Gewoontes en mijn bipolaire stoornis

Tijdens het wandelen vanmiddag dacht ik niet voor het eerst na over de combinatie van gewoontes en mijn bipolaire stoornis. Als ik voor mezelf mag spreken heb ik namelijk de indruk dat ze heel wat gemeen hebben en dan vooral waar het gaat over mijn manische episodes. Charles Duhigg heeft het in The Power of Habit over vier componenten van een gewoonte:

  1. Cue
  2. Routine
  3. Reward
  4. Belief

Eerst is er de cue, de aansporing of het signaal, dat ervoor zorgt dat je een bepaalde routine gaat uitvoeren, goed of slecht, die een bepaalde beloning oplevert. Als het gaat om slechte gewoontes kan het heel moeilijk zijn om die de breken. Het zijn namelijk automatische reacties. Dat kan nog versterkt worden door het geloof: ik kom nooit van die slechte gewoonte af.

Voor nieuwe gewoontes geldt weer dat het lastig is om een nieuwe routine aan te wennen. Wat volgens Duhigg kan helpen – en dat geldt voor zowel het aanleren van nieuwe gewoontes als voor het afleren van slechte – is om het signaal en de beloning hetzelfde te laten, maar de routine die daartussen zit te vervangen. En een sterk geloof, al dan niet religieus, kan daarbij helpen, stelt Duhigg.

En nu voor mijn manieën

Wat ik me steeds duidelijker realiseer, is dat mijn manieën ook dit patroon volgen. Een belangrijk instrument bij het voorkomen van een manie of depressie heet niet voor niets signaleringsplan. Laat ik een simpel praktijkvoorbeeld geven. Klinkt misschien ongeloofwaardig maar het is echt gebeurd: langdurig blootstelling aan spelfouten zorgde ervoor dat ik me gruwelijk aan een persoon en wat zij deed, ging ergeren. Ik begon steeds meer bij anderen op die persoon af te geven en voelde dat ik veel beter in taal was en begon me steeds beter te voelen in mijn gelijk. Beter en beter. Mijn geloof in mezelf groeide en groeide.

Maar dat beter was niet echt. Het ging van kwaad tot erger, zonder dat ik het merkte. Tot de bom barstte en er geen andere conclusie mogelijk was dat ik manisch was. En dat ik er al een tijd heerlijk naar op weg was geweest. De beloning is de manie en die moet ik in tegenstelling tot bij de gewoontes waar Duhigg het over heeft absoluut zien te vermijden. Ik moet dus hoe dan ook met een andere routine reageren op bepaalde signalen. Taalfouten kom ik echt nog wel vaker tegen. En ben ik al veel vaker tegen gekomen. Maar nu schiet ik niet meer in zo’n superioriteitsroutine. Misschien zeg ik het eens tegen iemand, maar ik raak niet meer streek. En de beloning is niet de manie maar juist dat ik rustig en evenwichtig blijf. Want een manie lijkt leuk, de ellende die daarna komt gun ik niemand.

Steeds duidelijker merk ik ook dat het geloof er is dat we de manie de baas kunnen en blijven. Ik zeg we want ik doe het niet alleen. Mijn huisgenoot, mijn behandelaar: ze zijn enorm belangrijk voor me. Als klankbord voor wederzijdse twijfels. Samen komen we er dan wel.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Een update na een ontdekking

Vandaag is het precies een jaar geleden dat ik schreef over mijn belangrijkste ontdekking over de stoornis waar ik al meer dan twintig met tussenpozen last heb. Ik kwam er in het voorjaar van 2020 achter dat de manieën die bij mijn bipolaire stoornis horen allemaal begonnen met een ergernis. Die kennis zorgde ervoor datik ineens zes tot acht weken eerder ingrijpen en dat is belangrijk omdat ik weet dat een manie nog niet heel sterk hoeft te zijn om ingrijpen erg moeilijk te maken.

Een manie heeft bij mij namelijk de neiging om al heel snel mijn denken over te nemen en bepaalde gedragingen die bij die manie horen te rationaliseren zonder dat ik het in de gaten heb. Dan wordt ingrijpen al snel heel lastig en hoewel mijn gedrag in het begin nog best te hanteren is, zit ik dan wel in een spiraal die, zo bleek, heel moeilijk te keren is. Ik heb vijf keer een manie gehad doordat ik onbewust een bepaalde afslag nam en noch ikzelf noch anderen het tij konden keren voor er een hoop ellende gebeurde. Eén keer is het me overigens wel gelukt een manie voor te zijn omdat ik die signaleerde op het moment dat het nog een hypomanie was – manische gedachten maar nog wel normaal kunnen functioneren. Helaas bleek dat een toevalstreffer, had ik geen idee wat ik nu had gesignaleerd en was ik een half jaar later alsnog manisch.

