Lockdownbezigheden

Vannacht ging ie in: de lockdown, nu geen intelligente maar het zwaardere werk. Dus vandaag niet die ene dag in de week naar kantoor maar 100% thuis werken. Jammer dat ik mijn collega’s even niet meer zie, maar gezien de omstandigheden geen groot offer. En Kerst ziet er anders uit dan gepland, so be it.

Werken aan mezelf dus maar zodat ik er hopelijk op een bepaalde manier ook (meer) voor een ander kan zijn. Nu en straks als dat rotte virus hopelijk onder controle is. Ik ben vandaag dan eindelijk aan de hoofdstukken van Mossyface begonnen die door ‘collega’ Roger Schenk en de optimist in mij hoopt het hele boek af te hebben als deze lockdown afgelopen is. We merken het wel. Dagelijks ergens mee bezig zijn, lukt me wel. Daarover later meer.

En ik heb al een tijdje een aantal cursussen liggen. Aan een van die cursussen ben ik vandaag begonnen. Ook daar graag een dagelijkse bezigheid. Hopelijk leer ik ook wat dingen waar ik hier profijt van heb. Het gaat over bloggen, dus dat zou dan zomaar kunnen.

Ten slotte wil die stapel boeken maar niet kleiner worden. Het is me deze maand nog niet gelukt om elke dag te lezen – doordat ik een soort ‘als dit niet, dan dat ook niet’- constructie had bedacht, maar ook daar mag verandering in komen want die constructie was natuurlijk van de zotte. Wat plezierig, nuttig en onschadelijk is, kun je beter niet inzetten om jezelf te aan te zetten tot nieuwe gewoontes, zeker niet als het niet werkt. Misschien is Leo Babauta het niet met me eens, maar ik stop met deze stomme constructie, of in ieder geval deze wat lezen betreft.

Ondanks corona ben ik dit jaar persoonlijk gezien vooral dankbaar. Dankbaar dat ik anders tegen een probleem aan ben gaan kijken. Dat die andere blik mij ruimte biedt. En dat ik mensen om me heen hem die me zo laten nadenken, dat ik anders ben gaan kijken.

Toch wel genoeg om dankbaar voor te te zijn dus, ondanks lockdown.

~~~

Afbeelding van Oberholster Venita via Pixabay

Voor mezelf of ook voor een ander?

In het redactioneel van Biggles News Magazine 172 schreef ik: “[…]Hoewel ik altijd beweer voor mezelf te schrijven, denk ik tijdens het schrijven toch weleens aan u.” Dat geldt natuurlijk ook voor dit blog. Ik schrijf om voor mezelf iets uit te zoeken, uit te denken of uit te leggen, maar ik denk wel aan potentiële lezers. Van sommigen zie ik het soms voor me dat ze het aan het lezen zijn. Of ze dat daadwerkelijk doen, is een ander verhaal maar het helpt om dingen duidelijk te maken als je je afvraagt of lezer x, y, of z het zou interesseren en zou begrijpen. En het motiveert. Als ik echt alleen voor mezelf zou doen, zou ik het denk ik laten.

Wil ik meer publiek?

Ik vraag me ook wel eens af: is dit interessant voor een ander? Het gaat toch vaak om persoonlijke dingen die ik beleef rondom mijn beperkingen. Zelfs van die serie over gewoontevorming doorzag ik deze week ineens hoezeer die toch verweven bleek te zijn met mijn beperkingen. Iemand had het me wel ooit gezegd, maar dat het zo persoonlijk zou zijn, had ik me toen nog niet gerealiseerd hoewel zij waarschijnlijk het eerste zaadje plantte voor die serie, of voor het idee om er nog een keer op terug te komen.

Ik denk dat ik nog voldoende blogs met zonder beperking kan schrijven, maar sinds ik in november een eerste versie van een boek heb geschreven, merk ik zowaar dat ik iets als ambities begin te krijgen met blog en boek. En dat is even wennen. Waar ik met tot op heden een voorstelling kon maken van een handjevol lezers, zie ik nu soms meer. Vooral voor mijn boek dan. Maar wil ik dat wel echt? Nu is zo mooi, leuk een stukje schrijven en that’s it. Ja, er komt af en toe een reactie en daar ben ik blij mee.

Ik heb ooit eerder grotere ambities gehad, wat toen reden was me bij de Stichting Onzichtbaar Ziek aan te sluiten en daar een hele tijd iedere maand een column voor te schrijven. Dat was een mooie tijd en het heeft me zeker dingen opgeleverd die ik nooit had verwacht. Het was een mooi avontuur maar zoiets zoek ik nu niet.

Nu zie ik vooral het avontuur in het boek. Net als voor mijn vertalingen wil ik ook daar een publiek voor vinden. Het blog mag dan mee. En dat voelt niet alleen vreemd aan maar is tegelijkertijd ook spannend.

