Verhalen bij ervaringsdeskundigheid: een overzicht

Deze blogpost is deel 13 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

Gisteren liet ik aan de hand van een paar anekdotes het belang van verhalen zien. Voor mij persoonlijk en daarmee vanuit de gedachte dat iets wat voor geldt, ook voor een ander kan gelden. Zeker bij iets universeels als verhalen vertellen en luisteren naar verhalen. Daar kom ik verderop in deze reeks nog wel op terug maar nu wil ik laten zien hoe verhalen bij de ggz ingezet worden binnen het vak van ervaringsdeskundige. Het lijkt me handig om eerst kort uit te leggen wat met een ervaringsdeskundige wordt bedoeld.

Ervaring -> Ervaringskennis -> Ervaringsdeskundige

Dat is eigenlijk de drieslag die binnen de ggz wordt gebruikt: ervaring is dan wat je persoonlijk hebt meegemaakt op het gebied een ziekte, stoornis en herstel. De tweede stap is ervaringskennis: dat is eigen ervaringen aangevuld met ervaringen van anderen, analyse en reflectie en andere bronnen. Tot slot bouwt ervaringsdeskundigheid daar weer op voort: je leert nog vaardigheden voor professionele inzet aan. Op pagina 10 van dit PDF-document op GGZ Standaarden staat bovenstaande in een schema.

Herstel

Verhalen dienen ter ondersteuning van het herstel. Ook hiervan geef ik de gebruikte definitie, ditmaal afkomstig uit dit document van Kenniscentrum Phrenos. Herstel gaat dan het over het leren leven met een ontwrichtende aandoening en kent vier fasen:

  1. Overweldigd worden door de aandoening
  2. Worstelen met de aandoening
  3. Leven met de aandoening
  4. Leven voorbij de aandoening

En dan nu naar de verhalen

Tot nu toe ben ik in mijn cursus de volgende vormen van verhalen tegengekomen:

  • Herstelverhalen
  • Ervaringsverhalen
  • Empowermentverhalen
  • Stigma

Herstelverhalen zijn volgens het eerder aangehaalde document op GGZ Standaarden verhalen waarin mensen wijzen op de onverwachte wending van herstel om anderen andere mensen te laten zien in welke onverwachte hoeken herstel verstopt kan zitten. Mijn eigen boek, dat hopelijk snel naar een uitgever gaat, voldoet helemaal aan die definitie.

Ervaringsverhalen zijn verhalen waarin mensen terugkijken op bepaalde gebeurtenissen in hun leven. Het kan dus minder veelomvattend zijn dan een herstelverhaal, maar niet minder belangrijk. Dat heeft ermee te maken dat ervaringsverhalen ook empowermentverhalen kunnen zijn. Empowerment is volgens Wikipedia “het proces waardoor iemand gestimuleerd wordt zelfstandig te beslissen en te handelen en voor zichzelf op te komen.” En in verhalen doe je daarvan verslag. Dit soort verhalen kunnen erg belangrijk zijn voor herstel. Uit persoonlijke ervaring met mijn psychische problemen heb ik gemerkt dat een volledig herstelverhaal vaak begint met kleinere empowermentverhalen.

Empowerment biedt steun en kan helpen tegen stigma. Stigma zijn uitgesproken negatieve oordelen over een persoon of groepen mensen op basis van een label dat iemand opgeplakt kan krijgen. Zo wordt over mensen met een psychische stoornis of een handicap vaak negatief gedacht. Een probleem hiermee kan deze stigma diep in kunnen grijpen in de maatschappij en het dagelijks leven van iemand die een stigma opgeplakt krijgt. En hier kan helaas gelden: als je iets maar vaak genoeg hoort, kun je het zelf óók gaan geloven, al slaat het stigma uiteraard nergens op.

De andere drie typen verhalen kunnen helpen tegen stigma. Je kunt er immers krachtig mee laten zien wat je wél kunt. Morgen kijken we naar mogelijkheden om die verhalen zo krachtig mogelijk te vertellen.

Verhalen in de ggz – een verkenning

Deze blogpost is deel 12 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

Dit wordt waarschijnlijk het eerste deel van een kleine reeks die ik ga schrijven als voorbereiding op een presentatie die ik over twee en een halve week mag geven voor mijn cursus Wijzer Werken Met Ervaring bij ggz Oost Brabant. De cursus is een eerste kennismaking met het vak ervaringsdeskundige binnen de geestelijke gezondheidszorg. We mochten voor de presentatie een onderzoeksvraag bedenken en de mijne is geworden: hoe kan ik als ervaringsdeskundige verhalen inzetten binnen de ggz?

