niet goed genoeg werkte. En ik begon me af te vragen waarom ik al die dingen in mijn signaleringsplan, of de varianten daarvan steeds deed. Dat moest toch een oorzaak hebben?

En toen deed er zich een situatie voor dat ik me aan iets en iemand ergerde en dat gevoel herkende ik. Het deed zich namelijk iedere keer voor voorafgaande aan de signalen die uiteindelijk tot een manie leidde, realiseerde ik me. Die manieën heb ik namelijk zelf en met hulp tot vervelens toe geanalyseerd de afgelopen anderhalf jaar.

Ik herkende dus een ergernis en kon opzij stappen in plaats van me door die ergernis te laten leiden. En ik denk dat ik daarmee erger heb voorkomen.

~~~

Bron afbeeding: Onderwijsgek at nl.wikipedia, CC BY-SA 3.0 nl, Koppeling

Mijn leermoment van 2020 is verwoord in een gezelschapsspel

2020 is met alle coronna-ellende natuurlijk een jaar om snel te vergeten. Gelukkig is die ellende aan mij voorbijgegaan. Afkloppen natuurlijk, maar ik ben niet ziek geweest. Daarnaast ben ik nogal introvert en stond mijn baan niet op de tocht. Dus ik heb geen reden tot klagen.

Misschien toch wel want voor deze periode tussen Kerst en Oud & Nieuw had ik een persoonlijke terugblik op 2020 gepland en een voorbereiding van het nieuwe jaar. Een aantal dingen lukte niet, maar dat zijn natuurlijk dingen waar ik van kan leren om ze volgend jaar alsnog te laten lukken. Zo was ik van plan dit jaar zes kilo af te vallen en dat heb ik niet gehaald. Het positieve is dan dat ik wel afgevallen ben. Maar daarover maak ik zaterdag 2 januari de balans op. Dat het wekelijkse zaterdagse weegmoment net na Eerste Kerstdag viel, vertekent de boel misschien. Maar ten opzichte van eind vorig jaar ben ik nog steeds lichter; deze laatste week nog een keer goed opletten en dat blijft zo.

Het is me daarnaast ook gelukt om 25 boeken te lezen, maar daarover meer op 1 januari want ik ben van plan komend jaar aan de Goodreads Reading Challenge mee te gaan doen.

Voor mij stond 2020 echter vooral in het teken van het ruimen van het laatste puin van 2019. Toen kreeg ik voor mij volkomen onverwacht toch weer een manie. Het hele uitzoekcircus begon dus weer van voren af aan. In 2019 leidde dat nog niet naar de duidelijkheid waarnaar ik op zoek was, mede doordat een deelonderzoek doorgeschoven was naar dit jaar.

Dit jaar werd het onderzoek afgerond en hoewel het allemaal behoorlijk confronterend was, heeft het me wel geholpen. Veel praten, reflecteren, nadenken, combineren en live meemaken plus ervaren, voelen hoe het voelt plus herinneren en herkennen. Terugdenken aan hoe het eerder was.

Ja, de vorige keer. Dat leek helemaal aan het begin best op hoe ik me op een bepaald moment dit jaar voelde. En die keer daarvoor eerlijk gezegd ook. Durf ik te geloven dat ik iets op het spoor ben? En wat dan? Durf ik het te benoemen? Is er dan toch een gevoel dat ik tot nu toe over het hoofd heb gezien dat iedere keer dat mijn bipolaire stoornis opflakkerde, aanwezig was?

Bespreken en uitwerken. Wat voel ik nu? Ergernis? Staat dat al in mijn signaleringsplan? Nee, maar het gevoel is er wel. Net als die eerdere keren, realiseer ik me. Ik kan eigenlijk niet geloven dat ik dat steeds gemist heb want ik kan van al mijn manieën aanwijzen aan wat en daarna aan wie ik me helemaal aan het begin van het proces steeds ergerde.

Net zoals ik me op dat moment ergerde. Gelukkig ben ik nu gewaarschuwd en weet ik de ergernis met ingeschakelde hulp in te dammen en weg te nemen. Maar het gevoel dat dit het begin had kunnen zijn van erger blijft. Nog meer nadenken en overleggen. Maar de conclusie neemt vaste vormen aan. Ergernis is steeds het constante (en over het hoofd geziene) beginpunt geweest. Ik heb de pech dat door mijn bipolaire stoornis zoiets kleins (gemakkelijker) de katalysator kan zijn die dingen op gang brengt die wel in het signaleringsplan stonden. Maar ik werd me er nu van bewust dat aan al die dingen dus een gevoel voorafging.

Dat was ergens tegen het einde van de eerste lockdown. Nu is het jaar bijna afgelopen en heb ik deze kennis kunnen testen en geloof ik steeds meer dat ik het goed heb gezien. Mens, erger je niet. Niet te lang achter elkaar in ieder geval zodat de ergernis niet met me aan de haal kan gaan.