Na de ontdekking van twee jaar geleden lijkt het echt anders te zijn. Ik weet waar ik op moet letten, namelijk me niet ergeren, niet bij/op andere mensen afgeven als ik me toch erger, voldoende slapen en mijn medicijnen innemen. Dat is het eigenlijk, met nog een belangrijke component: alert zijn en signalen bespreken. Signalen dat er iets mis kan zijn. Dat kan weleens vervelend zijn maar het loont absoluut de moeite omdat het ons scherp houdt en ik heel goed weet wat er kan gebeuren als je bepaalde dingen laat gebeuren of niet bespreekt. Hoewel het af en toe niet meevalt omdat een binnenpretje soms al met argwaan wordt bekeken, zit ik wat dat betreft op één lijn met mijn huisgenoot en mijn behandelaar. Als zij zorgen hebben, herken ik die.

En dan geldt hetzelfde als voor het rode verkeerslicht: zolang je reactie op het signaal maar stoppen is, is er niks aan de hand. Dus heb ik af en toe gesprekken die niet iedereen heeft, houd ik me soms op voorhand in of trap ik af en toe op de rem. Dat is een kleine prijs die ik graag betaal want ik vind dat ik wel genoeg ellende heb meegemaakt met en vooral na mijn manieën. Maar dat is weer een heel ander verhaal.

~~~

Afbeelding van Alexas_Fotos via Pixabay

Ten strijde tegen de dips

Het zal de reguliere lezer of de toevallige passant van dit blog vast wel opgevallen zijn: weken met elke dag een post, dan weer weken nauwelijks. Mij valt het in ieder geval op en het stoort me. Het stoort me omdat er een patroon in zit: ook andere dingen die ik graag doe zoals lezen en een studie gaan dan ineens moeizaam.

Ik heb zo’n vermoeden dat het te maken kan hebben met mijn bipolaire stoornis. Immers, bij die stoornis kan de stemming nogal schommelen. Het lijkt er nu wel op dat ik sinds een paar jaar het ergste, ofwel de manieën, onder controle heb, maar mijn stemming blijft toch schommelen. Waardoor ik hele periodes amper zin heb in bloggen, lezen of studeren. Dat begint me nu aardig de keel uit te hangen. Vandaar dat ik nu iets van een plan heb bedacht.

Het is ongetwijfeld geen origineel plan maar als het helpt maakt me dat niet zo veel uit. Het draait om het gegeven dat ik de dingen die ik nog wel doe, zoals wandelen, nog steeds ontzettend leuk vind. En als ik tijdens zo’n dip toch mijn e-reader of een boek pak, vermaak ik me ook opperbest. En nu we weer wat meer mensen mogen zien: ook daar kan ik van genieten.

Afvinken maar

Dat betekent voor mezelf in ieder geval dat ik geen depressie heb, maar een dipje zoals ik vaker heb. En het kan dus best samenhangen met mijn stoornis. Dat ga ik volgende week ook zeker bespreken met mijn behandelaar. Tot die tijd wil ik iedere avond voor ik naar bed ga, een lijstje maken van dingen die ik de volgende dag graag wil doen. En die dingen wil ik de volgende dag dan echt af gaan vinken want ik heb gemerkt dat dingen afvinken erg leuk is en energie geeft. En ik ga mijn Excel lijst er weer dagelijks bij pakken om daar ook weer meer mee te doen want de laatste weken ben ik daar ook slordig in geweest terwijl die lijst motiverend kan werken, dat merkte ik in januari wel.

Ik doe uiteraard hier verslag.

~~~

Afbeelding van Clker-Free-Vector-Images via Pixabay

Waarom signalen kunnen herkennen rust geeft (bipolaire stoornis)

Eerlijk gezegd vind ik het best spannend dat ik mijn boek aan een proeflezer heb gegeven. Ik heb toch een hoop persoonlijke dingen opgeschreven en het onderwerp bipolaire stoornis is ook niet bepaald triviaal. Zo voet het voor mij in ieder geval niet aan. Ik heb het boek echt om een persoonlijke reden geschreven en ik wil er ook echt wat mee bereiken. Maar daarover later meer.