Het lijkt me interessant om de zoektocht naar antwoorden te verbloggen. En misschien ga ik na de presentatie ook nog wel een uitwerking van die presentatie online zetten. Dat duurt nog wel even en ik heb ook nog geen idee met voor frequentie ik delen ga schrijven voor deze miniserie. Maar ik wil beginnen met een paar anekdotes die het belang van verhalen duidelijk maakte.

Mondelinge beurten

Daarvoor ga ik terug naar mijn eindexamenjaren vwo. Da’s meervoud omdat ik twee keer eindexamen moest doen door een depressie na de tweede schoolonderzoeken. Ik heb het over Engels, Frans en Duits in 1999 en Geschiedenis en Nederlands een jaar later.

Voor de mondelinge beurten bij de talen had ik gemiddeld een negen, maar voor geschiedenis maar een zeven, terwijl het nota bene mijn favoriete vak was. Dat is nogal een groot verschil maar het is vrij eenvoudig te verklaren. Bij de talen had ik een verhaal voorbereid – of zag ik meteen kans een verhaal te gaan vertellen – en kreeg ik daarvoor alle ruimte. Aan de punten en de commentaren achteraf te zien, waren die verhalen interessant genoeg.

Bij Geschiedenis had ik ook netjes een verhaal voorbereid en de docent reageerde enthousiast. Maar al na een paar minuten onderbrak hij mijn verhaal en ging over op de vragen die hij op zijn blaadje had staan. Daar ging ik met mijn mooie voorbereide verhaal en ik weet nog dat ik daar een beetje boos over was. Een behoorlijke mispeer van die docent en het resultaat was er ook naar.

Wat dat alles met de ggz te maken heeft?

Nou, eind 2006 werd ik voor de tweede keer manisch. Toen ik begin 2007 weer opgeknapt was, had mijn toenmalige behandelaar inmiddels kennisgemaakt met het signaleringsplan en dat zou mij moeten gaan helpen. Ik vond het prima en we ging aan de slag. Alleen, er gingen wat dingen mis, en dat ben ik nu pas gaan zien door de cursus. De manier waarop wij het signaleringsplan op ging stellen, leek sterk op hoe het ging bij mijn mondeling Geschiedenis. Kortom, ik voelde me totaal niet gehoord en was veel minder geïnteresseerd dan ik had moeten zijn. En het eindigde met een heel uitgebreid signaleringsplan waarin de manie van een paar maanden eerder totaal niet terug te herkennen viel (ik heb voor mijn boek en de cursus nog een paar keer bekeken).

Pas door de cursus viel het kwartje. Ik zat tijdens mijn manie helemaal vol van wat mij dwarszat. En ik denk dat wanneer mijn behandelaar mij een paar maanden daarna gewoon mijn verhaal had laten vertellen, hij weinig had hoeven doen om er de belangrijke punten uit te halen. Natuurlijk treft mij ook blaam, maar het is maar een voorbeeld om iets te duidelijk te maken.