~~~

Bron afbeeding: Onderwijsgek at nl.wikipedia, CC BY-SA 3.0 nl, Koppeling

Nee, het stond er echt niet in

Vanmorgen heb ik toch nog gauw even het signaleringsplan erbij gepakt. Niet dat ik bang was dat er iets aan de hand was. Het was meer dat ik hier op dit blog een bewering had gedaan die ik toch graag wilde controleren: ik schreef dat ik niets gedaan had wat in mijn signaleringsplan stond. En ik herinnerde me iets waardoor ik mij niet voor kon stellen dat die bewering juist was.

En toch was dat zo want wat ik mij herinnerde, stond inderdaad niet in mijn signaleringsplan. Niet letterlijk en ook niet omschreven. Daar heb ik bij het opstellen toch een behoorlijke blunder begaan. Want het had er gewoon in moeten staan. Letterlijk en meer algemeen omschreven. Ik heb dat gedrag vorig jaar wel herkend, ondanks dat het niet in mijn plan stond, en realiseerde me dat het leek op iets wat ik tijdens een eerdere manie ook deed.

Maar, redeneerde ik, toen tijdens die manie, deed ik het het heel anders dan nu. En dat is een wereld van verschil. Daar heb ik mezelf een tijdje mee in slaap gesust. Een goede anderhalve week of zo. Ik kon mijn gedrag rationaliseren. Stond evenement XYZ niet op stapel en waren mijn handelingen in dat licht niet volkomen verklaarbaar? En ik kreeg toch leuke reacties?

Het kon allemaal geen kwaad en ik ben blij dat ik gedaan heb wat ik gedaan heb, maar ik realiseer me al een hele tijd dat het gedrag was dat op een manie wees. Ook al was de uitingsvorm dan niet helemaal hetzelfde als tijdens een vorige manie.

Niet dat het gewraakte gedrag nu zo vreemd was maar het is maar de vraag of ik het ook gedaan had als ik niet manisch aan het worden was. En als het daar nou bij was gebleven, was het tot daaraan toe, maar er waren meer signalen. En de combinatie maakte het gevaarlijk.

Dat zijn 2 lessen

  1. Signalen uit een vorige manie mag je letterlijk nemen maar je moet uitkijken dat je daardoor dingen die erop lijken niet mist. Simpel voorbeeld. Als in de sloot springen in je signaleringsplan staat, dan is het verstandig om dat zo te lezen dat in het kanaal springen ook daaronder valt.
  2. Context is ook belangrijk. Sommige dingen uit een signaleringsplan kunnen op zichzelf staand misschien geen kwaad, maar vraag je bij herkenning wel af of ze passen in patroon van andere dingen die ook in het plan staan. Dat is toch vaak het geval, heb ik geleerd en daarom is alertheid toch geboden.