Het is dus een persoonlijk boek geworden over een pijnlijk deel van mijn leven. Stiekem hoop dat ik het boek heb kunnen schrijven als een definitieve afrekening met mijn bipolaire stoornis maar dat zal vrees ik iets te veel gevraagd zijn. Al was het maar omdat ik de rest van mijn alert moet zijn op bepaalde signalen en dat alleen al maakt het meer dan aannemelijk dat mijn gedachten regelmatig uit zullen gaan naar mijn bipolaire stoornis. Dat is ook helemaal niet erg omdat ik nu weet waarop ik alert moet zijn en ik uit ervaring weet dat alertheid de moeite waard is. Alles beter dan een nieuwe manie. Afkloppen dat me niks ergers overkomt dan een bipolaire stoornis. Die stoornis vind ik namelijk al erg genoeg.

Het hoeft gelukkig niet terug te komen

Want als ik alert blijf op bepaalde signalen kan ik hopelijk herhaling nu wel voorkomen. En dat is me veel waard. Wel hoop ik dat ik in mijn onderbewuste een radar ga ontwikkelen en dat ik er niet continu mee bezig hoef te zijn. Dat ik het herken als het de kop opsteekt, zonder dat ik daarvoor continu hoef te denken: signaal x, y, of z mag zich niet voordoen. Maar daar heb ik alle vertrouwen in want de eerste keer dat ik het belangrijkste signaal herkende, was ik op dat moment ook niet heel bewust met mijn stoornis bezig. Toen was ik helemaal niet met dat signaal bezig, of op zoek naar signalen, maar ik ontdekte er dus wel eentje. Juist omdat ik er regelmatig over had nagedacht, maar niet krampachtig.

Want ook daar ben ik me bewust van geworden: krampachtig op signalen letten heeft geen zin. Dan gaat die vervelende stoornis toch weer de hoofdrol spelen die hij niet verdient. En dat wil ik natuurlijk voorkomen. Gelukkig zijn er nog maar weinig signalen waarop ik nu moet letten en zijn die zonder al te veel bewuste aandacht te herkennen. Dus hoeft mijn antenne niet altijd scherp te staan. Ik kan er namelijk op vertrouwen dat ik de signalen herken als ze zich voordoen. En dat geeft rust en nog wat meer, maar daar kom ik later dus op terug.

~~~

Afbeelding van Quang Le via Pixabay

Een dipje voor de storm?

Twee dagen niet geblogd. Zwaar in overtreding dus. Ik zit nog steeds niet helemaal goed met mijn dagplanning. Maar goed, ik pak de draad vandaag weer op, al ben ik dan al wel de hele dag chagrijnig. Op en af. Maar ik begin steeds meer het gevoel te hebben dat ik iets te vertellen heb wat er toe doet. Hier, maar ook zeker in mijn boek. Voor ik me druk ga maken over of mijn boek mensen echt kan helpen, moeten eerst mijn proeflezers maar eens laten weten wat ze ervan vinden.

Ik heb natuurlijk niet de illusie dat ik een mega bestseller heb geschreven, maar ik hoop wel dat ik een aantal lezers vind. Of dat mijn proeflezers ambassadeurs van het boek willen worden. Maar goed, dat boek moet er eerst maar eens komen. En ik heb mijn proeflezers geen deadline gegeven. Dat maakt het nu lastig duimendraaien. Maar ja, al die proeflezers moeten het er net als ik ‘naast’ doen en daarom vond ik het niet fair om deadlines te geven terwijl ze zelf aangaven graag zonder deadline te willen lezen. En ik vind dat dan goed, natuurlijk.

Ook al is het nu even moeilijk, het boek komt er wat mij betreft wel. Ik heb het idee dat ik dingen op heb geschreven waar anderen ook wat aan kunnen hebben. Het zijn in ieder geval dingen die ik graag twintig jaar eerder had willen weten. En ik kan me voorstellen dat ik daarin niet de enige ben. Dat hoop ik in ieder geval. Maar nu moet ik dus voor ik verder ga ongeduldig mijn proeflezers afwachten. Proeflezers die het boek ook nog weer beter kunnen maken dus wat dat betreft is het wachten de moeite waard.

Dat wachten betekent dat ik mij de komende tijd ga richten op deze site. Ik heb het gevoel dat ik daar nog plezier en voldoening uit kan halen dan ik nu doe. En over hoe dat ik dat ga doen, vertel ik morgen meer. Het heeft te maken met de cursus Blogbasics en het boek Stijl te maken. Allebei van Kitty Kilian.