~~~

Afbeelding van Engin Akyurt via Pixabay

Een nieuwe taal leren?

Mijn collega Rowena vertelde dinsdag dat ze bezig is met een cursus Spaans. Ze vindt het een mooie taal. Dat ben ik helemaal met haar eens en het kostte me dan ook moeite om niet te happen. Wel zette het me nogmaals aan het denken. Talen waren vroeger op school mijn beste vakken, ik had er vijf op mijn eindexamen. Alleen Grieks had na de vierde laten vallen, mede vanwege mijn ongelukkige handschrift en omdat ik toch wel voldoende vakken had.

Maar de talen gingen mij op school dus een stuk beter af dan de exacte vakken en ik vond ze dan ook een stuk leuker. Met mijn boekenbeurten in het examenjaar haalde ik behoorlijk goede punten en daar waren de docenten na afloop nog lang niet over uitgepraat. Uiteraard moest ik een vervolgopleiding kiezen en omdat ik in alle talen ongeveer even goed was, werd dat een lastige keuze. En ik zag mezelf nou ook weer geen docent worden. Voor bedrijven de buitenlandcorrespondentie doen, zag ik ook niet echt zitten, een globetrotter was ik ook al niet bepaald en aan vertaler worden had ik al helemaal niet serieus gedacht.

Dus werd het Letteren in Tilburg. Daar deden we ook van alles met taal wat ik boeiend vond. En tijdens vakanties probeerde ik mijn Frans bij te houden. In 2001 zaten we bijvoorbeeld op een kleine camping in de Provence. De eerste dag zag ik een groepje Franse jongeren zitten. Ik ben erbij gaan zitten, liet mijn oren een klein half uur acclimatiseren en daarna heb ik de hele vakantie met hen opgetrokken. Liedjes vertalen zoals het bekende Dimanche sanglant dimanche van U2. Toen we na een week naar de volgende camping gingen, zei de buurvrouw tegen mijn ouders: ‘Votre fils parle français très bien.’

Toch heb ik nooit veel met talen gedaan, behalve met Engels dan

Talen hebben wel altijd mijn warme belangstelling gehouden en ik was dan ook meteen geïnteresseerd toen ik van het boek Fluent forever en bijbehorende methode van Gabriel Wyner hoorde. Het leek erg op hoe ik leerde met Anki, gespreid herhalen is een belangrijk onderdeel van de methode. Het enige bezwaar dat ik had, was dat de methode ook erg auditief en uitspraakgericht was. Dat leek me met mijn slechtere gehoor wel een probleem en daarom ben ik de uitdaging nooit aangegaan.