Daarom kijk voortaan naar het patroon waarin bepaald gedrag zich voordoet. Al hoop ik het niet meer nodig is want in de blogpost die ik in de eerste alinea aanhaalde beschreef ik al dat ik voortaan hopelijk op basis van gevoelens – en daardoor eerder – kan signaleren.

~~~

Afbeelding van Pete Linforth via Pixabay

Van handelingen naar gevoel en waarom

Waarom

Iedere keer dat het misging, ging het ook goed mis. De manie was dan meestal wel snel onder controle want ik heb het geluk dat ik medicijnen blijf gebruiken en accepteer dat die tijdelijk opgehoogd moeten worden. En ik reageer er ook goed op. Pak hem beet een week na een volle manie ben ik weer ongeveer bij mijn positieven. Maar dan begint het pas.

Mijn zelfvertrouwen krijgt namelijk een flinke deuk. Ik kan me weer amuseren met hobby’s en een tijdje later kan ik mijn werk weer langzaam oppakken maar er sluipt iedere keer weer angst in en het lijkt wel of die angst iedere keer groter wordt. Hopelijk wordt-ie dat overigens nooit meer want ik hoop dat ik mijn manie definitie in een hokje opgesloten te hebben waar hij nooit meer uitkomt. Maar eerst afkloppen.

Het grote zoeken naar het waarom

Als ik alles weer op orde heb, begint het pas: het grote evalueren wat er dit keer misging. Waarom het signaleringsplan niet werkte. Waarom ik toch het traject van zes tot acht weken inging dat bij mij voorafging aan een manie. Waarom ik dat niet had gemerkt. Waarom ik de signalen niet zag. Waarom niemand anders het zag. De vijf keer waarom techniek is er niets bij.

Heel veel vragen dus die voor mijn gemoedsrust allemaal beantwoord moeten worden. Gelukkig stond ik er absoluut niet alleen voor. Sterker nog, mij is nog nooit zo intensief het hemd van het lijf gevraagd. En daar was ik blij mee, voor de duidelijkheid. Ik had namelijk het gevoel dat wat er aan de hand was helemaal niet groots en meeslepend hoefde te zijn. Ik had eerder het gevoel dat het misschien wel een kleinigheid zou kunnen zijn die door mijn gevoeligheid alles in gang kon zetten, waar een ander makkelijk over die kleinigheid heen kan stappen omdat hij of zij niet die gevoeligheid voor de stoornis heeft die ik helaas wel heb.

Ik heb een prachtig signaleringsplan; alleen had ik na vorig jaar het idee dat ik er weinig aan had. Anders had het toch moeten werken? Door alle gesprekken en onderzoeken kreeg ik het vermoeden dat het probleem met het signaleringsplan was dat er allerlei dingen in stonden. Dingen die ik dan voortaan keurig vermeed. Ik heb vorig jaar dus ook niks gedaan wat in mijn signaleringsplan stond. Maar ik werd wel manisch. Rara, raadsel.

Oorzaak en gevolg of toch anders

Die dingen die in het signaleringsplan staan vermijden is prima. Zeker als het schadelijke zaken zijn. Ik heb overigens altijd het geluk gehad dat ze onschadelijk waren. Allerlei buitenlandse tijdschriften kopen? Niet echt linke soep natuurlijk. Maar er begon me langzaam iets te dagen waarom het toch mis kon gaan ondanks mijn prachtige signaleringsplan. Die handelingen die erin stonden waren weliswaar oorzaak van eerdere manieën, maar ze waren zelf ook ergens een gevolg van.

Ze waren het gevolg van bepaalde gevoelens. Gevoelens die er toch waren, ook al schakelde ik de gevolghandelingen uit die ze eerder bij me teweegbrachten. Maar uiteraard waren daarmee de gevoelens niet weg. En zochten die een andere manier om zich te uiten. En kon ik dus weer fijn manisch worden. Not.

Mijn les is nu dat ik niet alleen meer naar handelingen kijk maar ook naar onderliggende gevoelens. Het duurde alleen even voor ik daar was en voor ik durfde te vertrouwen op de nieuwe aanpak.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Nog niet op volle kracht

Begin april vorig jaar ging het mis en ik had niets in de gaten. Echt helemaal niets. En dat is wat me nu nog regelmatig zorgen baart. Hoe kon het dat ik niets zag? En wat had ik gedaan dat anderen die wel iets zagen, mij of hulpverleners daar niet op aan durfden te spreken? Het zijn vragen waar ik vermoedelijk nooit het antwoord op zal vinden.

Het enige wat ik kan doen is proberen lessen te trekken en ik heb het gevoel dat ik dat heb gedaan en nog doe. Toen ik weer enigszins bij mijn verstand was – dat mag je letterlijk nemen – ben ik gaan terugkijken. Ik had het geluk dat ik een extra hulpverlener toegewezen kreeg die echt met mij aan de slag kon. Soms vroeg ik me af wat het nut van al die gesprekken waren want het verhaal was toch duidelijk?

Nou nee

Dat verhaal was allesbehalve duidelijk. Er was een reeks van factoren die allemaal bijdroegen aan iets wat begin april vorig jaar haast onvermijdelijk escaleerde. En dat deed gruwelijk pijn hoewel er een week of anderhalf behoorlijke euforie aan voorafging en dat was dan weer een heerlijk gevoel. Maar de prijs was hoog. En die heb ik al te vaak betaald dus was ik erop gebrand herhaling nu dan toch eindelijk te voorkomen.

Of dat lukt, zal de tijd moeten leren. Ik hoop het echt. Wat ik nu in ieder geval echt hoop te hebben geleerd is dat ik moet luisteren naar mensen in mijn omgeving, dat ik ook moet laten merken voor hen open te staan. En ik hoop dat me dat gelukt is. De tijd zal het dus leren is een cliché, maar het gaat hier wel op.

Ik heb de afgelopen anderhalf jaar alle hulpmiddelen die ik heb met hulp van anderen binnenstebuiten gekeerd op zoek naar de oorza(a)k(en) van het probleem zodat ik het vangnet dat die hulpmiddelen zijn nog wat nauwer kan laten sluiten en ik mensen om mij heen mij beter kan laten helpen.

Die zoektocht heeft ergens toe geleid. Ik heb het idee dat ik iets heb waarmee ik veel eerder kan signaleren. Dat helpt, heb ik gemerkt, maar het brengt ook meteen nieuwe uitdagingen met zich mee. Zo sluit het net op dit moment wel erg nauw, heb ik het idee na een paar maanden gebruiken. Toch ga ik het absoluut nog niet wegdoen. De zoektocht naar dit vangnet was lang en nodig en dat brengt ook mee dat ik de volgende stap wil zetten.

Ruimte

En die volgende stap is mezelf de ruimte geven los te laten. Het punt waar mijn vangnet in werking treedt is namelijk bij een ergernis die een aantal dagen aanhoudt. Het jaar is nog niet voorbij en coronavaccins zijn natuurlijk geweldig maar voor mij persoonlijk is die ergernis de ontdekking van 2020. De volgende stap op de reis is die ontdekking ruimte geven.

~~~

Afbeelding van kangbch via Pixabay