~~~

Afbeelding van Comfreak via Pixabay

Achtergrond bij mijn boek: waarom het moeilijk schrijven was

Vandaag heb ik de tweede versie van mijn boek over hoe ik met mijn bipolaire stoornis omga daadwerkelijk aan mijn eerste proeflezer gegeven. Spannend. Dat was het voor de eerste versie totaal niet. Die versie was afstandelijk en vertelde nergens mijn persoonlijke verhaal. Dat wilde ik juist niet vertellen. Mijn proeflezers wisten me echter ervan te overtuigen dat het boek als persoonlijk verhaal beter zou worden omdat het daarmee geloofwaardiger werd.

Voor dat overtuigen hoefden ze weinig moeite te doen want ik zag het nut van een persoonlijk verhaal al snel in. Maar het duurde vervolgens toch nog een half jaar voor ik echt aan het schrijven ging. Ik heb echt getwijfeld wat ik ermee zou doen. Wel of niet schrijven? Zelfs toen ik uiteindelijk toch bezig was, bekroop de twijfel me opnieuw. Het was echt lastig, maar toch denk ik dat ik er goed aan heb gedaan. Ik heb geschreven wat ik moest schrijven en hoewel er oud zeer boven kwam drijven heb ik nu het gevoel dat ik dat verwerkt heb. Juist omdat ik het zo opgeschreven hoop te hebben dat lezers het niet alleen kan lezen als gedeelde smart – want ik denk dat veel mensen met een bipolaire stoornis zo’n verhaal als dat van mij hebben – maar ook dingen uit het boek op kunnen pikken waarmee ze zulke ellende voor zichzelf kunnen voorkomen.

En dat voorkomen van ellende is het doel van dat boek. Voor mezelf hoop ik dat het schrijven van het boek ervoor heeft gezorgd dat ik datgene wat ik in twintig plus jaar van mijn stoornis heb gelezen, nog wat scherper voor ogen kan houden, waarmee hopelijk de kans op terugval nog kleiner is geworden.

Misschien wordt het boek ook een document om aan vrienden en familie te geven. Ik weet dat ze best belangstelling hebben voor mijn worsteling met mijn bipolaire stoornis en hoe ik daarmee omga, maar het is geen onderwerp waar je zomaar even over begint als er bezoek is of op een verjaardag. En nu gaat dat al bijna twee jaar ook nog eens amper door vanwege corona. Daar zou het boek uitkomst kunnen bieden.

En wie weet waar het boek nog meer toe kan leiden. Ook daar heb ik ideeën bij, maar ik denk dat het handig is om eerst de proeflezers af te wachten voor ik daar op deze plek verder op in ga.

~~~

Afbeelding van Ulrike Mai via Pixabay

En mijn boek gaat naar proeflezers

Het duurde toch nog wat langer dan voorzien maar vanmiddag en vanavond heb ik dan mijn boek over hoe ik omga met mijn bipolaire stoornis voor het laatst doorgenomen voor ik het morgen aan de eerste proeflezer geef. Ik denk dat ik het probleem dat ik van de week tegenkwam heb opgelost dus ik ben nu heel benieuwd wat mijn proeflezers ervan vinden.

Het heeft wat mij betreft op voorhand al aan een belangrijk doel voldaan dat ik mij stelde voor ik in november 2020 begon en ik afgelopen november opnieuw begon: ik heb er weer dingen van bijgeleerd. Over mijn bipolaire stoornis en hoe ik daarmee omga maar ook over het schrijfproces zelf. Bepaalde valkuilen waarin ik trap als ik langere teksten schrijf en hoe ik ze op kan lossen. En natuurlijk om te niet te vergeten: dat ik het schrijven zelf zo ontzettend leuk vind dat ik vaker wil schrijven. Hier is dat al te zien maar ik heb al een vaag idee over hoe ik van mijn boek een serie kan maken.

Maar dat is voor nu toekomstmuziek. Ik ga er binnenkort wel een keer voor zitten om het voor mezelf in ieder geval vastgelegd te hebben nu ik toch moet wachten op de proeflezers, maar voor ik daadwerkelijk aan die serie begin moet eerst dit boek tot een goed einde worden gebracht. Voor dat idee heb anderen nodig, dus dan moeten de proeflezers wel enigszins enthousiast zijn over dit boek. Toen ik ze benaderde met het plan voor dit boek waren ze dat in ieder geval wel dus ik hoop dat ze dat nu nog zijn.

Voorlopig ben ik tevreden met wat ik heb geschreven. Ik heb het idee dat ik het commentaar op de eerste versie goed heb verwerkt en dat het daardoor een beter boek is geworden. Ongetwijfeld gaat deze tweede versie ook weer commentaar opleveren en zorgt dat ervoor dat het boek nog beter wordt. En hopelijk is het daarna geschikt om uit te geven want hoewel ik misschien voor mezelf ben begonnen aan dit boek, hoop ik wel degelijk dat lotgenoten er ook wat aan hebben.