Nu ik zoals ik gisteren beschreef zoveel beter hoor met mijn nieuwe hoorapparaten, neig ik ernaar dat wel te doen. Gewoon omdat ik nieuwsgierig ben naar de methode van Wyner, omdat talen mij altijd makkelijk afgingen en omdat ik graag blijf leren. En het lijkt me dan wel aardig om met Spaans te beginnen.

~~~

Bron afbeelding: Goodreads

Het kwartje viel; maar wat was dat kwartje ook alweer?

In deze maand van het traditionele terugkijken om daarna weer vooruit te kunnen, doe ik ook mee. Ik had straks een prachtig idee, maar dat heb ik niet opgeschreven dus het is weer weggevlogen. Maar ik vermoed dat het net als mijn mijn blog van gisteren nog even ging over terugkijken.

Het ging geloof ik over het beeld dat ik van mezelf had dat ik heb moeten wijzigen. En dat doet me goed merk ik. Wat ik van Charles Duhigg (The power of habit) heb geleerd, zo besefte ik vanmiddag, is dat een manie wel iets weg heeft van een (slechte) gewoonte. Daarmee wil ik voor alle duidelijkheid niet, ik herhaal, niet zeggen dat een manie net als een gewoonte begint met een handeling die je een x aantal keren bewust moet uitvoeren voor deze een gewoonte wordt. Als ik dat zou zeggen, zou ik eigenlijk beweren dat een manie een keuze is. En dat is het absoluut niet. Een manie is onderdeel van een ziekte, de bipolaire stoornis. Het is al erg genoeg als je eraan lijdt en dat is absoluut niet je eigen schuld.

Waar ik een manie wel kan vergelijken met een (slechte) gewoonte is in de manier waarop ze allebei kunnen ontstaan. Een manie is bij mij niet: pats boem, nu ben ik manisch. Nee, er gaat een traject van opbouw aan vooraf. En daar zit een gelijkenis met een gewoonte. Kijk maar: een gewoonte is volgens Duhigg opgebouwd uit drie onderdelen: 1) signaal; 2) routine; en 3) beloning. En volgens Wood (Good habits, bad habits) is ruim veertig procent van onze dagelijkse activiteiten opgebouwd uit gewoontes. En een gewoonte wordt volgens Duhigg nog sterker als er een 4e onderdeel aanwezig is, namelijk: geloof.

En dat is best akelig is het kader van een bipolaire stoornis.

Als je last hebt van een bipolaire stoornis reageer je extremer op 1) signalen; en 2) je routine bestaat uit het gedrag dat in je signaleringsplan staat; En 3) beloning; je acties brengen je gevoel weer in overeenstemming met je zelfbeeld. Maar 4) geloof; door je ziekte raakt je zelfbeeld vertekend geloof je steeds meer (of minder bij een depressie) in jezelf waardoor het steeds moeilijker wordt normaal te functioneren.

Dat vind ik dus best akelig. Maar er is ook een mooie kant aan want bij het afleren van slechte gewoontes kiest Duhigg voor de volgende methode. Laat 1) signaal en 3) beloning intact maar bouw een nieuwe 2) routine. En volgens mij viel mij vanmiddag op dat mijn behandelaar mij dat voor mijn manieën ook laat doen. Ze laat me signalen opsporen en leert me daar anders op reageren zodat de beloning gelijk blijft (en niet vergroot wordt door de stoornis).

Zo hoop ik dat ik kennis van gewoontes ook kan inzetten tegen mijn bipolaire stoornis. En het bevestigt mijn keuze om toch ook maar Atomic habits van James Clear te gaan lezen.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Papier of digitaal?

Het was dus mijn bedoeling om vanaf 1 december elke dag een stuk uit een boek te lezen. Het lukte alleen pas zaterdag en gisteren. 5 en 6 december dus. De eerste vier dagen had ik dus niet gelezen en ik vraag me af hoe dat komt. Toevallig had ik een papieren boek waar ik mee aan de slag wilde en het lijkt haast wel of ik daar tegenwoordig meer moeite mee heb.

Sinds kort heb ik namelijk een nieuwe e-reader en die leest een stuk prettiger dan mijn oude. Maar nu lijkt het wel of ik moeite heb met lezen op papier; net zoals me dat eerder met de krant overkwam. Die lees ik eigenlijk niet meer op papier omdat ik digitaal gemakkelijker vind. Nou kan ik in dat geval het grote formaat van de krant nog de schuld geven – natuurlijk is het tabloid format maar met één hand is dat nog lastig te hanteren in een luie stoel.

Digitaal de krant lezen in die luie stoel gaat echter een stuk makkelijker en dat doe ik dan ook vaker dan lezen vanaf papier. En het heeft er nu wel wat van weg dat voor mij voor papieren boeken hetzelfde geldt als voor de papieren krant. Digitaal leest prettiger heb ik het idee.

Vandaar dat ik dat de komende tijd eens uit ga proberen. Ik heb nog een aantal e-book niet op mijn e-reader staan. Die gaan er vanavond. En ik heb een (veel groter) aantal papieren boeken liggen die ik wil lezen. Dat wil ik nu dus om en om gaan doen om te kijken wat het fijnste leest. En dan kan ik meteen nagaan of papier of digitaal invloed heeft op mijn voornemen dagelijks te lezen. Vanaf 5 december is me dat dus nu gelukt. Op papier. Dat betekent dat ik vanavond dus mijn e-reader er weer bij pak; de boeken die ik laatst gekocht heb, erop zet, en er eentje uitkies om te lezen.

Uiteraard doe ik verslag.

~~~

Afbeelding van Free-Photos via Pixabay

Wil de ware Worrals zich melden?

Eigenlijk wilde ik iets anders gaan schrijven maar ik had nu even geen zin om het uit te zoeken. Komt misschien nog wel. Of niet. Maar dat maakt nu wel dat ik een probleem heb: geen onderwerp om over te bloggen maar er diende zich vanmiddag al lezend iets aan. En het heeft te maken met Captain W.E. Johns. Van die boeken die ik vertaal, ja. Dat ik flink aan de slag moet met de website Biggles.nl. Dat komt.

Maar het was geen jeugdsentiment dit keer. Ik las Worrals’ oorlog dat dit jaar verscheen bij de IBA. Die leerde ik pas kennen toen ik lid werd van de vereniging. Het zijn meisjesboeken maar wel meisjesboeken die zich met de beste Biggles-boeken kunnen meten. Maar het doet me altijd denken aan Bletchley Park. De rol van vrouwen als piloot was tijdens de Tweede Wereldoorlog beperkt. Maar op Bletchley Park met de coderingsmachine van Alan Turing speelden vrouwen wel degelijk een belangrijke rol.

Ik ben al jaren van plan dat eens goed uit te zoeken maar het komt er steeds niet van. Ik wil er eigenlijk meer over lezen want ik heb het gevoel dat The Imitation game maar een beperkt beeld gaf, dat er misschien te veel credits werden gegeven aan Alan Turing.

Dat zat ik vanmiddag dus allemaal te bedenken tijdens het lezen van Worrals’ oorlog. Hoe zag het leven eruit van vrouwen die daadwerkelijk in de oorlog betrokken; die niet alleen op papier bestonden als een propagandamiddel dat Worrals toch onvermijdelijk was.

Dat gaat dus mijn eerste afspraak met de geschiedenis worden. Ik weet nog niet in welke vorm; eerst maar eens kijken wat er qua geschiedkundige bronnen te vinden is. Die zijn er voldoende, leert een eerste rondje Google. Dat wordt lezen geblazen. En er is meer dan alleen een connectie naar Worrals. Misschien zijn de Britse autoriteiten zich ooit wel een hoedje geschrokken van iets wat Johns schreef. Het kwam namelijk akelig dicht bij de realiteit…

~~~

Afbeelding van WikimediaImages via Pixabay

Wegleggen

Het liefste zou ik meteen verdergaan met mijn boek in wording. Ik wil eigenlijk elke dag met schrijven bezig zijn. Het is me in november goed bevallen. Toch begrijp ik dat ik dat beter niet kan doen. Even afstand nemen van wat ik schreef kan geen kwaad. Zeker niet omdat het een onderwerp is waar ik persoonlijk bij ben betrokken. Wat ik schreef gaat over mij, weliswaar niet direct maar toch. Ik heb het hopelijk zo opgeschreven dat je de ups and downs wel kunt zien maar hopelijk niet rechtstreeks. Misschien wel van ‘Ah, dat is hem overkomen,’ en ‘die valkuil is hij in gelazerd’.

Maar niet hoe dat lazeren dan precies ging, wat het precies inhield. Dat houd ik voor mezelf en enkele intimi die het meemaakten. Toch denk ik dat ik een goede keuze heb gemaakt om het op te schrijven. Het gaf mij rust in een toch wel hectische maand, precies zo’n maand waar ik over kan struikelen. En het opschrijven zorgde voor reflectie over wat er iedere keer misging, hoe het beter had gekund en wat ik in de toekomst kan doen om herhaling te voorkomen.

Leerzaam

Zowel iedere episode van die stoornis waar ik aan lijd, als het opschrijven van mijn ervaringen nu, is leerzaam. Juist ook omdat tijd wonden heelt en je daardoor zonder wrok of boosheid kunt terugkijken. Ik kan inmiddels van elke episode aangeven wat er misging en er zelfs een gemene deler uit distilleren. Ik realiseer me ook steeds duidelijker dat het en en is. Praten en Pillen, ik en een partner in crime en een behandelaar.

Dat je er nooit alleen voorstaat, hoe moeilijk het soms ook aanvoelt. Dat is misschien wel de boodschap van het boek. En om die boodschap in te laten dalen en misschien nog wat effectiever te kunnen verwoorden, leg ik het boek graag een aantal maanden weg.

Al is het maar voor mezelf. Maar ook voor anderen want van het schrijven en reflecteren leer ik en daar hebben anderen ook wat aan, of dat boek nou wel of niet gepubliceerd wordt.

~~~

Afbeelding van PublicDomainPictures via Pixabay

#NaNoWriMo halverwege

Ooit schreef ik Misschien heb ik het halve boek al wel geschreven. Dat heb ik nu daadwerkelijk omdat ik met NaNoWriMo meedoe om in november een boek te schrijven. Een ‘novel’ is eigenlijk de bedoeling maar ik ben bang dat ik voor een roman niet voldoende fantasie heb.

En eigenlijk wil ik er ook helemaal geen schrijven. Waar ik al een paar jaar over nadacht was een manier te vinden om alles wat ik geleerd heb over mijn bipolaire stoornis bijeen te brengen. Voor mezelf. En wie weet kan ik anderen daar dan vervolgens ook mee helpen. Een beetje dromen moet kunnen.

Maar mocht het ooit zover komen, dan moet eerst dat boek af. Ik ben nu halverwege – want half november – en het gaat ontzettend lekker. Ik merk dat ik heel veel plezier aan het schrijven beleef en dat ik er zelf ook van leer. Het lukt me ook zonder mankeren om iedere dag te gaan zitten om te schrijven, iets wat me voor mijn blog moeilijker valt.

Ik schrijf uit mijn eigen ervaring en heb niet de intentie de volledige 50.000 woorden van #NaNoWriMo te halen. Ik schrijf het dan wel voor mezelf maar als ik er ooit anderen mee kan helpen dan graag, Daarvoor leek het mij nuttig om kort en bondig maar wel actiegericht te schrijven, dus een omvang van de ‘In 60 minuten’ -serie of de ‘kleine boekjes – grote inzichten‘ serie waarin onder andere ‘De Kleine Allen‘ in is verschenen. De serie vat bekende managementboeken samen in zo’n 15.000 woorden (volgens Kobo.com dan)

Ik zit mooi op schema en heb nog voldoende onderwerpen om de maand mee vol te maken. Al bedacht ik onderweg dat ik mijn hoofdstukjes graag af wil sluiten met kleine doe-opdrachten, dus daar moet ik ook tijd voor vrij maken.

Wat er gebeurt als ik het af heb? Het gaat om een medisch onderwerp, dus ik zal het nog minimaal een specialist moeten laten lezen. Want qua gezondheid wil ik als ervaringsdeskundige geen onzin beweren. Daar is ieders gezondheid mij te belangrijk voor.

Voorlopig dus eerst nog een paar weken lekker schrijven en dan zien we daarna wel weer verder. Dat ik opnieuw merk hoeveel plezier ik aan schrijven beleef is ook al grote winst. Dat wil ik er graag in houden want ik heb het creatieve gevoel meer gemist dan ik me gerealiseerd had.

~~~

Afbeelding van Clker-Free-Vector-Images via Pixabay


1 gedachte bij “#NaNoWriMo halverwege”

Ali Molenaar 2 maanden geleden

Ik heb bijna zes maanden lang dagelijks geblogd, maar ik had er op een gegeven moment gewoon niet voldoende plezier meer in. Het werd een moetje, dus nu zit ik weer op een lage frequentie, wat dan eigenlijk weer jammer is, maar okee, ik ga het dit jaar wel zien.

Van top tot teen

Het is weer even rustiger op dit blog maar dat wil zeker niet zeggen dat ik stil zit. Druk op het werk, druk aan het schrijven voor mijn nog steeds titelloze NaNoWriMo project. Daarover morgen meer. Vandaag een update over mijn schoenen, het looponderzoek en over mijn nieuwe hoorapparaten.

Een paar weken voor mijn ongelukkige valpartij had ik nieuwe schoenen besteld bij mijn orthopedische schoenmaker. Ik had gevraagd om schoenen met meer vering en op voorstel van de schoenmaker heeft hij er ook nog afgeronde hakken onder gezet zodat het afwikkelen gemakkelijker gaat. Door het hele coronagebeuren heb ik ze nog niet uitgebreid kunnen testen maar ik heb ze al wel een dag aangehad naar mijn werk en dat ging prima. Het loopt iets soepeler en het lopen gaat iets natuurlijk.

Deze schoenen houd ik voorlopig voor net en mijn vorige paar is nu gepromoveerd tot wandelschoenen. De vering van het nieuwe paar zit vooral in de schoenzool, dus misschien is het een idee om de zolen een keer te vervangen door het type van mijn nieuwe zolen.

Uitslag looponderzoek

Dat hangt onder andere af van de uitslag van het uitgebreide looponderzoek dat ik een paar weken geleden had. De beelden en de rapportages zijn inmiddels bestudeerd en ik heb dinsdag een afspraak met mijn revalidatiearts om te bespreken wat eruit is gekomen. Daar ben ik heel benieuwd naar want ik ben me er natuurlijk wel van bewust dat ik vaker val dan gebruikelijk is en ook zeker vaker bijna val. Nu zal ook wel meespelen dat ik geen diepte zie en ik daardoor oneffenheden onderweg minder makkelijk opmerk, maar ik denk dat het vooral zit in mijn onwillige rechterbeen.

Het onderzoek was grondig en ik begreep tijdens het onderzoek al dat er hier en daar ruimte voor verbetering inzat dus ik ben heel nieuwsgierig wat ik dinsdag te horen krijg. Het zal wel iets met botox en/of een veer/beugel in de schoen worden maar laat ik niet op de zaken vooruitlopen.

Keus nieuwe hoorapparaten gemaakt

Ondertussen ben ik ook bij het audiologisch centrum geweest en die hebben mijn keuze voor de toestellen die zij hadden voorgeschreven bevestigd. Ik had namelijk van de audicien een gelijkwaardig alternatief gekregen maar met de toestellen van de audioloog hoorde ik net iets beter en prettig, hoewel het verschil klein was. Maar de keuze is toch gemaakt. Ik heb nu een categorie 5 toestel, terwijl mijn oude toestellen categorie 4 waren. En dat verschil heb ik gemerkt. Ik kan nu zelfs goed verstaan in het rumoer op mijn werk.

De audioloog deed een kleine test die mijn vermoeden bevestigde. Van de zomer verstond ik met mijn oude categorie 4 toestellen 90% van de woordjes op normaal spraakvolume terwijl dat met mijn nieuwe categorie 5 toestellen 100% was.

Nu moet ik alleen alles nog orde maken bij de audicien en nog een keer naar mijn linker oorstukje laten kijken, want dat is nog niet goed. Ik heb over een week een afspraak. Nu doe ik het al een paar dagen met één toestel, nu ik toch niet weg hoef maar ik heb het idee dat de wondjes in mijn oor aardig genezen en dat ik morgen allebei de toestellen weer in doe, links met het oude oorstukje.