Uiteindelijk kreeg ik nog een paar manieën en ging ik eind 2019 mezelf maar de verhalen van de manieën vertellen. En dat zorgde ervoor dat ik weer een paar maanden later de ontdekking van de ergernissen kon doen waarmee ik tot nu toe – afkloppen – mijn stoornis onder controle heb.

~~~

Afbeelding van Tumisu via Pixabay

#wot kissebissen

Deze blogpost is deel 11 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

Normaal ben ik niet zo van het kissebissen, zonde van mijn tijd, ik gun de ander zijn of haar mening en ben in de regel vrij meegaand. Maar niet nu…

Gisteren was het namelijk weer Wijzer Werken Met Ervaring en we moesten een onderzoeksvraag bedenken over een aspect van ervaringsdeskundigheid dat je wilde bestuderen en/of waar je zelf mee aan de slag wilde gaan. En ja, dat kon in mijn geval natuurlijk maar één onderwerp zijn. Immers: veel lezen wat los en vast zit, Cultuurwetenschappen gestudeerd, boeken vertaald, tien jaar bloggen, zelf een boek geschreven over mijn bipolaire stoornis en hoe ik daarmee heb geleerd om te gaan.

Dan blijft alleen deze onderzoeksvraag staan: hoe kan ik als ervaringsdeskundige verhalen inzetten?

Inmiddels heb ik wat rondgekeken hier en daar en dan zie ik toch enige aanleiding om te kissebissen. Ik bekeek wat cursussen herstelverhalen schrijven. En daar was niks mee, want ik ben ervan overtuigd dat je er inderdaad goede herstelverhalen mee kunt schrijven. Maar ik miste behoorlijk wat elementen die in mijn ogen onmisbaar zijn bij het vertellen van verhalen binnen de ggz, binnen elk verband eigenlijk.

De manier waarop ik zelf verhalen heb ingezet, verschilt namelijk behoorlijk van de aangeboden cursussen. Nou heb je misschien al het verschil gemerkt in bewoording. Herstelverhaal of verhaal. En dat maakt een slok op de borrel uit. Strikt genomen klopt dat overigens ook weer niet omdat er verschillende fases zijn in het herstelproces, je kunt bijvoorbeeld nog helemaal overweldigd zijn door je ziekte (fase 1); of een fase zitten dat je leeft voorbij je ziekte (4e, laatste fase).

Ik ga het nogmaals bekijken maar ik had de indruk dat veel cursussen vooral terugblikken vanaf het moment dat de ziekte/stoornis al behoorlijk onder controle is. Verwerking van geleden leed. In de cursus wordt het overigens ook min of meer zo gebruikt.

Het is namelijk precies datgene waar ik over wil kissebissen, als dat nodig is. De verhalen die ik heb verteld, hebben ervoor gezorgd dat ik – afkloppen – mijn bipolaire stoornis onder controle kreeg. Die technieken waren namelijk dezelfde als ik daarna heb gebruikt bij het schrijven van mijn boek. Minus het typen dan. Ze hebben hét verschil gemaakt in het beloop van mijn ziekte.

Ik wil daarom een lans breken voor het inzetten van verhalen bij het herstel, niet alleen bij het schrijven van herstelverhalen. En dan heb ik ook nog wel een paar technieken achter de hand die daarbij kunnen helpen. Die verder reiken dan alleen verhalen.

#WOT Word on Thursday

~~~

Afbeelding van marioosh via Pixabay

Waarom? Hoe? Wat?

Er beginnen steeds meer contouren zichtbaar te worden van wat ik wil. Om met Simon Sinek te spreken: het waarom is duidelijk, het hoe is ook geen groot raadsel meer, maar het wat houdt me nog een beetje in spanning. Een beetje maar, gelukkig. Het ligt in lijn met wat ik deed bij Reëlle, een communicatiebureau dat inmiddels niet meer bestaat. Voor en door mensen met een beperking. En dat sprak me enorm aan. Dat ik kon schrijven, wist ik toen ik er begon, deze maand elf jaar geleden, ook al wel. Dat is niet arrogant bedoeld, maar ik durfde wel te vertrouwen op het oordeel van docenten tijdens mijn studie Letteren.

En dat schrijven bij Reëlle lukte inderdaad prima. Helaas kreeg ik alleen een manie en dat was van alle kanten iets te heftig. Maar juist omdat zo’n manie heftig is en heftige reacties oproept, wil ik nu ik, afkloppen, mijn manieën eindelijk onder controle heb, anderen helpen om ook zover te komen. Juist omdat ik weet wat voor een ellende het kan zijn. Ellende die niemand wil en die niemands schuld is.

Inmiddels heb ik voor mezelf een oplossing uitgedokterd. Die is niet revolutionair maar je het maar net zien – of zo goed hebben gekeken dat je de grondoorzaak van alle ellende de volgende keer herkent als die zich voordoet. Dat gebeurde mij dus. En ik wil niet zeggen dat mijn grondoorzaak, ook wel bekend als trigger, de jouwe is, maar ik kan je wel leren kijken zoals ik gekeken heb. Want als ik het kan, kan iemand anders het ook, daar ben ik van overtuigd.

Daarnaast is er de kans dat mijn trigger ook jouw trigger is. Ik heb de mijne namelijk breed geformuleerd omdat ik anders dingen mis. Ik ergerde me steeds aan iets anders (en al vrij snel daarna ook aan iemand anders), maar het ergeren was de constante. En nu ik alert ben op ergernissen merk ik pas hoeveel emoties mijn systeem binnenkomen als kleine ergernissen. Juist door wat ik in het verleden deed met die ergernissen, kwam ik steeds in de problemen. Ik was zelf degene die die kleine ergernissen opblies en opblies totdat uiteindelijk de ballon knapte met een manie. En daarna volgde steeds anderhalf jaar doffe ellende.