~~~

Afbeelding van congerdesign via Pixabay

Rond de 25

Nee, rond de 25 is niet mijn leeftijd. Dat is inmiddels al heel wat jaartjes geleden. Rond de 25 is mijn score voor de Body Mass Index, oftewel BMI, ook wel Queteletindex genoemd naar de bedenker. Een gezond gewicht heb je volgens het Voedingscentrum bij een BMI tussen de 18,5 en de 25. Als scholier en student zat ik er altijd boven en toen ik in 2010 afstudeerde – 10 kilo te zwaar naar BMI maatstaven – nam ik mij voor flink af te vallen.

Gelukkig hadden we al een boek van Sonja Bakker in huis en ging het afvallen makkelijk en konden we het ook na het dieet van 9 weken goed volhouden. We bleken niet zozeer verkeerd te eten maar simpelweg te veel. Twee jaar na het dieet was ik twintig kilo afgevallen en zat ik ruim onder de 25 met mijn BMI. Helaas werd ik toen manisch en dat had tot gevolg dat ik er ik er een medicijn bij kreeg en dat de dosis van mijn bestaande medicijn opgehoogd werd. En die medicijnen stonden er om bekend dat ze voor gewichtstoename konden zorgen.

Jaren later hoorde ik van een behandelaar bij de ggz dat mijn medicijnen voor het gewicht twee dingen doen: ze remmen de stofwisseling en bevorderen de eetlust. Dat was te merken want sinds 2012 kwam ik een aantal jaren jaarlijks 2 kilo aan. Een simpel rekensommetje leert dan dat ik nu dus weer op het gewicht moet zitten van voor ik met Sonja Bakker begon.

Gelukkig is dat niet zo. Ergens in 2018 wist ik de spiraal te doorbreken. Het dagelijkse wandelen betaalde zich misschien uit. Maar helaas heb ik sindsdien nog wel getobd met mijn gezondheid en heb ik periodes gehad dat de weegschaal toch weer wat hoger uitsloeg. Dan kwam ik net boven de 25 uit.

Het voorbije jaar bleef ik schommelen rond de 25. Maar omdat ik tijdelijk iets meer medicijnen slikte, was ik daar tevreden mee. Nu ben ik sinds eind december weer aan het aanbouwen. Ik hoop dat ik dat niet merk aan toenemende drukte in mijn hoofd of aan hinderlijke ergernissen. Ik hoop het te merken aan de weegschaal en dat lijkt ook het geval te zijn nu de feestdagen voorbij zijn.