~~~

Afbeelding van Arek Socha via Pixabay

Nog titelloos #NaNoWriMo project

Afgelopen zomer deed ik een keer een beroepskeuzetest. Niet dat ik toen of nu grootse plannen heb op dat gebied maar ik wilde weten of mijn keuzes van de afgelopen jaren bevestigd zouden worden. Het kwam nog steeds in de buurt, zo bleek. Toch zat er ook een kleine verrassing in het vat. Desktoppublisher wekte niet heel verbazing – al vrees ik dat het nog de nodige studie zou vergen als ik er wel mee verder wilde. Het was het alternatief dat me meer aanstond. Auteur, en nog een paar dingen die ik alweer vergeten ben.

Auteur. Daar kon ik wel iets mee, ook al werd er in de toelichting op de voor mij passende beroepen wel gewaarschuwd dat die banen veel studie zouden vergen en/of minder makkelijk geld opbrachten. Maar ja, ik had de test dan ook meer voor de lol gedaan dan voor het echie, dus wat maakte dat nu uit.

Van vertaler naar auteur is niet zo’n grote stap. Denk aan Jan Siebelink die als docent Frans ook romans uit het Frans vertaalde en later een niet onverdienstelijke schrijver werd. Het kan dus wel. Toch zag ik mijzelf niet als romancier of schrijver van thrillers, hoezeer ik ook van beide kan genieten. Nee, ik zie mezelf dan eerder als schrijver van non-fictie, net als op dit blog.

Het onderwerp vinden was niet moeilijk

Dat wist ik namelijk eigenlijk meteen: mijn bipolaire stoornis. Hoe vaak heb ik niet gelezen dat de beste manier om iets te leren over een onderwerp is door het aan een ander uit te leggen? Dus ik kon me allicht een klein publiek voorstellen en hen uitleggen hoe dat voor mij nu werkt, zo’n manie. En al doende dat alles opschrijven want dat je van dingen opschrijven wijzer wordt, heeft dit blog mij wel geleerd.

Ik begon heel simpel: elke dag een alinea over een aspect van mijn bipolaire stoornis waar ik in het verleden mee heb geworsteld. Een korte samenvatting per deelonderwerp, met als doel de gesprekken in de behandelkamer gerichter te maken. Dat laatste is wel gelukt maar dat kwam niet noodzakelijkerwijs door wat ik opschreef, al hielp het feit dat ik schreef misschien wel. Na een week of twee, drie vond ik dat ik voldoende geschreven had. Het voelde therapeutisch.

En toen werd het eind oktober…

…en zag op Twitter en in blogs #NaNoWriMo weer voorbijkomen en ik dacht: what heck, ik heb de samenvatting al, waarom zou ik die niet uitwerken tot een boek? Voor mezelf en wie weet ooit. Ooitdromen mag even, maar eerst dat boek. Waarom eigenlijk?

Ik heb gemerkt dat mijn bipolaire stoornis zich soms als een soort sluipmoordenaar gedraagt. Zomer 2018 wist ik dat-ie kwam, en kon ik hem de baas, maar voorjaar 2019 was ik ziende blind en heeft het me een maand of vier gekost om er weer bovenop te komen. En daarna nog eens twee maanden afvlakking niet aan zien komen…

Kortom, ik zal altijd alert moeten blijven, vroegtijdig moeten signaleren. En ik denk dat (beknopt) alles opschrijven over het onderwerp mij kan helpen. Het geeft me hopelijk een helder beeld; houdt me scherp, kan de samenwerking met mijn behandelaar nog beter maken; en geeft zicht op de rol van naasten.

Voldoende reden dus om de schrijfspieren eens flink te gebruiken.

~~~

Afbeelding van Daria Głodowska via Pixabay