Nu het er al twee en een half jaar op lijkt dat ik deze doffe ellende met een betrekkelijk simpele methode voor kan blijven, wil ik graag lotgenoten helpen. Nu nog kijken wat het wordt waar ik land. Onder andere via de cursus Wijzer Werken Met Ervaring.

~~~

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Empowerment: neem zelf het heft in handen

Deze blogpost is deel 3 van 3 in de reeks Verhalen ontleed

Gisteren bedacht ik onder het wandelen dat het onrechtvaardig is dat ik een stoornis heb waardoor ik anders reageer. Dat ik een aantal keren last heb gehad van gedrag van anderen en dat ik het voor mezelf vanzelfsprekend vind dat ik dat gedrag zelf niet naar anderen vertoon. Dan zou ik me namelijk voor mezelf schamen. Daarbij kwam ook de gedachte dat ik het vreemd vond dat anderen dat/hun gedrag kennelijk als volstrekt normaal beschouwen, of in ieder geval niet als iets problematisch.

Dat vond ik raar en ik ventileerde iets daarvan op Twitter. Maar Emma wist te vertellen dat anderen het gewoon niet zien en dat in Autisme & het voorspellende brein door Peter Vermeulen te lezen viel waarom ze dat niet zien. Dat boek is een paperback dus ik moet even wachten op de postbode. Want ik ben natuurlijk ook benieuwd of er ook strategieën zijn waardoor zij het wél gaan zien. Op de veronderstelling dat mensen het wel kunnen zien, is immers veel gebaseerd. Neem het signaleringsplan. Daar zijn ook neurotypische mensen bij betrokken, want die bedoel ik met ‘zij’. Aan de andere kant van het spectrum, maar toch zij aan zij staan dan neurodiverse mensen. Had ik al gezegd dat ik nieuwsgierig ben naar het boek?

Het andere boek dat ik écht moest, zei Samira, was How to handle neurotypicals van Abel Abelson. En dat boek was beschikbaar als e-book, dus daar ben ik vanmorgen gelijk aan begonnen. En wat voor een boek is het. Het taalgebruik is misschien af en toe wat grover dan ik gewend ben maar verder: inhoudelijk interessant, Aha Erlebnissen, eye-openers, en humoristisch geschreven. Ik kom er later nog terug, maar ik wil er vast één voorbeeld uit halen.

Ik was dus gisteren wat aan het mokken dat neurotypische lieden zich weleens wat meer zouden mogen aanpassen omdat het gedrag dat ze soms vertonen in mijn ogen niet normaal is. Leuke gedachte, zegt Abelson, maar het werkt niet. Hij komt met een simpele maar doeltreffende metafoor van de muggen. Stel dat je ’s nachts last hebt van muggen en daardoor niet kunt slapen. Dan kun je wel klagen maar dat helpt niet. Je kunt wél een muggennet spannen waardoor je er geen last meer van hebt. Met andere woorden: neem het heft in handen, doe iets en empower jezelf.

Heel benieuwd naar de rest: ik ga gauw verder lezen.

~~~

Afbeelding van Elias via Pixabay

Extra leesvoer voor mijn project

Deze blogpost is deel 2 van 3 in de reeks Verhalen ontleed

Vanmorgen heb ik wat nagedacht over hoe ik deze serie aan ga pakken. Voorlopig denk ik dat het een weekendproject gaat worden. Het vergt toch wat nadenk- en leeswerk vooraf en dat kan ik dan mooi ’s avonds in de werkweek doen, zodat ik in het weekend los kan gaan met schrijven over de heldenreis en de connectie met empowerment voor mensen die – laat ik de term toch maar noemen – neurodivers zijn. Want juist deze groep, waartoe ikzelf ook om meerdere redenen toe behoor, heeft mijn belangstelling, ook omdat ik vanmiddag onder het wandelen echt besefte dat neurodivers zijn mij in de problemen heeft gebracht. Verderop meer daarover.

Vandaag kreeg ik ook nog twee leestips die ik ook in deze reeks wil betrekken. Want je wil als neurodivers toch goed om kunnen gaan met de zogeheten neurotypischen. How to handle neurotypicals van Abel Abelson. Samira was al enthousiast, dank voor de tip.

De tweede tip die ik kreeg was van Emma: Autisme & het voorspellende brein door Peter Vermeulen. Dank, Emma.

(Ik heb een stuk weggelaten, maar waar dat over ging, staat hieronder.)

Naar beide boeken ben ik dus erg benieuwd en ik neem ze graag mee in mijn onderzoek. Want omgaan met afwijkingen van het normaal geachte, al weet ik dat ook deze omschrijving de lading niet dekt, is lastig. En het woord stoornis dekt ook de lading niet. Dit was wat me vanmiddag tijdens het wandelen te binnen schoot: eigenlijk ben ik gewoon een aantal keer gestruikeld over onprofessioneel gedrag. Zelf zou ik het niet in mijn hoofd halen om me zo te gedragen, maar veel mensen zien niet dat het vreemd gedrag is, waardoor ze er al helemaal niet bij stilstaan dat ze met hun gedrag sommige mensen in de problemen kunnen brengen. Volledig onbedoeld, ze zien het gewoon niet. Maar er zijn genoeg mensen die door dit door veel mensen als volstrekt normaal beschouwde gedrag in de problemen kunnen komen. Daar sta ik echt niet alleen in.

Toch heb ik hoop

Gelukkig heb ik in mijn omgeving ook mogen merken dat er mensen zijn die dat gedrag niet of niet meer normaal vinden, die mij steunen. Dat doet me goed en geeft me ook de hoop dat meer mensen van goede wil zijn en dat je ze daadwerkelijk kunt bereiken. De heldenreis is daarvoor misschien een middel omdat die zo bekend is, althans de opbouw van verhalen die het patroon van de heldenreis volgen. Dus wilde ik met een zo klein mogelijke verantwoording beginnen en van daaruit kijken waar ik uitkom. Grote veranderingen beginnen immers vaak met iets kleins. En voor mezelf heb ik een oplossing gevonden. En zoals een leraar bij ons op school zei: “Als de leraar het snapt, moeten jullie het helemaal snappen.” Oftewel: wat mij lukt, kunnen anderen ook. En ik help daar graag bij mee.

Het begint bij een verhaal

Deze blogpost is deel 1 van 3 in de reeks Verhalen ontleed

De afgelopen dagen hier gereflecteerd en offline een aantal serieuze gesprekken gevoerd. Plus nog een aantal te gaan en midden in een cursus maar het wordt me langzaam duidelijk: wat mij altijd heeft aangesproken – in boeken, in blogs en in mijn studie Cultuurwetenschappen, die ik misschien mede daarom uiteindelijk koos – zijn simpelweg verhalen. Verhalen zijn voor mij essentieel, vandaar ook dat ik blog. Heb ik geen verhaal, dan raak vroeg of laat met mezelf in de knoop.

En soms gebeurde dat ook, dat ik in de knoop kwam te zitten. Maar uiteindelijk lukte het me altijd ergens een verhaal van te maken. De heldenreis van Joseph Campbell in een modern jasje. Als je zoals ik van verhalen houdt, kun je eigenlijk niet om die heldenreis heen en steeds meer zie ik hoe ik die ingezet heb, bewust en onbewust, hoe ik aangepast heb aan mijn eigen behoeftes. En ik speel met de gedachte om een kleine serie te beginnen over hoe je de heldenreis in kunt zetten om jezelf weer wat op te peppen.

Het hoeft namelijk niet heel ingewikkeld te zijn, want bijna alle westerse verhalen volgen dat stramien. En omdat het daardoor zo bekend is, voelt het heel natuurlijk aan om zo’n verhaal te vertellen. Als je erop let, ga je ook sporen van de heldenreis in je eigen leven zien. Je gaat ontdekken dat je niet alleen alleen tegenslagen te verwerken hebt gehad, maar ook inventieve overwinningen hebt geboekt. Dat je soms hulp uit onverwachte hoek hebt gekregen en dat de situatie vaak minder ellendig is dan je denkt.

Mijn verhaalkracht heeft samen met fantasie ondersteund door de Kipling-methode en een vleugje filosofie uit de klassieke oudheid (Stoa) ervoor gezorgd dat ik mijn trigger voor mijn bipolaire stoornis ontdekte en die vervolgens onder controle kon houden.

Dit is de proloog

Ik heb eigenlijk best zin om die elementen wat verder uit te diepen de komende tijd. Stay tuned. We beginnen morgen met het ontleden van de heldenreis. Dat zal wel een paar blogs kosten, maar ik hoop er minder tijd voor nodig te hebben dan indertijd voor mijn masterscriptie die deels over dit onderwerp ging.

Hebben we de heldenreis gezien, dan gaan we kijken hoe en waar we die in kunnen zetten, waarom dat handig is en hoe je dat aan kunt pakken. We kijken ook wat de Stoïcijnen ermee te maken hebben.

Doel van dit alles is om jou en mezelf te helpen met het vinden van empowerment-verhalen. – want daar ben ik nogal mee bezig in mijn cursus – om zo ons zelfvertrouwen op te kunnen krikken als dat nodig is.

~~~

Afbeelding: goodreads

#wot kwaliteit van leven

Kwaliteit van leven als #wot. Ik heb er natuurlijk wat over te zeggen, over kwaliteit van leven. Een spectaculaire verbetering van die kwaliteit van leven heeft mijn leven nogal veranderd. Jarenlang werd ik om de zo veel tijd geplaagd door een manie die ervoor zorgde dat ik studiejaren opnieuw moest doen, die later resulteerde in baanverlies. Het was altijd doffe ellende, wat er na een manie volgde. En tijdens de depressie waar het allemaal mee begon, was mijn kwaliteit van leven ook nogal laag.

En nu – na een ontdekking 2,5 jaar geleden – voel ik, weet ik dat het afgelopen is met mijn bipolaire stoornis en dat zorgt ervoor dat ik veel prettiger in het leven sta. Natuurlijk, ik gebruik nog steeds mijn medicatie, heb ik nog steeds gesprekken met een behandelaar, heb ik een signaleringsplan dat ik van buiten ken, en ik ben alert. En al die vier dingen zijn misschien/waarschijnlijk wel levenslang nodig, maar daar heb ik niet zo’n problemen mee. Met de ontdekking van de trigger van mijn manieën, bedacht ik namelijk ook een manier om die trigger onder controle te houden.

Het komt erop neer dat ik mijn reactie op die trigger helemaal veranderd heb. Ik ga er niet meer tegenin, maar realiseer me simpelweg dat een ergernis – want daar heb ik het over – mij op termijn, zeg zes tot acht weken, geen manie waard is. Want dat is waar ingaan op een externe ergernis bij mij toe kan leiden. Dat besef of die methode werkt voor mij zo krachtig dat ik het nauwelijks kan bevatten. Maar ik durf het steeds meer te geloven: dit werkt blijvend.

Werkt het voor mij? Dan kan een ander er ook baat bij hebben

En wat ik ook geloof is dat ik er misschien anderen mee kan helpen. Vandaar mijn boek. In eerste instantie vooral gericht op mensen met een bipolaire stoornis, maar ik denk dat er meer mensen baat bij kunnen hebben. Ik ontdekte door het boek Drive van olympisch kampioen op de 1.500 meter schaatsen van 2010 Mark Tuitert namelijk dat de techniek die ik mezelf aangeleerd heb, een belangrijke techniek van de Stoa, ofwel de Stoïcijnen, was. Zo’n 2000 jaar oud. Het was grappig om het tweede hoofdstuk uit zijn boek te lezen, want ik herkende zó veel van wat ik zelf doe in de omgang met mijn ergernissen in wat Tuitert beschreef. Dat betekent dat ik me waarschijnlijk toch nog maar wat meer in de Stoa ga verdiepen. Het boek van Tuitert bevatte tien technieken met oefeningen en misschien kan ik ook wel zoiets bedenken voor mijn eigen techniek.

Ik zou het namelijk erg mooi vinden als ik anderen op dezelfde manier kon helpen met het verhogen van de kwaliteit van hun leven als ik dat voor mezelf gedaan heb. Mensen met een psychische kwetsbaarheid. Het is een zoektocht naar het hoe en het wat want het waarom is mij wel duidelijk. Ik durf nu wel te stellen dat ik de kwaliteit van mijn leven dusdanig heb verhoogd en ik weet waar ik vandaan ben gekomen dat ik dat mensen die in een vergelijkbare situatie zitten, ook gun.

#WOT Word on Thursday: iedere donderdag een woord van Irene waarover je kunt bloggen

~~~

Afbeelding van Myriams-Fotos via Pixabay

Een dagelijkse ontdekkingstocht?

detective

Nou heb ik me vanmorgen laten ontvallen dat ik tot eind dit jaar elke dag wil bloggen. En nu wil ik het ook waarmaken. Te vaak voel ik me namelijk rot omdat ik iets niet heb gedaan. En daar hoort ook niet schrijven bij. Ik merk dat ik gewoon opknap als ik wel schrijf. Dat heb ik vorige week, toen ik niet blogde, weer kunnen merken. Het viel tegen. Ergens is er een drang om te schrijven, doe ik dat niet dan knaagt er iets.

Dus kan ik maar beter wél schrijven. Geen boek zoals twee jaar geleden en vorig jaar (hetzelfde boek praktisch volledig opnieuw geschreven) in het kader van Nanowrimo. Maar dat boek ligt nog steeds niet bij een uitgeverij. En daarnaast is het boek de aanleiding geweest om aan een nieuwe ontdekkingstocht te gaan beginnen doordat ik uit wil zoeken of de ggz en ik iets voor elkaar kunnen beteken. Dat kan in de vorm van ervaringsdeskundigheid zijn, maar gezien mijn eerdere ervaring bij een communicatiebureau en mijn achtergrond als blogger, is natuurlijk ook communicatie binnen de ggz een optie.

Met die zoektocht ben ik nu volop bezig. Daar volg ik de cursus Wijzer Werken Met Ervaring voor. Eigenlijk zou ik nu een bijeenkomst hebben, maar er is een inhaalmiddag en ik heb heb vrij omdat ik niks gemist heb. Maar het leek me goed om toch met de opleiding bezig te zijn. Vragen bedenken die ik wil stellen aan ervaringsdeskundigen want we mogen de komende tijd een beetje aan de praktijk proeven door een onderzoek te doen, een presentatie te geven en omdat er binnenkort een gastspreker aanschuift die werkzaam is als ervaringsdeskundige. Die wil ik natuurlijk het hemd van het lijf vragen.

Vandaar dat deze blogpost een stuk korter is dan die van gisteren over diagnoses en labels en het belang van luisteren. Wat mij betreft begint alles namelijk met luisteren en uitzoeken wat je als gesprekspartners samen nodig hebt en hoe je elkaar daarbij kunt helpen. Een label kan daarbij nuttig zijn, maar schiet alsjeblieft niet in de behandelmodus. Blijf luisteren en stel van daaruit vragen. Uit belangstelling, om de ander beter te begrepen, niet omdat het toevallig de volgende vraag is op de checklist bij een bepaalde diagnose is. Dat zeg ik nu al voor minimaal de derde keer in korte tijd, zo belangrijk vind ik het.

Nu me weer gauw verder verdiepen in de cursus. En van die cursus en de ontdekkingstocht die ermee te maken heeft, hoop ik dagelijks verslag te gaan doen. In ieder geval tot eind dit jaar. En hopelijk ook langer omdat er in het nieuwe jaar ook nog cursusdagen gepland staan. Hoe dan ook heb ik heel veel zin om vragen te bedenken en de antwoorden op die vragen te gaan vinden. Ik weet nog niet of ik alle vragen die ik heb, ga delen, laat staan mijn antwoorden daarop. Maar de belangrijkste vraag voor dit blok lijkt me toch wel de vraag te zijn: wat doet een ervaringsdeskundige? Ik ga waarschijnlijk op z’n minst verslag doen van hoe ik die vraag beantwoord en wat dat met mij doet.

~~~

Afbeelding van GraphicMama-team via Pixabay

Een diagnose kan niet zonder luisterend oor

Deze blogpost is deel 10 van 17 in de reeks Over 'Wijzer Werken Met Ervaring'

Ben ik gehandicapt of heb ik een handicap? Het maakt me weinig uit, ik weet dat ik zo veel meer ben dan mijn handicap. Toch realiseer ik me dat er meer aan de hand is. Ik was ooit blij dat manische depressiviteit een bipolaire stoornis ging heten. De depressiviteit is bij mij nooit manisch geweest en in mijn beleving gaat het vooral om twee polen. Toch ben ik me ervan bewust dat het woord stoornis in bipolaire stoornis voor problemen kan zorgen. Een stoornis kun je beschouwen als een afwijking van het normale. En dat vind ik bedenkelijk. Wie bepaalt immers wat normaal is? Jij? Ik? De dokter? (En welke dokter dan?) De maatschappij?

Het risico dat hier ontstaat, zit in het normatieve. Dat bipolaire voldoet niet aan de norm, dus heet het een bipolaire stoornis. En aan een stoornis moet je wat doen. Behandelen bijvoorbeeld. En daar is niks mis mee zo lang je altijd oog hebt voor de mens die toevallig de stoornis heeft die moet worden behandeld. En dat behandelen is op zich een goede zaak want zowel de patiënt als de mensen om hem of haar heen kunnen last hebben van die stoornis. Het is daarom heel verstandig om goed te kijken of er handreikingen te vinden zijn die leven met een bepaalde stoornis eenvoudiger maken.

De stoornis maakt het leven namelijk niet eenvoudiger. Dus is hulp meer dan welkom. Helaas heb ik in de praktijk meegemaakt dat het een stuk ingewikkelder is dan het moet zijn. En ik heb de indruk at dat in mijn geval – en ik wil hier verder niet generaliseren – niet helemaal goed gegaan is. Ik had het label ‘bipolaire stoornis’ en daar was ooit een nieuwe behandelmethode voor. En toen ik eind 2006 een manie kreeg, wilde mijn behandelaar – nadat ik met extra medicijnen begin 2007 weer was geland – mij gaan behandelen met die nieuwe methode. Rare gedachte natuurlijk, een behandelaar die wil behandelen. Maar blijf even bij me, ik kom zo bij mijn punt.

Er had meer moeten zijn dan het signaleringsplan

Die nieuwe methode was het signaleringsplan. De bedoeling daarvan is de je signalen in kaart brengt die erop kunnen wijzen dat er iets met je aan de hand is. Zo plotseling veel minder slapen maar toch fitter worden een beruchte aanwijzing dat er een manie aan kan komen. En ten overvloede en voor alle duidelijkheid: nu én begin 2007, wilde ik nooit meer een manie of depressie want is een doffe ellende. Dus ik was erop gebrand mezelf die ellende voortaan te besparen. Gelukkig hadden we na een reeks gesprekken een signaleringsplan.

Helaas bleek dat signaleringsplan totaal niet toereikend. Toen ik bezig was aan mijn boek heb ik het nogmaals doorgelezen. Het was een regelrechte ramp. Er was niets maar dan ook werkelijk niets wat te herleiden was tot de manie van een paar maanden voor ik met mijn behandelaar het signaleringsplan opstelde. Ik ben er zelf bij geweest, maar ik begreep er jarenlang niets van. Na de manie van 2012 heb ik weliswaar een paar herleidbare signalen toegevoegd maar ook dat baatte later niet.

Pas vorige maand werd me duidelijk wat er misging. Dat kwam door de cursus Wijzer Werken Met Ervaring. Daar kwam aan de orde dat het zo belangrijk is dat je gehoord voelt. En precies dat gevoel had ik nooit bij die behandelaar. Hij wilde vooral behandelen met dat signaleringsplan waar hij zo hoog over opgaf. (En een goed signaleringsplan is prachtig. Ik heb er 2,5 jaar geleden zelf eentje gemaakt, lees dat binnenkort maar in mijn boek.) Maar hij was zó druk bezig met dat plan, dat hij vooral vragen stelde en amper naar mijn antwoorden luisterde. Had hij maar wat meer geluisterd en minder vragen gesteld.

Toevallig ben ik goed in het vertellen van verhalen, daar komt af en toe iets zinnigs uit. Maar doordat hij mij nooit echt liet vertellen, voelde ik me niet gehoord en nam ik het signaleringsplan niet serieus. Terwijl het een mooie aanvulling is op de medicijnen waar ik wél in geloofde. Had de beste man maar meer oog voor mij gehad. Aandacht voor de ander is volgens mij de eerste stap (niet alleen binnen de ggz). Luister naar elkaar. Bekijk hoe je elkaar samen kunt helpen. Volgens mij kan dat nuttig zijn, los van labels of diagnoses. Een diagnose kan handreikingen bieden, maar vergeet nooit dat bij een diagnose een mens hoort.

En mijn ervaring met de ggz is dat dat behandelen begint bij luisteren, luisteren, dan nog eens luisteren. En daarna komt weer luisteren. Dat geldt voor behandelaars, cliënten en naasten. Luister naar elkaar, leer van elkaar, kijk wat nodig is, pas je aan elkaar aan. Het kunnen soms hele kleine dingen zijn. Misschien was ik in 2006 wel nooit manisch geworden als een bepaalde docente de moeite had genomen om haar reader op spelfouten te laten controleren. Ik ergerde me wekenlang gruwelijk aan al die spelfouten en ik kwam er 2,5 jaar geleden achter dat dát mijn trigger was. Het is maar een simpel voorbeeld van rekening houden met elkaar, maar het kan helpen je in elkaar te verdiepen én blijven verdiepen.

~~~

Afbeelding van Couleur via Pixabay