Vanmorgen zat ik weer net onder de BNM van 25. Ik wil vooral door blijven wandelen, overdag misschien iets vaker de benen strekken, op blijven letten met snoepen en dan uiteindelijk van rond 25 naar rond de 24 gaan. Daar wil ik de rest van het jaar voor uittrekken.

~~~

Afbeelding van Vidmir Raic via Pixabay

Toch dit weekend nog een keer aan de slag met mijn boek

Gisteren had ik de planning niet helemaal op orde en begon ik te laat aan het doorlezen van mijn boek over hoe ik met mijn bipolaire stoornis omga. Ik had voor ik eraan begon goede hoop dat het de laatste keer zou zijn dat ik er naar keek voordat ik het naar proeflezers stuurde. Maar gaandeweg het lezen, zag ik toch dat ik me ergens aan stoorde en ik kon het niet onmiddellijk oplossen.

Dus was ik gisteravond even teleurgesteld en omdat het sowieso al laat was besloot ik om bij te komen maar verder te lezen in De brief voor de koning van Tonke Dragt. Prachtig boek is dat, om de een of andere reden heb ik het gemist in mijn jeugd terwijl ik wel onder de indruk was van De Zevensprong. Geeft niets, nu is het alsnog genieten.

Inmiddels heb ik een nachtje geslapen over mijn schrijfprobleem en denk ik dat ik er wel uit kom. Vanavond niet, andere plannen en verplichtingen maar morgen moet het lukken. Gelukkig was ik op zich best trots op wat ik las. Ik voelde me op dat ene detail na best tevreden over het resultaat. Ik heb geschreven wat ik wilde zeggen en hoop dat op zo’n manier te hebben gedaan dat anderen er ook nog eens baat bij hebben. Want dat ik natuurlijk wel het doel van het schrijven van een boek over een bipolaire stoornis. Escapisme is niet het doel hoewel ik me voor kan stellen dat eventuele herkenbarbaarheid voor lotgenoten ergens die functie wel kan hebben. Hopelijk kan het boek aanvoelen als een hart onder de riem waar je ook nog nuttige dingen uit kunt halen.

Dat is de hoop die ik als schrijver van het boek heb. Het is bijna zover dat ik het weer uit handen kan geven. Dat doe ik met vertrouwen in het boek en in mijn proeflezers want het is mijn ervaring als vertaler (en als schrijver van de eerste versie van dit boek) dat proeflezers of je collega-vertalers altijd nog wat toevoegen aan jouw visie op het boek. Daar kijk ik dan ook naar uit.

Voor het zover is eerst dit weekend nog één keer aan de slag. Met heel veel plezier want die teleurstelling die ik gisteravond even voelde is allang weg.

~~~

Image by Arek Socha from Pixabay

Morgen nog een laatste keer lezen en dan naar proeflezers

Eerder schreef ik al dat het boek naar proeflezers kon, maar dat is nog niet gebeurd. Of beter gezegd: ik weet dat de eerste proeflezer nog niet is begonnen. Dat komt goed uit want de voorbije dagen zijn me stukje bij beetje nog een aantal dingen te binnen geschoten die ik graag wil controleren in mijn boek of juist wil aanvullen. Daarom lees ik het morgen nog een laatste keer door voor het naar proeflezers gaat. Dat doe ik waarschijnlijk in fases want ik heb vorig jaar geleerd dat soms lezers met zoiets ingrijpends komen dat ik al weet dat het helemaal ga herzien, nog afgezien van wat andere lezers ervan vinden.

Vorig jaar heb ik om die reden na het commentaar van twee lezers de andere lezers laten dat het boek hoe dan ook verbouwd zou worden en dat ze even konden stoppen met lezen als ze al waren begonnen. Vandaar dat ik dit jaar met één proeflezer begin en ik de anderen nog even wat langer laat wachten. Als die ene lezer het gelezen heeft, heb ik denk ik een goed beeld heb van wat er eventueel anders moet. Maar ik ga er vanuit dat ik morgen al tot de conclusie kom dat het zo goed is. Ik heb de opmerkingen van vorig jaar volledig verwerkt, ook omdat de helft van de opmerkingen betrekking had op iets wat ik zelf in een laat stadium ook al opgemerkt had. De andere helft had betrekking op iets wat ik in instantie niet durfde, maar na wat op en neer mailen en nadenken durfde ik het wel.

Het enige nadeel van de opmerkingen was dat ik een flink deel moest toevoegen, een deel schrappen en de rest volledig moest herschrijven. Bijna iedere zin, waarschijnlijk in ieder geval elke alinea moest opnieuw. Dus besloot nog eens goed te kijken wat er allemaal in mijn boek stond en moest blijven staan in de nieuwe versie en op grond daarvan heb ik het hele boek, bijna 20.000 woorden, opnieuw geschreven. Nou ja, bijna het hele boek. Ik heb één klein hoofdstuk uit de eerste versie in deze tweede versie opgenomen. Ik vond het onderwerp bij de eerste correcties toch van belang dus nam ik het alsnog op. Maar dat hoofdstuk ik nog deels herzien en ingekort.

Al met al is er nu een boek uitgekomen waar ik achter sta en waar ik morgen dus nog wat finishing touches aan ga aanbrengen en daarna zet mijn proeflezers aan het werk. Dat worden spannende tijden.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay